De Rode Mieren"
(H
PANDA EN DE MEESTER-LOODGIETER
Q
POLLE, PELLI EN PINGO
n
Babykruikjes met rubberplaatje
zijn het meest betrouwbaar
RECHTER TIE
KRAMMETJE FOK
Een actuele Amerikaanse roman
De gebroken ruit
Nijverheids organisatie TNO:
„Verkoop aandelen
als de rokken
langer worden
b
ZATERDAG 14 JANUARI 1967
Ons vervolgverhaal
door William Lederer en Eugene Burdick
Vereniging Nederlandse
verkeersvliegers
F.loris Flaneur
-
IP
72Q
58)
Hobson: „Ik weet al geruime tijd
van deze feiten af."
„Waarom hebt u de andere leden
van de commissie dan niet op de hoog
te gebracht?" vroeg Dobey scherp.
„Heren misschien kunnen we daar
later op ingaan", zei Cogswell.
„Mag ik een opmerking maken?"
vroeg Coldstream.
„Zeker, overste, ga uw gang."
„Professor McCauley en ik ontken
nen de feiten in dat artikel volle
dig. Deze krant is hoogstonbetrouw-
baar. Mijn maatschappij ontvangt
dagelijks rapporten uit het zogenaam
de invasiegebied. In deze fase van
de moesson is het heel moeilijk bo
ven deze bergen te vliegen. Het ge
bruik van parachutes is volkomen uit
gesloten". Coldstream draaide zich
abrupt om, glimlachte en wreef zijn
handpalmen tegen elkaar. „Maar dat
behoort u natuurlijk te weten, heren"
„Mijnheer Coldstream, Professor
McCauley", zei Cogswell, „ik zou u
graag een vraag willen stellen. Is er
voorzover u weet, één Amerikaan
die zegt de aanvallende Vietnamezen
gezien te hebben? Bestaat er een
Amerikaanse ooggetuige?"
Coldstream schudde zijn hoofd.
McCauley zei niets.
Hobson zei: „Ik heb rapporten van
ooggetuigen."
„Van Amerikanen?" vroeg Cold
stream.
„Nee. Maar ik heb enkele ver
trouwde Sarkhanese agenten. Hun
betrouwbaarheid is buiten kijf." Hob
son dempte zijn stem en zei, terwijl
hij Coldstream en McCauley aan
keek: „Misschien zijn ze trouwer en
betrouwbaarder dan menig Ame
rikaan."
Cogswell zei: „Jeremia, heb je die
rapporten van ooggetuigen bij je?"
„Nee, dat niet. Maar ik heb ze in
mijn hoofd Wat zou je willn weten?"
Coldstream zei: „Mijnheer, kent u
de namen Qua Hai en Skoe Bien?"
„Nee, wie zijn dat?"
„Qua Hai en Skoe Bien zijn uw
agenten op de hoogvlakte".
Coldstream wees naar de kaart.
De assistent van Hobson haalde en
kele papieren uit zijn tas, zocht iets
op en liet dat aan Hobson zien. Hob
son was niet van zijn stuk gebracht,
maar zijn glimlach was gespannen.
Het was in feite geen glimlach, het
was een loerende uitdrukking.
Coldstream wees weer naar de
kaart.
„U hebt de rode cirkels rondom
sommige steden gezien," zei hij.
„Die geven aan waar zich commu
nistische agenten bevinden. Mijnheer
Hobson, uw beide zoeven genoemde
agenten zijn ook in dienst van de
communisten."
„Hoe weet u dat?"
„De dorpen in Sarkhan zijn klein
en meestentijds is alles wat er ge
beurt aan iedereen bekend. Men
heêft uw twee mensen naar de com
munistische kampen in de bergen
zien gaan."
Hobson zei: „Laten we het van een
andere kant bekijken, overste. Kent
u een Amerikaan die er ooggetuige
van geweest is dat mijn agenten heu
len met de communisten?"
„Ja, mijnheer."
„Wie is die getuige en onder welke
omstandigheden?
„Ik ben die getuige. Ik heb ze in
dat communistische kamp gezien."
„Hoe weet u dat de personen die
u daar gezien hebt Qua Hai én Skoe
Bien waren?"
Coldstream maakte zijn tas open.
Hij haalde een envelop te voorschijn
en nam daar twee kaarten uit. Hij
schoof ze Hobson over de tafel toe.
„Dit zijn hun identiteitsbewijzen als
leden van uw organisatie," zei hij.
Hij haalde nog twee stukken papier
uit de envelop en schoof ook die over
de tafel. „En hier zijn hun identi
teitsbewijzen van de communisten."
„Overste Coldstream," zei Hobson.
„Wat deed u in een communistisch
kamp? Doet u misschien met uw
maatschappij zaken met de commu
nisten?"
„Ik ben niet vrijwillig in dat kamp
geweest."
„Dat is allemaal moeilijk te gelo
ven, mijnheer Cogswell," zei Hobson
en hij wendde zich naar deze, „we
zijn bezig bewijsmateriaal te verza
melen van twee getuigen en al zou
dat veel tijd vergen en al is die kost
baar, toch zou ik graag willen dat
overste Coldstream ons vertelt waar
om hij in dat communistische kamp
geweest is en hoe hij de identiteits
bewijzen van twee van mijn agenten
heeft kunnen bemachtigen. Deze legi
timatiebewijzen zijn echt. Van die
andere, de communistische, weet ik
het niet."
Cogswell knikte.
Coldstream stond zenuwachtig op,
duwde met zijn voet zijn stoel ach
teruit en liep langzaam de kamer
door. Hij liep gebogen met zijn han
den diep in zijn zakken. McCauley
keek naar hem. Coldstream schuifel
de meer dan hij liep, zijn lippen wa
ren op elkaar geklemd en zijn hals
spieren stonden gespannen.
Hobsan knoopte zijn jasje los en
leunde achterover in zijn stoel
met de welvoldane blik van een man
die een bekentenis te horen zal
krijgeh.
Coldstream zei: „Ongeveer zes we
ken geleden heb ik mijnheer Cogs-
een rapport geschreven en per koe
rier van Haidho naar Washington ge
stuurd."
Cogswell vipl hem in de rede en
zei: „Dat klopt; ik heb het rapport
twee dagen nadien ontvangen. Over
ste Coldstream, kunt u niet iets lui
der spreken?"
„In mijn rapport," zei Coldstream
luid en helder, „schreef ik dat Sark
han politiek wankel was geworden en
dat ik een idee had bewijzen had
ik niet dat verscheidene hoogge
plaatste personen hun regering ver
rieden. Ik wist niet wie dat waren,
maar ik bood aan te proberen dat
te ontdekken."
In de daaropvolgende vier of vijf
dagen heb ik het uiterste gedaan om
door middel van mijn maatschappij
mijn mening bevestigd te krijgen,"
zei hij.
(Wordt vervolgd.)
Vlug liep Jantje naar huis. Het
was woensdag, dus kon hij de hele
middag lekker gaan voetballen. Na
het eten gingen ze vlug naar het
pleintje. Een heleboel andere jon
gens waren er ook. Hans zei:
„Eigenlijk vind ik het gemeen. Wij
hebben er één meer dan jullie.
Weet je wat? Ik ben wel scheids
rechter".
Maar wat gebeurde er? Midden
onder het spel vloog de bal door
de ruit van juffrouw Boos. Wat zal
ze kwaad zijn. O, daar heb je haar
al.
„Wie heeft dat gedaan?", vroeg
ze streng? „Eh i ik juf
frouw B Boos".
„Kom jij maar even mee naar
binnen. Hoe heet jij?"
„J Jantje Verdijk". „En waar
woon je?" „L kindelaan 5".
„Mooi. Is je vader thuis?" „Nee,
juffrouw Boos".
„Noem me maar geen juffrouw
Boos, maar gewoon tante Nellie.
Ze ging even weg en kwam terug
met een glas limonade en een grote
koek met twee noten. Toen Jan het
eindelijk op had zei ze: „Ga maar
gauw naar huis".
Wat was die tante Nellie toch
aardig!
Els Trip (12 jaar),
Joan Maetsuyckerlaan
Haarlem.
16,
MMVMMWVVVWIMIVMIMWVVIIVWVVWVWMWMMVVWVVIWVVVVVWMWVVVMMIVVWWMVtfVVVVVVVtfVVVWVVVVVVVMMi
CO<* MAKTEN TOONDE*
7. Nadat Jollipop droge kleren had aangetrokken,
liet hij het bad vollopen en bracht zijn meester naar
boven. „Het water is keurig op temperatuur, meneer
Panda!" sprak hij. „En we hebben enig badpoeder toe
gevoegd lavendelgeurig". Hij boog zich voorover en
begon zorgzaam de kranen te sluiten. Maar hoe hij
ook draaide en draaide en draaide, de waterstralen
bleven met onverminderde kracht lopen. „Het is de
wraak van de waterdruppels uit het meertje, denk je
niet?" vroeg Panda bezorgd. „Ze zitten ons te pla
gen!" „Foei, meneer Panda!" sprak de huisknecht be
rispend terwijl hij moeizaam trachtte om de vocht-
toevoer te stoppen. „Dit is een zuiver technische kwes
tie, die niets met sprookjes of bijgeloof te maken
heeft. De schroefdraad lijks ons dolgeworden te zijn!"
„Toch is dit wel heel erg vervelend!" zei Panda zor
gelijk. „Kijk eens - als je niet oppast, loopt het bad
nog over!"
WIE HEEFT NU
EI66NUJK DE
HOED VAN
PETER WAL?
VADER NUL
HIJ DENKT,DAT HIJ
ER TIEN JAAR JONGER
MEE UITZIET.'
L2JW5-E.
NEE, HET ZIET ER NAAR UIT,
DAT MEVROUW NIJL DE HOED
HEEFT 0VER6EN0MEN
VADER MA6 HEM NIET DRA6EN, Z0LAN6 WIJ
NIET EENJ BADKUIP VOOR
PETERTJE HEBBEN 1
TIEN VERLOREN JAREN
Voor spitse (n) speurders is dit
puzzeltje niet moeilijk. Welke to
renspits zou precies op het torentje
links passen? Knip de vier rondjes
uit. Maar knappe speurders kun
nen misschien wel volstaan met
meteen het goede rondje er uit te
halen. Want echt hoor, één toren
spits is maar de goede.
/paoö si s^uii aCpuox
aisu.33 jax{ uaaiiy :6uissoidQ
(Van onze correspondent)
AMSTERDAM De vereniging van
K.L.M.-vliegers wordt de vereniging van
Nederlandse verkeersvliegers. Deze be
slissing heeft de ledenvergadering deze
week met een ruime twee-derde meerder
heid van stemmen genomen. Het wachten
is nu alleen nog op de goedkeuring van
een wijziging van de statuten die voor
deze verandering noodzakelijk is.
De verandering houdt in dat alle ver
keersvliegers in Nederland en de rijksde
len overzee lid van de vereniging kunnen
worden.
Enkele malen hebben zich bij zuige
lingen ernstige gevallen van verbranding
voorgedaan (onder meer een uitgebreide
derde-graads verbranding bij een baby
van zeven weken) als gevolg van het
lekken van een warmwaterkruik, terwijl
deze lekkage niet kon worden geweten
aan onoordeelkundige behandeling.
De nijverheidsorganisatie TNO heeft
naar aanleiding hiervan een onderzoek
ingesteld naar de deugdelijkheid van af-
sluitmechanismen van warmwaterkrui
ken. Hieruit is gebleken, dat bij sommige
typen patentsluiting van kruiken gemak
kelijker lekkage kan optreden, dan bij het
conventionele type kruik, waarbij in de
dop een rubberplaatje is gelegd, dat door
de schroefdop tegen de hals van de kruik
wordt gedrukt.
De patentsluitingen hebben veelal een
metalen (messing) afdichtplaat, welke
tegen een conisch uitgevoerde metalen
zitting wordt gedrukt. Gebleken is, dat bij
dit systeem onder andere roestdeeltjes
een aanslag kunnen vormen op afdicht
plaat en zitting, waardoor mogelijkheid
van lekken ontstaat. De instelbaarheid
van de afdichtingsplaat in de dop gaat
vrij snel verloren. Ook kunnen ther
mische effecten veroorzaken, dat een
goed gevulde en gesloten kruik na ver
loop van enige tijd toch gaat lekken.
Op grond van de resultaten van dit
onderzoek heeft de geneeskundige hoofd
inspectie van het staatstoezicht op de
volksgezondheid onlangs in een circu
laire op deze gevaren de aandacht ge
vestigd van ziekenhuizen, kraaminrich
tingen, consultatie-bureaus voor zuige-
yy
Louisville (AP) George M. Rideout,
directeur van een bureau voor beleg
gingsadviezen in Massachusetts, is ervan
overtuigd dat stijgingen en dalingen op
de effectenbeurs gelijk opgaan met het
stijgen en dalen van de lengte van de
damesrokken. Hij heeft tijdens een le
zing verklaard dat .er dit jaar meer dan
een reden is om de meisjesbenen goed in
het oog te houden.
Hij heeft een grafiek uitgewerkt waar
uit een opvallende overeenkomst blijkt
tussen de damesmode en de beurskoersen
sedert 1920. Als zijn theorie juist blijkt,
ziet het er duister uit voor de beleggers
in aandelen, want de Parijse collecties
duiden op langere rokken in het komen
de voorjaar.
Rideout wijst erop dat de beurskoersen
hoog en de rokken kort waren in de pe
riode voor de Beurskrach van 1929. Het
zelfde gold voor de periode tijdens de
tweede wereldoorlog en in de afgelopen
jaren.
In de crisis van de jaren dertig daalde
de zoom van de damesrok steeds verder
met een dieptepunt in 1936. De naoorlogse
recessie werd ingeluid met het optreden
van de „new look" die de rokken tot bijna
op de enkels deed dalen. Het advies dat
Rideout geeft is: „Zodra de rokzomen
beginnen te dalen, bel dan onmiddellijk
de makelaar en verkoop uw aandelen"
lingenzorg, kraamverpleegsters en
kraamverzorgsters. In dit rondschrijven
adviseert de hoofdinspectie, de voorkeur
te geven aan het gebruik van babykruik
jes met een conventionele sluiting (rub
berplaatje in de afsluitdop).
De Londense dagbladen gaan niet zo
best.
De serieuze Times en de Guardian wer
ken met miljoenen ponden verlies per
jaar, de populairdere Sun wankelt op de
rand van de dood en de populaire, met
de grote oplagen moeten vanwege de con
currentie allerlei nieuwe sensaties beden
ken om niet af te glijden.
Zo heeft nu een der slechtste (en dus
meestgelezen) kranten ter wereld, de
Evening Standard, een voorgevoelens-
dienstopgericht, die geleid door een
psychiater 't verslag van voorgevoe
lens van lezers zal opnemen, voorgevoe
lens in de droom of in wakende toestand
opgedaan.
Men zegt dat de snelheidsmaniak Do
nald Campbell gr een voorgevoel van
heeft gehad dat hij zijn poging om zijn
eigen snelheidsrecord te verbeteren met
de dood zou bekopen en er schijnen men
sen geweest te zijn, die in hun droom
de verschuiving van de berg mijn-afval in
Aberfan, die zoveel kinderen het leven
heeft gekost hebben voorzien.
In Nederland bestaat zo'n krantenru
briek nog niet; daarom zal ik vandaag
m'n eigen kleine plaatsje in deze krant
gebruiken, om er enige van mijn voor
gevoelens in te vermelden. Overdag heb
ik er geen tijd voor, maar 's nachts in
mijn dromen des te meer.
Ziet hier dus de oogst van de laatste
zes nachten, waarin ik droomde dat:
er een aantal verkeersongelukken,
waarvan enige met fatale afloop, zal ge
schieden;
de heer Luns een hoge Roemeense on
derscheiding zal ontvangen;
de heer Moidegaulle een redevoering
zal houden, evenals de heren Johnson
(Washington)Den Uyl (ergens in Fries
land); Jan van Dong (Noord-Vietnam)
Koekoek (Ede); Toxopeus (overal); Nas
ser (Cairo) en Van Thijn (Amsterdam);
een krant een berichtje zal publiceren
over de naderende lente;
een opzienbarend schandaal de openba
re belangstelling zal trekken;
ene prof. mr. Jelle Zijlstra benoemd zal
worden tot directeur van de Nederland-
sche Bank;
een zekere J. de Q. tot commissaris
van alles;
ir. Witte tot burgemeester van Eindho
ven;
en mr. Struycken tot staatsraad;
de PTT en de Spoorwegen hun tekorten
zullen zien toenemen;
in het Oosten des lands enige strijd zal
uitbreken over 'n Duitse dirigent;
Ajax de kans loopt landskampioen
(voetballen) te worden;
binnen het jaar drie bekende Nederlan
ders zullen overlijden;
een echtscheiding de aandacht zal trek
ken;
evenals een moord; een geboorte en een
benoeming;
Dit is slechts een korte bloemlezing uit
mijn voorgevoelens.
5
A
9. Rechter Tie doet het papiertje met
de raadselachtige boodschap in zijn bu
reaulade en steekt het ebbenhouten doosje
in zijn mouw. „Dat kan toch nooit een
flauwe grap zijn, edelachtbare!" zegt
Tsjiao Tai. „Die vrouw die Jade heet, is
natuurlijk ontvoerd. Nadat ze door de
schurken ergens werd opgesloten, heeft
ze die noodkreet met haar eigen bloed ge
schreven. Het papiertje in het doosje ge
stopt en uit het raam van de kamer,
waar ze gevangen zat, gegooid!" Rechter
Tie gaat de gang op. „Het is nog te
vroeg voor theorieën, Tsjiao Tai", zegt
hij bedaard. „Laten we eerst de anti
quair vragen waar hij het doosje vandaan
heeft". „We zullen hem eens goed
aan de tand voelen, edelachtbare. Die
schurk is vermoedelijk bij de ontvoering
van Jade betrokken geweest". De rechter
gaat niet op die opmerking in. „Kom mee,
Tsjiao Tai, de wandeling zal ons opfrissen"
Op straat is het nog vrij koel en er zijn al
heel wat mensen op de been. De anti
quiteitenwinkel staat op de hoek van het
nauwe straatje achter de Tempel van
Confucius. De oude antiquair komt haas
tig naar de toonbank als hij zijn hoge
bezoeker ziet binnenkomen. „Hebt u iets
vergeten, excellentie?" „Nee", zegt
Rechter Tie, ik wil u alleen maar wat
vragen".
729. „Je hebt natuurlijk allang begre
pen, waar het om gaat", zei de kapitein
tot Brammetje Fok, die in werkelijkheid
niets wist maar een gezicht zette, alsof
er op de hele wereld geen geheimen voor
hem bestonden.
„Allicht", zei Bram.
„Er zijn heel wat duikapparaten op de
hele wereld", ging de kapitein verder.
„Maar het duikapparaat van professor
Miniklungel.dat is wel iets heel an
ders."
„Ja, dat is geweldig", zei Bram, die nog
steeds niet begreep wat dat allemaal te
betekenen had.
„Niet voor niets hebben de hoge officie
ren alles gedaan om de proeven in dit
haventje geheim te houden", ging de ka
pitein voldaan verder. „Het treft alleen
ongelukkig, dat ze ons hebben uitgeko
zen om dat duikapparaat in zee te zetten.
We zullen dat doen, maar pas nadat
we.het duikapparaat hebben verwis
seld. Daar we alle lantarenpalen hebben
vervangen kunnen we het hele havenge
bied naar believen donker maken.en
op dat moment slaan we onze slag. En jij
kunt er niets aan doen."
Bram wilde iets zeggen, maar een ma
troos kwam binnenstormen, die luidkeels
riep:
„De tram komt eraan".
Dat sloeg Bram met stomheid. Want in
het havengebied lagen geen tramrails.