KERKEN VOOR HEDENDAAGSE MENSEN - Wordt in Auschwitz omgekomen pater zalig verklaard Humanisten zorg voor over geestelijke strijdkrachten Geslacht en priesterschap Aanval op Billy Graham door baptisten predikant li %t8l i Wiiffl De scheppingen van Emil Sleffan Bedrijfsapostolaat timmert aan de weg m s KERKRESTAURATIE ZATERDAG 7 JANUARI Stille activiteit Processie Geheim Puinhoop Else Schlüter mmm wmmmm TWEE WIJDINGEN -ÊT |kj||jjNikK ï!- 4JU m 196 7 (DK) ,,A1 geruime tijd slaan wij met respect de stille activiteit van de architect Emil Steffan gade" aldus „Kunst en Kerk", een eens per kwartaal in Kassei verschijnend blad in 1963. Spoedig daarna was het rondom Emil Steffan niet meer stil. In januari 1964 werd hij tot ere doctor benoemd van de Technische Hogeschool van Darmstadt „uit erkentelijkheid voor zijn voortreffelijke kerkgebouwen, geschapen uit de geest der traditie maar tevens nieuwe wegen voor onze tijd wijzend". Datzelfde jaar kreeg Steffan de Grote Kunstprijs voor de bouwkunst van de deelstaat Noordrijn-Westfalen en in 1965 werd hem het Grootkruis van Verdienste van de Bondsrepubliek verleend. In de tussentijd had Emil Steffan, wiens naam bij een kleine groep in gewijden bekend was sedert 1943, toen hij in Lotharingen zijn „kerk in een schuur" bouwde, op het internationale vlak aandacht getrokken. Op verzoek van het internationale centrum „pro renovatione San Stephani Rotundu Ro- mae", waarvan kardinaal Lecare ere- oorzitter is, had hij tezamen met de Zwitserse architect Hermann Baur een plan ontworpen voor de restauratie van een der oudste kerken van Rome, San Stefano Rotondu. Bij een bezoek aan het eenvoudige houten huis van Steffan, prachtig ge legen op een heuvel boven de Rijn, komt men onder de indruk van die geest van „stille activiteit." Steffan is een rustig mens, wars van uiterlijk vertoon en opdringerigheid. Een instel ling, die voor de door hem ontworpen kerken kenmerkend is. De vele kleurige vlaggetjes op een landkaart in zijn atelier bewijzen, dat hij al vele kerken heeft gebouwd. De meeste van zijn kerken hebben niet alleen geen toren, zij hebben evenmin naar buitenslaande grote ramen. Stef fan prefereert een modern, gesloten vierkant, dat licht van boven af of uit een binnenhof ontvangt. Steffans ker ken zijn plaatsen voor contemplatie en concentratie. Heel graag bouwt hij „centra", waarin kerk, woningen, kinderspeel plaats en diverse lokaliteiten rondom een binnenhof gegroepeerd zijn. In de door hem in Dusseldorp gebouwde kerk „Maria in den Benden" kunnen de grote ramen tussen kerk en binnen hof omhoog worden getrokken, zodat de binnenhof als openluchtkerk dienst kan doen en bij het gebeuren in de kerk wordt betrokken. Kenmerkend is ook, dat Emil Stef fan wanneer men hem vragen stelt over zijn kerken, om te beginnen spreekt over de dienst, over de mis, de preek, de eucharistie. Zijn eerste opdracht was niet voor een kerkge bouw, maar voor een prraessie. In zijn protestantse geboorteplaats Lü- beck wist de katholiek Steffan in 1932 te bereiken, dat de processie ter ge legenheid van Maria Hemelvaart niet, zoals altijd, in de kerk werd gehou den, maar buiten. Voor die processie ontwierp hij de „vormgeving", waar- (Van onze correspondent) ROTTERDAM Het bedrijfsaposto- laat gaat, na bijna twintig jaar enigs zins in de schaduw te hebben gewerkt, meer aan de weg timmeren. Enkele maanden geleden werd dit ingeleid met een teach-in te Rotterdam over „Geloven op maandag" en morgen staan twee speciale preken op het programma in Rotterdam (door de bisschop) en in Haarlem, gevolgd door collectes in deze bisdommen. Voor het zich steeds uitbreidende werk in de bedrijven is nu eenmaal geld nodig. Een van de eerste zorgen van het be- drijfsapostolaat is het zoeken naar een nieuwe naam. Men vindt dat het woord „apostolaat" te veel geassocieerd is met „zieltjeswinnerij" en zoekt een naam die duidelijk het „ten dienste staan" van de kerk aan de bedrijfs wereld uitdrukt. Bouwend op de gedachte, dat de kerk een bijdrage kan leveren om het klimaat en de structuur van de onder neming te verbeteren, werd het be drijf sapostolisch werk in 1947 begonnen door een groep paters jezuïeten in Rot terdam. Momenteel zijn aan het apos tolaat bijna honderd bedrijfsaalmoe- zeniers verbonden, van wie 43 in de bisdommen Rotterdam en Haarlem. bij een vierkante tafel de andere ge bruikelijke vier altaren verving. Een jaar later waren de nationaal- socialisten aan de macht Met de pro cessie in Lübeck was het afgelopen. Nu werd het stille werk van Steffan ook nog geheim. In het geheim bouwde hij noodkapellen in fabrieken, in een wo ning. een ziekenhuis. In een er van bracht bij het beroemde kruisbeeld van Ernst Barlach onder, dat op last van het bewind uit de Elisabethkerk in Marburg moest worden verwijderd. Toen hij in 1943 opdracht kreeg door de oorlog beschadigde huizen in het oude dorpje Bust in Lotharingen in oude stijl te herstellen, bouwde hij zon der dat zijn opdrachtgevers ervan wis ten een kerk, die als schuur was ver momd. Deze „kerk in de schuur" is zo mooi en zo in overeenstemming met de huidige situatie van het christen dom, dat zij als het ware opwekt nog eens helemaal van voren af aan te beginnen in de stal van Bethlehem. Misschien wel een der redenen waar om juist deze kerk zo bekend werd. Toen Steffan na de oorlog opdracht kreeg om de vernielde kerk der Fran ciscanen in Keulen weer op te bou wen, tekende hij een schets met een puinhoop, een uit onregelmatige puin- stenen gebouwde boog, een muurhoek. Daarnaast schreef hij: „De puinhoop is een ideale blokkendoos vol inspira tie voor onze fantasie. De onregelma tigheid van het materiaal is voor een kerkgebouw geen nadeel. Het stimu leert om niet het gladde, volmaakte materiaal te kiezen, maar juist het ge- barstene, geschondene te zoeken en te leren liefhebben. een kans, die ons in onze ellende wordt geboden om de dingen niet uit de weg te gaan". Bij de verlening van het eredocto raat in Darmstadt werd een zin van Steffan geciteerd: „Tot het goede be hoort maar weinig. In een kerk moet niets de aandacht afleiden, alles moet haar bevorderen". Daarmede wordt een eenvoud ge- eist, die moeilijk te bereiken is. In zijn antwoord, zei Steffan, dat het eredoctoraat eigenlijk moest gaan naar zijn overleden vriend, de beroem de kerkenbouwer prof. dr. Rudolf Schwarz, van wien hij veel heeft ge leerd en naar zijn medewerkers. Waar het om gaat is, dat de „persoon", die een kerk bouwt, in overeenstemming met de Latijnse betekenis van het woord „iets doet weerklinken". „Er waren grote tijden waarin de kunsten bloeiden, maar de mensen die de grote kunstwerken schiepen geheel op de achtergrond zelfs anoniem bleven. Niet uit valse bescheidenheid, maar omdat de scheppende mens zichzelf toen als werktuig voelde". Alle gelovigen Eén wens heeft Steffan en dat is, dat het mogelijk zal blijken San Ste fano Rotondo in Rome weer op te bou wen. Niet vanuit de geestesgesteldheid van monumentenzorg, maar als kerk waarin alle christelijke gezindten el kaar kunnen ontmoeten. Dit vijftien eeuwen oude bedehuis, dat ook thans nog de kerk is van kardinaal Mindzen- ty, stond jarenlang ter beschikking van de Hongaarse studenten in de theologie in Rome. Het internationale centrum zou willen, dat de kerk wordt herbouwd naar de oorspronkelijke vorm als rond gebouw de prach tige zuilengang staat nog waarin alle gelovigen zich rondom het in het midden geplaatste altaar kunnen scha ren. WMi Kerken van hedendaagse mensen: een blik in de Sint Laurentiuskerk in Keulen, gebouwd naar het ont werp van de Duitse architect Emil Steffan. Nu de positie van de geestelijke ver zorger in de strijdkrachten bij herha ling in discussie is geweest, heeft ook het Humanistisch Verbond nog eens uitgesproken hoe het deze positie ziet. Het feit dat de overheid voor een aantal geestelijke verzorgers plaats in de strijdkrachten inruimt, houdt de garantie iif dat zij deze verzorging tot in de laatste instantie wil waarborgen. De vrijheid van de geestelijke verzor ging wordt er niet door aangetast. Hier is als het ware sprake van een over eenkomst tussen kerk en verbond ener zijds en de overheid anderzijds om in samenwerking de geestelijke verzor ging te behartigen. De huidige (niet- militaire) status van de geestelijke verzorgers in de strijdkrachten is daar om aanvaardbaar, aldus het verbond. Over uniformering wordt gezegd: „Ingevolge de Conventie van Genève dienen de geestelijke verzorgers in oor logsomstandigheden geüniformeerd te zijn en een rode-kruisband te dragen. Daarom gedogen die omstandigheden het gekleed gaan in burger thans niet. Ook in vredestijd maken praktische overwegingen, samenhangend met het karakter van de militaire samenle ving, het dragen van uniform aanvaard baar. Het verdient echter aanbeveling, ddt de geestelijke verzorger bevoegd is, in overleg met het hoofd van zijn dienst te bepalen, wanneer hij in bur ger zou kunnen werken." Het verbond spreekt zich als volgt uit over rangonderscheidingstekenen: „De geestelijke verzorger in de strijdkrachten bezit geen bepaalde rang, maar is met de bezitter daar van gelijk gesteld. Uit een oogpunt van doelmatige geestelijke verzorging zijn de rangonderscheidingstekenen niet noodzakelijk. In oorlogsomstandig heden kunnen zij van belang zijn voor de behandeling van de geestelijke ver zorger en de voortzetting van de gees telijke verzorging in eventuele krijgs gevangenschap. Het verdient overwe ging na te gaan in hoeverre met het dragen van de kentekenen van de geestelijke verzorging alleen zou kun nen worden volstaan." Het Humanistisch Verbond zegt be reid te zijn samen met de kerken en in overleg met de overheid in hoven- genoemde geest werkzaam te zijn. De hervormde kerkgebouwen te Ber gen op Zoom, Ommeren, Warder, West- zaan en Zoetermeer moesten dit jaar wegens bouwvalligheid gesloten wor den. Hoewel de bedragen, die op de Rijksbegroting voor de subsidiëring van restauraties zijn uitgetrokken, de laatste jaren regelmatig zijn verhoogd, zijn deze lang niet voldoende om aan alle aanvragen te voldoen. Alleen voor de kerk in Ommeren is in 1967 een subsidie beschikbaar gesteld. De psychiater dr. Robert F. Hob- son, verbonden aan de universiteit van Londen, heeft de Kerk van Engeland gewaarschuwd, dat vrouwelijke pries- sters wellicht de aandacht van manne lijke kerkgangers zouden kunnen af leiden. Terzelfder tijd heeft hij ver klaard, dat tal van vrouwen uiting hebben gegeven aan afschuw en weer zin tegen haar eigen sexe aan het al taar. „Weerzinwekkend", „ondenkbaar", „stuitend", „schandelijk" en „het idee maakt me misselijk" waren enkele van de termen, die hij aanhaalde. Dr. Hobson heeft de problemen van geslacht en kerkbezoek openhartig be sproken in een aanhangsel op een rapport van een commissie van de Kerk van Engeland inzake het toelaten van vrouwen tot de geestelijke stand. De bedoelde commissie, onder lei ding van dr. Gerald Ellison, bisschop van Chester, is door de aartsbisschop pen van Canterbury en York drie jaar geleden ingesteld om het hele probleem van het toelaten van vrouwen tot het priesterschap te bestuderen, maar niet om aanbevelingen voor of tegen te doen. Dr. Hobson, die lid is van de com missie, schreef.„Het sexueel gevoel is een factor in de verhouding tussen priester en parochianen en misschien belangrijker en van groter omvang dan soms wordt voorgesteld. Zodanig gevoel, heterosexueel of homosexueel, is ongetwijfeld een essentiële factor in de geesteshouding ten opzichte van het geslacht van de priester". De beroemde „kerk in de schuur" I Het nationaal-socialistische regime van Emil Steffan in Lotharingen. heeft nooit ontdekt dat de bevolking in het geheim naar deze kerk ging. In het baptistenweekblad „De Chris ten" stelt ds. J. van Dam uit Sneek in zijn rubriek „Nader Bezien", die al tijd door grote strijdbaarheid opvalt, enkele critische vragen naar aanleiding van het bezoek, dat de evangelist Bil ly Graham aan Vietnam heeft gebracht. Het artikel van ds. Van Dam beves tigt nog eens de grote tegenstelling, die men momenteel aantreft tussen de aanhangers van Billy Graham en die van Martin Luther King, die beiden baptisten zijn, maar in hun visie bijna lijnrecht tegenover elkaar staan. Dit zegt ds. Van Dam naar aanlei ding van Graham's bezoek aan het front in Vietnam, waar hij, naast zijn werk als evangelist, voor zich zelf wil de vaststellen of de Verenigde Staten moreel gerechtigd zijn de oorlog in Vietnam te voeren: „Allereerst herinnerden wij ons, dat Graham nog niet zo lang geleden pro testeerde tegen de anti-Vietnam-oor- log-demonstraties en bij die gelegen heid het Amerikaanse volk opriep loyaal te zijn jegens Washington. Vraag: mag een christelijke leider en dat is Graham in Amerika ontegen zeggelijk tot steun aan een regering oproepen wanneer hijzelf, blijkens de nu afgelegde verklaring, nog niet over tuigd is van het morele recht van die regering in de aan-de-orde gestelde kwestie? Voorbijgaande aan de vraag of Gra ham bij zijn bezoek aan (één zijde van) het front werkelijk de reële mogelijk heid heeft om zich een oofdeel te vor men over_ het „morele recht" van de Amerikaanse oorlogsvoering in Vietnam, is onze volgende vraag of het op zichzelf al niet immoreel is, dat de gewone Amerikaanse en Australi sche dienstplichtigen naar het front worden gezonden zonder eerst voor zichzelf te kunnen vaststellen of de oor log die zij gaan voeren moreel ge rechtigd is? Of is de vraag naar het „morele recht" van een bepaalde oor log voor een soldaat- die doden moet en gedood kan worden minder belangrijk dan voor een evangelist? De derde vraag, en die geldt niet slechts Graham maar alle christenen, die nog telkens durven te spreken van een „rechtvaardige oorlog": wanneer is een oorlog eigenlijk moreel ge rechtvaardigd? Met andere woorden: welk doel precies heiligt de satani sche middelen van napalm- en andere bommen, van dood-en-verderf spuiten jachtvliegtuigen, van lichaamverrijzen- de granaten? Zelfs wanneer Graham mocht vast stellen dat Amerika moreel niet ge rechtigd is de oorlog in Vietnam te voeren gezien zijn vroegere uitla tingen betwijfelen we deze conclusie zeer dan nog heeft, naar onze over tuiging, Graham het evangelie een Twee wijdingen: in de Westminster Kathedraal in Londen strékte de rev. Christopher Batier zich ootmoe dig uit voor het altaar, toen hij door kardinaal John Heenan werd ge wijd tot hulpbisschop van Westmin- stera Rechts een beeld uit de dienst in het kerkschip aan het Spaarne in Haarlem, waar onze medewerker A. van Leeuwen tot diaken in de Rus- sisch-orthodoxe kerk werd gewijd. Midden aartsbisschop Basil uit Brussel, rechts subdiaken Mikhail. slechte dienst bewezen. Alleen al door de mógelijkheid van een moreel ge rechtvaardigde oorlog open te laten. Het begrip .„rechtvaardige oorlog" is van Augustinus en heeft misschien in diens tijd een humaniserende invloed gehad. Misschien! Zo het ooit een aan vaardbaar en reëel begrip is geweest, het mist in elk geval elke aansluiting met de werkelijkheid van nu. Billy Graham BONN Kardinaal Wyszinski, de primaat van Polen, heeft onlangs in een in Niepokalanow bij Warschau gehou den preek medegedeeld, dat tijdens het Tweede Vaticaanse Concilie Poolse en Duitse bisschoppen samen aan paus Paulus de Zesde hebben gevraagd pa ter Maximiliaan Kolbe zalig te verkla ren. De Franciscaner pater Kolbe is in het vernietigingskamp Auschwitz om het leven gekomen. Hij overleed na een verblijf in de beruchte bunker van dit kamp, waarin hij werd opgesloten, om dat hij een andere gevangene, vader van een groot gezin, wilde redden. Volgens Kardinaal Wyszinski kwam het initiatief tot deze stap van de Duit se bisschoppen, die hun daad begre pen willen zien als boetedoening voor al het kwaad, dat in naam van het Duitse volk in Polen werd bedreven. De Poolse bisschoppen, aldus de pri maat, hebben de hun aangeboden hand aanvaard. Een gezamenlijk memo randum werd opgesteld en aan de paus overhandigd. Zaligverklaring is een proces, dat vele jaren vergt. Niet alleen dienen bepaalde voorwaarden aanwezig te zijn, zij moeten ook nauwkeurig wor den onderzocht. Eventuele getuigen moeten worden verhoord, alle argu menten voor en tegen moeten worden gewikt en gewogen. Leken denken vaak, dat iemand door zaligverklaring achteraf voor zijn verdiensten wordt geëerd of gerehabiliteerd. Dat is niet zo. Het heldhaftige en waarlijk chris telijk gedrag van pater Kolbe ver dient ongetwijfeld bewondering. De kerkvaders zullen moeten uitmaken of het voldoende is om pater Kolbe in het koor der zaligen op te nemen. Er zullen nog wel enige jaren vergaan voordat de beslissing valt. De grote betekenis van de stap van de Poolse en Duitse bisschoppen ligt in hun samenwerking. Het gezamen lijke memorandium is een nieuwe stap op de weg, die tijdens het Concilie werd ingeslagen een weg, die moet leiden tot verzoening tussen de twee volken, die elkanders buren zijn ongeacht hetgeen zij elkaar over en weer voor en na 1945 hebben aange daan. Een zaligverklaarde pater Kolbe zou dan de schutspatroon en een symbool zijn van een door vrede en begrip voor elkaar gekenmerkt sa menleven van Polen en Duitsers. De weg daarheen zal ongetwijfeld nog lang en doornig zijn.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1967 | | pagina 14