Bergen vol smeulend vuur verradelijk als dynamiet „Elektronische neus" ontdekt microscopische gaslekkages ZATERDAG 14 JANUARI 1967 Erbij 21 met beide benen op de grond VRAAG EEN willekeurige kapper (dames of heren) waar van hij droomt. Tien tegen één dat zijn antwoord luidt: een eigen salon in de luxe-klasse met louter chique klanten en vrije tarieven, want dat werkt lekker en snel als u begrijpt wat de kapper bedoelt. Kapper Mario, eens het enfant terrible van het vaderlandse damesvak, was zo'n dromer. En zijn droom werd werkelijkheid, zij het tijdelijk. In de korte tijd dat zijn haan koning kraaide be stond zijn cliëntele vrijwel ge heel uit societydames en be roemdheden. Geen actrice of tv- omroepster immers kon zich per mitteren, niet door Mario ge kapt te zijn! KOLEN BRANDEN - een oud beroep waaraan nog vele familienamen herinneren - wordt ook in ons land nog beoefend door zegge en schrijve één bedrijf. Het is een smerig en moeizaam beroep, dat veel vak kennis en waakzaamheid vraagt. Daarover vertelt u in dit artikel een van Nederlands laatste kolenbranders, Tinus van den Brink uit Uddel, die bijna een halve eeuw ervaring in het vak heeft. XV., IEDEREEN kent het morbide grapje van de man die een lek in een gasleiding zoekt met een brandende lucifer: een methode die bepaald ongezond is. Toch werkt de nieuwste „lekdetector" van de unie van gasbedrijven in Oost-Engeland op dezelfde manier. Het apparaat dat een ton gekost heeft en gemonteerd is op een vrachtauto, werkt met de methode der „vlam-ionisatie", hetgeen betekent dat zelfs het kleinste spoortje gas zo gering dat het op geen andere manier te ontdekken is inwerkt op een speciale waterstofvlam in het toestel. De vlam wordt daardoor een elektrische geleider en voert dan stroom toe aan een meet apparatuur annex bandrecorder in de auto, die aldus ieder lek nauwkeurig registreert. Onder grote belangstelling is de gasdetector onlangs zijn rondreis door Oost- Engeland begonnen. Hij heeft al tientallen „onschuldige" lekken opgespoord en „in kaart" gebracht, waardoor reparatieploegen de lekkages met een minimum aaq moeite en graafwerk herstellen kunnen. De gasontdekker is zo gevoelig dat hij zelfs reageert op het openen van een gasaansteker. Het is van groot belang dat men thans zelfs zogenaamde capillairlekkages ontdekken kan (de gaatjes in de gasbuizen zijn dan nog microscopisch klein), want ieder niet-ontdekt gaatje wordt door de druk van het gas snel groter en daarmee ook de kans op een explosie. Bovendien kunnen minieme lekken veel sneller en goedkoper ver holpen worden dan grotere, nog afgezien van het feit dat in het laatstgenoemde geval vaak hele straten opgebroken moeten worden, tot ongerief van omwonenden en neringdoenden. Meer van zulke „elektronische neuzen" zijn in aanbouw voor andere gasbedrijven in Engeland. (Van onze correspondent) UDDEL. „Van mijn zestiende jaar af zit ik in de koolbranderij. Dag in, dag uit trekken we „de" bos in en dat is, als je jong bent, wel een enzame job. Eigenlijk is het niks voor kinderen. Je verveelt je dood, maar tenslotte went het wel". Aldus de 64-jarige Tinus van den Brink uit Uddel, die we mid den in de bossen bij Nieuw Mil- ligen, in het hart van de Veluwe, bezig vinden met zijn werk als houtskoolbrander, een der laatsten in dit uitstervend handwerk. MEESTAL gaat zo'n beroep van va der op zoon over, ook al blijkt een oud handwerk niet meer rendabel te zijn. Maar nu er nog zo weinigen zijn het Veluwse bedrijf is uniek voor Neder land en e e n van de weinige in Euro pa is er toch nog wel een boterham mee te verdienen. Dat komt ook door de welvaart van deze tijd. Er is een hang naar het ouderwetse, het roman tische. Er is steeds grotere vraag naar antiek. Stadsmensen kopen kleine boerderijtjes en richten die smaakvol in. Daar komt vaak een open haard vuur aan te pas. Open haard vuurtjes vragen voor mensen die aan comfort gewend zijn, gemakkelijke brandstof. Sprokkelen, zagen, hakken is niet meer „in". Voor die lieden betekent houtskool een uitkomst. Ze is droog, ze brandt gemakkelijk en het vuurtje is z o aan. Zij zijn dan ook de grootste afnemers van dit typisch Veluwse pro- dukt. De firma Beekman in Uddel, voor wie kolenbrander Martinus van den Brink werkt, heeft als houtskoolbran derij dan ook voornamelijk brandstof- fenhandelaren als klant. Voor de huis brand mag houtskool dan een belang rijk produkt zijn, het zwart geblaker de carbonisatie-artikel wordt ook ge bruikt als filtermateriaal, brandstof bij de bereiding van speciale staalsoorten, als bestanddeel van buskruit en als te kenmateriaal. HET WAKEN 's nachts gebeurt bij toerbeurt: „In de nacht zijn we altijd met ons tweeën. Het hele proces duurt ongeveer vijf weken. Eerst een paar weken hopen zetten en dan drie weken branden. Dan worden alle rookkanalen gedicht en houdt het smeulen op. We moeten dan weer een paar weken wachten voordat alles zover is afge koeld dat je het hout kunt aanpakken. In die tijd moet alles met zand afge dekt blijven, want als er lucht bij komt gaat de hele zaak weer in de fik," zegt Van den Brink. Later wordt de houtskool in zakken gedaan. „Opzakken," noemt men dat. De mannen komen niet veel thuis. Re gelmatig loopt een van de mannen om de meiiers heen. Ook 's nachts, als de andere vakbroeder slaapt in een oude houten directiekeet. Slechts de laatste twee weken tijdens het af koelen na het smeulproces, kunnen de mannen weer thuis, bij hun gezin, sla pen. Daarna begint de houtskoolpro- duktie opnieuw, totdat de vorst invalt. Dan wordt de grond te hard om nog een schop in het zand te kunnen ste ken. „Maar dan zijn we druk met „vloeren zetten", zoals Van den Brink het opzetten van de houten stammen noemt. Dat moet bijzonder vakkundig gebeuren, want in elke meiier moet als het ware een kanaal van schoorstenen worden gebouwd. Het hout moet zoda nig worden opgestapeld in een wijde kring, dat de lucht vrij spel heeft. „Dat is voor een goede trek," zegt Van den Brink, terwijl hij een shagje opsteekt. Grinmekend zegt hij: „Ja, je wilt zelf ook wel 's wat roken, als brander zijnde nieuwe salon aan, voorzien van vele exclusieve faciliteiten. Gratis gebruik van elektrische scheerappa- raten voor gehaaste klanten. Een echte Engelse gastvrouw die voor koffie en conversatie-op-niveau zorgt. „Op ons toneel een kleine floorshow of een combo die passen de achtergrondmuziek verschaft ter wijl de klanten geknipt worden. In de manicure-afdeling een miniatuur putting green waar de geachte cliëntele zich kan oefenen in het golfspel". De „geachte clientele", tuk op nieuwtjes, liet zich niet wachten. Met één slag was „Hollywoods Most Progressive Barber Shop" in de running. Moindreclame deed de rest en vandaag-de-dag is Aliens kapsalon een der vaste trefpunten van vele grote namen uit de show business. Bob Cummings, David („The Fugitive") Janssen en Peter Sellers, om er enkelen te noemen, behoren tot de vaste klanten. Ook wonderman Peter Ustinov laat zich er vaak zien als hij in de stad is al was het slechts om hallo te zeg gen tegen de collega-beroemdheden en studiobazen, van wie er altijd wel een paar bij Ken onder het mes zitten. Ook t.v.-idolen, jazz- groten en andere celebriteiten ont moeten er elkaar om zaken te doen of om gewoon gezellig te praten natuurlijk over zichzelf, want een boeiender onderwerp is er niét. EEN PROBLEEM voor kapper Allen was lange tijd de tros: de ge bruikelijke aanhang van vage rand figuren, profiteurs en gesjeesde ac teurs die zich altijd in het kielzog van Hollywoods groten ophouden. Zij overstroomden de kapsalon, maar daar heeft Ken gauw een eind aan gemaakt. Sinds kort komt er niemand meer bij hem binnen of hij moet een afspraak gemaakt hebben. Zo wordt het kaf van het koren gescheiden en kunnen de echte kopstukken zich in alle rust met elkaar (en met zichzelf) bezig houden terwijl Kens gouden handen vol liefderijke zorg hun kapsel ver zorgen. Ja, hier is de klant nog waarlijk koning. WIE ZAL het de kampioenskap per kwalijk nemen dat hij zich voor al die goede diensten ook vorstelijk laat betalen? Haarknippen in een doorsnee- luxe salon kost in de V.S. gemiddeld twee dollar 7,20, maar in koopwaarde ongeveer ge lijk te stellen met een rijksdaalder in Nederland). Bij Ken Allen echter moet de klant 7,5 dollar 27) neer tellen voor een knipbeurt en 2 dol lar voor een manicure. Maar dat is dan ook inclusief, want de scheer- apparaten, de koffie, de gastvrouw, de muziek en de putting green zijn „on the house", helemaal gratis en voor niets. Men vraagt zich af waar Ken het van doet. DE OPPERS HOUT worden afgedekt met een dikke laag wit zand. Daarin maakt men rookkanalen, ter grootte van konijnenholen. Het hout kan zo doende niet branden als het wordt aan gestoken, maat het smeult. Wel kan er door felle wind brand ontstaan. Dan wordt binnen in de zandhoop een vuur tje aangeblazen. Zo kan een hele mei- Ier hout uitbranden als er niet goed op wordt gelet. „En dat kost geld, na tuurlijk", zegt Van den Brink. „Ook kan het gebeuren dat zich gas op hoopt in de meiiers, die lijken op reus achtige molshopen. Dan loop je de kans dat er een ontploffing volgt. Bij zo'n explosie springt de meiier uit el kaar en ontstaat er meteen brand. Dat kan ook 's nachts gebeuren en daar om moeten we tijdens het branden al tijd waken. Ja, die grote zandhopen lijken zo onschuldig, maar kijk uit", waarschuwt de kolenbrander, het is net dynamiet! Bij zo'n (veelvuldig voorkomend) binnenbrandje moeten de branders on middellijk de rookkanalen met zand af sluiten van de buitenlucht. Als er geen zuurstof bij komt, kan het hout ook niet branden. Door het smeulen wordt de zandlaag gloeiend heet. Het zand kan instorten en dan ontstaat er een gat en dus: brand. Ook daarop moeten de branders altijd bedacht zijn. T.v.-acteur Ben Kaplan laat zich manicuren terwijl een andere Amerikaanse beeldbuisbons, Ron Kirsh, aan het doelschieten is met een golfclub. „MAAR DAT is allemaal niet zo be langrijk", leert Tinus van den Brink ons. Hij kent het vak door en door weet nog maar al te goed hoe hij vroeger hard moest sappelen voor een karig stuk brood. De eerste jaren was het niet anders dan hout op hopen zet ten, 's nachts waken en tal van ande re dingen. Later mag je dan ook het eigenlijke branden leren. Vroeger werd het kolenbranders vak veel uitgeoefend in het Leuvenumse- bos. Nu gebeurt dat al zo'n honderd vijftig jaar hier tussen Uddel en Apel doorn op grond van de kroondomeinen, die de firma Beekman heeft gepacht. Het hout wordt hier uit de bossen ge haald maar ook komt veel hout kant en-klaar, gekapt en gezaagd, uit de Betuwe. Dat is dan voornamelijk ap pel- en perehout. Het hout wordt op grote hopen getast. Meiiers noemen ze die grote bulten op een zandvlakte in het woud. „Er staan er nu vijftien. En daar hebben we onze handen vol aan. Maar ik kan me nog herinneren dat we eens 35 meiiers tegelijk aan het branden hadden", zegt Van den Brink. In elke meiier zit 80 tot 100 „sterre". Een sterre is een kubieke meter hout. Bij vast hout, een blok bijvoorbeeld, spreek je van kubieke meters, maar bij los hout, stammen, palen, takken e.d. waar dus lucht tussen kan heet dat de sterre. De smeulende houtskoolbergen moeten dag en nacht bewaakt worden. pioen herenkapper", hem in 1962 toegekend op een concours van dui zend super-haarsnijders in New York. Die titel echter zei Hollywood niets. Kens scheer- en knipklanten waren tweederangsfiguren die noch goodwill, noch zoden aan de dijk zetten. Zijn zaak dreigde te verlo pen totdat een bevriend persagent hem een goede raad gaf: „Als je hier wilt slagen, moet je opvallen. De aandacht trekken, het hindert niet hoe. Talent ligt doodgewoon voor het opscheppen, dat imponeert niemand. Maar doe je iets buitenis sigs hoe gekker hoe beter dan ligt de hele „clan" in geen tijd aan je voeten". EEN TIP die niet aan kapper Al len verspild was. Hij sloot zijn zaak, huurde een groter pand op de duurste stand en smoesde wat met een aantal theateragenten en im presario's. Het resultaat daarvan was een advertentie in Variety, het lijfblad van de showbiz. Daarin kondigde hij de opening van zijn Topkapper Ken Allan aan het werk in zijn salon met muzikale begeleiding van een huisorkestje. EEN ANDERE figuur is Ken Al len, „gouden handen Ken"- van het heren vak, die sinds enkele jaren een eigen salon in Hollywood bezit. Een salon die het eerst helemaal niet deed, ondanks het feit dat Ken kon bogen op de titel „Wereldkam-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1967 | | pagina 21