De Rode Mieren"
Puzz
PANDA EN DE MEESTEBNETER
AVONTUREN VAN DONALD DUCK
RECHTER TIE
1
KRAMMETJE FOK
Eert actuele Amerikaanse roman
door William Lederer en Eugene Burdick
T
Tractor van N.K.V.
voor bosnegers in
Suriname
De Zon in een Fles
Tsarinakroon
zijn onder ons
Wilson en Brown
naar Nederland
VRIJDAG 16 DECEMBER 1966
21
Ons vervotgverhaat
Hotel
Restaurant
Taveerne
„DE UILENBOOM"
HOOFDSTRAAT 174 - SANTPOORT
Telefoon 02560 - 8623
w
s-
s
■R
,z
EXAMENS
llilËlIi
Floris Flaneur
Eind februari
*^$^705-
IHIWWWWWWWWW
34)
„Ik kan natuurlijk alleen oordelen
over de militaire situatie", zei Do
bey een tikje te luid. „Wij zien geen
onmiddellijk gevaar, en de strijd
krachten zijn op zodanige plaatsen
gestationeerd dat ze onmiddellijk
kunnen worden ingezet als de nood
zaak daartoe zich in Zuid-oost-Azië
mocht voordoen. Dit plotselinge ver
zoek van Sarkhan heeft ons voor een
onverwacht probleem gesteld.
Natuurlijk is het voor jullie een
probleem, dacht Hobson. Die grote
dikke generaals en kolonels van jul
lie inspecteren de strijdkrachten,
maar snappen volstrekt niet wat er
werkelijk aan de hand is.
„Dank je, Dobey", zei Cogswell-
„Tot nog toe is de commissie een
stemmig van mening dat er geen
sprake is van onmiddellijk gevaar.
We zullen nu overgaan tot het vol
gende punt.
„Mijnheer de voorzitter, als ik
niets zeg dan zou uit de notulen kun
nen blijken, dat ik het eens ben met
de mening van Defensie dat zij het
hoofd zullen kunnen bieden aan elke
kritieke militaire situatie die zich
zou kunnen voordoen", zei Hobson.
„Ik bedoel nu niets beledigends,
want we zijn onder elkaar, maar de
mensen van Defensie hebben hetzelf
de gezegd over Korea, Laos, Viet
nam". Hobson zweeg even en dat
zwijgen deed denken aan Salomo,
vriendelijk, overredend, wijs. Hij
glimlachte tegen Dobey. „Ik oefen
geen critiek uit en maak geen ver
wijten, ik wil alleen dat we de wer
kelijkheid onder de ogen zien. Het
land dat niet aangevallen wordt kan
juist het gebied zijn dat de meeste
hulp van onze kant nodig heeft. Want
in zo'n land is daar nog tijd voor",
Cogswell vroeg zich af wat de aan-*
leiding kon zijn van Hobsons uiteen
zetting. Het leek alsof hij wou zeg
gen dat Sarkhan in gevaar verkeer
de, maar hij drong niet aan op daad
werkelijke hulp.
„Dank je, Jeremia", zei Cogswell.
„Er is aantekening gehouden van je
mening. En nu, mijne heren, wat is
de mening van de commissie over de
naaste toekomst van Sarkhan, laten
we zeggen voor de komende twee
jaar? Abbott, zou je de visie van
Buitenlandse Zaken kunnen weerge
ven?"
„Nou, mijnheer de voorzitter, dat
is moeilijk. Elke politieke situatie is
voortdurend aan verandering onder
hevig. Ik verzeker u dat ambassa
deur Brown zijn oor te luisteren legt
en dat hij ons van elke verandering
in de toestand onmiddellijk op de
hoogte zal brengen. Op dit ogenblik
zou het heel moeilijk voor me zijn
een duidelijk toekomstbeeld te ont
werpen.
Maar één ding is zeker. We wil
len niet wéér gedwongen worden
steun te verlenen aan de regering
van een „sterke man" of een jun
ta. In zo'n wespennest hebben we
ons als eens gestoken, zoals in Ko
rea, Formosa. Vietnam, Santo Do
mingo, Pakistan. We zouden wel
eens wat meer willen weten van die
generaal Hajn. We wensen hem niet
te steunen als hij ook zo'n hond
mocht blijken te zijn die in de hand
bijt, van die hem te eten geeft".
Abbott had geen begrip van een
„sterke man", dacht Hobson. Zoals
de meeste lui van Buitenlandse Za
ken, werd hij huiverig als die term
gebruikt werd. Wat Abbott en zijn
departement niet begrepen, was dat
ze hun „sterke mannen" altijd te
laat kozen. Zoek tijdig naar een
sterke man, steunt hem, leid hem op,
dan hoeft je je niet ongerust te maken
als de communisten hun „fascisti
sche" gemeenplaatsen beginnen uit
te schreeuwen.
Cogswell zei: „Heb ik het bij het
rechte eind als ik hieruit afleid dat
Buitenlandse Zaken zich geen voor
stelling heeft gemaakt van wat er in
de eerstkomende twee jaar in Sark
han zou kunnen gebeuren?"
„Ja, ik beoel nee. U moet het eens
van deze kant bekijken. Op het ogen
blik zijn de communisten bezig hun
krachten te concentreren op die lan
den waar duidelijk ontevredenheid
en armoede heerst. Maar Sarkhan
heeft altijd in een zekere welvaart
verkeerd. De staat wordt bekwaam
bestudeerd en de leiders zijn bij het
volk gezien. De bekwaamheid en de
onkreukbaarheid van de Sarkhanese
koninklijke familie zijn in Zuidoost-
Azië nu al bijna legendarisch. Bo
vendien geniet Sarkhan, aardrijks
kundig bezien, de bescherming van
bijna onoverkomelijke bergen aan
zijn noordgrens. Is uw vraag daar
mee beantwoord, mijnheer de voor
zitter? We zien geen aanwijsbare te
kenen van grote moeilijkheden in de
komende twee jaar. Er wordt ons ge
vraagd een volk van vredelievende
boeren in een oorlogszuchtig Sparta
te veranderen. Een volkomen onver
wacht verzoek. Er zijn geen voorte
kenen of voorafgaande besprekingen
geweest. Uit dit alles kunnen ingrij
pende politieke kwesties voortkomen
in de aangrenzende of naburige lan
den, van India tot de Filippijnen
toe".
Hobson kwam er weer tussen. ..D»
Veiligheidsdienst is het er met Bui
tenlandse Zaken in beginsel over eens
dat de communisten elk ogenblik en
op iedere willekeurige plek kunnen
aanvallen, en dat we voortdurend
klaar moeten staan om elke moei
lijkheid het hoofd te kunnen bieden,
Sarkhan inbegrepen. Dit is een prin
cipe waarop we voortdurend moeten
blijven hameren tegenover ieder
ook tegenover de president."
„Mijnheer Hobson, ik ben het daar
ook me eens," zei Cogswell. „Elk
ogenblik kan er van alles gebeuren.
Niets in het leven is zeker. Ik kan
vanmiddag wel door een auto overre
den worden. Goeie hemel, je zou wel
eens ontslagen en door een jongere
kerel vervangen kunnen worden." Hij
zweeg en stak zijn sigaar weer aan.
„Maar moge de hemel ons dat be
sparen."
Hobson keek Cogswell aan. Hij was
niet zeker van hem. Cogswell was
vasthoudend en deskundig. Hij was de
enige in de kamer die Hobsons plan
nen kon aanvoelen en door zijn vol
strekt onbevooroordeeld inzicht
daar een stokje voor zou kunnen ste
ken.
„De president wenst vanavond ge
adviseerd te worden," vervolgde
Cobwell, „Mijnheer Dobey, hoe
denkt het Pentagon over Sarkhan?"
(Wordt vervolgd.)
PUZZEL NO. 50
Horizontaal: 1. muziekinstrument; 6.
pl. op Sicilië; 12. liefkozing; 13. bijwoord;
15. windrichting; 16. snavel; 17. lengte
maat; 19. vlaggetje; 22. de oudere; 24.
smal straatje; 25. meisjesnaam; 26. zonder
inhoud; 28. koeiemaag; 30. uitroep; 31.
vod; 33. nieuw; 34. godin; 36. voorge
schreven leefregel; 38. vuur; 40. Chin,
maat; 41. tot en met; 42. voorzetsel; 43.
maanstand; 45. werkzaam; 48. ovemach-
tingsgelegenheid; 50. ketting; 52. straf
werktuig; 54. godin; 56. te weten; 57.
frisse; 59. voegwoord; 60. vis; 62. altijd;
63. godsdienst; 65. altijddurende; 68. en
omgekeerd; 69. gesloten; 71. de onbeken
de; 72. maanstand; 74. vr. munt; 75. pl.
in Gelderland; 76. beklagenswaardig per
soon.
Verticaal: 1. plant; 2. jong dier; 3. tan
deloos zoogdier; 4. voorvoegsel; 5. gebrek;
7. loot; 8. kruiderij; 9. voorzetsel; 10. pl.
op Ameland; 11. jongensnaam; 14. beves
tiging; 18. soort onderwijs; 20. vertegen
woordiger; 21. rijkaard; 22. jongensnaam;
24. geluiddemper (muz.); 27. onder-offi
cier; 29. dierengeluid; 30. meisjesnaam;
32. rijgsnoer; 34. Ital. diihter; 35. vogel;
37. pl. in Duitsland; 39. rivier (Spaans);
44. godin; 46. vogel; 47. getrouw; 48. lus
teloos; 49. transport; 51. windrichting;
53. dubbelklank; 55. zoals de akten ge
tuigen; 58. larve; 59. voorzetsel; 61. gindse;
64. zoogdier; 66. Fr. lidwoord; 67. be
staat; 68. aanzien; 70. bijwoord; 73. vogel;
74. in orde.
Oplossingen, uitsluitend per briefkaart,
dienen uiterlijk woensdag a.s. in ons bezit
te zijn.
ADVERTENTIE
vanouds
Een van onze specialiteiten
FONDUE BOURGUIGNONNE
een gezellig pruttelende maaltijd in
Oud-Hollandse omgeving.
FORELLENBASSIN in het Restaurant
CO* MA IT EN TOONOf*
58. De heer Totter ging zijn beide bezoekers voor
naar het kantoor van de Munt. >rNa UT' sprak hij tot
Joris, terwijl jij de deur opende en met zijn andere
hand de zak vol goudstaven aan Panda overhandigde.
„Uw kleine vriend kan uw bezittingen wel even dra
gen. Binnen vindt u de heer Doormolen. Ik weet ze
ker dat hij de ontmoeting met zo'n doortastende en
vermogende klant op prijs zal stellen!" „Ik weet niet
of ik de ontmoeting op prijs ga stellen!" prevelde Jo
ris in zichzelf. „Het was toch allemaal veel prettiger
geweest als ik door de achterdeur had kunnen verdwij
nen met mijn zojuist gevonden goudvoorraad! Nu is
er alle kans dat de kleine Panda zijn mondje voorbij
praat en dan ben ik in last ofwel; Leiden troubla-
re est! zoals de ouden zeiden!" Maar veel tijd voor
verdere overwegingen had hij niet. De heer Doormolen
was van achter zijn bureau opgestaan en verwelkomde
zijn gasten. Geen van de aanwezigen had er het ge
ringste vermoeden van, dat zich nog steeds een an
dere bezoeker in het muntgebouw bevond. Dat was
Hapwap, die zich de kluis met bankbiljetten had bin-
nengegeten
WOAEOM MOET OE ALTVP
OVERAL AtET OE VINSEES
AANZITTEN
E ICUWT OOK
NEPGEN"? AFPL'J-
Copyrlght opera mundl
OPLOSSING PUZZEL NO. 49
I
N
D
I
A
A
N-
M
A
K
E
L
A
A
R
N
0
P
E
N-
-R
0
0
D-
-A
S
E
N-
-N
0
D
E
L
D
E
N-
-R
I
E
N-
I
P-
-N
M
I
N-
I
E
T-
-E
M
E
L
T-
I
S
L
A
M
A
A
N-
-R
A
M-
-A
K
T
I
E-
-V
E
T
E
G
I
D
S-
-A
U
L
A-
-0
N
G
E
V
A
L
L
0
E
N
S-
-I
0
N-
-0
E
V
E
R
-P
K
A
M
P-
-E
-D
0
0
R
N-
A
L
I
D
A
S
A-
-R
E-
-E
E
T-
-N
0
T
A-
-V
0
S
B
R
I
K-
-N
N-
-D
R
A-
-M
T-
-V
I
L
T
L
E
L-
-A
S-
-I
R
0
N
I
E-
-E
E
D
E
A
L-
R-
-P
R
E
S
S
E
N-
-G
R
I
L
I
E
N-
-R
E
C
H
T
S-
A
A-
-A
T
E
E
T
C-
-E
E
N
H
E
I
D-
L
A
K
E
I
R
E
U
N
I
E-
-T
I
M
M
E
R
M
A
N
De
prijswinnaars
vindt u
elders
in
dit
blad.
De bosnegers van Santigron in Surina
me leven op de rand van een bestaans
minimum door gebrek aan voldoende
werktuigen voor het in cultuur brengen
van de grond, die zij aan het hen om
ringende oerwoud moeten onttrekken. On
langs heeft de leider van de internatio
nale solidariteits-actie „Wij en Zij" van
het Ned. Katholiek Vakverbond, de heer
Louis Beumer, een bezoek aan Suriname
gebracht. Thans heeft de advies-commis
sie van „Wij en Zij" besloten een trac
tor met toebehoren ter beschikking van
de bosnegers op Santigron te stellen. Ook
andere nederzettingen zullen ervan kun
nen profiteren. Voorts worden gelden be
schikbaar gesteld voor een rijstpelmolen
op Tamarin voor de daar wonende In
dianen en bosnegers. Eenzelfde bevol
kingsgroep op Aboekondre zal in staat
worden gesteld een pluimveebedrijf te
stichten.
Amsterdam, (V. U.). Doctoraal examen
in de Franse taal en letterkunde J. J. Spa
(Hilversum).
Amsterdam (V. U.). Geslaagd voor het
doctoraal examen economie M. P. van
Overbeeke te Haarlem; kandidaatsexamen
economie A. F. Neervoort (Beverwijk), K.
Jansen (Amsterdam), W. Burggraaf (Am
stelveen), R. Ten Yet Foei (Amsterdam)
en S. T. Halff (Alkmaar); kandidaats
examen psychologie P. Krul (Santpoort)
en P. C. W. van Wieringen (Den Haag),
cum laude.
Amsterdam (V.U.). Kandidaats rechten:
D. Quaak (Haarlem;, J. H. Pannam (Haar
lem), G. J. v. d. Pijl (Amsterdam).
Delft. Kandidaats civiel- ingenieur: H.
Walta (Driehuis).
Utrecht. Doctoraal geneeskunde: L. F. C.
Hamann (Beverwijk). Kandidaats pedago
giek: J. W. van Lierop (Heemstede).
Amsterdam (Gem. Un.) De heer L.
P. Th. M. Zevenhuizen uit Wageningen is
gepromoveerd tot doctor in de wiskunde
en natuurwetenschappen op een proef
schrift getiteld „Function, structure and
metabolism of the intracellular poly-
sacharide of arthrobacter". Gastpromotor
was prof. dr. ir. E. G. Mulder, gewoon
hoogleraar in de micro-biologie van bo
dem en water aan de landbouwhoge
school in Wageningen.
Tilburg. De heer J. V. H. Pennings is
gepromoveerd tot doctor in de sociale
wetenschappen, op een proefschrift geti
teld „Een vergelijking van beambten en
arbeiders in hun arbeidssituatieve hou
dingen".
ADVERTENTIE
De Kuyper is erin geslaagd de zon in een
fles te vangen. Bessen De Kuyper, gemaakt
van zonrijpe bessen. En... let wel: Bessen
De Kuyper nog steeds in de héleliter-fles.
De kroon die de laatste drie tsarina's
op hun huwelijksdag hebben ge
dragen is in New York geveild voor
een bedrag van ruim f 280.000. De
nieuwe eigenaresse, mevrouw Levin-
son uit Chicago toont haar schat, die
bezet is met meer dan 1.500 dia
manten. (Telefoto).
Een verhaaltje gelezen dat vele tien
tallen Casanova's uit vele hoeken der
wereld, samen zullen komen uit familiale
drang en mee ter ere van bet-overgroot-
papa's nagedachtenis: de grote liefheb
ber van amoureuze snakerijen.
Casanova, de naam klinkt zangeriger
en romantischer dan zij is: Casa is huis,
nova is nieuw 't was dus een doodge
wone Jan Jacob Nieuwenhuis, die zo'n
lekkerbek en veroveraar was.
Of misschien ook niet.
Onderzoekers die het weten kunnen
hebben het aureool gebroken: opa
droomde van wat hij niet deed; opa was
een seksuele pocher, opschepper, praatjes
maker, fantast.
Hij zeit wat, opa.
Die Casanova, verklaren de ontluiste-
raars, was een heel gewoon timide klerk
je op een ministerie of in een handels
huis, een doetje van een dingetje, braaf
gehuwd en gehoorzaam aan moeder de
vrouw. Maar als moe te lezen of te bordu
ren zat of in de keuken omscharrelde
werd uit de fantasie van 't ventje een
andere Casanova geboren, de sierlijke
dure, geestige ladykiller bij uitnemend
heid, de onverbiddelijke hartenverove
raar, de onweerstaanbare deugniet, het
gedroomde ideaal van alleman van alle
tijd. Hoeveel brave Nieuwenhuisjes zit
ten naast moe, ja gezellig, te genieten van
de hiemannen van het witte doek en pro
jecteren zich zelf in die imago?
Net zo'n ventje (zeggen ze) was bet-
over-grootvaderNéé, néé, helemaal geen
razende Roland, helemaal geen slimme
verleider, geen charmerende erotomaan,
geen van morgenstond-tot-morgenstond
veroveraar. Doch een heel hebbelijk ke
reltje die het bij schrijven liet.
Die zijn er altijd geiveest en die zul
len er altijd zijn. U kent ze óók, de Ca
sanova's onzer dagen.
De Jan-Jacobs; de Nieuwenhuizen, die
u met besmuikt gelaat, flusterend achter
de hand, komen vertellen, dat zij jongst
leden zondag.en maandag daarop vol
gend. om van dinsdag nog maar niet
eens te spreken.nou, en wat mij
woensdag is gebeurd.wat trouwens
nog overtroffen werd door het avontuur
van vrijdag.
Bij tienduizenden zijn de Casanova's in
ons midden. Bijzonder opwindend zijn ze
niet.
Zeker niet om met z'n allen uit alle
hoeken en gaten bijeen te lopen om opa's
nagedachtenis te eren.
Misplaatste hulde.
De Britse premier, Wilson, en de Brit
se minister van Buitenlandse Zaken,
Brown, zullen in de avond van 26 februari
naar ons land komen voor het voeren van
besprekingen met minister-president Zijl
stra en minister Luns. De Britse bewinds
lieden brengen ook bezoeken aan de
hoofdsteden van de landen-leden van de
Europese Gemeenschappen in verband
met de aanvrage tot toetreding tot deze
gemeenschappen.
Premier Wilson en minister Brown zul
len in de avond van 27 februari uit Ne
derland vertrekken.
25. Als Tsjiao Tai verteld heeft dat de
twee Koreanen de betaling verwachten
voor drie oorlogsjonken, en dat ze daar zelf
enorm plezier om hadden, lijkt Rechter
Tie te ontwaken uit zijn gepeins. „Die Ko
reanen fuifden jullie dus, omdat ze jullie
voor struikrovers hielden", zegt hij, „en
ze maakten een afspraak voor de volgen
de week. Waarschijnlijk hadden ze dus
een karweitje voor je". „Dat heb ik later
ook bedacht", zegt Tsjiae Tai bedeesd.
„Natuurlijk zouden we alleen gegaan zijn
om uit te vinden wat ze van plan waren".
Maar Rechter Tie luistert nauwelijks.
„Ze verwachten geld voor drie oorlogs
jonken, terwijl er toch helemaal geen oor
log dreigt", mompelt hij voor zich uit.
Dan roept hij de roeiers toe: „Laat de
boot keren, we gaan terug naar het fort!"
Tien minuten later bestijgen Rechter Tie
en Tsiao Tai opnieuw de trap naar het
poortgebouw. Tsjiao Tai begrijpt er niets
van, maar de Rechter geeft geen ant
woord op zijn vragen. De officier van de
wacht brengt ze naar kolonel Mow, die
buigt en zegt: „Zo gauw al weer terug,
Edelachtbare? De commandant kan u he
laas niet ontvangen. Hij is in conferen
tie". „Dat is ook niet nodig", zegt Rech
ter Tie. „Breng ons naar de kamer van
de vermoorde ondercommandant. Ik zou
wel graag willen dat u als getuige met
ons meeging".
705. Onvoorstelbaar groot was de con
sternatie aan boord van het dure jacht,
toen de locomotief het schip achteruit
trok, inplaats van naar voren.
Nóg wilde de kapitein niet toegeven,
dat hij had misgerekend.
,,'t Is niets," riep hij luid. „Hij neemt
alleen maar een aanloop.dadelijk
gaan we weer vooruit.'t komt alle
maal best in orde."
Maar de bootsman moest nodig weer
wat zeggen.
„U zult wel gelijk hebben," zei hij vol
ontzag. „Maar het is wel een erge lange
aanloop, vindt u niet? Dadelijk loopt hij
aan tot het punt, waar we vertrokken
zijn."
Zelfs de eigenwijze kapitein moest nu
erkennen, dat het er niet naar uitzag,
dat de locomotief die dag nog vooruit zou
rijden. Hij probeerde nog de machinist
iets toe te schreeuwen, maar die hoorde
hem niet.
„Kap de trossen.snijdt het touw
door.doe toch iets lummels," riep
hij tegen zijn mannen. Een matroos boog
zich over het touw en begon te snijden.
Snel ging het niet.
„Opschieten.vlugger.hoe komt
dat mes zo bot?" schreeuwde Costa Plen-
ta.
„Als we steeds vers brood hadden, zou
het wel scherper zijn gebleven," mopper
de de matroos, terwijl hij stug doorging
met schuren.