1
m
Goldoni's Herbergierster
in première bij Theater
Prof. Geyl was bekend in
gehele Westerse wereld
In memoriam
Pieter Geyl
<48*
j
V
Vrolijke variant op een klassiek thema
Sigma-centrum mag
geen muziek maken
Kunstmaandorkest
met Russische
dirigent en
Russische solist
Tv-reclame was
opvallend maar
niet irriterend
NRU heeft tekort
van 9 miljoen
Première in de Koninklijke Schouwburg
EUR0TEX- REIZEN
DINSDAG 3 JANUARI 1967
6
t,Alleen op vrijdag" van
Centrum vrijdag 50 x
Simon Koster
Laatste Studio-produktie
gebaseerd op ganzenbord
I oorvechter Groot-Nederlands ideaal
Ensemble-première: Je kunt
het toch niet meenemen
De radio geeft woensdag
Televisieprogramma's
Seth Gaaikema brengt een
„Avondje buitenlands"
Record aantal bezoekers
van het Rijksmuseum
TUSSEN PAARD EN STIER"
DE AMERIKAAN Maurice Valen
cy, die verscheidene stukken van
Giraudoux en Anouilh heeft vertaald,
is in de voetstappen van deze Franse
meesters getreden door evenals zij
dat enige keren hebben gedaan een
werk uit de oud-Griekse dramatische
litteratuur in moderne trant te her
schrijven. Hij koos da arvoor „Alkes-
tis" van Euripides, dat een heel
aparte plaats onder de ons bekende
klassieke toneelwerken inneemt om
dat het geen tragedie en geen klucht
is maar een blij-eindend toneelspel.
En Valency heeft dat blije einde ge
bruikt om er met hedendaagse hu
mor op voort te borduren, waardoor
hij het mythologische gegeven tot
menselijke en vermakelijk-begrijpe-
lijke proporties heeft teruggebracht.
„Tussen paard en stier" („The Thra-
cian horses") blijspel door Maurice
Valency. Vertaling: Bert Voeten. Re
gie: Joris Diels in samenwerking met
Wim van Rooij. Hoofdrollen: Leo de
Hartogh, Anne-Marie Heyligers, Guido
de Moor. Decor en kostuxims: Harry
Wich. Muziek: Jurriaan Andriessen.
Nederlandse première bij de Haagse
Comedie op 1 januari in de Konink
lijke Schouwburg, Den Haag.
BIJ EURIPIDES had Admetus, koning
van Pherae, door de voorspraak van
Apollo de goddelijke gunst verkregen dat
hij niet zou hoeven te sterven als iemand
anders in zijn plaats zijn leven zou willen
geven. Daartoe is echter niemand bereid,
behalve de vrouw van Admetus, koningin
Alkestis, die zich uit liefde voor haar man
opoffert. Maar Herakles, de aardse zoon
van Zeus, gaat haar achterna in het do
denrijk, ontworstelt haar aan de dood en
brengt haar naar Admetus terug, waar zij
na drie dagen als de kracht van de do-
denwijding is uitgewerkt weer levend
en wel in de armen van haar man valt.
Waarna Herakles, die tevoren de stier
van Kreta had bedwongen, zich kan gaan
wijden aan zijn volgende taak: het tem
men van de mensenetende paarden van
Diodemes.
Maar wat gebeurt er nu verder met
Alkestis?, heeft Maurice Valency zich af
gevraagd. Volgens hem kan zij Herakles
helemaal niet dankbaar zijn geweest,
want terwijl zij gedacht had zich met de
unieke daad van haar offerdood eeuwig
durende roem te verwerven, gaat aller
bewondering nu uit naar Herakles, wiens
geslaagde worsteling met de dood voor
hem toch niets anders dan een extra-
„klusje" was, tussen zijn overwinningen
op die Kretensische stier en die Tracische
paarden. (Vandaar de titel „Tussen paard
en stier", die Bert Voeten aan zijn voor
treffelijke vertaling van het stuk heeft
gegeven.) En in haar woede, opnieuw ge
degradeerd te zijn tot een onbelangrijk
persoontje dat altijd in de schaduw van
grote mannen moet blijven staan, gaat
Alkestis als een furie te keer tegen Ad
metus en Herakles, zodat Zeus persoon-
lijk van de Olympus moet afdalen om
„de illusie der liefde", en daarmee de
vrede, te herstellen.
Op een bijzonder genoeglijke en tevens
intelligente manier heeft Valency deze
visie op het geval uitgewerkt, met grap
pige typeringen (vooral van de met wei
nig hersens uitgeruste krachtpatser Hera
kles, die alle trekken van de moderne
bokskampioen vertoont) en amusante
scènes, die hun climax bereiken in de
woede-uitbarsting van Alkestis wahneer
hèt eens zo dociele vrouwtje merkt dat
Herakles met het succes van haar grote
daad gaat strijken en de wachtende me
nigte voor het paleis niet haar maar hèm
wil bejubelen. Als het stuk in het begin
een beetje trekt en maar niet goed op
gang schijnt te willen komen, wordt dat
ruimschoots goed gemaakt door het laat
ste gedeelte, waarin niets meer van Euri
pides zit en Valency dus helemaal onge
hinderd zijn gang kon gaan.
DE HAAGSE COMEDIE heeft dit blij
spel (waarvan ik maandagavond in Den
(Van onze correspondent)
ARNHEM „Theater" bracht op
nieuwjaarsdag een van Cardo Goldini's
vroegste blijspelen „de herbergierster"
(la locandiera) uit 1753 in première. De
ze vermaarde produktieve Venetiaanse
blijspeldichter (1707-1793) heeft het Ita
liaanse toneel in de achttiende eeuw niet
alleen een eigen karakter gegeven door
de toneelspelers aan een vaste tekst te
binden, hij heeft kennelijk de formidabele
kunst van improviseren, die de Italianen
meesterlijk r>erstonden, zo beknopt en in
fatsoen gebracht, dat de voorstelling gro
tendeels op het bloedeigen toneelverhaal
komt te rusten.
Deze basis wil nog wel eens te smal
uitvallen om er een volwaardig blijspel
uit op te bouwen. Het restant van het
commedia dell'arte blijkt soms zo verwa
terd dat een modern publiek er maar
matig plezier aan beleeft. In de plaats
daarvan treedt een verkwikkend, kleur
rijk en fleurig schouwspel waarin de ac
teurs zich uitbundig kunnen uitleven. In
de karakterkomedie „De herbergierster"
heeft regisseur Theo Cling die kans be
nut. Het is Mirandolina, de lieftallige
maar ook schrandere eigenaresse, die de
verliefde klanten van haar hotel om haar
pink windt tot ze de baron ontmoet, de
vrouwenhater, die aanvankelijk niet in
het minst onder de indruk komt van haar
onmiskenbare charmes. Zij heeft haar
portuur gevonden. De strijd ontbrandt.
Maar het is tenslotte de meesterknecht
Fabrizio die, nogal verrassend, met zijn
bazin schoot gaat.
Goldoni, die zijn stof putte uit het ruige
dagelijkse leven van het volk en vooral
de domme arrogantie van de adel aan de
kaak stelde, heeft hieruit het recept ook
voor deze komedie samengesteld. Om de
beide hoofdfiguren heeft hij een aantal
markante typen gegroepeerd, een verlief
de sukkel van een knecht, een rappe be-
De serie voorstellingen van „Alleen op
vrijdag", blijspel van Keith Waterhouse
en Willis Hall, die toneelgroep Centrum
op het ogenblik speelt in het Nieuwe de
la Mar theater, wordt voortgezet in De
Kleine Comedie. Vrijdag 6 januari
wordt de vijftigste voorstelling van dit
stuk gegeven, waaraan onder regie van
Ank van der Moer medewerken: Ann Ha-
sekamp, Wim van den Heuvel, Els van
Rooden en Allard van der Scheer.
diende, twee rokkenjagende edellieden en
twee flirtende actrices die zich voor edel-
vrouwen uitgeven. De listige Mirandola
werd vaardig, bewegelijk en met grappi
ge zelfverzekerdheid door Sjoukje Hooy-
maayer gerealiseerd. Haar tegenspeler
was Erik van der Donk, die de gekwelde
baron gestalte gaf, tureluurs wordend in
zijn strijd met zijn ontwakende liefdesge
voelens. Elze Valk en Margriet de Groot
dartelden behaagziek in hun groteske toi
letten door de herberg. Carol Linssen
maakte een gave dwaas van de arme
markies, Jan Gorissen een gulhartige
Napolitaan van de graaf. De beide
knechten Jan Verhoeven (Fabrizio) en
Johnny Peters, kwamen niet uit de grond
verf. Frank Raven tekende voor decor
en kostuums. De vertaling van Dolf Ver
spoor voldeed uitstekend. Er,was dit jaar
geen nieuwjaarswens.
Guido de Moor en Annemarie Hey
ligers in „Tussen Paard en Stier".
Haag de tweede voorstelling zag) onder
regie van Joris Diels en Wim van Rooij
op een even charmante als kundige ma
nier ten tonele gebracht. Anne-Marie
Heyligers had van Alkestis een betove
rend, door-en-door vrouwelijk figuurtje
gemaakt, een-en-al lieflijke onderwerping
aan het begin en een-en-al losbarstend
temperament aan het slot. Leo de Har
togh was een grandioze HehakleS, onweer
staanbaar komisch in zijn mengeling van
geweldige lichaamskracht en kinderlijk-
naïeve zelfingenomenheid. De niet-zo-
heldhaftige maar trouwhartige koning
Admetus werd door Guido de Moor met
amusante ironie gespeeld. Gijsbert Ter-
steeg was een prachtige kletskous van
een vader en Carl van der Plas, als filo
sofisch lijfarts, een vriendelijk scepticus.
In kleinere rollen zag men goed spel van
Gerard de Groot (een mooie vuilnisman
van-de-welvaartsstaat), Kees Coolen (een
beminnelijke Zeus), Guus Hoes, Jan Grefe
en Jacques Luyer. Harry Wich had ge
zorgd voor een nogal neutraal decor en
grappige kostuums in een wonderlijke,
uit allerlei tijden samengevoegde stijl.
Muziek van Jurriaan Andriessen accen
tueerde de stemmingen maar bleef daar
bij discreet op de achtergrond.
Met de opvoering van „Tussen paard
en stier" biedt de Haagse Comedie een
avond van luchtig maar toch intelligent
amusement; een genre dat in het heden
daagse repertoire hoe langer hoe zeld
zamer wordt.
De toneelgroep Studio bereidt als laat
ste produktie van dit seizoen een pro
gramma voor dat gebaseerd is op het
oud-hollandse ganzenbord. De samenstel
ling en de regie zijn in handen van Wil-
bert Bank en Krijn ter Braak. De mu
ziek wordt gemaakt door Louis Andries
sen. De vormgeving is van Frank Raven.
(vervolg van pagina 1)
Prof. Geyl werd 15 december 1887 te
Dordrecht geboren. Hij bezocht in Den
Haag het gymnasium en studeerde in
Leiden van 1906 tot 1911 Nederlandse let
teren de geschiedenis was toen nog
geen zelfstandig hoofdvak.
In 1912 werd Geyl leraar in Schiedam.
In 1913 ging hij als correspondent van
de Nieuwe Rotterdamse Courant naar
Londen. Hij zou 22 jaar in Engeland
blijven, na oktober 1919 als eerste be
zetter van de leerstoel in de Nederlandse
studiën in de Britse hoofdstad.
In januari 1936 werd Geyl hoogleraar
in Utrecht als opvolger van G. W. Kern
kamp en in 1958 legde hij zijn ambt neer
met zijn inmiddels beroemd geworden
afscheidscollege over de vitaliteit van de
westerse beschaving.
De historicus prof. Geyl was in de hele
westerse wereld een bekende figuur. In
de Nederlandse geschiedschrijving nam
hij een heel bijzondere positie in. Zijn
„Geschiedenis van de Nederlandse stam"
(1930-1937) heeft de opvattingen omtrent
de vaderlandse geschiedenis grondig ge
wijzigd. De Groot-Nederlandse gedachte,
dat het geen natuurlijke tegenstellingen
zijn geweest die de scheuring van de
Nederlanden in de zestiende eeuw heb
ben veroorzaakt, maar strategische facto
ren. is als geheel algemeen aanvaard
Uit dit werk bleek al de overtuiging van
prof. Geyl, dat er op ieder moment in de
geschiedenis diverse ontwikkelingsmoge
lijkheden zijn.
Reeds in zijn studententijd voelde prof.
Geyl zich aangetrokken tot de Vlaamse
beweging. Hij was hiervoor een vooraan
staande en strijdbare figuur. De Vlaamse
zaak is hem steeds dierbaar gebleven,
al heeft hij zich in later jaren gedistanti
eerd van de extremistische zijde van de
ze beweging.
De geschiedenisbeschouwing was voor
prof. Geyl pas waarlijk wetenschappelijk
wanneer zij niet uitging van aprioristi
sche standpunten. Wat dit betreft heeft
hij menigmaal ïel gediscussieerd met zijn
Amsterdamse collega Jan Romein en de
bekende Engelse prof. Toynbee.
Ontelbaar zijn de werken van de hand
van prof. GeyL Voor zijn ganse oeuvre
ontving hij in 1958 de P. C. Hooftprijs.
Veel werken werden vertaald en vonden
onder meer in de Angelsaksische wereld
een grote verspreiding. Prof. Geyl was
niet alleen een vakgeleerde, maar tevens
een literator, die de grenzen van het speci
alisme doorbrak. Zo is prof. Geyl als
dichter ook bekend door zijn bundel „Het
leven wint altoos", een keuze uit zijn als
gijzelaar geschreven sonnetten. Tijdens
het verblijf in het gijzelaarskamp schreef
De burgemeester van Amsterdam heeft
het Sigma-centrum in de hoofdstad een
verbod tot het maken van muziek opge
legd om dat in de Oude Doelenzaal ten
gehore gebrachte grammofoonmuziek on
duldbaar lawaai veroorzaakt in een be
lendende woning. Voorts wordt geëist, dat
repetities onmiddellijk moeten worden ge
staakt. „Dit maakt het onmogelijk ons
programma ten uitvoer te brengen", al
dus de leider van het Sigma-centrum de
heer Boele, die zijn beklag heeft inge
diend bij de burgemeester. „In november
werd ons door de gemeente een subsidie
van 30.000 toegezegd, waarvan we nog
geen cent hebben gezien, en nu belem
mert de gemeente ons in de .uitvoering
van een onzer essentiële activiteiten. Ik
voel het als een amputatie", aldus de
heer Boele.
De politie heeft tot nu toe eenmaal bij
een repetitie ingegrepen.
In Eindhoven heeft de toneelgroep „En
semble" het nieuwe jaar ingezet met de
première van het blijspel „Je kunt 't toch
met meenemen" van George S. Kaufman
en Moss Hart in een vertaling van Jan
van Ees.
Regisseur Jan Retel en in de be
langrijkste rollen Johan Kaart, Mieke
Verstraete, Henk Molenberg, Chris Baay,
Pleunie Touw en Arnold Geldermans,
werdep aan het slot met veel applaus en
bloemen beloond.
Johan Kaart kreeg apart een ovationele
bijval voor zijn spel als de wijze opa
Vanderhof.
HILVERSUM I. 402 M.
7.00 Nws. 7.20 Socialistisch strijdlied. 7.23
Gramm.muziek. (7.30-7.35 Van de voorpagi
na). 7.55 Deze dag. 8.00 Nws. 8.10 Gramm.
muziek. (8.30-8.35 Van alle markten thuis.
9.00 Romantische orkestwerken. 9.35 Water
standen. 9.40 Semi-klassieke muziek. 10.45
Voor de kleuters. 11.00 Nws. 11.02 Voor de
vrouw. 11.40 Moderne muziek. 12.00 Ensem
ble en solist. 12.22 Voor het platteland. 12.27
Mededelingen land- en tuinbouw. 12.30 Amu
sementsmuziek. 13.00 Nws. 13.10 Actualltei-
13.25 Kamermuziek. 13.50 Gesprpken por
tret. 14.05 Concert 15.00 Voor de jeugd.
(16.00-16.02 Nws). 17.00 Voor de zieken. 17.30
Militair commentaar. 17.40 De microfoon is
voor U. 18.00 Nws. 18.15 Actualiteiten. 18.20
Uitzending van de C.H.U. 18.30 Lachend over
de loongrens (Wim Kan) 19.30 Artistieke
staalkaart. 20.00 Nws. 20.05 Trammelant in
Loeren aan de Hor. 20.55 Ik loop door het
land. 21.10 Liedjes. 21.35 Conflict tussen ge
neraties. 21.50 Lichte orkestmuziek en zang
soliste. 22.30 Nws. 22.40 Actualiteiten. 22.55
Serenade. 23.55 Nws.
HILVERSUM II. 298 M.
7.00 Nws. 7.10 Dagopening. 7.15 Klassie
ke gramm.muziek. 7.30 Nws. 7.32 Lichte or
kestmuziek. 7.40 Radiokrant. 8.00 Nws. 8.10
Gewijde muziek. 8.30 Nws. 8.32 Klassieke mu
ziek. 9.00 Voor de zieken. 9.40 Voor de hqis-
vrouw. 10.30 Studiodienst. 11.00 Gramm.mu
ziek. 12.27 Mededelingen land- en tuinbouw.
12.30 Nws. 12.40 Variant. 13.30 Instrumentaal
en vocaal ensemble. 14.00 De familie Leen-
houts (hhospel). 14.25 Moderne orkestwerken.
15.15 Pianoduo. 15.50 Bijbelvertelling voor de
jeugd. 16.00 Voor de jeugd. 17.00 Five o'clock.
17.15 Jazz. 17.50 Overheidsvoorlichting. 18.00
Geestelijke liederen. 18.30 Spectrum. 18.50
Gramm.muziek. 19.00 Nws. 19.10 Radiokrant.
19.30 Leger des Heils. 19.45 Wereldpanora
ma. 19.55 Lichte orkestmuziek. 20.10 Moder
ne orkestwerken. 21.10 Voordracht van ge
dichten. 21.30 Gevarieerd programma. 22.15
Avondoverdenking. 22.30 Nws. 22.40 Geeste
lijke liederen. 22.55 Pedagogische ethergang.
23.15 Platennieuws. 23.55 Nws.
HILVERSUM III. 240 M.
9.00 Nws. 9.02 Actualiteiten. 9.05 Gevari
eerd muziekprogramma. 10.00 Nws. 10.02
Arbeidsvitaminen. <11.00 Nws). 12.00 Nws.
12.02 Operette. 13.00 Nws. 13.02 Actualiteiten.
13.05 Platenprogramma. (14.00 Nws). 15.00
Nws. 15.02 Lichte muziek. 16.00 Nws. 16.02
Platenprogramma. 17.00 Nws. 17.02 Actuali
teiten. 17.05 Rhythm and blues. 17.35-18.00
Country and Western.
BRUSSEL 324 M.
12.00 Nws. 12.03 Lichte muziek. 12.40 Weer
bericht. 12.48 Pianomuziek. 12.55 Buitenlands
persoverzicht. 13.00 Nws. 13.20 Tafelmuziek.
14.00 Nws. 14.03 Klassieke muziek. 14.20 Koor
zang. 14.30 Voor de jeugd. 14.50 Kinderlied
jes. 15.00 Nws. 15.03 Amusementsmuziek.
15.15 Omnibus. 16.00 Nws. 16.03 Beursberich
ten. 16.09 Jazz. 17.00 Nws. 17.15 Beat. 18.00
Nws. 18.03 Voor de soldaten. 18.30 Lekenmo-
raal en filosofie. 18.50 Sport. 18.55 Taalwen-
ken. 19.00 Nws. 19.40 Lichte muziek. 20.00
Operette. 21.20 Lichte muziek. 21.39 Lichte
muziek. 22.00-22.15 Nws.
VOOR DINSDAG
NEDERLAND I
18.45 Pipo. 18.50 Journaal. 18.56 Reclame.
19.00 U ziet maar. 19.56 Reclame. 20.00 Jour
naal. 20.16 Reclame. 20.20 Attentie. 22.45
't Is zó bij de luchtmacht (TV-film). 21.10
Ooggetuige. 21.50. Haar meester de baas
(opera). 22.25 Overdenking. 22.30-22.35 Jour-
NEDERLAND II
20.01 Reclame. 20.05 Cinema. 20.56 De Be
zetting. 21.56 Reclame. 22.00-22.15 Journaal,
naai.
VOOR WOENSDAG
NEDERLAND I
17.00-17.35 Voor de kinderen. 18.45 Pipo.
18.50 Journaal. 19.00 Mona - Zeg het met
taarten (tv-film). 19.25 Internationaal
Agrarisch nieuws. 19.51 Socutera. 20.00-20.16
Journaal. 20.20 Uitzending van de P. v.d.A.
20.30 Young at Heart, (speelfilm). 22.25 Hur
ricane (filmreportage), 22.55-23.00 Journaal.
NEDERLAND II
20.00 Nws. 20.01 Reclame. 20.05 Waauw.
20.35 Black Power - blanke reactie (do
cumentaire) 21.15 Shirley Booth als Hazel
TV(-film) 21.40 Kijk op kunst. 22.10 Recla
me. 22.15-22.30 Journaal.
Prof. Geyl
hij ook een detectiveroman „De moord
op de plas", die destijds veel aandacht
trok.
Enkele van zijn meest bekende werken
zijn behalve „De geschiedenis van de Ne
derlandse stam" (drie delen), „Oranje en
Stuart", „Napoleon, voor en tegen in de
Franse geschiedschrijving", „De Groot
Nederlandse Gedachte" (twee delen), „The
revolt of the Netherlands", „The Nether
lands divided", „Nederland en de oor
log", „O, vrijheid", Patriotten en NSB-
ers" en „De patriottenbeweging 1780-
1787". Prof. Geyl leverde nog geregeld
bijdragen aan het weekblad „Vrij Neder
land".
De 37-jarige Russische dirigent Eugene
Swetlanov. jarenlang eerste dirigent
van het Bolshoi-theater te Moskou en
-orkest te Moskou, is in ons land aange
komen voor een tweede optreden bij het
Amsterdamse kunstmaandorkest als gast
dirigent.
Na het enorme succes dat Swetlanov
in 1965 in Amsterdam boekte, nodigde
het Kunstmaandorkest hem voor een
tweede maal uit. De Russische itiüsicus
die enkele woorden Duits machtig is,
maar alleen door middel van de inter
nationaal gebruikte Italiaanse muziek-
terminologie met de Nederlandse musici
in contact kon komen, zal op 7 en 10
januari in de grote zaal van het "Con
certgebouw te Amsterdam twee concerten
leiden.
Het programma voor het eerste concert
vermeldt werken van Tsjaikovski, de twee
de avond werken van Prokovjef en Sjo-
stokovitsj. Beide keren zal als solist fun
geren de nog jeugdige Nicolai Petrov,
die donderdag uit Moskou in ons land
wordt verwacht.
ADVERTENTIE
VOOR UW
Reisbureau „SUCCES"
GEN. CRONJÉSTRAAT 27 - TEL. 64294
(Van onze correspondent)
DEN HAAG Gisteravond om vijf mi
nuten voor zeven via Nederland I was
het eindelijk zo ver: een lieflijk klokjes
geluid steeg op uit de luidspreker en het
woord „STER" (De afkorting voor Stich
ting Ether Reclame) verscheen voor de
eerste maal in de Nederlandse televisie
historie op het scherm.
Dadelijk daarop de eerste reclamespot,
een primeur verzorgd door de gezamen
lijke Nederlandse dagbladen.
Zeven seconden geleden begon de re
clame in de televisie. U wist het uit uw
krant, dezelfde krant die u elke dag al
het nieuws brengt van overal. Leg nu uw
krant even opzij en kijk naar de reclame
op uw beeldbuis. U kunt immers straks
rustig verderlezen, want uw krant kunt
u niet missen, geen dag!
Toen er precies vijf minuten waren
verstreken hadden we onder meer de
stemmen van ex-nieuwslezer Fred Emmer
(tegenwoordig werkzaam op een in Am
sterdam gevestigd reclame-bureau) en
van de Shaffy Chantant-ploeg herkend.
Op deze zelfde manier werd om vier
minuten voor acht nog eens reclame ge
maakt: ditmaal zes spots, warvan een
tamelijk langdurige met wat sex. Kwart
over acht weer: nu negen spots van onge
veer dezelfde lengte. Dat was het voor
deze eerste avond via het eerste net.
Op Nederland 2 volgden na het nieuws
in het kort van acht uur zes spots. Ten
slotte voor de tweede en laatste maal op
het tweede net t.v.-reclame voor het
N.T.S.-journaal van tien uur.
Er waren heel aardige spots bij (waar
voor heel aardige bedragen moeten wor
den neergeteld), we zagen mooie dames,
we zagen vriendelijke heren en heel lie
ve kinderen en hoorden mooie muziek. Een
enkele spot maakte een al te doordrin
gende indruk, maar die zal ons misschien
wel het lpngst in de herinnering blijven
en daar gaat het de reclamemaker om.
Voor het merendeel werkten de spots
nauwelijks irriterend.
(Van onze correspondent)
UTRECHT Een groot Nederlander
is zaterdagochtend van ons heen gegaan.
Prof. dr. Pieter C. A. Geyl. Hij was een
groot Nederlander, ook om zijn overtui
ging dat de vaderlandse geschiedenis
„Groot-Nederlandse" historie is, dat wil
zeggen de ontwikkelingsgang van noord
en zuid als eenheid. Het bindende is de
taal van de „dietse" saamhorigheid tij
dens de Bourgondiërs. Een opvatting, die
licht tot misverstand aanleiding is en die
voor Geyl dan ook onbegrip en tegenwer
king heeft meegebracht.
Zijn benoeming in Utrecht, als opvol
ger van G. W. Kernkamp, ging indertijd
niet zo gemakkelijk. Geyls denkbeelden
hadden de indruk gewekt sterk nationa
listisch, ja, half nationaal-socialistisch te
zijn. Hij werd ook te zeer politiek geën
gageerd geacht. Inderdaad, Geyl kende al
vroeg de zucht om zich te uiten, om over
de actuele zaken zich een mening te vor
men en daarvan te getuigen. Ook daar
om trok het journalistieke werk hem zo
zeer.
Hij heeft vooral mythen afgebroken,
historische en als we het zo mogen zeg
gen „alledaagse". Maar een extreem na
tionalist is Geyl nooit geweest. In de twin
tiger jaren vooral heeft hij de Vlaamse
beweging gesteund in woord en geschrift.
Hij is er zeker tweemaal België om uit
gezet. Maar hij vocht op twee fronten.
In het weekblad Vlaanderen polemiseerde
hij hardnekkig tegen de scherpmakers
van het Vlaamse nationalisme. De fanati
cus De Decker had het bij hem zwaar
te verduren.
In ons land getuigde Geyl na 1933 van
zijn afkeer van het nationaal-socialisme,
dat ook de Vlaamse beweging infecteerde.
Zijn houding in de donkere jaren '40-'45
kan onbesproken blijven: al in oktober
1940 werd hij gevankelijk weggevoerd,
van hem was geen loyale „Mitarbeit"
te verwachten.
Na de oorlog, in de laatste jaren voor
al, heeft Geyl de mythe rond de Neder
landse Unie afgebroken. Halfzacht en le
vensgevaarlijk vond hij het streven van
het bekende driemanschap. Toen een
van die drie het tot minister-president
bracht, moest hem dat echt even van het
hart.
Er moest Geyl meer van het hart. Dat
alle oranjes niet even flink waren bij
voorbeeld. Hij werd erdoor voor een re
publikein en een anti-orangist gehouden.
Maar het was Geyl, die in 1962 in zijn
hoofdstad hulde bracht aan de grote per
soonlijkheid van de juist overleden vor
stin Wilhelmina. Zijn rede van toen was
doortrokken van eerbied voor de karak
tervastheid van de koningin. Hier komt
het wezen van Geyls persoonlijkheid om
de hoek. Hij was een strevende man, ze
ker, een man met geprononceerde oorde
len, maar die waren hoe paradoxaal
het ook klinke tegelijkertijd genuan
ceerd. De geschiedenis was voor hem de
sleutel tot het leven, maar zo voegde hij
aan die uitspraak toe: „Het leven ver
meesteren is niet wat de geschiedenis ons
zal toestaan". „Onder haar kleuren met
het leven worstelen is zelfs, voor ons
vervulling en prijs".
>wwwwwwvwwwwi#%fvwwvw%#wvwwww%jvm
Nederland 1: Na het eerste journaal en
de reclame het NCRV-programma „U ziet
maar" met auto- en weekendtips. Na de
rubriek „Attentie" een aflevering van „Het
is zó bij de luchtmacht". In „Ooggetuige"
van Nico van Vliet wordt een documentai
re van Hawaii uitgezonden. Daar ontmoet
ten en ontmoeten vele rassen elkaar, maar
van discriminatie is geen sprake; met Bra
zilië is deze eilandengroep het voorbeeld
van verdraagzaamheid ten aanzien van de
vermenging van de rassen. Laatste pro
gramma-onderdeel is de opera van Per-
golesi „La Serva Padrone" (Haar meester
de baas).
Nederland 2: Het programma van van
avond bestaat uit twee onderdelen. De
VPRO zendt „Cinema" uit, een program
ma over film en filmmakers. Men ziet on
der andere interviews met Roman Polan-
ski en Didney Furie. Tweede programma
is een nieuwe aflevering van de serie over
de Bezetting van dr. L. de Jong. Onder
werp van vanavond is de Jodenvervolging,
waarbij aan de ergste wreedheden zal
worden voorbijgegaan.
De Nederlandse Radio Unie heeft grote
zorgen op financieel gebied: het tekort
bij de radio zal volgens de begrotingen 9
miljoen gaan bedragen. Het zal onmoge
lijk zijn de begroting over het jaar 1967
sluitend te maken uit de opbréngst van
het luistergeld. De voorzitter van de
N.R.U., mr. A. C. Roosjen, acht het on
mogelijk zonder verhoging van de luister
bijdrage uit de impasse te geraken. In
voering van reclame in de radio zal vol
gens hem geen zoden aan de dijk zetten,
zolang er een clandestiene zender in de
ether wordt getolereerd, waaraan adver
teerders hun reclamegelden spanderen.
Op woensdag 4, donderdag 5, en vrij
dag 6 januari zal Seth Gaaikema in de
Kleine zaal van het Concertgebouw
(aanvang 20.15 uur) zijn nieuwe pro
gramma „Avondje Buitenlands" aan het
Amsterdamse publiek presenteren, bege
leid door Rudolf Stalknecht (piano) en
Ger Daalhuisen (bas).
Het afgelopen jaar is voor het Rijksmu
seum in Amsterdam een recordjaar gewor
den: precies 784.581 bezoekers, van wie
80 percent buitenlanders waren, hebben
in 1966 het museum bezocht. Dit is
38.000 meer dan in 1956, het „Rembrandt-
jaar" telt 746.892 bezoekers. In 1965 trok
het museum 729.739 belangstellenden.
De enorme toeloop van het afgelopen
jaar heeft geen bijzondere oorzaak gehad
want er waren geen apart ingerichte gro
te tentoonstellingen.