Zakagenda van A. Mussert lag twintig jaar in bureau-lade Veel landen maken gebruik van repatriëringsdienst Bondskanselier Kiesinger gaat president De Gaulle bezoeken Testcase is toetreding van Groot-Brittannië tot EEG Brief van Steinbeck uit Zuid-Vietnam Oorlog zonder front Getuigenis van kleinigheden en kwesties van leven en dood wasverzorgers VOOR UW HELE WAS tel.60550 AMVO wil uitstel Mammoetwet wasverzorgers tel.60550 ANWB in jaarverslag: VOOR UW GROTE STUKKEN VRIJDAG 13 JANUARI 1967 9 Jarig Seyss-Inquart Bij Hitler Kort nieuws ij-fj APARTE LAMPEN BOOTSMA Raater f -*4. 'TCA;> .'f4 (Van onze correspondent) BONN. Wanneer bondskanselier Kurt-Georg Kiesinger dit weekeinde naar Charles de Gaulle in Parijs gaat, is dit in meer dan een opzicht een stukje reformatie, ook al zal het in eerste aanleg op een aftasten van het terrein tussen beide rooms-katholie- ken uitdraaien. Voorzorgen „De beste soldaten" V riendschapsgezicht Verwateren (Van onze correspondent in Den Haag) „MENEER de procureur-fiscaal", zei Anton Adriaan Mussert tijdens zijn proces op 27 november 1945 voor het bijzonder gerechtshof in Den Haag, „ik ben de eerste Hollandse onderduiker geweest". MUSSERT herinnerde daarbij aan de oorlogsdagen van mei 1940, toen hij, bevreesd voor arrestatie, zich bij een partijgenoot in Huizen voor korte tijd aan het oog onttrok. Omtrent dit feit schreef Nicolaas Went, voormalig hopman der WA, een werkje: „Hoe de leider voor volk en vaderland be houden bleef, opgedragen aan de man die zijn huis aan de leider beschik baar stelde „De trouwe kameraad Gooyeren zijn vrouw". CITAAT: „Nieuwe zorgen voegden zich bij de vele, die kameraadske Gooyer reeds in haar hart ronddroeg en ze biecht het op: „Hoe moest ik de leider aanspre ken en verder ging het door haar hoofd dat ze geen zilveren eetgerei had en dat de leider op het kleine, eenvoudige zol derkamertje zou moeten slapen. Mussert zelf noteerde, kennelijk nadat hij zijn onderduikadres min of meer triomfantelijk had verlaten, in zakagenda slechts: „Op den zolder van Goyer te Huizen". Deze zakagenda is dezer dagen opgedoken uit het bezit van een Hagenaar die dit unieke historische document, ruim twintig jaar in zijn bureaula heeft ge had. De aantekeningen van Anton Adriaan Mussert voegen zo op het eerste oog wei nig toe aan de talloze gegevens over zijn doen en laten tijdens de Duitse bezetting, maar zijn eenvoudige notities, meestal met betrekking tot dmgen die nog gebeuren moesten, weerspiegelen niettemin op hun eigen wijze, de omvangrijke problematiek waarvoor de kleine leider (volgens dr. R. van Genechten, een van de „grote" mannen uit de NSB, „niet een van de snuggersten") zich zag gesteld. Ruim twintig jaar nadat op de Waals- dorpervlakte de eerste Hollandse onder duiker werd terechtgesteld, is zo'n agen da een merkwaardig en ondanks alles zeer aandoenlijke getuigenis waarin mense lijke kleinigheden even groot staan vast gelegd als kwesties die tenslotte voor Nederland een zaak van leven en dood werden. OP 11 MEI staat niet alleen „op den zolder van Goyer te Huizen," maar ook „jarig". Mevrouw Gooyer, die zo goed mogelijk voor haar leider zorgde plukte „een paar meiklokjes in de tuin." De be scheiden bloemenhulde werd Mussert op de zolder overhandigd. Maar haar leider wist blijkens zijn agenda niet eens hoe de naam Gooyer moest worden geschreven. Op de 14e mei waagde hij al wat meer. Nietwaar: Rotterdam was gebombar deerd en dus kon Mussert opschrijven: „Beneden bij Goyer. Naar Tilenius Kruyt- hof en ir. Went," de man die het al ge noemde boekje zou schrijven. De 15e was de leider weer thuis. Op 5 juni volgt dan de eerste ont moeting met Seyss-Inquart. En, hoe wel dit een afspraak was waarop Mus sert had gewacht, daar faalt toch de agenda. Op die dag te half één staat: „Bij Haer- solte thuis". Later schetst hij de rijks commissaris voor het bezette Nederland se gebied als „een nobel eerlijk mens met zacht karakter, die van de Führer opdracht heeft het zo goed mogelijk met ons land en volk te maken." Ook een andere dag van belang is blanco: zondag 9 juni. De dag waarop SS-brigade-führer Berger bij Mussert kwam met Hitiers bevel tot de oprichting van de SS-Standarte „Westland". Musserts dagboek' „Voelde dit als een klap in het gezicht. Betekent dit inlij ving? Gesproken met hem over de ver houding NederlandDuitsland als twee broedervolken van het Germaanse ras. Bleek mij dat de hoogste SS-leiding het Nederlandse volk als een Duits volk ziet. ADVERTENTIE Het hoofdbestuur van de Algemene Ver eniging van Leraren bij het Voorberei dend Hoger en Middelbaar Onderwijs (A.V.M.O.) heeft de Tweede Kamer ver zocht invoering van de wet op het voort gezet onderwijs, de Mammoetwet, uit te stellen. De onderwijskundige verbeterin gen eisen zeer veel geld en de A.V.M.O. is ervan overtuigd, dat de regering niet in voldoende mate aan de financiële eisen zal kunnen voldoen. Invoering van de wet op dit moment zal dus een duidelijke ver slechtering in het onderwijs betekenen, waarbij het hoofdbestuur opmerkt, dat sedert jaren niet aan de verlangens van de lerarenorganisaties kan worden vol daan, zoals de onbillijkheid in de sala riëring van een beperkte groep leraren en de verlaging van het klassegemid delde. Er wordt bij de Kamer op aange drongen de Mammoetwet pas in te voeren als de financiering van onderwijskundige verbeteringen, die in de wet voorkomen, Is gewaarborgd. Invoering zou anders een aanfluiting worden van wat de wet beoogt, aldus het hoofdbestuur van de A.V.M.O. staatshoofd. Op het nationale vlak wilde hij zelf regent worden. Wat de interna tionale betrekkingen betreft richtte hij op een germaanse statenbond. Teleurgesteld is hij nog steeds dat de Führer hem niet onmiddellijk heeft laten komen om zijn denkbeelden uiteen te zetten. Zijn enige medestander in Duitse kring is de com missaris-generaal voor bijzondere op drachten Fritz Schmidt. OP 22 SEPTEMBER, alweer een zon dag, vermeldt de agenda: Naar Berlijn. Mussert op bezoek bij Hitier, eindelijk. Van zijn nota over de statenbond, heeft niemand zich verder ooit iets aan getrokken, evenmin als van zijn latere nota's. De kleine Mussert bleef vergeefs vechten voor zijn opvattingen en werd geduld, zijns ondanks door bezetters, die zich in het geheel niet het hoofd wen sten te breken over de positie van Ne derland. Mussert zegt van de verhouding tot Seyss-Inquart, dat die er een was van gewapende vrede. Als men dit in het oog houdt blijven de agenda-aantekenin gen richtingwijzers op een bij voorbaat onbegaanbaar pad. Al die gesprekken, dat fotograferen in uniform, de thee op Clingendael („met vrouw") het spreken overal, de notities aanvankelijk over de Duitse successen: het bladeren in dit boekje is sprokkelen in een bos zonder bomen hout zoeken in een woud dat niet bestaat. En tenslotte lag daar ook na vijf en twintig jaar in die agenda nog steeds het stukje papier waarop een klaverblaadje was vastgenaaid, met de in onbeholpen kinderhandschrift genoteerde wens: „Dat dit klaverblaadje u geluk mag brengen." Het zal wel een klavertje-vier zijn ge weest. Het heeft echter niet meer mogen baten. Een bladzijde uit Musserts zakagenda ADVERTENTIE Pompbediende „beroofde" zichzelf. Een negentienjarige pompbediende, die dins dag de politie liet weten dat een onbe kende automobilist zijn geldtas met ruim 415,- had geroofd, blijkt dit ver haal te hebben verzonnen. Hij heeft het geld nog dezelfde dag grotendeels opgemaakt. DEN HAAG. Aangezien de ANWB een sterke voorstander is van internationale samenwerking, wordt gezocht naar een regeling, waarbij naar een bepaald land uitrukkende repatrièringswagens niet leeg naar het punt van bestemming rijden, maar tegelijk een met pech kampende toerist uit het betreffende land meenemen. Hierbij kan een belangrijke besparing van kosten worden bereikt. Onderling wor den al diensten uitgewisseld. Engeland maakt (bij gebrek aan een eigen dienst) veel gebruik van de ANWB-repatriërings- dienst en komende zomer zal Duitsland dit doen in Zuid-Frankrijk en Spanje. Ook in 1966 werd trouwens al incidenteel ge werkt voor Duitsland, Oostenrijk en Bel gië. Het aantal beschadigde voertuigen, dat de ANWB in het afgelopen jaar op grond van de door deze bond aan zijn le den geleverde internationale reis- en cre- dietbrieven uit het buitenland naar Ne derland heeft teruggebracht, is sterk ge stegen: van 1007 in 1965 tot 1448 in 1966. Het aantal IRC's steeg eveneens sterk, namelijk van 215.000 naar 275.000. Dat aantal repatriëringen van voer tuigen de laatste jaren snel toenam blijkt uit de volgende cijfers: in 1960 waren er 133, in 1963 reeds 635, en in 1964 was het gestegen tot 858. Het werk van de alarm centrale nam in het afgelopen jaar met niet minder dan 30 pet toe. Het „steunpunt", dat de ANWB een tijdje geleden in Barcelona opende, voor zag kennelijk in een grote behoefte, ge zien het feit, dat het al te klein is gewor den en nu is verplaatst naar de Costa Brava-route. ANWB-leden met pech, die hiervan de alarmcentrale in Den Haag in kennis stellen, kunnen in het vervolg snel ler geholpen worden. In de afgelopen zo mer heeft het steunpunt in Spanje een aantal beschadigde wagens verzameld en deze per schip uit Barcelona naar Neder land verzonden. Een typisch verschijnsel is het feit, dat de meeste gevallen van hulpverlening het verstrekken van geld betroffen. Het blijkt dat vele toeristen zich er onvoldoen de rekenschap van geven, dat zij zo ver van huis tal van kosten (onderhoudswerk van de auto e.d.) krijgen, die zij niet voorzien hebben. ADVERTENTIE VERLICHTINGSADVIESBUREAU Kleine Houtstr. 26 - Haarlem - Tel. 12984 Anton Mussert Het is ontzettend. Wat moet ervan te rechtkomen? Het requisitoir van procureur-fiscaal mr. J. Zaaijer schetst de conflictsituatie van Mussert later tijdens het proces al dus: „Zijn wens was een groot-Neder lands rijk, met Indië, georiënteerd op en verbonden met een dominerend Duits land. Van annexatie van Nederland dóór Duitsland was hij een tegenstander en hij heeft geopponeerd tegen maatregelen, die die kant uitgingen. In zoverre moet men zeggen dat de politiek die hij voerde, inderdaad Nederlandse politiek was maar men zou verstomd staan over de naïeve manier, waarop hij zich in de armen van Duitsland wierp, zonder te weten of het geen hij wenste ook strookte met wat Duitsland begeerde, ware het niet dat dit de natuurlijke consequentie is van zijn geestelijke oriëntering van de overgave bij voorbaat aan wat er van Duitze zijde zal worden gedecreteerd, mits hij er maar een rol bij spelen kan." „ZATERDAG 15 juni: 8.30 uur", leert de agenda. En van dat bezoek blijkt in eens een geheel andere Mussert terug te komen dan men uit zijn weeklagen over het Hitlerbevel over de SS-Standarte Westland, meende te kennen. In zijn dagboek staat: „Langdurig on derhoud (voor het eerst) met SS-brigade- führer Rauter. Prima man. Gelooft vol komen in zijn roeping. Heeft mijn be langstelling, ja mijn enthousiasme ge wekt voor zijn SS". 5 juli: Mussert schrijft in Volk en Va derland dat voor de NSB'ers het Oranje huis als vorstenhuis heeft opgehouden te bestaan. En daaruit volgde een voorbe reiden van een vervanging voor het i j Een paar noviteiten zijn in elk geval het vermelden waard, afgezien van de omstandigheid dat dit het eerste bezoek aan Parijs is van Kiesinger in zijn kwa liteit van kanselier. Als minister-presi dent van Baden-Wurtemberg maakte hij vroeger al eens zijn opwachting op het Elysée. Kiesinger laat bewust zijn minister van Defensie, Schroder, thuis, ofschoon het Frans-Duitse vriendschapsverdrag dat steeds als excuus voor de halfjaarlijkse ontmoeting tussen de Westduitse en de Franse regeringsleider moet dienen, deze bewindsman nadrukkelijk als gespreks partner noemt. Maar Schroder haalde zich in zijn vo rige hoedanigheid, als minister van Bui tenlandse Zaken, zoveel weerzin op de hals bij het Parijse regime, waarmee deze koele Noordduitse protestant geen enkel contact tot stand vermocht te bren gen, dat de zwierige zuiderling Kiesinger besloot zich deze keer van deze hypotheek los te maken. Verder deed Kiesinger al zijn best in Parijs een zeer ontvankelijke sfeer te scheppen. Zijn regeringsverklaring van SAIGON, januari. De oorlog in Vietnam is niet alleen verwarrend voor geroutineerde frönt-verslag- gevers, maar evenzeer voor de lezers thuis die de verslagen lezen en proberen te begrijpen wat er aan de hand is. Dat is vooral moeilijk door de ingeheide ideeën over oorlogvoeren, die zich in vele duizenden jaren hebben gevormd. Deze oorlog is namelijk an ders dan enige andere waarbij wij ooit betrokken zijn geweest, fk zal proberen u iets te vertellen van de verschilpunten, zoals ik die zie. Het was niet moeilijk verslag te doen van een oor log, compleet met fronten, ingenomen steden, elkaar aangrijpende troepenmachten en gevechten die voort duurden totdat een van beide partijen de aftocht blies. Grote veldslagen zijn te bevatten als een stieren gevecht. Bij vorige oorlogen had men vaak voldoende aan een kaart aan de ene kant van een lijn lagen onze vrienden, aan de andere kant bevond zich de Vijand. Vietnam heeft niets van dat alles. Ik vraag me af, of de toestand behoorlijk onder woorden te brengen is. Men moet het aanvoelen en veel van de goede journalisten hier doen dat beslist. Met hun lezers staat het er echter anders voor en dikwijls ook met de bladen die zij vertegenwoordigen. De hoofdredac teuren wensen oorlogsverslagen zoals zij gewend zijn te ontvangen. Als het dan niet mogelijk is precies te vertellen wat hier aan de hand is, zal ik proberen het u te laten voelen. Het gaat om een gevoelsoorlog zonder fronten en flanken. Ze is overal aanwezig, zoals een onzicht baar maar gevaarlijk gas. Ik schrijf deze brief in een comfortabele hotelkamer in Saigon, dat eens een mooie stad is geweest. De oorlog is hier echter overal aanwezig: in de straat beneden en op het dak. Als ik mijn vrouw hier achter laat en een reisje naar het omstreden land buiten de stad ga maken, is zij evenzeer in gevaar als ik ben, of misschien zelfs meer, omdat ik daar buiten overal op verdacht ben, terwijl zij even een brief naar de bus brengend temidden van dat geciviliseerde leven onverwacht in een moordend vuurgevecht kan belanden. best opgeblazen zijn, wanneer je hem voor de terug weg denkt te gebruiken. De glimlachende man die je op straat kleurige kaarten probeert te verkopen, kan heel goed een hevig explosief apparaat onder in zijn tas hebben. Daar schuilt het probleem: het is óók best mogelijk dat hij alleen maar dat simpele, glimlachende straat ventertje is. Dat gevoel heerst overal in deze stad. Iedereen en ieder gebouw kan plotseling, dood en vernieling zaaiend, exploderen. Het is voortdurend om je heen. Je vermijdt samenscholingen en bent er voortdurend op voorbereid naar de zijkant van de straat te springen en daar muisstil te blijven liggen. Ik besef dat dit verhaal de indruk moet wekken dat wij hier voortdurend omringd worden door dui zenden vijanden en dat is nu juist niet het geval. Het radiostation van de strijdkrachten en het t.v.-station Als wij 's avonds een drankje drinken en dineren op het platte dak, zien we de lichtflitsen en horen de donder van het artillerievuur, dikwijls ook het geratel van kleine automatische wapens dichterbij. Beiden kennen we het geluid van mortiervuür en we hebben afgesproken om, als dat naderbij komt, ons snel uit bed te laten rollen, de matras over ons heen trekkend om zo enige beveiliging te hebben, tegen scherven. De stad is zwaar bewaakt, maar een brug die je passeert om een restaurant te bereiken, kan heel moesten enkele honderden schoten incasseren uit de automatische wapens van slechts twee mannen. Op het vliegveld, het grootste ter wereld en be paald ook het best bewaakte, drongen onlangs vijftien zwaar bewapende teenagers binnen. Zij zouden een geweldige ravage hebben kunnen aanrichten als niet de waakhonden bijtijds de reuk van hen hadden opgesnoven. Men ziet het: het is niet zo dat er veel vijanden zijn, maar niemand weet onmiddellijk w i e de vijanden zijn. En drie met moderne wapens uitgeruste mannen kunnen evenveel schade veroorzaken als honderd. Eén man die met een mand fruit op het hoofd naar de markt slentert, kan daar met één enkele granaat de helft van de bezoekers vermoorden. En hij aarzelt niet dat te doen. In vele gebieden hebben wij de zaak overdag goed onder controle, maar 's nachts wordt een „veilige" weg weer ondermijnd. Enkele dagen geleden heb ik met de opperbevel hebber van de Amerikaanse troepen, generaal West- moreland, onze mannen in het noorden bezocht. „Dit is het fijnste leger dat wij ooit hebben gehad", zei hij me. „Het zijn de best getrainde en meest ervaren sol daten uit onze geschiedenis, met een moreel dat klinkt als een klok". Geeft het geen gevoel van hopeloos heid dat deze geweldige militairen en hun even goede geallieerden geen snel einde aan de oorlog kunnen maken? „Ik persoonlijk heb goede hoop, maar niet op een snelle overwinning". Ik ken veel andere oorlogen van nabij en heb veel soldaten aan het front meegemaakt. De soldaat van nu is van een nieuwe soort. Hij is anders door zijn training en oriëntatie én omdat zijn opdracht en zijn vijand verschillen van die tijdens vorige oorlogen. Denk eens aan de oude tijden, waarin een soldaat die durfde te zeggen: „ik denk. onmiddellijk te horen kreeg: „vergeet dat denken maar, een soldaat heeft alleen te gehoorzamen". In deze oorlog is ontdekt dat zijn eigen oordeel en initiatief niet alleen waarde hebben', maar essentieel zijn. De tijd van grote bataljons is misschien wel voor goed voorbij. Deze oorlog moet worden gevoerd door kleine, mobiele en zeer zelfstandige eenheden, die niettemin goed moeten kunnen samenwerken in het grotere geheel. Het leiderschap groeit van het laagste niveau af. Het is een oorlog van beweging: aanvallen terug trekken, afschermen en ontwijken, alsof men met een goede bokser te doen heeft. Als je erover na denkt, is dit eigenlijk de oude vorm van oorlogvoeren die men in het Wilde Westen van de indianen leerde. Er is in alle activiteit van onze troepen wel iets dat werkelijk uniek is. In vorige oorlogen bleven gene raals wat op de achtergrond, maakten de plannen en gaven orders uit. Afgezien van de parades, zag een soldaat alleen bij wijze van uitzondering zijn gene raal. De helikopter heeft die toestand veranderd. De helikopter kan bijna overal tegelijkertijd zijn. Ik herinner me Napoleon (van schilderijen), die staande op een heuveltop de veldslag aanschouwde, terwijl boodschappers af en aan galoppeerden. Het is hier gebruikelijk dat een commandant boven het veld cirkelt, alles persoonlijk waarneemt en direct contact heeft met de man op de grond. Hij kent zijn mannen goed en bovendien in zo grote mate ook persoonlijk als nooit eerder het geval is geweest. De kloof tussen soldaat en hoge ome, die altijd onoverbrugbaar leek, bestaat hier nauwelijks meer. Je John Steinbeck het geval was. Of misschien wel halver- S wege zal blijven steken, bij voorbeeld doordat de remmen blokkeren. begin december bevatte reeds aankno pingspunten, die door De Gaulle als „po sitief" konden worden aangeduid. Het hierop volgende onverwachte akkoord over de verdere stationeringsrechten voor de Franse troepen in de Bondsrepubliek dat, afgezien van het feit dat voortaan de Duitse vlag ook boven de Franse ka zernepoort wappert, een volledig toege ven aan de oude Franse eisen betekende, Gaulle wat milder jegens de Germanen te stemmen. En daarop komt het Kiesinger bijna uitsluitend aan op dit ogenblik. Hij wénst voor de buitenwereld in elk geval een vriendschapsverhouding te vestigen, ook al zou er een zijn met een dubbele bo dem. Die moet in elk geval in de plaats komen voor het ijskastklimaat waarin de Frans-Duitse relaties onder Erhard en Schroder waren beland. Het is een van de vele trekjes waar Kiesinger aansluit, waar het bij Adenauers heengaan is op gehouden. Dat hierbij wel enige offers aan de innigheid in de verhouding tot Amerika moeten worden gebracht, neemt Kiesinger op de koop toe. Zijn praatje over de vraag als zou het een vals dilemma beduiden het alternatief „Frankrijk of de Verenigde Staten" te stellen, neemt men in Bonn niet serieus. Iedereen is ervan doordrongen, dat er hoe dan ook een keuze moet worden gedaan. En president Johnsons „state of th« union", waarin hij tot ontgoocheling van de Westduitsers zo bitter weinig woorden wijdde aan de Europese aangelegenhe den, is extra geschikt Kiesinger min of meer in de armen van De Gaulle te drij ven, zoals ook de factor, dat Kiesinger (met Strauss) de Duitse drijfveer moet worden genoemd voor een eigen „Euro pees" kernwapen, koren op de gaullisti sche molen strooit. In ruil voor deze steun zal De Gaulle wel bereid zijn zelfs Kiesinger te laten praten, wanneer deze zegt het strikte voorbehoud te maken dat zulk een onafhankelijke Europese kern macht „natuurlijk supra-nationaal" van structuur dient te zijn. De vraag waarmee critischer ingestelde lieden in Bonn zich intussen bezig hou den, is of Kiesinger beseft dat de Fran sen _op het ogenblik min of meer een ze nuwenoorlog op kosten van Bonn voeren. Het thema boven alle andere kon name lijk wel eens Groot-Brittanië's toetreding tot de Europese Economische Gemeen schap worden. Vlak voordat premier Wil son op continentale missie gaat en daar bij uit Nederland komend eveneens een spreekbeurt in het Europese parlement in Straatsburg hoopt te vervullen, wil De Gaulle Kiesinger overhalen zich achter hem te scharen in het weren van de Brit ten op dit ogenblik. De Gaulle zal tegen Kiesinger betogen, dat een Brits lidmaatschap de gemeen schappelijke instellingen, voor het verster ken waarvan zij beiden zich immers die nen in te zetten, juist zou verwateren. Hoe Kiesinger hierop zal reageren, en vooral hoe zijn reisgenoot Brandt, die zich met het labourbewind nauwer verbonden moet voelen, hierop zal reageren, zal min of meer als test-case gelden voor de gehele verdere ontwikkeling in de West- europese verhoudingen. In Londen zal het zelfs al ontgoocheld worden opgenomen, wanneer de nieuwe bondsregering na het gesprek met De Gaulle zich minder positief over Groot- Brittannië's lidmaatschap zou uitlaten, dan de oude Erhard en Schroder het steeds heeft gedaan. Hoe het ook zij, de Duitse kranten juich en waarschijnlijk wat te vroeg, dat de nieuwe dienstregeling van kracht is, nog voor het vertreksignaal is gegeven. In werkelijkheid zal pas over enkele maan den blijken, of de trein tussen Bonn en Parijs voortaan werkelijk vlotter zal rij den dan wel of ze met nog grotere ver traging zal arriveren dan onder Erhard

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1967 | | pagina 9