Voortgekomen uit algemene toestand van ontevredenheid, angst en wanorde West-Duitslands N.P.D. en het fascisme (I) '1 (Van onze correspondent in Bonnï WANNEER DE STEMVERHOUDINGEN in de deelstaten Hessen en Beieren ook zouden gelden voor de andere deelstaten van de Bonds republiek - en dat dit zo is mag men op enkele uitzon deringen na aannemen - dan stemt op het ogenblik iedere twaalfde Duitser op de N.P.D., de neo-fascis- tische „Nationaal-democratische Partij van Duitsland". De nadruk moet hier op „stemt iedere twaalfde Duitser" worden gelegd, want het staat als een paal boven water dat een nog aanzienlijk groter percentage Duitsers wel op de N.P.D. zou willen stemmen, maar het nog niet durft. De schattingen over dit percentage N.P.D. ers-onder-de-oppervlakte lopen uiteen, al geven de cijfers weinig reden tot gerustheid. s p,.. Grote hanzen Eigen nest Twee begrippen Nazisme was opstand van de jaloersen, de minderwaardigen, de teleurgestelden Otlo Hess, propagandist van de NPD DE TOELOOP naar de N.P.D. is niet alleen betreurenswaardig, om dat de N.P.D. een fascistische be weging is. (Dat zij dit is, blijkt uit alles wat haar bestuur doet en zegt. Maar het is desondanks nog een fascisme in een pril stadium, hoe wel ook deze prille verschijnselen al weinig meer te raden overlaten voor eenieder die zich in bewegin gen als deze ook maar oppervlakkig heeft verdiept). Het treurige van de stemmentoeloop naar de N.P.D. is echter dat het domheid, of in ieder geval de afkeer van zelf- nadenken ten toon spreidt van een groot deel van het kiezersvolk. De N.P.D. is een partij zonder pro gram. Ze is, zoals zij zich nu voordoet, de partij van de ontevre denheid met alles en nog wat. DAT TWINTIG JAAR na afloop van de tweede wereldoorlog, een periode waarin de televisie en het pocketboek zijn intrede deden (die zo zouden „bij dragen tot de ontwikkeling van de grote volksmassa") een aanzienlijk deel van een volk in principe bereid is zich te scharen achter het gezwets van enige oud-N.S.D.A.P.'ers is met het minst ook een klap voor de ijv®~ rige uitgevers van al die kranten, tijd schriften, dure en goedkope boekwer ken, documentaire-grammofoonplaten en films, die het publiek een „objec tief" beeld van wat het ascisme ge worden was, moesten inprenten. Om nog niet te spreken van de televisie die vooral in de Bondsrepubliek jaar in jaar uit op uiterst lofwaardige ma nier heeft voorgelicht en geëxpliceerd. DE EERSTE symptomen van het feit hoe ontoereikend dit alles toch nog voor dit in de grond van de zaak on-democratische volk is ge weest, bleek wel uit onderzoekingen van de politieke opinie ter gelegen heid van de Bondsdagverkiezingen van vorig jaar. Een adembenemend aan tal mensen op de straat kon van een aantal prominente Duitsers niet ver tellen of zij wel dan niet deel van de toenmalige regering uitmaakten. Het resultaat dat uit dit onderzoek kon wor den afgeleid was, dat een groot deel van het eenvoudige kiezersvolk nog steeds in een soort geresigneerde wan hoop, gemengd met angst, opkijkt naar de „adellijke heren en grote han- zen", die naar zijn mening natuurlijk allemaal „in de regering" zitten. Van uit dit gezichtspunt is met het kie zersvolk r.og van alles aan te vangen. Niemand begrijpt dit beter dan de vroegere districtsredenaar van de N.S.D.A.P. en huidig bestuurslid van de N.P.D. Otto Hess. Deze man, die de propagandisten van de partij in een speciale cursus grondig op hun werk voorbereidt, is in een ontmoeting de vriendelijkheid zelve. Hij staat voor alle meningen open, blijft onder alle omstandigheden rustig en beleefd en lijkt de perfecte democraat. HERHAALDELIJK is Hess naar het Drogramma van zijn partij gevraagd. Op deze vragen gaf hij onder andere deze antwoorden: „Het programma laten we jullie zien, als we aan de macht zijn „Wij weigeren een programma op té stellen. Men moet alleen de wil hebben, uit de situatie van het ogen blik iets te maken". „Als men uit het niets en zonder geld een organisatie wil opbouwen, moeten de mensen eerst eens in be weging worden gebracht, heel onze propaganda is er op gericht, de men sen het gevoel van zekerheid, van ge loofwaardigheid, van „vastigheid te geven: die kan men vertrouwen, bij hen zijn onze kinderen bezorgd, daar wordt een positieve levensinhoud door gegeven"; En tenslotte: „Overigens kan een partij die nog in het stadium van op bouw verkeert, zich niet in alle de tails verdiepen. Ze moet zich eerst eens tot die delen van de bevolking richten, die naar houding en gezind heid nog over een nationaal gevoel be schikken". Van belang is dit a-programmati sche programmapunt: het ontbreken van een duidelijk program alleen al is één van de voornaamste sympto men van het fascisme, wat dit dan ook moge zijn. Benito Mussolini. Ita- lië's sterke man van 1922 tot het eind van de tweede wereldoorlog en de va der van het moderne fascisme in zijn zuiverste vorm, schreef in 1932 in een artikel over zijn beweging in de „En- ciclopedia Italiana": „Ik had geen spe cifieke doctrine in het hoofd. Mijn leerstelsel was een doctrine van ac tie. Fascisme was geboren uit de be hoefte aan actie, en het was zelf ac tie". Ook Adolf Hitler had geen plan, toen hij kort na de relletjes in het München van na de eerste wereldoorlog tot de toen al bestaande N.S.D.A.P. toetrad. Het toen al bestaande en niet door hem opgestelde nationaal-socialistische partijprogram van de N.S.D.A.P. (niet zuiver fascistisch, want anti-kapitalis tisch) paste Hitier echter aan de om standigheden van 't ogenblik aan. Het zelfde had zijn idool Mussolini gedaan. Hetzelfde zijn Otto Hess en zijn voormannen Fritz Thielen en Bubby von Thadden van plan te doen. IN SAMENHANG MET het optre den van Benito Mussolini tenslotte een eerste poging tot definitie van wat fas cisme is. Ze stamt van de Italiaanse historicus Federico Chabod en is af komstig uit een boek dat hij van col leges over het fascisme na de twee de wereldoorlog samenstelde. Fascisme is een hoogst gecompli ceerd verschijnsel, dat niet in een exacte formule kan worden gevangen zegt de professor. Hij noemt het on dermeer een fenomeen dat voortkomt uit een algemene toestand van angst, ontevredenheid en wanorde. Deze gevoelens kunnen al worden gewekt bij „de ambtenaar of de ad vocaat die op weg is naar zijn kan toor en merkt dat alle trams en bus sen vol zijn en die zichzelf dan af vraagt waarom de staat niet ingrijp! om aan deze voortdurende toestand van wanorde een eind te maken. fessor Chabod ziet fascisme ook heel speciaal als produkt van „de patriot tische kleine burgerij die wil dat het land gerespecteerd wordt en die er graag zeker van is dat haar land in de wereld een zekere mate van prestige geniet. (Chabod voegt er echter aan toe dat deze kleine burgerij nimmer het fascisme „buiten bepaalde gren zen wilde volgen"). Maar met deze definities zijn al weer nieuwe factoren die het fascis me vormen, opgesomd. Zonder op een bespreking van het manifest van de N.P.D. vooruit te willen lopen: ook deze partij eist vanzelfsprekend een zuivering van het „besmeurde" beeld van Duitsland. In dit verband valt in het partijpro gram de enige in kapitale letters ge drukte slogan „jedem das Seine" op. Otto Hess sprak eens op een partij- vergadering: „Ik maak alleen een boe tetocht naar Auschwitz, als de Engel- jen (Europaische Verlaganstalt, Frankfort). Dr. Bauer werd in 1933 al door het Hitler-regime naar een van de eerste concentratiekampen (Heu- berg) gezonden, omdat hij leider was van een uit de S.P.D. en andere linkse partijen, de vakbonden en de .Zentrumpartei" gevormde organisa tie „Reichsbanner Schwarz-rot-gelb die zich tegen de S.A. van Hitier te weer stelde. Bauer werd vrij gelaten en emigreerde naar Denemarken, waar hij na de bezetting opnieuw werd ge arresteerd. Tenslotte kon hij naar Zwe den vluchten. Hij keerde pas in 1949 naar de Bondsrepubliek terug. Hij geldt hier als een energiek onderzoe ker van het fascisme en als een hartstochtelijk bestrijder ervan. DR. BAUER WIJST in zijn boek al lereerst op het gevaar, dat fascisten (en in het verleden de nationaal-so- cialisten) instinctief aanvoelen wat theoretici over de massa-psyohologie pas na langdurige studies hebben Dr. Fritz Bauer, ad vocaat-generaal van de deelstaat Hessen en schrijver van een boek over het fascis me. sen naar Dresden en de Amerikanen naar Hiroshima gaan". Wanneer Hess een boetetocht naar Buchenwald kon maken (maar de „Volkspolizei zou hem er meteen inrekenen) zou hij wellicht nog beter begrijpen dat zijn vrienden en hij de slogan „Je dem das Seine" beter uit hun program kunnen weglaten, wanneer ze willen blijven volhouden geen „neo-nazi s te zijn. NEO-NAZI'S zijn de partijleden van de NPD. (voorlopig althans) opk be slist nog niet. Wel zijn het fascisten van het zuiverste water, al heeft nie mand dan nog een sluitende definitie van het fenoneem kunnen geven. Fas cisme is als een griep-epidemie, die op regelmatige tijden over de wereld waart en er dood en verderf zaait. Maar pas als de ziekte is uitgebroken is het mogelijk het virus nauwkeurig vast te stellen, dat weliswaar op ve le maar lang niet op alle punten met het virus van de vorige epidemie overeenstemt. Jammer genoeg komt het dan pas samenstelbare serum niet zelden voor vele mensen te laat. Dr. Fritz Bauer is de 63-jarige ad vocaat-generaal van de deelstaat Hes sen. In 1962 hield hij een inleiding voor een jeugdkring in Kijnland-Pfalz in het kader van een grotere discus sie over machtsradicalisme. Dr. Bauers toespraak is als boek verschenen onder de titel „die Wurzeln des faschis- tischen und nationalsozialistischen Handelns" De wortels van het fascis tisch en nationaal-socialistisch hande- ontdekt: dat het nu eenmaal noodza kelijk is de massa van boven af op een of andere manier in de hand te 'houden. Meer dan wie ook weten de fascistische voormannen hoe ze de massa moeten „manipuleren". „De vraag naar de wortels van het nazisme is dan ook steeds de vraag naar de ontvankelijkheid van de meest brede lagen voor zijn „Ungeist" (geesteloosheid) en naar de bereid heid van vele. ja al te veel mensen om mee te doen". Zowel fascisme als nationaal-socialisme heeft er steeds grote waarde aan gehecht, niet door het verstand, maar uit geheel andere bronnen te worden gevoed. Ze spraken van gevoel, van instincten, van uit de natuur voortgekomen oorspronkelijk heid en van oer-geweld. VAN HET FACISME geeft dr. Bau er de volgende definitie: een totalitair systeem, dat gekenmerkt wordt door de een of andere vorm van leiders- principe, door het verbod partijen naar believen op te richten, door het ont breken van een oppositie en daarmee het onderdrukken van de vrije me ningsvorming. Het nazisme daarentegen is volgens dr. Bauer méér: „Het is een onrecht- staat, wat betekent, dat de staat zelf, zijn wetgeving, zijn bestuur en zijn rechtspraak geheel of in de belangrijk ste onderdelen crimineel is gewor den". Een voorbeeld van fascisme ziet cli Bauer in ,het Italië van Mussolini, van het nazisme in Hitler-Duitsland. En hij vervolgt: „Dat wil niet zeggen dat het nazisme door Hitier geschapen en met hem ook noodzakelijkerwijs weer gestorven zou zijn. Ondanks alles blijft het feit bestaan, dat brede lagen van de bevolking tot het bittere einde toe in Adolf Hitler geloofden en zijn me destanders waren. (Hieraan kan dan meteen de conclusie worden verbon- den: hoe zou men kunnen geloven dat deze medestanders plotseling Ya". aardbodem vedwenen zouden zijn?) WAAROM de economische moeilijk heden van de twintiger jaren in de Ver enigde Staten leidden tot de komst van een sociale hervormer als president Roosevelt, en in Duitsland tot de komst van een machtswellusteling als Hitlér, tracht dr. Bauer na te gaan. De economische depressie was in ternationaal", zegt hij. „En er zijn vol ken die hun militaire nederlaag kun nen verwerken en andere die dat niet kunnen. Duitsland stond cultureel in het middelpunt van de wereld en er was geen reden om nu speciaal moe, defaitistisch, nihilistisch of zelfs boos en slecht te worden". In plaats van naar een oplossing te zoeken, zochten de Duitsers zich een „Germaans lei- der-ideaal, niet gehinderd door die parlementaire onzin". Bauer zet dan uiteen noe volgens hem de Duitsers in de loop van de eeuwen vreemd genoeg niet werden gevormd door de Germaanse idealen (die geen blinde gehoorzaamheid ken den en geen bindende eed) en die in Groot-Brittannië, Nederland en in Zwitserland door het protestantisme werden overgenomen, maar door de Romeinse principes, die uitgingen van autoriteit en ordening tot in het klein ste detail Het Duitse protestantisme stelde vol gens Bauer op de door Luther met de volgende woorden vertaalde tekst van Romeinen 13:1: „Ieder is de onder daan van de overheid, die de macht over hem heeft, want er is geen over heid zonder God. Waar overheid is, is zij door God bevolen. Wie zich tegen de overheid verzet, verzet zich tegen Gods gebod". BAUER concludeert: „Dat is de we reldbeschouwing en politieke zedenleer die men de Dutsers sinds de 16de eeuw tot aan het nazisme heeft inge prent. Het hoogste goed voor de kin deren der aarde is de overheid. Ook Hegel en Kant dachten in deze groot heden, aldus Baüer, die concludeert dat uit deze voorgeschiedenis het Duit se ambtenaren-ideaal en het Duitse vader-beeld is ontstaan. De ambte naar heeft geen mening, hij gehoor zaamt het gezag. Al te velen hebben filosofie, rechten en medicijnen gestudeerd, zonder van hun plicht tot waarheid, recht en le ven overtuigd en innerlijk aangegrepen te zijn. Het beroep was voor hen een handwerk, techniek zowel ten goede als ten slechte. Uit deze situatie was het volgens Bauer ook mogelijk dat officieren en generaals zich na de nazi- tijd verdedigden met de opmerking, dat zij „geen politici" waren en daarvoor geen verantwoording droe gen: „Het waren generaals, geen mensen". De moraal kwam op de laatste plaats, men deed zijn plicht. De moraal stond ook los van de poli tiek, het waren twee afzonderlijke grootheden. Bauer besluit zijn betoog met de vol gende opmerkingen: „De massa staat moreel en psychologisch onder het in dividu. De geestelijke en ethische standaard past zich aan de mensen van laagste graad aan. Massa's staan steeds aan de rand van de criminali teit. Ze verkeren voortdurend in de latente bereidheid, misdaden te be gaan". „HOE ZWAKKER de mens is, en hoe meer hij door minderwaardigheids complexen wordt geplaagd, des te meer roept hij om hardheid tegen de Een NPD-propagandist met Hit lers „Mein Kampf" in de ene hand en brochures in de andere probeert voorbijgangers voor zijn nationalistische ideeën te winnen. ,nog zwakkeren en des te brutaler treedt hij op naarmate hij zijn eigen fiasco probeert te verbergen. Het woord „halbstark" is pas in onze tijd populair geworden. Het past echter bijzonder goed op de nazistische allu res van 1918 tot 1945. Het nazisme was dan ook de opstand van de minder waardigen, de teleurgestelden, de ja loersen TOT ZOVER dr. Bauer. Toen de jeugdgroep, waarvoor dr. Bauer zijn le zing gehouden had, het plan opvatte tweeduizend gedrukte exemplaren ter discussie op de scholen in Rijnland- pfalz te verspreiden, werd dit door het „ministerie van cultuur" van de deel staat verboden. Het voert te ver de argumenten weer te geven, die in de landdag over het geval werden aange voerd. Ze zijn achter in het boek ie van dr. Bauer opgenomen. Deze argu menten zijn echter duidelijke ze stammen van liberale en christen-de mocratische afgevaardigden „fas cistische" argumenten. Zo zou dr. Bauer „het eigen nest hebben bezoe deld", de Duitse filosofen hebben mis handeld, de Duitse vader-figuur on recht hebben aangedaan en zich op ge vaarlijke wijze tegen het noodzakelijke principe van orde hebben gewend. De toespraken geven kortom een be- wijs dat het door dr. Bauer beschre ven fascisme zoals dat in de Hitl'er- jaren tot nazisme leidde, niet dood is. Het is dit facisme, dat door de propa gandisten van de N.P.D. op het ogen blik wordt gepredikt. Top-propagandist Otto Hess ant woordde kortgeleden op een vraag van een journalist van „Der Spiegel": „Ons programma is afgestemd op de politiek-psychologische situatie van de bevolking met haar bijzondere begeer te naar zelf-achting, goed gedrag, ka rakter en zelfbewustzijn, om datgene te kunnen verwerkelijken, wat de hui dige tijd van ons verlangt. „Hoe dit alles moet gebeuren zegt Hess niet. De romantiek, die uit het on-program- matische programma van de N.P.D. spreekt, duidt echter minder in de richting van de „door de maan be schenen nachten", dan in die van de „lust tot mateloosheid". Hoe ver die mateloosheid bij de N.P.D. zal geen, zal bepalen welke vorm het fascisme op het ogenblik in de Bondsrepubliek aan het groeien is. Of het een nieuw „nazisme" wordt, moet worden afge wacht. DR. BAUER springt in zijn verhan deling wel wat gemakkelijk om met de termen fascisme en nationaal-socia lisme. Hij kon dit aan de ene kant doen, omdat beide begrippen vanuit de ervaring, die iedereen er mee had in het Hitler-rijk, nauwelijks van el kaar te scheiden waren. Op zoek naar de aard van het N.P.D.-fascisme is het echter beter beide begrippen nog even uit elkaar te houden. Wat nationaal-socialisme in zijn zui vere vorm precies was, daarover schrijft Otto Strasser, één van Hi'l.ors oorspronkelijke, maar al gauw afvallig geworden assistenten, die wel natio- naal-socialist, maar niet „fascist ge noemd wil worden. Over Strasser en zijn boek „Der Faschismus" zal in een volgend artikel in Erbij worden be richt.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1967 | | pagina 13