De Rode Mieren"
Verband tussen schade en schuld
is principieel aanvechtbaar
Schrijf mij!
RECHTER TIE
PANDA EN DE MEESTER^ETER
AVONTUREN VAN DONALD DUCK
KRAMMETJE FOK
III
NIEUW „VERBALENBELEID" IN HET VERKEER
Geen proces-verbaal bij „blikschade
onbeduidend letsel
of
Wel
proces-verbaal
mm
Om vervolgv&rhaa!
Een actuele Amerikaanse roman
door William Lederer en Eugene Burdick
DINSDAG 3 JANUARI 1967
Principieel font
Schade-afwikkeling
Doorslagje
Soepel
Mr. F. Kuitenbrouwer
Mastiekketel ontploft
in Den Haag
Elias
«EWS ML
M- Copyright opera
Sörasai
48)
„Kijk eens, Klein, politieke inlich
tingen behoren tot mijn taak", zei
Johnson. „Het verzamelen en schif
ten ervan. Jouw baantje is alles zo
goed mogelijk naar buiten voor te
stellen."
„Ik moet het met hem eens zijn",
zei dokter Theobald. ;,Wij hebben
wegen en middelen om inlichtingen
te verzamelen, die zelfs de ambas
sadeur niet bekend zijn. Dat brengt
ons vak nu eenmaal mee. Nu weet
ik dat je een paar dorpen bezocht
hebt en dat is toe te juichen, maar
er is meer voor nodig om een vol
ledig inzicht te krijgen."
De ambassadeur mengde zich in
het gesprek. „We kunnen niet in
interne aangelegenheden gaan wroe
ten. Zover het de voorlichtingsdienst
betreft, moet je de journalisten zo
veel mogelijk van dienst zijn, maar
laat niets los over onbevestigde ge
ruchten. Maak geen onnodige druk
te"
Klein knikte.
„En wat is er nu nog meer over
Coldstream te rapporteren?" vroeg
de ambassadeur.
„Ik zal u ons dossier sturen", zei
dokter Theobald. „Maar om even sa
men te vatten: opgeleid in Annapolis,
tot overste bevorderd in de Tweede
Wereldoorlog, diverse onderscheidin
gen, vroeg in 1945 overplaatsing in
China aan, en nam kort daarna zijn
ontslag. Handige, energieke zaken
man; heeft een grote maatschappij
opgebouwd die zich bezighoudt met
vrachtvaart ter zee. Hij bezit rivier
boten en beschikt over agentschap
pen in het gehele land. Hij koopt
en verkoopt alle wettige handels
waar, geen bewijzen van politieke
belangstelling. Hij kwam een dag of
tien geleden zwaar in moeilijkheden.
Enkele dorpelingen bovenstrooms na
men geen genoegen met zijn manier
van zaken doen, denk ik, ik heb hem
een paar dagen behandeld. Hij is zo
iets als een elektronenmaniak. Schar
relt met allerlei apparaten in zijn
souterrain."
„Wat weet je van de vrouw met
wie hij samenwoont?" vroeg de am
bassadeur.
„Taja heet ze", zei Coit, de bulte
naar. „Ze is vijftien jaar geleden* de-
maitresse van de koning geweest,
maar de pokken hebben haar gezicht
wat geschonden. De koning moest
haar wel afdanken. Heeft iets te ma
ken met het feit dat de koninklijke
concubines ongeschonden gezichten
moeten hebben. Gewoonlijk verlaat
zo'n vrouw het land, maar de ko
ning en het volk hielden van Taja.
En de tijden veranderen; dus is ze
na een paar jaar bij Coldstream in
getrokken."
„Nog iets anders", vroeg de am
bassadeur. „Wat is die McCauley ei
genlijk voor iemand?"
„Zijn dossier is wat verward", zei
dokter Theobald, „maar het is zo
goed als volledig."
Het eerste document in het dossier
van McCauley was zijn geboorteak
te. Hij was geboren jn Jammoe, in
India, op 11 december 1923. Aangifte
was aangegeven op de Amerikaanse
ambassade in Nieuw Delhi. Hij was
de zoon van een missionarissenecht-
paar; beiden waren arts. Toen Mc
Cauley zeven was, verhuisden zijn
ouders naar Cochin China. Hij had
zijn opleiding gehad aan een dorps
school en volgde 's avonds een
schriftelijke cursus. Hij sprak En
gels, Chinees, Hindoestani en Frans
toen hij twaal'f was. Toen de oorlog
uitbrak zei hij dat hij een principië
le dienstweigeraar was. Nadien wer
den de gegevens schaars en ver
ward. Later dook hij in Birma op als
ziekenoppasser bij de partizanen, en
er waren aanwijzigingen dat hij in
Sarkhan per parachute was neer
gelaten, maar1 de data en de bedoe
lingen van deze opdracht waren on
vindbaar.
„We hebben enkelen van zijn
vrienden uit de Birmese en Sarkha-
nese pelotons ondervraagd", zei dok
ter Theobald. „Tegenstrijdige me
ningen. Zo van het soort dat de vei
ligheidsdienst half gek maakt-"
Ambassadeur Brown viel hem in
de rede. „U heb u nogal wat moeite
gegeven om een onderzoek in te
stellen naar die man. Hebt u ver
denkingen?"
„Hij is 's werelds grootste deskun
dige over Sarkhan", zei dokter Theo
bald. „Hij heeft hier al acht reizen
heen gemaakt. Om van zo iemand
een dossier te maken is gewoon rou
tinewerk." De meeste van de par-
tizanengroepen waren het over één
ding eens geweest. McCauley was
de meest doortassende man van de
groep als het op de zorg voor de
gewonden aankwam. Een man had
gezegd: „Voor een principiële dienst
weigeraar had hij altijd heel vlug
zijn vinger aan de trekker."
„Merkwaardig", zei Brown. „Hoe
veel mensen hebt u wel moeten on
dervragen om dit dossied bij elkaar
te krijgen?"
„Heel wat."
„Maakt u van iedereen zoveel
werk?"
„Mijnheer de ambassadeur" zei
Tehobald, „u moet het dossier
eens zien dat we over u hebben!"
De ambassadeur glimlachte, maar
niet van harte.
Dokter Theobald bracht tenslotte
nog één ding naar voren: „Professor
McCauley kon, als hij dat wilde, zeer
veel invloed uitoefenen op en over
redingskracht aanwenden tegenover
een groot aantal mensen die niet op
de hoogte waren, zoals leden van het
congres en senators. Hij trad op als
betaald adviseur van Adolph Cogs
well, hoofd van de commissie voor
Sarkhan.
Toen de opsomming afgelopen was
stond de ambassadeur op.
„Heren" zei hij, „de officiële be
trekkingen tussen Sarkhan en de Ver
enigde Staten worden door deze am
bassade geregeld en onderhouden.
We kunnen amateurs als Coldstream
en McCauley niet toestaan zich met
onze zaker te bemoeien. Laten we
hen op een afstand houden, maar te
gelijk niet uit het oog verliezen. Ik
beschouw ze niet als gevaarlijk, al
leen maar als lastig, dat is alles".
De bijeenkomst was afgeslopen.
Coit was nog niet bij de deur toen
de ambassadeur zei: „Wacht even,
Marcus. Ik wil graag nog even onder
vier ogen met je praten".
Hij reed langzaam terüg.
(Wordt vervolgd.)
Op de schone lei van 1967, waarop
het verkeer al weer heel wat krassen
heeft gezet, zullen heel wat verkeers-
procesverbalen niet voorkomen. Niet
omdat er minder ongelukken of over
tredingen worden gemaakt, maar om
dat sinds 1 januari een nieuw „verba-
lenbeleid" geldt, op grond waarvan de
politie in een aantal gevallen geen
proces-verbaal meer opmaakt. De
voor de weggebruiker belangrijkste
beperking van het politieoptreden is
dat geen verbaal meer wordt opge
maakt hij een ongeval waardoor „on
beduidend letsel" is veroorzaakt of
„blikschade", dat is een materiële
schade beneden de 1000,of bij
tweewielers beneden de 200.ten
minste als er niet sprake is van een
ernstige overtreding.
Om misverstand te voorkomen: De poli
tie komt in ieder geval wanneer zij bij
een ongeluk wordt geroepen. Dan worden
steeds de belangrijkste gegevens vastge
legd in een rapport, zodat ze bovendien
niet verloren gaan voor de statistiek. De
nieuwe richtlijn beperkt alleen het aan
tal gevallen waarin door middel van een
procesverbaal justitieel gevolg wordt ge
geven aan een ongeval of een overtre
ding.
Deze nieuwe richtlijn werd in de prak
tijk vooral in de grote steden allang ge
volgd. Het is tegenwoordig voor de poli
tie onmogelijk alle verkeersovertredingen
die worden geconstateerd volledig af te
werken. Thans is deze handelwijze for
meel erkend en tevens is de verscheiden
heid in politie-optreden, die plaatselijk
bestond, opgeheven. De politie-administra-
tie wordt minder zwaar belast, waardoor
kostbare manuren vrijkomen voor belang
rijker taken.
Principieel gezien is deze zaak echter
fout. Een op zichzelf belangrijk stuk
rechtshandhaving is nu vervallen. Princi
pieel en praktisch gezien is het ook moei
lijk te verdedigen dat het nieuwe beleid
is gebaseerd op een verband tussen
schuld en schade dat niet vaststaat. De
grootste brokkenmaker is niet noodzake
lijk de wildste wegpiraat en omgekeerd.
De Rotterdamse verkeerspsycholoog dr.
H. Kolkman heeft reeds gewezen op het
gevaar van het loslaten van de verhouding
tussen grote en kleine verkeersongeluk
ken en overtredingen, een index die in
het buitenland niet voor niets streng wordt
bewaakt.
In het moderne verkeer kan alles niet
volgens het boekje en moet de politie ook
niet op alle slakken zout leggen. Maar
het nieuwe verbalenbeleid kan echter niet
worden gepresenteerd als de „gerichte
aanpak" waaraan zoveel behoefte be
staat. Het komt er op neer dat een extra
toevalsfactor is toegevoegd aan het nood
gedwongen toch al niet erg consistente
justitiële optreden tegen de verkeerscri-
minaliteit.
Het koppelen van het verbalenbeleid
aan de schade houdt vooral verband met
de civielrechtelijke afwikkeling van ver
keersongelukken, in de eerste plaats dus
de verrekening via de verzekeringsmaat-
schaapijen. Veel hangt daarbij af van de
schuldvraag. Daarvoor is het politiële
procesverbaal, dat zich juist met deze
vraag bezighoudt, een belangrijk hulp
middel.
Van 1 januari af worden alle verkeers-
procesverbalen, die daarvoor van belang
zijn, automatisch doorgegeven aan de
Vereniging van Automobielassuradeuren
in Den Haag. De rapporten over gevallen
met geringe schade zijn daar echter na
drukkelijk van uitgesloten en liggen al
leen ter inzage voor de directe belang
hebbenden. De verzekeraars hebben dus
meer belang gekregen bij de schade-aan
gifteformulieren, die de verzekerden zelf
moeten invullen.
Om hen te helpen dit zo goed mogelijk
te doen hebben verschillende assuradeurs
en ook de A.N.W.B. dergelijke formulie
ren beschikbaar gesteld waarop ter plaat
se van de aanrijding de belangrijkste ge
gevens kunnen worden genoteerd.
De verzekeraars waarschuwen daarbij:
Spreek u nooit uit over de schuldvraag!
De politie heeft via de Centrale Poli-
tie-Verkeerscommissie het prijzenswaar
dige initiatief genomen om de rapport
formulieren zo op te stellen dat de be
langrijkste gegevens door middel van een
doorslagje direct ter plaatse aan de be
langhebbenden kunnen worden uitgereikt.
Voor de verzekeringsmaatschappijen
blijven dit echter hulpmiddelen. Het gaat
hen uiteindelijk om het schade-aangifte
formulier.
Blijkt de schade achteraf groter te
zijn het is zeer de vraag of de politie
direct alles ter plaatse correct kan be
groten dan kan achteraf alsnog met
behulp van het rapport een procesverbaal
worden opgemaakt. Dan krijgt de ver
zekeraar dus automatisch een afschrift,
maar dan kan er dus ook een justitiële
vervolging komen. Het is echter meer
een kwestie van service dan van plicht.
De politie is er niet voor de verzekering
van de staatsburger. De assuradeurs heb
ben er overigens op gewezen dat zij
slechts in 17 percent van de verkeers-
schadezaken gebruik maken van een ver
baal.
Door het nieuwe verbalenbeleid zal de
mogelijkheid, om zich als benadeelde met
een beperkte vordering tot schadevergoe
ding te voegen in een strafgeding, in som
mige gevallen vervallen. Bovendien zal
het in die gevallen niet altijd gemakke
lijk zijn om als benadeelde de getuigen
verklaringen in juridisch bruikbare vorm
te verzamelen. Meer spoed en soepelheid
bij de afwikkeling van de civielrechtelij
ke kant van verkeersongevallen zal dus
zeer gewenst zijn. De verzekeraars heb
ben echter al laten weten, geen spijkers
op laag water te zullen zoeken.
Het nieuwe verbalenbeleid is een nood
maatregel. Maar het is te verwachten dat
het samenspel van politie, justitie, verze
keraar en weggebruiker daaraan een aan
vaardbare vorm zal geven.
Het nieuwe verbalenbeleid ten aan
zien van verkeersongelukken, dat op
1 januari in werking is getreden, is
omschreven in een circulaire van 29
augustus 1966 van de minister van
Justitie. Daarin wordt gezegd wan
neer de politie niet mag volstaan met
het opmaken van een rapport en pro
ces-verbaal moet opmaken. Dat geldt
voor de volgende gevallen:
Bij een dodelijk ongeluk of in ge
val van „beduidend letsel".
Bij de misdrijven van de Wegen
verkeersweg (rijden onder in
vloed, joy-rijden en doorrijden na
een aanrijding) of als er een ge
stolen voertuig bij betrokken is.
Indien de materiële schade boven
de 1000 ligt; bij tweewielers bo
ven de 200. Dit geldt per voer
tuig. Als twee auto's bij een aan
rijding ieder voor 600 schade op
lopen en dus gezamenlijk boven
de grens zitten, wordt er geen
proces-verbaal opgemaakt.
Wanneer een dienstvoertuig van
de politie of een politieman in
functie bij een ongeval betrokken
is.
Indien een buitenlander of een bui
tenlandse auto bij een ongeval be
trokken is.
Indien degeen die de schade ver
oorzaakte onbekend is.
Indien één der betrokkenen niet
w.a. is verzekerd. Dit is vooral
van belang voor fietsers en voet
gangers, die bij een verkeerson
geluk betrokken raken.
In geval van een „ernstige over
treding'Als ernstig worden ge
schouwd: onjuist inhalen; te snel
rijden; niet voldoende afstand hou
den; geen voorrang of doorgang
geven: negeren van verkeerstekens;
niet rechts houden; overtreding
van bepalingen over voorsorteren,
invoegen, keren en van richting
veranderen; ernstig technisch ge
brek aan het voertuig; onvoor
zichtig openen van portieren, en
rijden zonder rijbevoegdheid.
In de omgeving van een nieuwbouwflat
in de Aaltje Noordewierstraat in de
Haagse wijk Waldeck is nogal wat glas
schade ontstaan doordat een mastiekketel
waarmee mastiek voor de dakbedekking
verwarmd werd, ontplofte. Van tal van
eengezinswoningen rondom de flat wer
den de ruiten ingedrukt, de mastiek ont
brandde en dikke rookwolken trokken
over dit deel van Den Haag in de rich
ting Loosduinen. Ook de flat zelf werd
door de explosie beschadigd.
Wilt u mij, nu wij het nieuwe jaar in
gaan, allemaal schrijven? Allemaal. Uw
zorg en uw blijdschap, uw wroeging en
uw goede voornemens? Wilt u mij alle
maal schrijven wat op uws harten bodem
leit. Dan zal ik het verwarmende gevoel
hebben dat ik u allemaal ken en dan gaan
wij samen de wereld verbeteren. Dat is
heerlijk voor een journalist. Weet u dat?
Want iemand die stukjes schrijft kan
met behulp van allen die die stukjes le
zen, 'n enorme invloed ten goede op het
wereldbestel uitoefenen. Als meneer Mao
en meneer Johnson en Charles de
Gaulle en vadertje Kosigin mijn stukjes
maar lazen, dan zou de wereld er heel
wat beter uitzien.
Een dierb're, hoogbejaarde grootvader
aan de vlammende haard, buiten: regen
of wintermist; zijn nobel gelaat door
ploegd door tijd en zorg, doch in zijn
warme hart de rust der wijsheid.
Welk een kracht en macht kan er van
zulk een figuur uitgaan, wanneer hij ver
zekerd is van het vertrouwen zijner leze
ressen en lezers! Wilt u mij allemaal,
allemaal schrijven?
Overal waar ik mijn diepe stoel bij
't vuur verlaten hebbende en, stapje
na stapje, door de jungle, aan gene zijde
mijner huisdeur, voortschuifélend. men
sen ontmoet, ontmoet ik mensen die er
naar streven de mensen te begrijpen. Is
dit niet heerlijk?
O, ik wilde wel dat u de tweelingzus
ter van onze werkster zoudt ontmoeten!
Zulk vertrouwen! Zulke levensblijheid!
Zulk 'n moed! O, waarom is de wereld
zo vervuld van misdaad en wreedheid,
wanneer er nog zulke vrouwen als de
tweelingzuster van mijn werkster zijn!
Gisteren stond een meisje, genaamd
Barbara, naast mij in de regen op de bus
te wachten. Zij weende, omdat zij een
kleine zwarte vogel 'n worm zag ver
moorden. Doch door haar tranen straal
den geloof, hoop en liefde. En ik sprak
en zeide tot haar „Weest gelukkig meiske,
ondanks dit gruwelijk tafereel; tranen
zijn de parels aan de vingers van de tijd
en al onze zorgen zijn kaf voor de wind".
Schrijf mij.
Van alle miljoenen, die dit voor uw de
den, geloof ik dat ik mevrouw de weduwe
Hoefstag-Duurleven het best begrepen
heb. De weduwe Hoefslag, die mij schreef:
„Niets in mijn lange leven is mij tot gro
ter steun geweest dan dat wat u, in 1903,
geschreven hebt over de moeder van 't der
de kamermeisje van uw moeder. Ik geloof
dat heel veel mensen vergeten dat kamer
meisjes ook een moeder hebben. De ra
zernij van het dagelijkse leven houdt
onze aandacht af van moeders van ka
mermeisjes. 't Is begrijpelijk, doch niette
min tot schade van de gemeenschap. Welk
een vrouw, die moeder!
Dank u, Maria Hoefslag, voor wat u
mij 63 jaar geleden hebt geschreven.
Er zal, in 't voorjaar, wanneer de rijst-
vogels en de toekans, de beo's en de
leeuweriken hun nestjes bouwen en een
zachte zon de wereld beschijnt, een dag
komen, Maria, dat ik in de bus ga om
u, in Zundert te bezoeken; te denken, uw
voorhoofd te kussen en op uw spinet een
sonate i>an Beethóven te spelen. Eenvou
dig eerbetoon aan een lieve, bejaarde
vtöÖv}."- nst- êimo rrmrt
Ik bedoelhet is goed ons te bezinnen
op de goede mensen, die onder ons zijn.
„Ook in de jungle bloeien rozen", schreef
Melchior van Ascona.
Welnu, schrijf mij dan. Gij allen die van
goeden wille zijt. Opdbt ik uit uw ver
trouwen de kracht putte, vóórt te gaan en
vóór te gaan over de smalle weg naar
het goede.
COf KAFTEN TOONWW
Zodra ze Huize Hobbeldonk hadden betreden, strek
te Hapwap zich behaaglijk op de vloer uit en viel
in een vaste slaap. „Mijn kleine is opgeknapt!" sprak
Hapwap's moeder tevreden. „Zijn honger is verdwe
nen! Hoe komt dat?" „Hij heeft goud gegeten!" ver
klaarde Panda. „Dat is de enige voeding die hem echt
gelukkig maakt. Ik ben bang, dat hij een dure smaak
heeft!". De dame maakte een afwerend gebaar ,en
haalde een zak met geld tevoorschijn. „Hier is je be
loning voor het opvoeden van Hapwap!" sprak ze. „Je
hebt het verdiend! En maak je geen zorgen over zijn
voedsel! Ik kan zoveel goud maken als ik zelf wil".
Op dat moment werd hun gesprek onderbroken door
Jollipop, die zwaaiend met een krant binnenkwam.
„De schurk Goedbloed is veroordeeld tot levenslang
grinthakken!" verklaarde de bediende. „Er blijkt
nog steeds een goudstaaf vermist te zijn, en zolang
hij niet wil zeggen waar die is gebleven, blijft zijn
straf van kracht!" „Maar dat is toch niet eerlijk!"
„Die staaf is door Hapwap in de munt opgegeten!
Joris zal nooit vrij kuiinen komen!"
ggiegm <rw5e
ouwEtew
PARFUM
ew
mundl
39. „Het definitieve bewijs tegen Shih
Lang zal natuurlijk geleverd worden zo
dra zijn Koreaanse handlangers zijn ge
arresteerd," zegt Rechter Tie. „Maar als
hij een verwonding aan zijn voet heeft,
staat zijn schuld eigenlijk al vast."
„Goed, trek dan nu uw sandalen uit, Shih
Lang," buldert de commandant. Bewijs
uw onschuld, als u kunt!" Shih Lang
staat op en blijft lange tijd zwijgen. Hij
leunt met zijn handen op tafel en de ge
vierde atleet lijkt plotseling moe en oud.
„Het is niet nodig" zegt hij eindelijk met
doffe stem. „Ik heb een verwonding aan
mijn rechter voet en ik ben inderdaad
de moordenaar van Soe. Het was niet
mijn bedoeling hem te vermoorden,
maar ik had geen keus meer toen hij
de diefstal van zijn zegel ontdekte. Ik
had grote schulden gemaakt en mijn
schuldeisers dreigden me voor het ge
recht te slepen. Dat zou mijn ondergang
zijn~geweest. Toen ontmoette ik die Kore-
anen Pak en Yie. Zij brachten me aan
het verstand hoe gemakkelijk ik het fort
kon oplichten. Ik bezweek voor de ver
leiding. Het zou maanden hebben ge
duurd voor het bedrog zou zijn ontdekt.
Ik zou dan allang in veiligheid zijn ge
weest, want ik wilde over een week ver
lof vragen en nooit meer terugkomen. Al
les zou goed zijn gegaan als die Rech
ter zich er niet mee bemoeid had."
9
719. De volgende morgen stapten onze
vrienden naar de fotozaak van Jan Jurk
om de foto af \te halen. /Bram liet het
niet merken, maar hij was nu ook wel
nieuwsgierig hoe hij er opstond. Per slot
van rekening was hij al dikwijls gete
kend door meneer Bart van Leeuwen,
maar een foto was toch weer eens wat
anders.
De fotograaf ontving hem beleefd.
Tussen de envelopjes zocht hij naar die
van Bram Fok, terwijl hij een beetje ze
nuwachtig vertelde:
„Ja, het was vanmorgen een hele toe
stand hier. Het slot van de winkeldeur
was kapot en ik kon merken dat er
iemand aan mijn spulletjes was geweest.
Maar er is niets gestolen, gek genoeg. De
dief schijnt gestoord te zijn".
Hij overhandigde Bram de enveloppe.
„Wilt u even kijken of de foto naar
uw zin is?"
„Naar mijn zin?" Bram tilde de foto
op en keek spinnijdig. „Wilt u mij werke
lijk een foto afleveren waarvan de helft
afgescheurd is?"
De mond van Jan Jurk viel open.
„Maar maar dat is onmogelijk", sta
melde hij.