Winkeliers maken fouten
bij diepvries-bewaring
Die winter is vergangen"
„VROUW KAN NET ZO GOED MILITAIR ZIJN ALS DE MAN",
(zegt mevrouw
de commandant)
KWALITEIT en behandeling van
diepgevroren levensmiddelen zijn
te veel afhankelijk van het toeval
lig enthousiasme van een bepaald
bedrijfschap. Professor mr. J. M.
Polak, van de Landbouwhogeschool
acht een reglementering voor alle
diepvriesartikelen noodzakelijk naar
voorbeeld van die voor diepgevro
ren gevogelte. Maar zelfs die zijn
nog voor verbetering vatbaar.
Hij sprak onlangs voor onderne
mers in de levensmiddelensector,
naar Wageningen gekomen voor een
instructiedag.
Binnenkort wordt voorgeschre
ven dat voor het vervoer van diep-
vries-gevogelte geïsoleerde vervoer
middelen moeten worden gebruikt.
Een volgende stap is, volgens pro
fessor Polak, koelwagens voor het
vervoer. Hij meent dat behalve de
Adviescommissie Warenwet, nu ook
de SER-commissie Uitvoeringsmaat
regelen Warenwet op dit gebied ac
tief moet worden.De laatste com
missie is door de wet voorgeschre
ven maar nog steeds niet ingesteld
omdat men het niet eens kan wor
den over de samenstelling van die
commissie De commissies moeten
zowel de aspecten van de volksge
zondheid als van eerlijkheid in de
handel in beschouwing nemen.
ALS BIJ diepvries kwaliteitsver
lies ontstaat, is dit bijna altijd te
wijten aan verkeerde behandeling
door de detaillist. Ir. T. van Hiele,
directeur van het Instituut voor
Bewaring en Verwerking van Tuin-
bouwprodukten in Wageningen zegt:
„Geen zorgen over de huisvrouw,
die zorgvuldig gevroren en opgesla
gen levensmiddelen zou verknoeien.
Het bestaat niet dat de kwaliteit
achteruitgaat tijdens het mee naar
huis nemen en de tijd, die de pro-
dukten ir. de keuken liggen te wach
ten. Slechts indien de produkten
lang in de koelkast thuis worden
bewaard loopt de kwaliteit terug.
In de winkels worden fouten bij
de opslag veelal gemaakt door on
bekendheid met de techniek. Als
voorbeeld hiervan haalde TNO-in-
genieur J. A. Knobbout onder meer
aan een koelvitrine, die onder de
warme luchtstroom van een venti
latorkachel stond.
De produkten verliezen aan kwa
liteit als de temperatuur hoger
wordt dan 18 graden Celsius onder
nul. Dat kan al gebeuren indien de
pakjes juist te hoog worden gesta-
aeld in de koelvitrines. k
HAAR BENOEMING tot comman
dant is voor mevrouw Massizzo de be
kroning van een Marva-loopbaan, die
in 1945 begon in Engeland, de baker
mat van de Marva. Nog steeds heeft
de Marva tot doel „jantjes' uit te
sparen voor de vloot".
Mevrouw Massizzo kreeg haar eer
ste militaire training zij was toen
21 aan het Engelse Marva oplei
dingscentrum „Framewood manor'
Zij liet haar keus vallen op het dienst
vak „chauffeuse". Na de verhuizing
van het opleidingscentrum van Enge
land naar Nederland, naar Leyduin,
bleef zij chaufferen. In 1946 werd zij
overgeplaatst naar Den Haag en een
jaar later werd zij uitgezonden naar
het voormalig Nederlands-Indië.
TOEN ZIJ in 1949 terugkwam, had
zij er een paar bevorderingen opzit-
gen. Zij kreeg een opleiding tot offi
cier en een opleiding tot verbindings-
Al helemaal in lentedromen verzonken is de draagster van
het terqaljurkje met lange roze. groene, blauwe en witte
strepen. Onder de hoge taille vallen de strepen in schuine
richting.
Uit fil-a-fil tercryl werd dit
pakje vervaardigd dat een
rechtopstaand colkraagje heeft,
met knopen aan de punten vast
gezet.
Met rode biezen afgezet zijn mantel en pakje van witte flanel
de propagandatong van commandant
Massizzo los. „Als ze n Marva zien
denken ze: dat lijkt me wel leuk, ze
horen aantrekkelijke verhalen over de
Marva en onze werving doet natuur
lijk ook veel. Het is avontuurlijker dan
'n burgerbaantje, het verdient goed -
van je salaris gaat niets af voor kost
en wonen en met je vijftigste krijg je
pensioen".
ALLEMAAL heel aantrekkelijk, maar
natuurlijk moet je er echt wel voor
voelen. Als je tekent zit je er voor
twee jaar en drie maanden aan vast.
De sneeuwstormen en ijsvlakten moeten nog
komen, maar in de modewereld is het alweer
lente, üe mode-industrie blijft de seizoenen
steeds voor. De collcties voor het komende voor
jaar worden nu ontworpen en samengesteld.
Voor de lente-zomer collectie van 1967 is voor
mantels en pakjes whipcord, gabardine en fil-a-
fil gebruikt. De jurkjes worden vervaardigd van
jersey, linnen, twill en van al die stoffen die
onder de namen nylfrance, tergal en crylor op
de markt komen vanuit Frankrijk. Om in ge
dachten de winter maar over te slaan zijn al
modellen van de aanstaande voorjaarsmode ge
toond.
voor de meerderjarigen. Over wie nog
geen 21 is, wordt met zorg gewaakt. De
minderjarigen moeten om twaalf uur
's avonds binnen zijn en in het week
einde mogen ze alleen met toestem
ming van hun ouders ergens anders
heen dan naar hun huisadres.
VOOR AL DIE tachtig meisjes is
de Schorpioen 'n tehuis, een logement
schip. Ze eten en slapen er en amuse
ren er zich. Veertien Marva's houden
de boel aan boord draaiende, de ande
re meisjes werken elders in Den Hel
der als telefoniste, codeur-telexiste,
schrijver, plotter, kleermaker, tand
arts-assistent of ziekenverzorger. „Nee"
zegt commandant Massizzo „We pia-
ten niet van een schrijfster of kleer
maakster. We hebben het ook niet
over vlaggemeisjes, maar vlaggejon-
gens en toch zijn het Marva's die de
vlaggen hijsen".
HOE EEN MEISJE ertoe komt bij
de Marva te gaan? Bij die vraag komt
„ZE ZEGGEN WEL, dat je eerst militair moet zijn
en dan pas vrouw, maar persoonlijk zeg ik liever: je
moet er in de eerste plaats aan denken vrouw te blij
ven, ook al ben je militair. Ik vind trouwens, dat je als
vrouw net zo goed militair kunt zijn als een man. Het
is domweg een kwestie van bevelen uitvoeren, van je
kunnen aanpassen aan opdrachten. Ik heb in het mili
tair-zijn nooit een belemmering van het vrouw-zijn
gevoeld".
Vervelen doet deze mantel van tercryl natuurlijk gauw, maar zoin het
voorjaar is het toch een feestelijk gezicht, een dergelijke combinatie
van paarse en witte ruiten met diagonale sluiting.
OFFICIER MARVA der 2e klasse
oudste categorie mevrouw M. C. Mas
sizzo vertelt dit in haar hut op „haar
Schorpioen in Den Helder. Sinds okto
ber 1966 heeft zij het voor het zeggen
over alle Marva-meisjes in deze ma
rine-havenstad. Zij kan zich er ook
op beroemen de enige vrouw in ons
land te zijn, die het bevel voert over
een marineschip, ook al vaart hr. ms.
Schorpioen dan niet meer.
HET SCHIP heeft, toen het honderd
jaar geleden in Toulon van stapel liep,
niet kunnen bevroeden, dat het nog
eens een vrouw op de brug zou krij-,
gen en dat op het dek nog eens frivole
lingerie te drogen zou wapperen. Die
vrouw op de brug, mevrouw Massiz
zo („iedere Marva-officier wordt met
mevrouw aangesproken") is al aardig
thuis in haar nieuwe functie van com
mandant.
„De schooier" zegt ze, als er een
mijnenveger langszij de Schorpioen
glijdt. „Hij maakt niet eens front.
Moest ik eigenlijk melding van ma
ken". Op haar schip zal geen Marva
het in haar hoofd halen niet in de hou
ding te springen als de commandant
in aantocht is en het bevel „orde
is gegeven. „Dat is nu eenmaal voor
schrift", zegt commandant Massizzo.
„Overigens hoeft het voor mij niet,
dat gehakkeklap. Vind ik niet zo no
dig".
officier, waarna zij in Den Helder
werd geplaatst. Na weer Den Haag en
vervolgens Fontainebleau werd zij
overgeplaatst naar hr. ms. Schorpioen
in Den Helder, waar zij als divisie-chef
werd tewerkgesteld. Op 4 oktober van
dit jaar, toen Den Helder een eigen
commando kreeg, volgde haar benoe
ming tot commandant.
Zij is sindsdien de enige vrouw in
Nederland, die een marineschip be
stiert en de aanspreektitel „comman
dant" deelt zij slechts met twee ande
re Nederlandse vrouwen: de comman
dant van de Marva-afdeling in Den
Haag en de commandant van het
Marva-centrum in Amsterdam.
COMMANDANT Massizzo voert in
Den Helder het bevel over zo'n tach
tig marva's, officieren en onderofficie
ren meegerekend. „Als de meisjes in
dienst zijn moet er natuurlijk tucht
heersen, maar in hun vrije tijd ge,-
nieten ze veel vrijheid. „Al maken ze
hun nagels groen en dragen ze pop
art onderkleding, zal me een zorg
zijn. Als ze er maar netjes bijlopen
als ze dienst hebben'
De betrekkelijke vrijheid geldt alleen