1 m Goldoni's Herbergierster in première bij Theater Prof. Geyl was bekend in gehele Westerse wereld In memoriam Pieter Geyl <48* j V Vrolijke variant op een klassiek thema Sigma-centrum mag geen muziek maken Kunstmaandorkest met Russische dirigent en Russische solist Tv-reclame was opvallend maar niet irriterend NRU heeft tekort van 9 miljoen Première in de Koninklijke Schouwburg EUR0TEX- REIZEN DINSDAG 3 JANUARI 1967 6 t,Alleen op vrijdag" van Centrum vrijdag 50 x Simon Koster Laatste Studio-produktie gebaseerd op ganzenbord I oorvechter Groot-Nederlands ideaal Ensemble-première: Je kunt het toch niet meenemen De radio geeft woensdag Televisieprogramma's Seth Gaaikema brengt een „Avondje buitenlands" Record aantal bezoekers van het Rijksmuseum TUSSEN PAARD EN STIER" DE AMERIKAAN Maurice Valen cy, die verscheidene stukken van Giraudoux en Anouilh heeft vertaald, is in de voetstappen van deze Franse meesters getreden door evenals zij dat enige keren hebben gedaan een werk uit de oud-Griekse dramatische litteratuur in moderne trant te her schrijven. Hij koos da arvoor „Alkes- tis" van Euripides, dat een heel aparte plaats onder de ons bekende klassieke toneelwerken inneemt om dat het geen tragedie en geen klucht is maar een blij-eindend toneelspel. En Valency heeft dat blije einde ge bruikt om er met hedendaagse hu mor op voort te borduren, waardoor hij het mythologische gegeven tot menselijke en vermakelijk-begrijpe- lijke proporties heeft teruggebracht. „Tussen paard en stier" („The Thra- cian horses") blijspel door Maurice Valency. Vertaling: Bert Voeten. Re gie: Joris Diels in samenwerking met Wim van Rooij. Hoofdrollen: Leo de Hartogh, Anne-Marie Heyligers, Guido de Moor. Decor en kostuxims: Harry Wich. Muziek: Jurriaan Andriessen. Nederlandse première bij de Haagse Comedie op 1 januari in de Konink lijke Schouwburg, Den Haag. BIJ EURIPIDES had Admetus, koning van Pherae, door de voorspraak van Apollo de goddelijke gunst verkregen dat hij niet zou hoeven te sterven als iemand anders in zijn plaats zijn leven zou willen geven. Daartoe is echter niemand bereid, behalve de vrouw van Admetus, koningin Alkestis, die zich uit liefde voor haar man opoffert. Maar Herakles, de aardse zoon van Zeus, gaat haar achterna in het do denrijk, ontworstelt haar aan de dood en brengt haar naar Admetus terug, waar zij na drie dagen als de kracht van de do- denwijding is uitgewerkt weer levend en wel in de armen van haar man valt. Waarna Herakles, die tevoren de stier van Kreta had bedwongen, zich kan gaan wijden aan zijn volgende taak: het tem men van de mensenetende paarden van Diodemes. Maar wat gebeurt er nu verder met Alkestis?, heeft Maurice Valency zich af gevraagd. Volgens hem kan zij Herakles helemaal niet dankbaar zijn geweest, want terwijl zij gedacht had zich met de unieke daad van haar offerdood eeuwig durende roem te verwerven, gaat aller bewondering nu uit naar Herakles, wiens geslaagde worsteling met de dood voor hem toch niets anders dan een extra- „klusje" was, tussen zijn overwinningen op die Kretensische stier en die Tracische paarden. (Vandaar de titel „Tussen paard en stier", die Bert Voeten aan zijn voor treffelijke vertaling van het stuk heeft gegeven.) En in haar woede, opnieuw ge degradeerd te zijn tot een onbelangrijk persoontje dat altijd in de schaduw van grote mannen moet blijven staan, gaat Alkestis als een furie te keer tegen Ad metus en Herakles, zodat Zeus persoon- lijk van de Olympus moet afdalen om „de illusie der liefde", en daarmee de vrede, te herstellen. Op een bijzonder genoeglijke en tevens intelligente manier heeft Valency deze visie op het geval uitgewerkt, met grap pige typeringen (vooral van de met wei nig hersens uitgeruste krachtpatser Hera kles, die alle trekken van de moderne bokskampioen vertoont) en amusante scènes, die hun climax bereiken in de woede-uitbarsting van Alkestis wahneer hèt eens zo dociele vrouwtje merkt dat Herakles met het succes van haar grote daad gaat strijken en de wachtende me nigte voor het paleis niet haar maar hèm wil bejubelen. Als het stuk in het begin een beetje trekt en maar niet goed op gang schijnt te willen komen, wordt dat ruimschoots goed gemaakt door het laat ste gedeelte, waarin niets meer van Euri pides zit en Valency dus helemaal onge hinderd zijn gang kon gaan. DE HAAGSE COMEDIE heeft dit blij spel (waarvan ik maandagavond in Den (Van onze correspondent) ARNHEM „Theater" bracht op nieuwjaarsdag een van Cardo Goldini's vroegste blijspelen „de herbergierster" (la locandiera) uit 1753 in première. De ze vermaarde produktieve Venetiaanse blijspeldichter (1707-1793) heeft het Ita liaanse toneel in de achttiende eeuw niet alleen een eigen karakter gegeven door de toneelspelers aan een vaste tekst te binden, hij heeft kennelijk de formidabele kunst van improviseren, die de Italianen meesterlijk r>erstonden, zo beknopt en in fatsoen gebracht, dat de voorstelling gro tendeels op het bloedeigen toneelverhaal komt te rusten. Deze basis wil nog wel eens te smal uitvallen om er een volwaardig blijspel uit op te bouwen. Het restant van het commedia dell'arte blijkt soms zo verwa terd dat een modern publiek er maar matig plezier aan beleeft. In de plaats daarvan treedt een verkwikkend, kleur rijk en fleurig schouwspel waarin de ac teurs zich uitbundig kunnen uitleven. In de karakterkomedie „De herbergierster" heeft regisseur Theo Cling die kans be nut. Het is Mirandolina, de lieftallige maar ook schrandere eigenaresse, die de verliefde klanten van haar hotel om haar pink windt tot ze de baron ontmoet, de vrouwenhater, die aanvankelijk niet in het minst onder de indruk komt van haar onmiskenbare charmes. Zij heeft haar portuur gevonden. De strijd ontbrandt. Maar het is tenslotte de meesterknecht Fabrizio die, nogal verrassend, met zijn bazin schoot gaat. Goldoni, die zijn stof putte uit het ruige dagelijkse leven van het volk en vooral de domme arrogantie van de adel aan de kaak stelde, heeft hieruit het recept ook voor deze komedie samengesteld. Om de beide hoofdfiguren heeft hij een aantal markante typen gegroepeerd, een verlief de sukkel van een knecht, een rappe be- De serie voorstellingen van „Alleen op vrijdag", blijspel van Keith Waterhouse en Willis Hall, die toneelgroep Centrum op het ogenblik speelt in het Nieuwe de la Mar theater, wordt voortgezet in De Kleine Comedie. Vrijdag 6 januari wordt de vijftigste voorstelling van dit stuk gegeven, waaraan onder regie van Ank van der Moer medewerken: Ann Ha- sekamp, Wim van den Heuvel, Els van Rooden en Allard van der Scheer. diende, twee rokkenjagende edellieden en twee flirtende actrices die zich voor edel- vrouwen uitgeven. De listige Mirandola werd vaardig, bewegelijk en met grappi ge zelfverzekerdheid door Sjoukje Hooy- maayer gerealiseerd. Haar tegenspeler was Erik van der Donk, die de gekwelde baron gestalte gaf, tureluurs wordend in zijn strijd met zijn ontwakende liefdesge voelens. Elze Valk en Margriet de Groot dartelden behaagziek in hun groteske toi letten door de herberg. Carol Linssen maakte een gave dwaas van de arme markies, Jan Gorissen een gulhartige Napolitaan van de graaf. De beide knechten Jan Verhoeven (Fabrizio) en Johnny Peters, kwamen niet uit de grond verf. Frank Raven tekende voor decor en kostuums. De vertaling van Dolf Ver spoor voldeed uitstekend. Er,was dit jaar geen nieuwjaarswens. Guido de Moor en Annemarie Hey ligers in „Tussen Paard en Stier". Haag de tweede voorstelling zag) onder regie van Joris Diels en Wim van Rooij op een even charmante als kundige ma nier ten tonele gebracht. Anne-Marie Heyligers had van Alkestis een betove rend, door-en-door vrouwelijk figuurtje gemaakt, een-en-al lieflijke onderwerping aan het begin en een-en-al losbarstend temperament aan het slot. Leo de Har togh was een grandioze HehakleS, onweer staanbaar komisch in zijn mengeling van geweldige lichaamskracht en kinderlijk- naïeve zelfingenomenheid. De niet-zo- heldhaftige maar trouwhartige koning Admetus werd door Guido de Moor met amusante ironie gespeeld. Gijsbert Ter- steeg was een prachtige kletskous van een vader en Carl van der Plas, als filo sofisch lijfarts, een vriendelijk scepticus. In kleinere rollen zag men goed spel van Gerard de Groot (een mooie vuilnisman van-de-welvaartsstaat), Kees Coolen (een beminnelijke Zeus), Guus Hoes, Jan Grefe en Jacques Luyer. Harry Wich had ge zorgd voor een nogal neutraal decor en grappige kostuums in een wonderlijke, uit allerlei tijden samengevoegde stijl. Muziek van Jurriaan Andriessen accen tueerde de stemmingen maar bleef daar bij discreet op de achtergrond. Met de opvoering van „Tussen paard en stier" biedt de Haagse Comedie een avond van luchtig maar toch intelligent amusement; een genre dat in het heden daagse repertoire hoe langer hoe zeld zamer wordt. De toneelgroep Studio bereidt als laat ste produktie van dit seizoen een pro gramma voor dat gebaseerd is op het oud-hollandse ganzenbord. De samenstel ling en de regie zijn in handen van Wil- bert Bank en Krijn ter Braak. De mu ziek wordt gemaakt door Louis Andries sen. De vormgeving is van Frank Raven. (vervolg van pagina 1) Prof. Geyl werd 15 december 1887 te Dordrecht geboren. Hij bezocht in Den Haag het gymnasium en studeerde in Leiden van 1906 tot 1911 Nederlandse let teren de geschiedenis was toen nog geen zelfstandig hoofdvak. In 1912 werd Geyl leraar in Schiedam. In 1913 ging hij als correspondent van de Nieuwe Rotterdamse Courant naar Londen. Hij zou 22 jaar in Engeland blijven, na oktober 1919 als eerste be zetter van de leerstoel in de Nederlandse studiën in de Britse hoofdstad. In januari 1936 werd Geyl hoogleraar in Utrecht als opvolger van G. W. Kern kamp en in 1958 legde hij zijn ambt neer met zijn inmiddels beroemd geworden afscheidscollege over de vitaliteit van de westerse beschaving. De historicus prof. Geyl was in de hele westerse wereld een bekende figuur. In de Nederlandse geschiedschrijving nam hij een heel bijzondere positie in. Zijn „Geschiedenis van de Nederlandse stam" (1930-1937) heeft de opvattingen omtrent de vaderlandse geschiedenis grondig ge wijzigd. De Groot-Nederlandse gedachte, dat het geen natuurlijke tegenstellingen zijn geweest die de scheuring van de Nederlanden in de zestiende eeuw heb ben veroorzaakt, maar strategische facto ren. is als geheel algemeen aanvaard Uit dit werk bleek al de overtuiging van prof. Geyl, dat er op ieder moment in de geschiedenis diverse ontwikkelingsmoge lijkheden zijn. Reeds in zijn studententijd voelde prof. Geyl zich aangetrokken tot de Vlaamse beweging. Hij was hiervoor een vooraan staande en strijdbare figuur. De Vlaamse zaak is hem steeds dierbaar gebleven, al heeft hij zich in later jaren gedistanti eerd van de extremistische zijde van de ze beweging. De geschiedenisbeschouwing was voor prof. Geyl pas waarlijk wetenschappelijk wanneer zij niet uitging van aprioristi sche standpunten. Wat dit betreft heeft hij menigmaal ïel gediscussieerd met zijn Amsterdamse collega Jan Romein en de bekende Engelse prof. Toynbee. Ontelbaar zijn de werken van de hand van prof. GeyL Voor zijn ganse oeuvre ontving hij in 1958 de P. C. Hooftprijs. Veel werken werden vertaald en vonden onder meer in de Angelsaksische wereld een grote verspreiding. Prof. Geyl was niet alleen een vakgeleerde, maar tevens een literator, die de grenzen van het speci alisme doorbrak. Zo is prof. Geyl als dichter ook bekend door zijn bundel „Het leven wint altoos", een keuze uit zijn als gijzelaar geschreven sonnetten. Tijdens het verblijf in het gijzelaarskamp schreef De burgemeester van Amsterdam heeft het Sigma-centrum in de hoofdstad een verbod tot het maken van muziek opge legd om dat in de Oude Doelenzaal ten gehore gebrachte grammofoonmuziek on duldbaar lawaai veroorzaakt in een be lendende woning. Voorts wordt geëist, dat repetities onmiddellijk moeten worden ge staakt. „Dit maakt het onmogelijk ons programma ten uitvoer te brengen", al dus de leider van het Sigma-centrum de heer Boele, die zijn beklag heeft inge diend bij de burgemeester. „In november werd ons door de gemeente een subsidie van 30.000 toegezegd, waarvan we nog geen cent hebben gezien, en nu belem mert de gemeente ons in de .uitvoering van een onzer essentiële activiteiten. Ik voel het als een amputatie", aldus de heer Boele. De politie heeft tot nu toe eenmaal bij een repetitie ingegrepen. In Eindhoven heeft de toneelgroep „En semble" het nieuwe jaar ingezet met de première van het blijspel „Je kunt 't toch met meenemen" van George S. Kaufman en Moss Hart in een vertaling van Jan van Ees. Regisseur Jan Retel en in de be langrijkste rollen Johan Kaart, Mieke Verstraete, Henk Molenberg, Chris Baay, Pleunie Touw en Arnold Geldermans, werdep aan het slot met veel applaus en bloemen beloond. Johan Kaart kreeg apart een ovationele bijval voor zijn spel als de wijze opa Vanderhof. HILVERSUM I. 402 M. 7.00 Nws. 7.20 Socialistisch strijdlied. 7.23 Gramm.muziek. (7.30-7.35 Van de voorpagi na). 7.55 Deze dag. 8.00 Nws. 8.10 Gramm. muziek. (8.30-8.35 Van alle markten thuis. 9.00 Romantische orkestwerken. 9.35 Water standen. 9.40 Semi-klassieke muziek. 10.45 Voor de kleuters. 11.00 Nws. 11.02 Voor de vrouw. 11.40 Moderne muziek. 12.00 Ensem ble en solist. 12.22 Voor het platteland. 12.27 Mededelingen land- en tuinbouw. 12.30 Amu sementsmuziek. 13.00 Nws. 13.10 Actualltei- 13.25 Kamermuziek. 13.50 Gesprpken por tret. 14.05 Concert 15.00 Voor de jeugd. (16.00-16.02 Nws). 17.00 Voor de zieken. 17.30 Militair commentaar. 17.40 De microfoon is voor U. 18.00 Nws. 18.15 Actualiteiten. 18.20 Uitzending van de C.H.U. 18.30 Lachend over de loongrens (Wim Kan) 19.30 Artistieke staalkaart. 20.00 Nws. 20.05 Trammelant in Loeren aan de Hor. 20.55 Ik loop door het land. 21.10 Liedjes. 21.35 Conflict tussen ge neraties. 21.50 Lichte orkestmuziek en zang soliste. 22.30 Nws. 22.40 Actualiteiten. 22.55 Serenade. 23.55 Nws. HILVERSUM II. 298 M. 7.00 Nws. 7.10 Dagopening. 7.15 Klassie ke gramm.muziek. 7.30 Nws. 7.32 Lichte or kestmuziek. 7.40 Radiokrant. 8.00 Nws. 8.10 Gewijde muziek. 8.30 Nws. 8.32 Klassieke mu ziek. 9.00 Voor de zieken. 9.40 Voor de hqis- vrouw. 10.30 Studiodienst. 11.00 Gramm.mu ziek. 12.27 Mededelingen land- en tuinbouw. 12.30 Nws. 12.40 Variant. 13.30 Instrumentaal en vocaal ensemble. 14.00 De familie Leen- houts (hhospel). 14.25 Moderne orkestwerken. 15.15 Pianoduo. 15.50 Bijbelvertelling voor de jeugd. 16.00 Voor de jeugd. 17.00 Five o'clock. 17.15 Jazz. 17.50 Overheidsvoorlichting. 18.00 Geestelijke liederen. 18.30 Spectrum. 18.50 Gramm.muziek. 19.00 Nws. 19.10 Radiokrant. 19.30 Leger des Heils. 19.45 Wereldpanora ma. 19.55 Lichte orkestmuziek. 20.10 Moder ne orkestwerken. 21.10 Voordracht van ge dichten. 21.30 Gevarieerd programma. 22.15 Avondoverdenking. 22.30 Nws. 22.40 Geeste lijke liederen. 22.55 Pedagogische ethergang. 23.15 Platennieuws. 23.55 Nws. HILVERSUM III. 240 M. 9.00 Nws. 9.02 Actualiteiten. 9.05 Gevari eerd muziekprogramma. 10.00 Nws. 10.02 Arbeidsvitaminen. <11.00 Nws). 12.00 Nws. 12.02 Operette. 13.00 Nws. 13.02 Actualiteiten. 13.05 Platenprogramma. (14.00 Nws). 15.00 Nws. 15.02 Lichte muziek. 16.00 Nws. 16.02 Platenprogramma. 17.00 Nws. 17.02 Actuali teiten. 17.05 Rhythm and blues. 17.35-18.00 Country and Western. BRUSSEL 324 M. 12.00 Nws. 12.03 Lichte muziek. 12.40 Weer bericht. 12.48 Pianomuziek. 12.55 Buitenlands persoverzicht. 13.00 Nws. 13.20 Tafelmuziek. 14.00 Nws. 14.03 Klassieke muziek. 14.20 Koor zang. 14.30 Voor de jeugd. 14.50 Kinderlied jes. 15.00 Nws. 15.03 Amusementsmuziek. 15.15 Omnibus. 16.00 Nws. 16.03 Beursberich ten. 16.09 Jazz. 17.00 Nws. 17.15 Beat. 18.00 Nws. 18.03 Voor de soldaten. 18.30 Lekenmo- raal en filosofie. 18.50 Sport. 18.55 Taalwen- ken. 19.00 Nws. 19.40 Lichte muziek. 20.00 Operette. 21.20 Lichte muziek. 21.39 Lichte muziek. 22.00-22.15 Nws. VOOR DINSDAG NEDERLAND I 18.45 Pipo. 18.50 Journaal. 18.56 Reclame. 19.00 U ziet maar. 19.56 Reclame. 20.00 Jour naal. 20.16 Reclame. 20.20 Attentie. 22.45 't Is zó bij de luchtmacht (TV-film). 21.10 Ooggetuige. 21.50. Haar meester de baas (opera). 22.25 Overdenking. 22.30-22.35 Jour- NEDERLAND II 20.01 Reclame. 20.05 Cinema. 20.56 De Be zetting. 21.56 Reclame. 22.00-22.15 Journaal, naai. VOOR WOENSDAG NEDERLAND I 17.00-17.35 Voor de kinderen. 18.45 Pipo. 18.50 Journaal. 19.00 Mona - Zeg het met taarten (tv-film). 19.25 Internationaal Agrarisch nieuws. 19.51 Socutera. 20.00-20.16 Journaal. 20.20 Uitzending van de P. v.d.A. 20.30 Young at Heart, (speelfilm). 22.25 Hur ricane (filmreportage), 22.55-23.00 Journaal. NEDERLAND II 20.00 Nws. 20.01 Reclame. 20.05 Waauw. 20.35 Black Power - blanke reactie (do cumentaire) 21.15 Shirley Booth als Hazel TV(-film) 21.40 Kijk op kunst. 22.10 Recla me. 22.15-22.30 Journaal. Prof. Geyl hij ook een detectiveroman „De moord op de plas", die destijds veel aandacht trok. Enkele van zijn meest bekende werken zijn behalve „De geschiedenis van de Ne derlandse stam" (drie delen), „Oranje en Stuart", „Napoleon, voor en tegen in de Franse geschiedschrijving", „De Groot Nederlandse Gedachte" (twee delen), „The revolt of the Netherlands", „The Nether lands divided", „Nederland en de oor log", „O, vrijheid", Patriotten en NSB- ers" en „De patriottenbeweging 1780- 1787". Prof. Geyl leverde nog geregeld bijdragen aan het weekblad „Vrij Neder land". De 37-jarige Russische dirigent Eugene Swetlanov. jarenlang eerste dirigent van het Bolshoi-theater te Moskou en -orkest te Moskou, is in ons land aange komen voor een tweede optreden bij het Amsterdamse kunstmaandorkest als gast dirigent. Na het enorme succes dat Swetlanov in 1965 in Amsterdam boekte, nodigde het Kunstmaandorkest hem voor een tweede maal uit. De Russische itiüsicus die enkele woorden Duits machtig is, maar alleen door middel van de inter nationaal gebruikte Italiaanse muziek- terminologie met de Nederlandse musici in contact kon komen, zal op 7 en 10 januari in de grote zaal van het "Con certgebouw te Amsterdam twee concerten leiden. Het programma voor het eerste concert vermeldt werken van Tsjaikovski, de twee de avond werken van Prokovjef en Sjo- stokovitsj. Beide keren zal als solist fun geren de nog jeugdige Nicolai Petrov, die donderdag uit Moskou in ons land wordt verwacht. ADVERTENTIE VOOR UW Reisbureau „SUCCES" GEN. CRONJÉSTRAAT 27 - TEL. 64294 (Van onze correspondent) DEN HAAG Gisteravond om vijf mi nuten voor zeven via Nederland I was het eindelijk zo ver: een lieflijk klokjes geluid steeg op uit de luidspreker en het woord „STER" (De afkorting voor Stich ting Ether Reclame) verscheen voor de eerste maal in de Nederlandse televisie historie op het scherm. Dadelijk daarop de eerste reclamespot, een primeur verzorgd door de gezamen lijke Nederlandse dagbladen. Zeven seconden geleden begon de re clame in de televisie. U wist het uit uw krant, dezelfde krant die u elke dag al het nieuws brengt van overal. Leg nu uw krant even opzij en kijk naar de reclame op uw beeldbuis. U kunt immers straks rustig verderlezen, want uw krant kunt u niet missen, geen dag! Toen er precies vijf minuten waren verstreken hadden we onder meer de stemmen van ex-nieuwslezer Fred Emmer (tegenwoordig werkzaam op een in Am sterdam gevestigd reclame-bureau) en van de Shaffy Chantant-ploeg herkend. Op deze zelfde manier werd om vier minuten voor acht nog eens reclame ge maakt: ditmaal zes spots, warvan een tamelijk langdurige met wat sex. Kwart over acht weer: nu negen spots van onge veer dezelfde lengte. Dat was het voor deze eerste avond via het eerste net. Op Nederland 2 volgden na het nieuws in het kort van acht uur zes spots. Ten slotte voor de tweede en laatste maal op het tweede net t.v.-reclame voor het N.T.S.-journaal van tien uur. Er waren heel aardige spots bij (waar voor heel aardige bedragen moeten wor den neergeteld), we zagen mooie dames, we zagen vriendelijke heren en heel lie ve kinderen en hoorden mooie muziek. Een enkele spot maakte een al te doordrin gende indruk, maar die zal ons misschien wel het lpngst in de herinnering blijven en daar gaat het de reclamemaker om. Voor het merendeel werkten de spots nauwelijks irriterend. (Van onze correspondent) UTRECHT Een groot Nederlander is zaterdagochtend van ons heen gegaan. Prof. dr. Pieter C. A. Geyl. Hij was een groot Nederlander, ook om zijn overtui ging dat de vaderlandse geschiedenis „Groot-Nederlandse" historie is, dat wil zeggen de ontwikkelingsgang van noord en zuid als eenheid. Het bindende is de taal van de „dietse" saamhorigheid tij dens de Bourgondiërs. Een opvatting, die licht tot misverstand aanleiding is en die voor Geyl dan ook onbegrip en tegenwer king heeft meegebracht. Zijn benoeming in Utrecht, als opvol ger van G. W. Kernkamp, ging indertijd niet zo gemakkelijk. Geyls denkbeelden hadden de indruk gewekt sterk nationa listisch, ja, half nationaal-socialistisch te zijn. Hij werd ook te zeer politiek geën gageerd geacht. Inderdaad, Geyl kende al vroeg de zucht om zich te uiten, om over de actuele zaken zich een mening te vor men en daarvan te getuigen. Ook daar om trok het journalistieke werk hem zo zeer. Hij heeft vooral mythen afgebroken, historische en als we het zo mogen zeg gen „alledaagse". Maar een extreem na tionalist is Geyl nooit geweest. In de twin tiger jaren vooral heeft hij de Vlaamse beweging gesteund in woord en geschrift. Hij is er zeker tweemaal België om uit gezet. Maar hij vocht op twee fronten. In het weekblad Vlaanderen polemiseerde hij hardnekkig tegen de scherpmakers van het Vlaamse nationalisme. De fanati cus De Decker had het bij hem zwaar te verduren. In ons land getuigde Geyl na 1933 van zijn afkeer van het nationaal-socialisme, dat ook de Vlaamse beweging infecteerde. Zijn houding in de donkere jaren '40-'45 kan onbesproken blijven: al in oktober 1940 werd hij gevankelijk weggevoerd, van hem was geen loyale „Mitarbeit" te verwachten. Na de oorlog, in de laatste jaren voor al, heeft Geyl de mythe rond de Neder landse Unie afgebroken. Halfzacht en le vensgevaarlijk vond hij het streven van het bekende driemanschap. Toen een van die drie het tot minister-president bracht, moest hem dat echt even van het hart. Er moest Geyl meer van het hart. Dat alle oranjes niet even flink waren bij voorbeeld. Hij werd erdoor voor een re publikein en een anti-orangist gehouden. Maar het was Geyl, die in 1962 in zijn hoofdstad hulde bracht aan de grote per soonlijkheid van de juist overleden vor stin Wilhelmina. Zijn rede van toen was doortrokken van eerbied voor de karak tervastheid van de koningin. Hier komt het wezen van Geyls persoonlijkheid om de hoek. Hij was een strevende man, ze ker, een man met geprononceerde oorde len, maar die waren hoe paradoxaal het ook klinke tegelijkertijd genuan ceerd. De geschiedenis was voor hem de sleutel tot het leven, maar zo voegde hij aan die uitspraak toe: „Het leven ver meesteren is niet wat de geschiedenis ons zal toestaan". „Onder haar kleuren met het leven worstelen is zelfs, voor ons vervulling en prijs". >wwwwwwvwwwwi#%fvwwvw%#wvwwww%jvm Nederland 1: Na het eerste journaal en de reclame het NCRV-programma „U ziet maar" met auto- en weekendtips. Na de rubriek „Attentie" een aflevering van „Het is zó bij de luchtmacht". In „Ooggetuige" van Nico van Vliet wordt een documentai re van Hawaii uitgezonden. Daar ontmoet ten en ontmoeten vele rassen elkaar, maar van discriminatie is geen sprake; met Bra zilië is deze eilandengroep het voorbeeld van verdraagzaamheid ten aanzien van de vermenging van de rassen. Laatste pro gramma-onderdeel is de opera van Per- golesi „La Serva Padrone" (Haar meester de baas). Nederland 2: Het programma van van avond bestaat uit twee onderdelen. De VPRO zendt „Cinema" uit, een program ma over film en filmmakers. Men ziet on der andere interviews met Roman Polan- ski en Didney Furie. Tweede programma is een nieuwe aflevering van de serie over de Bezetting van dr. L. de Jong. Onder werp van vanavond is de Jodenvervolging, waarbij aan de ergste wreedheden zal worden voorbijgegaan. De Nederlandse Radio Unie heeft grote zorgen op financieel gebied: het tekort bij de radio zal volgens de begrotingen 9 miljoen gaan bedragen. Het zal onmoge lijk zijn de begroting over het jaar 1967 sluitend te maken uit de opbréngst van het luistergeld. De voorzitter van de N.R.U., mr. A. C. Roosjen, acht het on mogelijk zonder verhoging van de luister bijdrage uit de impasse te geraken. In voering van reclame in de radio zal vol gens hem geen zoden aan de dijk zetten, zolang er een clandestiene zender in de ether wordt getolereerd, waaraan adver teerders hun reclamegelden spanderen. Op woensdag 4, donderdag 5, en vrij dag 6 januari zal Seth Gaaikema in de Kleine zaal van het Concertgebouw (aanvang 20.15 uur) zijn nieuwe pro gramma „Avondje Buitenlands" aan het Amsterdamse publiek presenteren, bege leid door Rudolf Stalknecht (piano) en Ger Daalhuisen (bas). Het afgelopen jaar is voor het Rijksmu seum in Amsterdam een recordjaar gewor den: precies 784.581 bezoekers, van wie 80 percent buitenlanders waren, hebben in 1966 het museum bezocht. Dit is 38.000 meer dan in 1956, het „Rembrandt- jaar" telt 746.892 bezoekers. In 1965 trok het museum 729.739 belangstellenden. De enorme toeloop van het afgelopen jaar heeft geen bijzondere oorzaak gehad want er waren geen apart ingerichte gro te tentoonstellingen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1967 | | pagina 6