De Rode Mieren" PANDA EN DE MEESTER*ETER 1 AVONTUREN VAN DONALD DUCK Garde-grenadier reist slagvelden af - RECHTER TIE KRAMMETJE FOK ê9 A Ons vervolgverhaal Een actuele Amerikaanse roman WOENSDAG 14 DECEMBER 1966 15 door William Lederer en Eugene Burdick 3!!ii Verzoeningskerk in Dachau krijgt Nederlands orgel Poolse auteur ontvangt de „Polonia Restituta"-orde 7 SPAARRENTE AUTOVERZEKERING èn- HOGE BANKRENTE LEVENSVERZEKERING 32) Om tien over half negen die mor gen waren er drie mannen en een stenografe bijeen in de conferentie- kamer van het ministerie van Bui tenlandse Zaken. Een ervan was de minister zelf, die een zwarte overjas droeg en zacht leren handschoenen; hij had een zwarte gleu'fhoed in zijn hand en zag hoe de stenografe de co- pieën nakeek van de officiële corres pondentie uit Sarkhan; elke deelne mer kreeg een exemplaar; ze waren alle genummerd en er moest voor ontvangst worden getekend. „Abbott, ik moet dit snel afhande len" zei de minister tegen zijn staatssecretaris voor het Verre Oos ten. „Ik moet binnen een half uur naar Genève vertrekken. Ik wil er al leen zeker van zijn dat de politiek van Buitenlandse Zaken ten opzichte van Sarkhan je volkomen duidelijk is. Onze politiek is ons been stijf te hou den. Sarkhan is neutraal. Het ziet er neutraal uit en het handelt neutraal. De monarchie staat sterk en Hajn, die het meest invloedrijke lid is van de Kroonraad, is sterk pro westers. Als het Pentagon troepen en voor raden wenst te sturen, dan zijn wij daar tegen. We zijn er ook op tegen dat de Veiligheidsdienst ondergrond se acties in dat gebied op touw zet. De Sarkhanezen spreken over een in val aan de grens van Vietnam. Als dat inderdaad zo is, dan zullen we deze zaak regelen door onderhande lingen. Als we eraan beginnen wa penen naar dat gebied te sturen of de Veiligheidsdienst daar de vrije hand te laten, dan kunnen wij fluiten naar de mogelijkheden van een wel geslaagde diplomatie. Als het nodig mocht blijken, probeer de zaak dan op te schorten. Als het kritiek wordt, stel je dan met me in verbinding in Genève. Dan zal ik je opdracht geven de kwestie nog meer op de lange baan te schuiven". De minister zette zijn hoed op en vertrok. Hoofdstuk X Een bijeenkomst in Washington Om vijf over half twaalf 's mor gens kwam de speciale presidentiële commissie voor Sarkhan bijeen in de conferentiekamer van het ministerie van Buitenlandse Zaken. Men ging terstond over tot de dingen van de dag. Adolph Cogswell, de voorzitter, stond aan het hoofd van de confe rentietafel. Hij was voorzitter van de commissie van het tijdstip af, dat die door president Kennedy was in gesteld. Hij stond op een verhoging; de overigen zaten. Cogswell wist dat de mensen luisteren naar iemand die boven hen uitrijst. Het was de plaats van het overwicht. Cogswell gebruik te het podium niet om grote rede voeringen te houden. Hij had zelfs de naam heel weinig te spreken. Maar hij hield ervan een positie in te nemen van waaruit hij alles kon overzien. Cogswell zweeg zeker nog dertig seconden, nadat hij zijn hamer had laten vallen. Stilte was ook een sprekerstaktiek. Cogswell was op zijn vijfenzeventig ste jaar stoer, stevig en gewoonlijk rusteloos. Hij wist dat zijn zwij gen een sterk wapen was. Terwijl het gemurmel geleidelijk verstomde, drong het opeens tot Cogswell door hoeveel keer, hoeveel jaren, voor hoeveel presidenten hij dergelijke functies had uitgeoefend. President Roosevelt had eens te gen Harry Hopkins gezegd; „Zolang ik president ben zijn er maar drie mannen geweest die me zonder ver legenheid bij mijn voornaam ge noemd hebben; rechter Holmes, Cogs well en jij". Cogswell knikte tegen een ambte naar van het ministerie die iedere aanwezige een afschrift van het Sark- hanese verzoekschrift overhandigde; Cogswell bleef zwijgend staan terwijl ze het lazen. De enige persoon aan de tafel die hij goed kende was Jeremia Hob- son. Zij waren de oude werkpaarden. Misschien te oud, dacht hij. Cogs well en Hobson hadden de opmars der veteranen naar Washington on der Hoover meegemaakt, de grote crisis, de eerste wilde dagen van de New Deal, de nadering van de Twee de Wereldoorlog, de onderhandelin gen met de Russen, de pijnlijke kwestie McCarthy, en ongeveer alle andere dingen. Ze waren het maar zelden eens, maar ze hadden eerbied voor eikaars gaven. Hobson was een piekeraar, terughoudend en achterdochtig, maar hij kon ook besluitvaardig( en fel zijn. Cogswell vond dat sommi gen van zijn liberale vrienden erg hard waren in hun oordeel over Hob son. De chef van de Veiligheidsdienst presteerde wel degelijk iets, een feit dat Cogswell in iedereen bewonder de. Het werk van Cogswell was be paalde moeilijkheden op te lossen, als die zich bij de verschillende be stuursapparaten voordeden. Zijn ver diensten waren; zijn objectiviteit, zijn taaiheid en zijn bekwaamheid zich op allerlei gebied te kunnen be wegen. Nooit had de een getwijfeld aan de volkomen betrouwbaarheid van de ander. Toen iedereen zijn lectuur beëin digd had, zei Cogswell: „De presi dent vraagt uw raad. Hij moet "een beslissing nernén tèn opzichte van Sarkhan Hij acht die beslissing zo belangrijk dat hij senator Donat van de commissie voor Buitenlandse Za ken heeft uitgenodigd onze vergade ring bij te wonen. Hartelijk welkom, senator." De senator, een zware, omvangrijke man, knikte en glim lachte even. Zijn tegenwoordigheid wees op de mogelijkheid van een ac tie, die de goedkeuring van het Con gres vereiste. „Sarkhan heeft de Verenigde Sta ten om hulp verzocht", zei Cogswell. „De medische en opvoedkundige kant daarvan is niets bijzonders. Maar het verzoek om militaire hulp houdt in: de uitrusting voor een le ger van zestigduizend man, artillerie en luchtmacht inbegrepen. Ze vra gen onmiddellijke toezending van uitrustingstukken en militaire in structeurs. De Sarkhanezen zeggen dat ,NoordVietnamese troepen zich geconcentreerd hebben voorbij het Tikok gebergte. (Wordt vervolgd.) Gisteren las ik ergens een regel die mij, vandaag nog, bezig houdt: „terwijl alle aardebewoners op een na daarvan niet het geringste vermoeden hebben, is die ene bezig met een uitvinding, die wan neer zij slaagt en voltooid is, een enor me omwenteling zal veroorzaken". Hetgeen mij deed denken aan doctor Hendrik-Jan Rommelheufd, een man die, in het stadje van mijn jeugd, als een goedaardige doch ietwat geheimzinnige, zonderling werd beschouwd. Hij droeg een grijze baard, een blauwe cape, een zwarte flambard en, winter en zomer, sandalen en woonde in een oud huis met een achter klimop schuilgaande gevel. Men beweerde dat hij daar een aantal vrouwen verborgen hield, waar van al leen een uiterst magere, rossige dame zich wel eens op straat vertoonde om inkopen te doen. Zij sprak met een zwaar Letlandse tongval en het gerucht ging dat zij een prinses was, die indertijd door Rommelheufd voornoemd uit haar voor vaderlijk paleis was geschaakt; doch de waarheid en niets dan de waarheid is nimmer uitgelekt. Die is meegegaan in het dubbelgraf op het kleine kerkhofje van Oudegeest-Middelhorn naast het be faamde vroeg-etruskische kerkje dat, op zijn terp, het vlakke Friese landschap beheerst. Het is nu en dit is verre van alge meen bekend; daarom memoreer ik het hier te uwer aller naricht deze Hen drik-Jan R. geweest, die een serie mui- zevallen heeft uitgevonden welker doel het is ,„de muis psychisch uit te putten", een denkbeeld dat nu algemeen, als een soort gemakkelijke gemeenplaats, is aan vaard, doch die, in eerste instantie, groot opzien heeft gebaard. Voorzover bekend zijn zestien psychiaters, drie dierenart sen en een eerstaanwezend inspecteur der geestelijke volksgezondheid er psy chisch aan ten gronde gegaan. Om van de muizen in kwestie niet te spreken. Rommelheufds geniale uitgangspunt was: de muis ziet een stuk kaas en ver moedt 'n val, doch 't is namaak-vlastic- kaas en de muis zegt tot zich zelf: „geen mens zal het in z'n hoofd halen een stuk namaakkaas in een val te leggen, omdat er geen muis ter wereld is, die daarvoor zijn leven zal wagen; daarom is er geen val" En dus loopt de muis in de val langs de namaak-kaas naar de echte kaas die daarachter ligt. „Dit moet dus een val zijn", zo redeneert hij en trekt zich ij lings terug en brengt er (dus) het leven af. Doch dan vindt hij overal vallen ron dom zich, sommige met namaaK-, 'an dere met echte kaas (die, naar gij weet, in ieder opzicht moeilijk van elkaar te on derscheiden zijn; zelfs uw kaashandelaar weet er soms niet goed weg meeen de muis, de éne val in-, de andere uitlopend, wordt moe en nerveus, totdat hij ten slotte van uitputting sterft. U ziet ,een geniaal idee, thans alge meen aanvaard, doch Rommelheufd zelf heeft deze glorie niet meer meegemaakt. Hij is op 93-jarige leeftijd overleden door een beet van een dolgeworden muis. Hij heeft voordien nog heel wat meer uitgevonden, deze Hendrik-Jan, waarvan het nageslacht de vruchten plukt. Ik noem: de opvouwbare peperstrooierde fles met de nek in het midden; de luci fer met de kop aan de andere kant: de misthoornsleutel; de haarroosverwekker; de kunstleren druiventros; de pen waar mee men op ivoor kan schrijven; basalt blokken voor bedekking van zwembaden; namaak-schelvis; waterbestendige uien; valse gebitten voor zwaardvissen; een handgeweven van gras vervaardigde theemuts, die bij verwijdering van de pot het Wien Neerlands Bloed sveelt; een ijzeren duim voor brievenbestellers; een haché-prikker; de schroef die schroe ven schroeft in andere schroeven; lever kaas van marmelade; het kaas-anker (wat dit ook moge zijn) en een methode om radijsjes met boter te besmeren. Dit zijn slechts enkele van Rommel heufds uitvindingen. Floris Flaneur ADVERTENTIE ^VVA/MMWyWWWWWWtfyWWWMWWWWUWIIWWWWWWWWIlWyiftlWWWIWIIIWIIMIWAIMIfWWWyilWyWWWWMWIWIillMWWWWWW 56. Joris zwaaide de zak met goudstaven over zijn schouder en verliet de kluis. „Hapwapje maakt deze bergplaats uitermate onveilig met zijn gaten-eternij!" prevelde hij. „Daarom zal ik deze kostbaarheden nu even naar een veiliger plek brengen. Ik heb uw hulp daarbij niet nodig heb dank voor uw medewerking, Pandaake!" „En Hapwap danvroeg Panda ongerust „Moet je niet.wacht, daar komt iemand aan!" Het tvas de secretaris van het Geldwezen die persoonlijk een onderzoek ging instellen naar de reden van het plotselinge goudverlies. Zodoende kwam hij bij het ronden van een hoek in botsing met Joris, die door de schok zijn greep op de zak verloor zodat de glan zende inhoud her en der door de ruimte verspreid raak te. „Wat is.Hoe komt.Wie bent u?" vroeg de heer Totter, snel zijn bezinning hervindend. „Waarom. „Foei, mijn waarde!" sprak Joris afkeurend. „Zo komt u er niet onderuit! Ik ben zeer, zeer teleurge steld in u!" „Wa-wat bedoelt u?" vroeg de aangespro kene geheel uit het veld geslagen. SPEELTUIN KINDERVREUGD Copyright opera mundl f»» v- va*.-•ï-wwpjp-tw ^>r>vx-v-N--.; De heer Norbert Brassine, zestig jaar, woont in het Belgische Water loo. Hij heeft een hobby: gekleed in het uniform van Napoleons beroem de garde-grenadiers de Napoleon tische slagvelden afreizen, hij is daarom in vele delen van ons werelddeel een opzienbarende figuur als hij verschijnt. 1 december jl. arriveerde hij in Tsjechoslowakije, in Austerlitz. Op die dag was het precies 161 jaar geleden dat „de kleine korporaal" er zijn opzien barende overwinning bevocht op de Oostenrijkers. De heer Brassine zaai de op het gewezen slagveld wat graan, dat vorig jaar was gegroeid in Waterloo. De orgelbouwers Gebroeders Van Vul pen in Utrecht hebben van de Evange lische Kirche der Union in West-Duitsland de opdracht gekregen voor de bouw van het orgel voor de Versöhnungskirche in het voormalige concentratiekamp Dachau. Het wordt een mechanisch orgel met twaalf registers, verdeeld over hoofdwerk, borstwerk en pedaal. Het krijgt een kleine achthonderd pijpen. De afgelopen maand werden er uit West- Duitsland, dat zelf ook een „orgelindus trie" heeft, kerkorgels voar in totaal drie ton bij de Utrechtse firma besteld. WARSCHAU (AP) Jerzy Zawieyski, een bekende rooms-katholieke Poolse schrijver, lid van de Poolse raad van staat en afgevaardigde in het Poolse par lement, is onderscheiden met het com mandeurskruis met ster van de „Polonia Restituta" orde. De versierselen werden uitgereikt door president Edward Ochab, ter gelegenheid van het veertigjarige schrijversjubileum van Zawieyski. De schrijver is lid van de „Znak"-groep, die nauw verbonden is met het Poolse epis copaat. ADVERTENTIE •■«v.www «pwrwp r •'•«r-yerr-^5* Een aantrekkelijke combinatie van zeer concurrerend uniek in Nederland bieden wij U ingaande 1.12.1966. 'X.S Indien U bij ons Uw auto A.R. verzekert of onderbrengt, vergoeden wij U zodra en zolang Uw Spaarcombinatierekening bij ons ten minste 1.000 - aanwijst en Uw auto A.R, verzekering in stand blijft, 7% rente per jaar over max. ƒ5.000.-. Over bedragen boven f 5.000.- vergoeden wij op deze rekening 5Vi rente over max. f 30.000.-, hetgeen ook het percentage is op spaarrekening zonder combinatie. 7% rente wordt onder bepaalde voorwaarden even eens uitgekeerd in combinatie met een via ons te sluiten elke denkbare vorm Wij geven U gaarne uitvoerige inlichtingen met voorwaarden. Kantooradres N.Z. Voorburgwal 98-100 Amsterdam-C. Telefoon 020-233033 (4 lijnen) IN SIN GEK CO a 8-2b 23. Bij de buitendeur neemt Rechter Tie afscheid van de commandant. „Ik be dank u voor uw bezoek, magistraat", zegt Fang. „Ik hoor wel van u als u tot een slotconclusie bent gekomen". De Rechter buigt en gaat de trap af die naar het poortgebouw leidt. Daar vindt hij Tsjiao Tai terug, die hem nieuwsgierig vraagt: „Wel, wat denkt u van de zaak, Edelachtbare? Is er nog hoop voor Tsjeng?" „Het ziet er slecht voor hem uit, Tsjiao Tai", antwoordt de Rechter. „Zijn schuld lijkt werkelijk buiten kijf. Maar juist dat het bewijsmateriaal zo verpletterend is, bevalt me niet helemaal. Het lijkt haast of iemand bewust heeft getracht om bewijzen tegen Tsjeng te fa briceren. En als we zijn woorden kunnen geloven, moet dat ook wel". Ze lopen de trap naar de aanlegsteiger af en nemen plaats op de achterplecht, onder het lin nen tentdoek, dat beschermt tegen de nu fel brandende zon. Als de roeiers hebben afgestoten, informeert Rechter Tie: „Ben je nog iets aan de weet gekomen?" „Wei nig tot niets", antwoordt Tsjiao Tai. „Ik heb gepraat met de kapitein van de wacht, die Tsjeng die nacht voor de moord naar zijn kamer heeft gebracht. Hij maakte enorm lawaai en schreeuwde rond dat hij geweldig royale Koreanen had ontmoet. De volgende week zouden ze het feest nog eens herhalen, en dan moest de kapitein van de wacht ook maar meegaan". 703. Verdrietig hingen de snorharen van Karo omlaag toen hij merkte hoe het andere jacht steeds verder uitliep. ,,'t Is niet eerlijk," zei hij boos. „Die kapitein gaat winnen door gemene stre ken. Laten we omkeren en maken, dat we wegkomen, Bram. Je bent niet ver plicht om hem de Kokanje te geven, want hij heeft niet eerlijk gewonnen." Maar Bram was nog vol strijdlust. „Wie zegt je, dat hij al gewonnen heeft? De wedstrijd is nog niet afgelopen. Ik ga die giek doorzagen.en. als we dan toch nog winnen, zal de triomf des te groter zijn." De scheepskat haalde de schouders op. „Denk je dan, dat je nog een kans hebt? Kapitein Costa Plenta bedenkt heus nog wel een gemene streek, om nog snel ler vooruit te komen." Hij had het bij het rechte eind. Ter wijl Bram n* t een zaagje uit een doos „Voor de kleine timmerman" het fraai* hout te lijf ging, had kapitein Costa Plen ta weer iets anders verzonnen. Op de voorsteven van zijn schip liet hij door één van zijn mannen een stevige cow boy, die zeeman was geworden een las so werpen naar een locomotief op de wal. „Zo, als die gaat rijden komen we snel ler vooruit dan ooit tevoren," zei de ka pitein tevreden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1966 | | pagina 15