Zakagenda van A. Mussert lag
twintig jaar in bureau-lade
Veel landen maken gebruik
van repatriëringsdienst
Bondskanselier Kiesinger gaat
president De Gaulle bezoeken
Testcase is toetreding van
Groot-Brittannië tot EEG
Brief van Steinbeck
uit Zuid-Vietnam
Oorlog zonder front
Getuigenis van kleinigheden en
kwesties van leven en dood
wasverzorgers
VOOR UW HELE WAS
tel.60550
AMVO wil uitstel
Mammoetwet
wasverzorgers
tel.60550
ANWB in jaarverslag:
VOOR UW
GROTE STUKKEN
VRIJDAG 13 JANUARI 1967
9
Jarig
Seyss-Inquart
Bij Hitler
Kort nieuws
ij-fj
APARTE LAMPEN
BOOTSMA
Raater
f
-*4. 'TCA;> .'f4
(Van onze correspondent)
BONN. Wanneer bondskanselier
Kurt-Georg Kiesinger dit weekeinde
naar Charles de Gaulle in Parijs gaat,
is dit in meer dan een opzicht een
stukje reformatie, ook al zal het in
eerste aanleg op een aftasten van het
terrein tussen beide rooms-katholie-
ken uitdraaien.
Voorzorgen
„De beste soldaten"
V riendschapsgezicht
Verwateren
(Van onze correspondent in Den Haag)
„MENEER de procureur-fiscaal", zei Anton Adriaan Mussert tijdens zijn
proces op 27 november 1945 voor het bijzonder gerechtshof in Den Haag,
„ik ben de eerste Hollandse onderduiker geweest".
MUSSERT herinnerde daarbij aan de oorlogsdagen van mei 1940, toen
hij, bevreesd voor arrestatie, zich bij een partijgenoot in Huizen voor korte
tijd aan het oog onttrok. Omtrent dit feit schreef Nicolaas Went, voormalig
hopman der WA, een werkje: „Hoe de leider voor volk en vaderland be
houden bleef, opgedragen aan de man die zijn huis aan de leider beschik
baar stelde „De trouwe kameraad Gooyeren zijn vrouw".
CITAAT: „Nieuwe zorgen voegden zich
bij de vele, die kameraadske Gooyer
reeds in haar hart ronddroeg en ze biecht
het op: „Hoe moest ik de leider aanspre
ken en verder ging het door haar hoofd
dat ze geen zilveren eetgerei had en dat
de leider op het kleine, eenvoudige zol
derkamertje zou moeten slapen.
Mussert zelf noteerde, kennelijk nadat
hij zijn onderduikadres min of meer
triomfantelijk had verlaten, in zakagenda
slechts: „Op den zolder van Goyer te
Huizen". Deze zakagenda is dezer dagen
opgedoken uit het bezit van een Hagenaar
die dit unieke historische document, ruim
twintig jaar in zijn bureaula heeft ge
had. De aantekeningen van Anton Adriaan
Mussert voegen zo op het eerste oog wei
nig toe aan de talloze gegevens over zijn
doen en laten tijdens de Duitse bezetting,
maar zijn eenvoudige notities, meestal met
betrekking tot dmgen die nog gebeuren
moesten, weerspiegelen niettemin op hun
eigen wijze, de omvangrijke problematiek
waarvoor de kleine leider (volgens dr.
R. van Genechten, een van de „grote"
mannen uit de NSB, „niet een van de
snuggersten") zich zag gesteld.
Ruim twintig jaar nadat op de Waals-
dorpervlakte de eerste Hollandse onder
duiker werd terechtgesteld, is zo'n agen
da een merkwaardig en ondanks alles zeer
aandoenlijke getuigenis waarin mense
lijke kleinigheden even groot staan vast
gelegd als kwesties die tenslotte voor
Nederland een zaak van leven en dood
werden.
OP 11 MEI staat niet alleen „op den
zolder van Goyer te Huizen," maar ook
„jarig". Mevrouw Gooyer, die zo goed
mogelijk voor haar leider zorgde plukte
„een paar meiklokjes in de tuin." De be
scheiden bloemenhulde werd Mussert op
de zolder overhandigd. Maar haar leider
wist blijkens zijn agenda niet eens hoe de
naam Gooyer moest worden geschreven.
Op de 14e mei waagde hij al wat meer.
Nietwaar: Rotterdam was gebombar
deerd en dus kon Mussert opschrijven:
„Beneden bij Goyer. Naar Tilenius Kruyt-
hof en ir. Went," de man die het al ge
noemde boekje zou schrijven. De 15e
was de leider weer thuis.
Op 5 juni volgt dan de eerste ont
moeting met Seyss-Inquart. En, hoe
wel dit een afspraak was waarop Mus
sert had gewacht, daar faalt toch de
agenda.
Op die dag te half één staat: „Bij Haer-
solte thuis". Later schetst hij de rijks
commissaris voor het bezette Nederland
se gebied als „een nobel eerlijk mens
met zacht karakter, die van de Führer
opdracht heeft het zo goed mogelijk met
ons land en volk te maken."
Ook een andere dag van belang is
blanco: zondag 9 juni. De dag waarop
SS-brigade-führer Berger bij Mussert
kwam met Hitiers bevel tot de oprichting
van de SS-Standarte „Westland".
Musserts dagboek' „Voelde dit als een
klap in het gezicht. Betekent dit inlij
ving? Gesproken met hem over de ver
houding NederlandDuitsland als twee
broedervolken van het Germaanse ras.
Bleek mij dat de hoogste SS-leiding het
Nederlandse volk als een Duits volk ziet.
ADVERTENTIE
Het hoofdbestuur van de Algemene Ver
eniging van Leraren bij het Voorberei
dend Hoger en Middelbaar Onderwijs
(A.V.M.O.) heeft de Tweede Kamer ver
zocht invoering van de wet op het voort
gezet onderwijs, de Mammoetwet, uit te
stellen. De onderwijskundige verbeterin
gen eisen zeer veel geld en de A.V.M.O. is
ervan overtuigd, dat de regering niet in
voldoende mate aan de financiële eisen zal
kunnen voldoen. Invoering van de wet op
dit moment zal dus een duidelijke ver
slechtering in het onderwijs betekenen,
waarbij het hoofdbestuur opmerkt, dat
sedert jaren niet aan de verlangens van
de lerarenorganisaties kan worden vol
daan, zoals de onbillijkheid in de sala
riëring van een beperkte groep leraren
en de verlaging van het klassegemid
delde. Er wordt bij de Kamer op aange
drongen de Mammoetwet pas in te voeren
als de financiering van onderwijskundige
verbeteringen, die in de wet voorkomen,
Is gewaarborgd. Invoering zou anders een
aanfluiting worden van wat de wet beoogt,
aldus het hoofdbestuur van de A.V.M.O.
staatshoofd. Op het nationale vlak wilde
hij zelf regent worden. Wat de interna
tionale betrekkingen betreft richtte hij op
een germaanse statenbond. Teleurgesteld
is hij nog steeds dat de Führer hem niet
onmiddellijk heeft laten komen om zijn
denkbeelden uiteen te zetten. Zijn enige
medestander in Duitse kring is de com
missaris-generaal voor bijzondere op
drachten Fritz Schmidt.
OP 22 SEPTEMBER, alweer een zon
dag, vermeldt de agenda: Naar Berlijn.
Mussert op bezoek bij Hitier, eindelijk.
Van zijn nota over de statenbond,
heeft niemand zich verder ooit iets aan
getrokken, evenmin als van zijn latere
nota's. De kleine Mussert bleef vergeefs
vechten voor zijn opvattingen en werd
geduld, zijns ondanks door bezetters, die
zich in het geheel niet het hoofd wen
sten te breken over de positie van Ne
derland.
Mussert zegt van de verhouding tot
Seyss-Inquart, dat die er een was van
gewapende vrede. Als men dit in het
oog houdt blijven de agenda-aantekenin
gen richtingwijzers op een bij voorbaat
onbegaanbaar pad. Al die gesprekken,
dat fotograferen in uniform, de thee op
Clingendael („met vrouw") het spreken
overal, de notities aanvankelijk over de
Duitse successen: het bladeren in dit
boekje is sprokkelen in een bos zonder
bomen hout zoeken in een woud dat
niet bestaat.
En tenslotte lag daar ook na vijf en
twintig jaar in die agenda nog steeds het
stukje papier waarop een klaverblaadje
was vastgenaaid, met de in onbeholpen
kinderhandschrift genoteerde wens: „Dat
dit klaverblaadje u geluk mag brengen."
Het zal wel een klavertje-vier zijn ge
weest. Het heeft echter niet meer mogen
baten.
Een bladzijde uit Musserts zakagenda
ADVERTENTIE
Pompbediende „beroofde" zichzelf. Een
negentienjarige pompbediende, die dins
dag de politie liet weten dat een onbe
kende automobilist zijn geldtas met
ruim 415,- had geroofd, blijkt dit ver
haal te hebben verzonnen. Hij heeft
het geld nog dezelfde dag grotendeels
opgemaakt.
DEN HAAG. Aangezien de ANWB een
sterke voorstander is van internationale
samenwerking, wordt gezocht naar een
regeling, waarbij naar een bepaald land
uitrukkende repatrièringswagens niet leeg
naar het punt van bestemming rijden,
maar tegelijk een met pech kampende
toerist uit het betreffende land meenemen.
Hierbij kan een belangrijke besparing
van kosten worden bereikt. Onderling wor
den al diensten uitgewisseld. Engeland
maakt (bij gebrek aan een eigen dienst)
veel gebruik van de ANWB-repatriërings-
dienst en komende zomer zal Duitsland
dit doen in Zuid-Frankrijk en Spanje. Ook
in 1966 werd trouwens al incidenteel ge
werkt voor Duitsland, Oostenrijk en Bel
gië.
Het aantal beschadigde voertuigen, dat
de ANWB in het afgelopen jaar op
grond van de door deze bond aan zijn le
den geleverde internationale reis- en cre-
dietbrieven uit het buitenland naar Ne
derland heeft teruggebracht, is sterk ge
stegen: van 1007 in 1965 tot 1448 in 1966.
Het aantal IRC's steeg eveneens sterk,
namelijk van 215.000 naar 275.000.
Dat aantal repatriëringen van voer
tuigen de laatste jaren snel toenam blijkt
uit de volgende cijfers: in 1960 waren er
133, in 1963 reeds 635, en in 1964 was het
gestegen tot 858. Het werk van de alarm
centrale nam in het afgelopen jaar met
niet minder dan 30 pet toe.
Het „steunpunt", dat de ANWB een
tijdje geleden in Barcelona opende, voor
zag kennelijk in een grote behoefte, ge
zien het feit, dat het al te klein is gewor
den en nu is verplaatst naar de Costa
Brava-route. ANWB-leden met pech, die
hiervan de alarmcentrale in Den Haag in
kennis stellen, kunnen in het vervolg snel
ler geholpen worden. In de afgelopen zo
mer heeft het steunpunt in Spanje een
aantal beschadigde wagens verzameld en
deze per schip uit Barcelona naar Neder
land verzonden.
Een typisch verschijnsel is het feit,
dat de meeste gevallen van hulpverlening
het verstrekken van geld betroffen. Het
blijkt dat vele toeristen zich er onvoldoen
de rekenschap van geven, dat zij zo ver
van huis tal van kosten (onderhoudswerk
van de auto e.d.) krijgen, die zij niet
voorzien hebben.
ADVERTENTIE
VERLICHTINGSADVIESBUREAU
Kleine Houtstr. 26 - Haarlem - Tel. 12984
Anton Mussert
Het is ontzettend. Wat moet ervan te
rechtkomen?
Het requisitoir van procureur-fiscaal
mr. J. Zaaijer schetst de conflictsituatie
van Mussert later tijdens het proces al
dus: „Zijn wens was een groot-Neder
lands rijk, met Indië, georiënteerd op en
verbonden met een dominerend Duits
land. Van annexatie van Nederland dóór
Duitsland was hij een tegenstander en
hij heeft geopponeerd tegen maatregelen,
die die kant uitgingen. In zoverre moet
men zeggen dat de politiek die hij voerde,
inderdaad Nederlandse politiek was maar
men zou verstomd staan over de naïeve
manier, waarop hij zich in de armen van
Duitsland wierp, zonder te weten of het
geen hij wenste ook strookte met wat
Duitsland begeerde, ware het niet dat dit
de natuurlijke consequentie is van zijn
geestelijke oriëntering van de overgave
bij voorbaat aan wat er van Duitze zijde
zal worden gedecreteerd, mits hij er maar
een rol bij spelen kan."
„ZATERDAG 15 juni: 8.30 uur", leert
de agenda. En van dat bezoek blijkt in
eens een geheel andere Mussert terug te
komen dan men uit zijn weeklagen over
het Hitlerbevel over de SS-Standarte
Westland, meende te kennen.
In zijn dagboek staat: „Langdurig on
derhoud (voor het eerst) met SS-brigade-
führer Rauter. Prima man. Gelooft vol
komen in zijn roeping. Heeft mijn be
langstelling, ja mijn enthousiasme ge
wekt voor zijn SS".
5 juli: Mussert schrijft in Volk en Va
derland dat voor de NSB'ers het Oranje
huis als vorstenhuis heeft opgehouden te
bestaan. En daaruit volgde een voorbe
reiden van een vervanging voor het
i
j
Een paar noviteiten zijn in elk geval
het vermelden waard, afgezien van de
omstandigheid dat dit het eerste bezoek
aan Parijs is van Kiesinger in zijn kwa
liteit van kanselier. Als minister-presi
dent van Baden-Wurtemberg maakte hij
vroeger al eens zijn opwachting op het
Elysée.
Kiesinger laat bewust zijn minister van
Defensie, Schroder, thuis, ofschoon het
Frans-Duitse vriendschapsverdrag dat
steeds als excuus voor de halfjaarlijkse
ontmoeting tussen de Westduitse en de
Franse regeringsleider moet dienen, deze
bewindsman nadrukkelijk als gespreks
partner noemt.
Maar Schroder haalde zich in zijn vo
rige hoedanigheid, als minister van Bui
tenlandse Zaken, zoveel weerzin op de
hals bij het Parijse regime, waarmee
deze koele Noordduitse protestant geen
enkel contact tot stand vermocht te bren
gen, dat de zwierige zuiderling Kiesinger
besloot zich deze keer van deze hypotheek
los te maken.
Verder deed Kiesinger al zijn best in
Parijs een zeer ontvankelijke sfeer te
scheppen. Zijn regeringsverklaring van
SAIGON, januari. De oorlog in Vietnam is niet
alleen verwarrend voor geroutineerde frönt-verslag-
gevers, maar evenzeer voor de lezers thuis die de
verslagen lezen en proberen te begrijpen wat er aan
de hand is. Dat is vooral moeilijk door de ingeheide
ideeën over oorlogvoeren, die zich in vele duizenden
jaren hebben gevormd. Deze oorlog is namelijk an
ders dan enige andere waarbij wij ooit betrokken
zijn geweest, fk zal proberen u iets te vertellen van
de verschilpunten, zoals ik die zie.
Het was niet moeilijk verslag te doen van een oor
log, compleet met fronten, ingenomen steden, elkaar
aangrijpende troepenmachten en gevechten die voort
duurden totdat een van beide partijen de aftocht
blies. Grote veldslagen zijn te bevatten als een stieren
gevecht. Bij vorige oorlogen had men vaak voldoende
aan een kaart aan de ene kant van een lijn lagen
onze vrienden, aan de andere kant bevond zich de
Vijand.
Vietnam heeft niets van dat alles. Ik vraag me af,
of de toestand behoorlijk onder woorden te brengen
is. Men moet het aanvoelen en veel van de goede
journalisten hier doen dat beslist. Met hun lezers
staat het er echter anders voor en dikwijls ook met
de bladen die zij vertegenwoordigen. De hoofdredac
teuren wensen oorlogsverslagen zoals zij gewend zijn
te ontvangen.
Als het dan niet mogelijk is precies te vertellen
wat hier aan de hand is, zal ik proberen het u te laten
voelen. Het gaat om een gevoelsoorlog zonder fronten
en flanken. Ze is overal aanwezig, zoals een onzicht
baar maar gevaarlijk gas. Ik schrijf deze brief in een
comfortabele hotelkamer in Saigon, dat eens een
mooie stad is geweest.
De oorlog is hier echter overal aanwezig: in de
straat beneden en op het dak. Als ik mijn vrouw hier
achter laat en een reisje naar het omstreden land
buiten de stad ga maken, is zij evenzeer in gevaar
als ik ben, of misschien zelfs meer, omdat ik daar
buiten overal op verdacht ben, terwijl zij even
een brief naar de bus brengend temidden van dat
geciviliseerde leven onverwacht in een moordend
vuurgevecht kan belanden.
best opgeblazen zijn, wanneer je hem voor de terug
weg denkt te gebruiken. De glimlachende man die
je op straat kleurige kaarten probeert te verkopen,
kan heel goed een hevig explosief apparaat onder in
zijn tas hebben.
Daar schuilt het probleem: het is óók best mogelijk
dat hij alleen maar dat simpele, glimlachende straat
ventertje is. Dat gevoel heerst overal in deze stad.
Iedereen en ieder gebouw kan plotseling, dood en
vernieling zaaiend, exploderen. Het is voortdurend
om je heen. Je vermijdt samenscholingen en bent er
voortdurend op voorbereid naar de zijkant van de
straat te springen en daar muisstil te blijven liggen.
Ik besef dat dit verhaal de indruk moet wekken
dat wij hier voortdurend omringd worden door dui
zenden vijanden en dat is nu juist niet het geval. Het
radiostation van de strijdkrachten en het t.v.-station
Als wij 's avonds een drankje drinken en dineren
op het platte dak, zien we de lichtflitsen en horen
de donder van het artillerievuur, dikwijls ook het
geratel van kleine automatische wapens dichterbij.
Beiden kennen we het geluid van mortiervuür en we
hebben afgesproken om, als dat naderbij komt, ons
snel uit bed te laten rollen, de matras over ons heen
trekkend om zo enige beveiliging te hebben, tegen
scherven.
De stad is zwaar bewaakt, maar een brug die je
passeert om een restaurant te bereiken, kan heel
moesten enkele honderden schoten incasseren uit
de automatische wapens van slechts twee mannen.
Op het vliegveld, het grootste ter wereld en be
paald ook het best bewaakte, drongen onlangs vijftien
zwaar bewapende teenagers binnen. Zij zouden een
geweldige ravage hebben kunnen aanrichten als niet
de waakhonden bijtijds de reuk van hen hadden
opgesnoven. Men ziet het: het is niet zo dat er veel
vijanden zijn, maar niemand weet onmiddellijk w i e
de vijanden zijn.
En drie met moderne wapens uitgeruste mannen
kunnen evenveel schade veroorzaken als honderd.
Eén man die met een mand fruit op het hoofd naar
de markt slentert, kan daar met één enkele granaat
de helft van de bezoekers vermoorden. En hij aarzelt
niet dat te doen. In vele gebieden hebben wij de zaak
overdag goed onder controle, maar 's nachts wordt
een „veilige" weg weer ondermijnd.
Enkele dagen geleden heb ik met de opperbevel
hebber van de Amerikaanse troepen, generaal West-
moreland, onze mannen in het noorden bezocht. „Dit
is het fijnste leger dat wij ooit hebben gehad", zei hij
me. „Het zijn de best getrainde en meest ervaren sol
daten uit onze geschiedenis, met een moreel dat klinkt
als een klok". Geeft het geen gevoel van hopeloos
heid dat deze geweldige militairen en hun even goede
geallieerden geen snel einde aan de oorlog kunnen
maken? „Ik persoonlijk heb goede hoop, maar niet
op een snelle overwinning".
Ik ken veel andere oorlogen van nabij en heb veel
soldaten aan het front meegemaakt. De soldaat van
nu is van een nieuwe soort.
Hij is anders door zijn training en oriëntatie én
omdat zijn opdracht en zijn vijand verschillen van die
tijdens vorige oorlogen. Denk eens aan de oude tijden,
waarin een soldaat die durfde te zeggen: „ik denk.
onmiddellijk te horen kreeg: „vergeet dat denken
maar, een soldaat heeft alleen te gehoorzamen".
In deze oorlog is ontdekt dat zijn eigen oordeel en
initiatief niet alleen waarde hebben', maar essentieel
zijn. De tijd van grote bataljons is misschien wel voor
goed voorbij. Deze oorlog moet worden gevoerd door
kleine, mobiele en zeer zelfstandige eenheden, die
niettemin goed moeten kunnen samenwerken in het
grotere geheel.
Het leiderschap groeit van het laagste niveau af.
Het is een oorlog van beweging: aanvallen terug
trekken, afschermen en ontwijken, alsof men met
een goede bokser te doen heeft. Als je erover na
denkt, is dit eigenlijk de oude vorm van oorlogvoeren
die men in het Wilde Westen van de indianen leerde.
Er is in alle activiteit van onze troepen wel iets dat
werkelijk uniek is. In vorige oorlogen bleven gene
raals wat op de achtergrond, maakten de plannen en
gaven orders uit. Afgezien van de parades, zag een
soldaat alleen bij wijze van uitzondering zijn gene
raal. De helikopter heeft die toestand veranderd.
De helikopter kan bijna overal tegelijkertijd zijn.
Ik herinner me Napoleon (van schilderijen), die
staande op een heuveltop de veldslag aanschouwde,
terwijl boodschappers af en aan galoppeerden. Het is
hier gebruikelijk dat een commandant boven het veld
cirkelt, alles persoonlijk waarneemt en direct contact
heeft met de man op de grond. Hij kent zijn mannen
goed en bovendien in zo grote mate ook persoonlijk
als nooit eerder het geval is geweest. De kloof tussen
soldaat en hoge ome, die altijd onoverbrugbaar leek,
bestaat hier nauwelijks meer.
Je
John Steinbeck
het geval was. Of misschien wel halver-
S wege zal blijven steken, bij voorbeeld
doordat de remmen blokkeren.
begin december bevatte reeds aankno
pingspunten, die door De Gaulle als „po
sitief" konden worden aangeduid. Het
hierop volgende onverwachte akkoord
over de verdere stationeringsrechten voor
de Franse troepen in de Bondsrepubliek
dat, afgezien van het feit dat voortaan
de Duitse vlag ook boven de Franse ka
zernepoort wappert, een volledig toege
ven aan de oude Franse eisen betekende,
Gaulle wat milder jegens de Germanen
te stemmen.
En daarop komt het Kiesinger bijna
uitsluitend aan op dit ogenblik. Hij wénst
voor de buitenwereld in elk geval een
vriendschapsverhouding te vestigen, ook
al zou er een zijn met een dubbele bo
dem. Die moet in elk geval in de plaats
komen voor het ijskastklimaat waarin de
Frans-Duitse relaties onder Erhard en
Schroder waren beland. Het is een van de
vele trekjes waar Kiesinger aansluit,
waar het bij Adenauers heengaan is op
gehouden. Dat hierbij wel enige offers
aan de innigheid in de verhouding tot
Amerika moeten worden gebracht, neemt
Kiesinger op de koop toe.
Zijn praatje over de vraag als zou het
een vals dilemma beduiden het alternatief
„Frankrijk of de Verenigde Staten" te
stellen, neemt men in Bonn niet serieus.
Iedereen is ervan doordrongen, dat er hoe
dan ook een keuze moet worden gedaan.
En president Johnsons „state of th«
union", waarin hij tot ontgoocheling van
de Westduitsers zo bitter weinig woorden
wijdde aan de Europese aangelegenhe
den, is extra geschikt Kiesinger min of
meer in de armen van De Gaulle te drij
ven, zoals ook de factor, dat Kiesinger
(met Strauss) de Duitse drijfveer moet
worden genoemd voor een eigen „Euro
pees" kernwapen, koren op de gaullisti
sche molen strooit. In ruil voor deze
steun zal De Gaulle wel bereid zijn zelfs
Kiesinger te laten praten, wanneer deze
zegt het strikte voorbehoud te maken dat
zulk een onafhankelijke Europese kern
macht „natuurlijk supra-nationaal" van
structuur dient te zijn.
De vraag waarmee critischer ingestelde
lieden in Bonn zich intussen bezig hou
den, is of Kiesinger beseft dat de Fran
sen _op het ogenblik min of meer een ze
nuwenoorlog op kosten van Bonn voeren.
Het thema boven alle andere kon name
lijk wel eens Groot-Brittanië's toetreding
tot de Europese Economische Gemeen
schap worden. Vlak voordat premier Wil
son op continentale missie gaat en daar
bij uit Nederland komend eveneens een
spreekbeurt in het Europese parlement in
Straatsburg hoopt te vervullen, wil De
Gaulle Kiesinger overhalen zich achter
hem te scharen in het weren van de Brit
ten op dit ogenblik.
De Gaulle zal tegen Kiesinger betogen,
dat een Brits lidmaatschap de gemeen
schappelijke instellingen, voor het verster
ken waarvan zij beiden zich immers die
nen in te zetten, juist zou verwateren.
Hoe Kiesinger hierop zal reageren, en
vooral hoe zijn reisgenoot Brandt, die zich
met het labourbewind nauwer verbonden
moet voelen, hierop zal reageren, zal
min of meer als test-case gelden voor de
gehele verdere ontwikkeling in de West-
europese verhoudingen.
In Londen zal het zelfs al ontgoocheld
worden opgenomen, wanneer de nieuwe
bondsregering na het gesprek met De
Gaulle zich minder positief over Groot-
Brittannië's lidmaatschap zou uitlaten,
dan de oude Erhard en Schroder het
steeds heeft gedaan.
Hoe het ook zij, de Duitse kranten juich
en waarschijnlijk wat te vroeg, dat de
nieuwe dienstregeling van kracht is, nog
voor het vertreksignaal is gegeven. In
werkelijkheid zal pas over enkele maan
den blijken, of de trein tussen Bonn en
Parijs voortaan werkelijk vlotter zal rij
den dan wel of ze met nog grotere ver
traging zal arriveren dan onder Erhard