A. C. W. STARING
- Nederlandse romanticus -
werd 200 jaar geleden geboren
BBC onthoudt Televizier
nu foto's en gegevens
W ater schapslasten
in Haarlemmermeer
worden verhoogd
Lentezang
Herdenking
Pijperherdenking
voor de radio
POLITIERECHTER
Gevangenisstraffen
voor het stelen
bromfietsen
Drogist berecht
voor roekeloos
rijden in Haarlem
Noodraad trok
lijst 13, D '66
lijst 17
Ontslagen dokter
protesteert
bij Kamers
DINSDAG 24 JANUARI 1967
6
//<,r
Hoofdredacteur Van Rooy: „Doet ons niets
Pianomuziek uit Japan
Voor de
Plantendiefstal
Doorgereden
Verkeersruzie
ff#
MEESTER MIJYS, het hoofd van de Franse kostschool
te Gouda, dronk. Hij dronk zoveel dat zijn school op de
fles ging. Op het laatst was er nog maar één leerling
over. Dat was Anthony Christiaan Wijnand Staring.
Die bleef omdat zijn ouders aan de Kaap woonden,
waar zijn vader équipagemeester was in dienst van de
Oost-Indische Compagnie. De opvoeding van de zes
jarige was toevertrouwd aan zijn oom, predikant in het
nabije dorp Gouderak. Oom en neef wisselden vele
brieven, waarvan er enkele van oomszijde bewaard zijn.
Daaruit blijkt dat dominee een alleraardigste en mense
lijke causeur was en ook een voortreffelijk kenner van
Horatius, de schrijver die de dichter Staring zo na aan
VIJF JAAR moest Anthony bij Mees
ter Muys blijven. Daarna ging hij als in
tern leerling naar de Latijnse school. Dat
■was in 1778 en de jongen had toen al een
paar gedichtjes geschreven, die de vol
wassene zorgvuldig in een schrift be
waard heeft. Nog als scholier zond hij
enige produkten van zijn pen aan het
Haagse Dichtgenootschap Kunstliefde
spaart geen Vlijt en hij werd op grond
daarvan waarlijk als buitengewoon lid
aangenomen. In hetzelfde jaar deed hij
eindexamen en liet zich als student in de
rechten inschrijven aan de Hogeschool te
Harderwijk. Zijn ouders waren toen uit
Afrika gerepatrieerd en zijn vader had
juist het buiten de Wildenborch gekocht
voor de som van ƒ3100 (drieduizendéén
honderd gulden).
Zij voelden zich Gelders, want de moe
der was een burgemeestersdochter uit
Doetinchem en de vader predikantszoon
uit Gendringen. Vandaar dat zij een kas
teeltje in de buurt van Lochem kochten
en hun zoon naar het saaie Harderwijk
zonden terwijl in die jaren Leiden Utrecht
en Amsterdam de brandpunten van het
letterkundige leven in de Republiek wa
ren. En van het politieke leven evenzeer.
De jaren om 1785 immers vormen het
tijdperk van de strijd tussen Patriotten
en Prinsgezinden, van Kaat Mossel en
Goejanverwellesluis, de tijd eindelijk van
de Pruisische interventie en de neder
laag der Keezen. Is het aan Harderwijk
te wijten dat wij van al deze woelingen,
die het Nederlandse volk zo diep raakten,
niets terugvinden in Mijne eerste Proe
ven in Poëzij, de bundel die de negen
tienjarige student in 1786 met instemming
van de schrijver Rhijnvis Feith publiceer
de? Wat wij in die bundel wel vinden,
zijn later door de dichter als „onrijp of
geheel verwerpelijk" gekwalificeerde ro
mances en andere sombere gedichten vol
holle gewelven, lijken, verlaten heide
vlakten en gierende stormen. Een viertal
regels uit De toekomstige Gelievde zijn
typerend voor het geheel. Zij luiden:
En mogt eens 't lot in 't eigen grav
Uw beendren met mijn beendren
menglen,
Dan zal ik, zelv nog na den dood,
Mijne armen in uwe armen strenglen.
Dit was inderdaad poëzie naar het hart
van Feith, onze sentimentele auteur bij
uitstek.
Met tegenzin voltooide de jonge Staring
intussen zijn juridische studiën die hij
met een promotie afsloot. Merkwaardig
is zijn Vile stelling: Zelfs de atheïst kan,
als hij de rust in de staat niet verstoort,
in de republiek worden geduld. De ver
lichting werkte in!
NA HARDERWIJK een jaar Göttingen,
waar Staring botanie en chemie studeer
de, maar zich ook verdiepte in de littera
tuur van zijn tijd. Inmiddels was zijn
vader overleden en zijn moeder her
trouwd. Verhuizing naar Leiden was daar
van het gevolg en zo kwam de Wilden
borch vrij, juist op tijd, want heimwee
knelde de student, die met een vleugje
humor schreef: „Mijn ziel is het even
beeld van een neergeslagen podding".
Zijn ouders legden het beheer van het
buitengoed in zijn handen en zo werd
zijn „gelievde droom" werkelijkheid:
zijn liefde voor de dochter van Zutfens
burgemeester werd beantwoord en het
jonge paar vestigde zich op de Wilden
borch.
Van dit ogenblik af heeft Staring zijn
tijd verdeeld tussen het beheer zijner
landgoederen en zijn liefde tot de poëzie.
En aan beide wijdde hij zich met de in
zet van zijn gehele persoonlijkheid. Het
6chijnt dat de wereld rondom hem slechts
weinig belang inboezemde. Van de komst
der Fransen, die Bilderdijk in balling
schap deed gaan, merken wij in zijn
werk en zijn brieven even weinig als van
de inlijving en de vrijwording. In later
jaren fulmineerde hij wel tegen de op
standige Belgen, het „verblinde Belgiesch
geboefte, het tijgerbroed", maar dat
kwam omdat drie van zijn zoons in
dienst waren. Toen sprak het bezorgde
vaderhart.
In 1791 het jaar, waarin hij zich op de
Wildenborch vestigde, verscheen ook zijn
tweede bundeltje, Dichtoeffening ge
naamd. Het toont een duidelijke groei: in
plaats van de traditionele romances uit de
Eerste Proeven treffen wij hier wél ro
mantische gegevens aan, maar bewerkt
in eigen geest en eigen vorm. Het sobere,
puntige woord, de kernachtige zegswijze,
het treffende beeld, het luimige puntdicht,
de humor, we vinden ze hier alle, zij het
nog niet steeds in de geperfectioneerde
vorm die ze zullen krijgen in de bundel
Gedichten (1820, dus bijna 30 jaar later!),
Nieuwe Gedichten (1827) en Winterloof
(1832). Kort voor zijn dood verzamelde
hij al zijn werk nogmaals in vier bun
deltjes Gedichten. Het is voor belangstel
lenden interessant na te gaan hoe de
dichter telkens weer in zijn vroegere
werk wijzigde, schrapte, zelden toevoegde
en met steeds nieuwe ijver streefde naar
het maximum aan geserreerdheid en pun
tigheid van zegging. Zijn spitse intelli
gentie, die doet denken aan de door hem
ewonderde Huygens, maakt hem tot een
an van het rationalisme.
ROMANTISCH naar inhoud, rationalis
tisch naar vorm, zo is het werk van de
man die dan ook deels achttiende, deels
negentiende eeuwer was. Zijn leven lang
behield hij in zijn verhalende gedichten
zijn voorkeur voor het wonderbaarlijke:
de tovermacht van een formule, een won
derzalf, een geestenbezwerende heks, de
duivel zelf in zijn strijd met de mens,
het zijn alle motieven in Marco, De twee
Bultenaars, Jaromir, de Leerling van
Pancrates, en andere. De bron vond hij
dikwijls in zijn lectuur over vroeger tij
den. Reeds in Göttingen noteert hij bij een
boektitel: „Waaruit wel hier en daar, wat
te scheppen was om in een toverver-
telling te gebruiken". Maar vergelijking
met het gegeven toont weer Starings be
gaafdheid het oorspronkelijke te verdie
pen door karaktertekening en door de
motivering der gebeurtenissen die bij hem
niet willekeurig zijn, doch voortvloei
en uit de eigenschappen der optredende
personen. En dan kwam tenslotte na de
humoristische verteller de didacticus, de
schoolmeester als men wil, die aan het
eind van het verhaal de lering gaf, de mo
raal. Vele van zijn gedichten waren be
doeld om voorgelezen te worden en dat
deed Staring graag en dikwijls. Na de
vroege dood van zijn vrouw hertrouwde
hij en dit tweede huwelijk werd met acht
kinderen gezegend, 's Avonds las vader
voor, uit Scott en andere schrijvers en
soms uit eigen werk. Het ernstige ont
roerde hem snel, dan kon hij nauwelijks
voort en moest tranen wegwissen.
HET HUMORISTISCHE trok hem sterk
aan en zijn lach was aantrekkelijk. Beets,
Nicolaas Beets, de man van de Camera
Obscura, schrijft wel aardig over hem,
zeggend dat zijn werk weerspiegelt „den
gelukkigen Echtgenoot en Vader, den
kundigen en bezigen Buitenman, den war
men Vaderlander, gullen Geldersman,
vriend van zang en gezellige vreugd, den
man van verstand, karakter, algemeene
kennis en helder doorzicht. In de Vertel
lingen is hij zonder wederga. Hier dient
hem de gantsche schat zijner rijke be
lezenheid en nauwkeurige kennis; hier
ontplooit hij al de gaven van geestige
scherts en onuitputtelijke luim; hier toont
hij hoe rijk eene verbeelding zijn kan die
tot geen hooge vlucht roeping heeft". Sta
ring lijkt mij hiermee aardig geschetst,
vooral als men daaraan toevoegt wat
Beets zegt over zijn taalgebruik: „Het
is echt, het is zuiver, het is eigenaardig
nederduitsch, het is de Moedertaal die
hij te lezen geeft en waarmee hij doet
wat hij wil. Zijne verzen evenwel zijn
geen muziek om van 't blad te spelen
en hij is meer geschikt een geoefenden
smaak dan een alledaagsch gevoel te
streelen".
En zo is het nog. Vooral in vroeger
jaren waren Starings gedichten geliefde
oefenstof voor de zinsontleding geliefd
bij de docenten tenminste. Daarvoor
werd ook de Camera misbruikt. Toen
Starings sterfdag, 13 augustus 1840, werd
herdacht in de Gids van 1940, schreef
de redactie: „Schoolmeester wordt men
niet zonder Staring te hebben gelezen,
maar dichter kan men zijn zonder van
hem gehoord te hebben". Daar schuilt,
dunkt mij, veel waars in, al geldt het
ook voor andere dichters. Maar inderdaad
vraagt het werk van onze Geldersman
om verstandelijke „ontleding" in twee be
tekenissen en het bevredigt die neiging.
Want daardoor komen allerlei fijne trek
jes verrassende wendingen, vernuftigeop-
merkingen aan het licht „gelijk flonker-
steenen die uit de schaduw naar voren
geschoven willen worden om het volle ge
not hunner schittering te bieden", zoals
de Gids poëtisch zegt.
Hierboven werd veel beweerd, maar
weinig of niets bewezen. Dat is binnen
het bestek van een dagbladartikel ook I
het hart zou liggen. Waarom hij echter het kind bij Muys
liet, blijkt niet. En de ouders wisten van niets, want hun
zoon schreef in opdracht van het schoolhoofd naar de
Kaap dat hij „bij aanhoudendtheijd een gewenschte wel
stand was genietende", en „gelukkige voortgangen in
(zijn) letteroefeningen maakte, waarover de Heer Muys
blijken zijner goedkeuring geeft". En Mosjeu sierde deze
brieven met vele mooie krullen op. Want daarin was hij
een kunstenaar. En bovendien kon hij dan controleren
wat zijn leerling naar huis schreef. Als volwassene
spreekt Staring over deze tijd als „een aaneenschakeling
van mishandeling en ontberingen".
versregels van Staring te citeren waarvan
vele lezers weinig zullen begrijpen.
Als geheel spreekt het oeuvre weinig
aan, zeker bij eerste kennismaking. Daar
voor is het te gedrongen, te bondig van
zegging. Maar wie de tijd en de moeite
neemt er zich wat langer in te verdiepen,
zal om nu maar een enkel voorbeeld
te noemen ontwaren hoe meesterlijk de
aanhef van vele gedichten is, hoe Staring
onmiddellijk de aandacht weet te pakken.
De lezer ziet reeds in de eerste regels
de personen voor zich, die in het komende
verhaal zullen optreden, geschetst naar
het leven. De twee Bultenaars begint met
de volgende vier regels waarin drie per
sonen in hun onderlinge verhouding wor
den geschetst:
Twee wakk're Bultenaars;
Graaf Ot die 't pak van voren
Graaf Freedrik, die 't van achtren
droeg.
Begeerden Klara's hand en vrijden drok
genoeg,
Maar Jonkvrouw Klara had geen ooren.
In de volgende twéé regels, de aanhef
van De Verjongingskuur, zien wij ook
weer drie personen duidelijk voor ons:
Annet was beeldmooi zei haar
spiegel en Mama
Zei 't met Mamzei den spiegel vlijtig
na.
En hoe voortreffelijk is de sfeer gete
kend in de eerste strofe van De Dooden-
dans: het middernachtelijk uur, de mane
schijn, het kerkhof, het is alles met enke
le woorden scherp als de werkelijkheid
neergezet:
't Sloeg twalef. Als de volle dag
Scheen de onbewolkte maan;
En huiverend zat de Torenwacht
En staarde een Wonder aan.
Het zal geen verwondering wekken dat
een dochter die er naar streefde met wei
nig woorden veel te zeggen, zich tot het
puntdicht aangetrokken voelde. Enkele
zijn overbekend, zoals:
De rijpe kennis hoort;
de onrijpe neemt het woord.
Of:
De meester, in zijn wijsheid, gist.
De leerling, in zijn waan, beslist.
Andere zijn meer korte gedichtjes, zo
als Aangebrand („Heeft aangebrand ook
J/ J - V/t rt :/f
De Wildenborch, het buitengoed dat
Starings ouders voor f 3.100 kochten.
In verband met de hogere kosten is het
waterschap De Haarlemmermeer genood
zaakt de waterschapslasten te verhogen.
Aan de hoofdingelanden wordt voorge
steld de waterschapslasten te verhogen
van 66.tot 70.voor het onbe
bouwde eigendom. Hierdoor zullen de
totale inkomsten dit jaar 1.667,32 be
dragen.
Dijkgraaf en Heemraden vinden het te
betreuren, dat het niet gelukt is enige
bijdrage te verkrijgen voor het bedienen
van bruggen en pontveren en het onder
houd van de ringvaartsboord. Dit is ver
ontrustend, omdat de capaciteit van
scheepsmotoren de laatste tijd steeds
toeneemt.
voetjes, moeder Aagt?"), Het hondenge
vecht, Het vroege Kievitsei, Het Sterren-
schieten.
IN VELE BLOEMLEZINGEN zijn ze
opgenomen en terecht. Daar vindt men
meestal ook als proeve van zijn lyriek
het tere Herdenking. Men heeft het vol
maakt genoemd, maar moet dan toch een
restrictie maken voor het slot van de der
de strofe met dat afschuwelijke „ver
slond". Mede om te laten zien hoe Sta
ring steeds meer in het eigen werk wij
zigde, worden hier twee versies naast el
kaar afgedrukt. Eigenlijk zijn er zelfs
drie De eerste staat al in Mijne eerste
proeven. Zo ziet men dat dichten voor
Staring óók intellectuele arbeid was,
zorgvuldige zelfkritiek. Het lijkt mij vol
komen terecht dat zijn eerste biograaf,
de Groningse hoogleraar Lulofs, hem
noemde: „den taal- en stijlkeurigsten,
zinrijksten, kortsten en kundigsten onzer
dichters". Dat was hij ongetwijfeld.
Dr. P. H. Schroder
De lentewolk liet na te droppen;
het romlend zwerk wierd stom;
de dauw dreef langs de heuveltoppen
waarachter maanlicht klom;
daar zong al 't woud zijn avondlied!
Wij voelden 't en wij spraken
niet!
Het lover ruiste Lina trilde
Ik sloot haar aan mijn borst!
O kus, die 't eerst de vlammen stilde
van langverheelden dorst!
Ik zwoer, zo lang ik aadmen zou,
Natuur en u, o Lina, trouw!
(1798)
Wij schuilden onder dropplend lover,
gedoken aan den plas;
de zwaluw glipte 't weivlak over,
en speelde om 't zilvren gras;
een koeltje blies, met geur belaan,
het leven door de wilgenblaan.
't Werd stiller; 't groen liet af van
droppen;
geen vogel zwierf meer om;
de dauw trok langs de heuveltoppen,
waar achter 't westen glom;
daar zong de Mei zijn avendlied!
Wij hoorden 't, en wij spraken niet.
Ik zag haar aan. en, diep bewogen,
smolt ziel met ziel ineen.
O toverblik dier minlijke ogen,
wier flonkring op mij scheen!
O zoet gelispel van dien mond,
wiens adem de eerste kus verslond!
Ons dekte vreedzaam wilgenlover;
de scheemring was voorbij
het duister toog de velden over
en dralend rezen wij.
Leef lang in blij herdenken voort,
gewijde stond! geheiligd oord!
(1820)
(Van onze correspondent)
DEN HAAG „De brieven van sympa
thisanten stromen binnen. De telefoon
heeft de laatste dagen niet stil gestaan. De
mensen begrijpen niet, dat een dergelijke
gangsterpolitiek in dit nette land nog mo
gelijk is." Hoofdredacteur Rein van Rooy
van Televizier kan er niet over uit, dat de
omroepwet zonder ingrijpende wijzigingen
met name waar het de artikelen over het
auteursrecht betreft, door de Tweede Ka
mer is geloodst. „De mensen die denken
dat het nu snel met Televizier gedaan is,
kan ik gerust stellen. Wij gaan gewoon
door."
„Er wordt wel haast gemaakt om de
wet zo spoedig mogelijk in het staatsblad
te brengen. De Eerste Kamer zou de om
roepwet al op 14 februari behandelen. Op
merkelijk al die haast," zegt Van Rooy
woedend.
Pas wanneer de nieuwe omroepstruc-
tuur tot stand is gekomen, wanneer de al
les overkoepelende Nederlandse Omroep
Stichting (NOS) is gesticht, ziet hij moei
lijkheden. „Alleen de NOS kan ons achter
de broek zitten. Maar die is er op z'n
vroegst pas over een maand of zeven,
acht, als je minister Klompé mag gelo
ven. We zijn niet bang voor stappen, die
de NOS eventueel tegen ons wil nemen.
Al kom je in de onmogelijke situatie, dat
je moet gaan vertellen waarvandaan je
de programmagegevens hebt. Een journa
list kan zijn bronnen niet noemen. De
rechter zal moeten oordelen of er voldoen
de bewijsmateriaal is aangedragen voor
onze vrije nieuwsgaring."
Die vrije nieuwsgaring gaat gewoon
door. Ook voor de Britse radio- en tv-pro-
gramma's. „Onder druk van VARA-voor-
zitter Broeksz, die ook president van de
European Broadcasting Union is, heeft de
BBC besloten ons geen gegevens of fo
to's over BBC-programma's meer te ver
strekken. Deze maatregel is een gevolg
van het feit, dat men in Londen kennelijk
de structuur van onze omroep niet be
grijpt. Men denkt dat het een verzoek is
van de NTS, terwijl het in wezen uit de
VARA-hoek komt. Wij hebben hierover
moeilijk. Het heeft weinig zin een paar contact opgenomen met de Nederlandse
ambassade in Londen, die toegezegd heeft
deze zaak met de BBC op te nemen. Zelf
zullen wij de BBC verzoeken deze discri
minatie zo spoedig mogelijk te beëindi
gen. In dit geval poogt de VARA de sy
nopsissen en de foto's van bepaalde bui
tenlandse tv-programma's voor zich zelf
te monopoliseren en doet daartoe de BBC
het verzoek Televizier uit te sluiten zelfs
van gegevens, die aan andere dag- en
weekbladen worden verstrekt. Doet ons
niets. Via andere kanalen krijgen wij de
gegevens toch wel binnen."
(Van onze correspondent)
GRONINGEN De violist Jacques
Meijer, concertmeester van het Noordelijk
Filharmonisch Orkest, is uitgenodigd in
een herdenkingsprogramma van Willem
Fijper het vioolconcert van deze Neder
landse componist te spelen met het Radio
Philharmonisch Orkest.
Op 18 maart is het twintig jaar geleden
dat Willem Pijper, wiens talrijke leerlin
gen tot de huidige componistengeneratie
behoren, in Leidschendam overleed. Het
concert wordt op 4 februari door de Ne
derlandse Radio Unie opgenomen en zal
later worden uitgezonden. Het concert
staat onder leiding van de dirigent Ernest
Bour uit Baden-Baden. Het vioolconcert
van Pijper is voltooid in 1930. Na de oor
log is het niet meer uitgevoerd. In april
speelt Jacques Meijer het vioolconcert van
Pijper met zijn eigen orkest onder leiding
van Charles de Wolff.
Woensdagmiddag 25 januari zendt de
N.C.R.V. een pianorecital uit van de Ja
panse pianist Naoyuki Taneda. Taneda
speelt werken van hedendaagse Japanse
komponisten als Makatot Moroi Tohry Ta-
kemitsu en Shin-Ichi Matsusjita.
Conform de eis van de officier van
Justitie heeft de Haarlemse politierech
ter een 18-jarige matroos en een 20-jarige
kok, beiden uit Leiden, tot drie weken
voorwaardelijke gevangenisstraf en 100
boete veroordeeld. Het tweetal stond te
recht, omdat het ervan werd verdacht in
de nacht van 20 op 21 oktober op de
Nieuwe Meer een kajuitjacht te hebben
gestolen.
Met een roeiboot brachten zij het schip
een eind op het water, waar zij probeer
den de motor te starten. Het zou de be
doeling zijn geweest om met het schip
naar Leiden te varen. Toen dit niet lukte
lieten zij de boot midden op het water
achter, voeren naar een andere schuit en
gingen daar aan boord. Toen was het spel
gauw uit, want zij werden toen kort daar
op aangehouden.
De jongens waren met de trein naar
Amsterdam gegaan om relletjes bij te
wonen. Maar onderweg kwamen zij op
het idee te gaan spelevaren. Bij Sloter-
dijk stapten zij uit, stalen vervolgens een
fiets en togen naar het meer.
Conform de eis van de officier van
Justitie heeft de politierechter een 22-ja-
rige marktkoopman uit Den Haag ver
oordeeld tot vier maanden gevangenis
straf, waarvan twee voorwaardelijk met
aftrek.
De koopman moest terechtstaan, omdat
hij in de periode van 9 november tot
7 december van het vorige jaar op de
veiling in Aalsmeer planten had wegge
nomen. De waarde van het goed bedroeg
ongeveer 1000. De raadsman wees erop
dat de verdachte zelf had verklaard dat
hij er volkomen naast was geweest. De
officier meende dat hier zware straffen
op zijn plaats waren, zodat men niet meer
in de verleiding kon komen. Op een ver
zoek van de advocaat om de straf gelijk
te stellen aan het voorarrest zes we
ken ging de politierechter niet in.
Een 32-jarige koopman uit Vijfhuizen
moest terechtstaan, omdat hij op 27 okto
ber op de Aalsmeerderdijk tegen een stil
staande auto was gereden en daarna was
doorgereden zonder dat zijn identiteit
was vastgesteld. Bovendien was hem ten
laste gelegd dat hij onder invloed was ge
weest. De man verklaarde drie glazen
bier te hebben gedronken. Tweeënhalf
uur na de aanrijding werd hij door de
politie in bed aangetroffen. De verdachte
verklaarde, nadat hij thuis was gekomen,
nog wat te hebben gedronken.
De officier meende dat het onder in
vloed rijden niet kon worden bewezen
en vroeg op dit punt vrijspraak. Voor
het veroorzaken van de aanrijding eiste
hij 100 boete en voor het doorrijden
twee weken gevangenisstraf en een jaar
ontzegging van de rijbevoegdheid. De po
litierechter sprak de verdachte van het
primair ten laste gelegde vrij en veroor
deelde hem voor de aanrijding conform
en voor het doorrijden tot 150 en zes
maanden voorwaardelijk.
Een 41-jarige timmerman uit Leiden
moest terechtstaan, omdat hij met Pink
steren een 19-jarige knaap een klap had
De Haarlemse politierechter heeft
maandag een 18-jarige fabrieksarbeider
en een 19-jarige fabrieksarbeider, beiden
uit Sassenheim, elk veroordeeld tot drie
maanden gevangenisstraf, waarvan twee
voorwaardelijk. De officier van Justitie
had tegen de 18-jarige zes maanden ge-
eist, waarvan twee voorwaardelijk en te
gen de tweede vier maanden, waarvan
twee voorwaardelijk.
Het tweetal moest terechtstaan, omdat
het op 20 juli van het vorige jaar in
Nieuw-Vennep een bromfiets had gesto
len. Als reden gaven de jongelui op dat
van een van hen de bromfiets was ge
stolen.
Een maand lang hadden zij erop gere
den en om te voorkomen dat de diefstal
van de brommer ontdekt zou worden,
hadden zij het frame-nummer eruit ge
vijld. De waarde van de bromfiets be
droeg ruim ƒ700. De officier van Justitie
noemde de handelwijze „zuiver diefstal".
De 18-jarige was al meer voor diefstal
met de Justitie in aanraking geweest.
Nog andere jongelui moesten voor
bromfietsdiefstallen terechtstaan. Twee
19-jarige magazijnbedienden uit Badhoe
vedorp werden ervan verdacht op 15 ok
tober in Badhoevedorp een bromfiets te
hebben gekaapt. Zij reden ermee naar
Schiphol, waar zij de brommer achter
lieten.
Thuisgekomen hoorden zij dat de poli
tie bij hen al aan de deur was geweest.
Uit eigen beweging gingen zij toen maar
naar het politiebureau. De politierechter
veroordeelde hen elk tot 125 boete en
twee weken voorwaardelijke gevangenis
straf. De officier had 50 boete en drie
weken voorwaardelijk geëist.
gegeven. De jongeman reed met nog enige
andere leeftijdgenoten op bromfietsen op
de Ringdijk in Aalsmeer. Toen de jon
gelui de auto van de Leidenaar trachtten
in te halen, voerde de timmerman zijn
snelheid op. Tenslotte lukte het de jonge
lui toch de auto voorbij te gaan. Hier
over maakte de timmerman zich zo
kwaad, dat hij het groepje vervolgens
met zijn wagen sneed, uitstapte en par
does een der jongelieden een klap in zijn
gezicht gaf. Bij de politie had de ver
dachte aanvankelijk nog een onjuiste ver
klaring over de toedracht van de zaak
gegeven.
De timmerman had eerst met een ijze
ren sleutel dreigend staan te zwaaien,
maar zijn vrouw had hem kunnen weer
houden. De politierechter veroordeelde
hem tot twee weken voorwaardelijk en
150 boete. De officier had een week
gevangenisstraf geëist.
Het Amsterdamse gerechtshof heeft een
34-jarige drogist uit Amstelveen in hoger
beroep veroordeeld tot 1000 boete en
ontzegging van de rijbevoegdheid voor
de tijd van drie maanden. De drogist had
op 25 februari van het vorig jaar op de
Haarlemmerstraatweg in Haarlem derma
te roekeloos gereden dat hij tegen de
achterzijde van een tractor botste. De
tranctorbestuurder liep hierbij ernstig
letsel op.
De Haarlemse rechtbank had de dro
gist voor dit feit eveneens tot 1000 boete
en ontzegging van de rijbevoegdheid voor
drie maanden veroordeeld.
Tijdens een openbare zitting van het
centraal stembureau zijn vandaag de vol
gende lijstnummers voor de Tweede Ka
merverkiezingen van 15 februari toege
kend: 1 Katholieke Volkspartij, 2 Par
tij van de Arbeid, 3 Volkspartij voor Vrij
heid en Democratie, 4 Anti-Revolutionai
re Partij, 5 Christelijk-Historische Unie,
6 Communistische Partij van Nederland,
7 Pacifistisch Socialistische Partij, 8
Staatkundig-Gereformeerde partij, 9
Partij Voogd, 10 Boerenpartij, 11 Gere
formeerd Politiek Verbond, 12 Liberale
Volkspartij, 13 De Noodraad, 14 Lands
belangen, 15 Lijst Machiels (alleen in de
kieskringen Tilburg, Utrecht en Leeu
warden), 16 Christen-Democraten Unie, 17
Democraten '66, 18 Lijst Van Breukelen-
Grein (alleen in de kieskringen Den
Haag, Leiden en Maastricht), 19 Christe
lijke Nationale Volkspartij voor monar
chale Democratie (alleen in de kieskrin
gen Rotterdam, Den Haag en Amster
dam), 20 Partij voor Ongehuwden.
De Partij van het Recht (die alleen
in de kieskring Rotterdam aan de ver
kiezingen deelneemt), de lijst Rodermond
(alleen in de kieskring Amsterdam) en de
lijst Germeaux (alleen in de kieskring
Maastricht) kregen alle het lijstnummer
15 toegewezen.
De partijen 1 tot en met 8 kregen zon
der meer een voorkeursnummer. Dat is
mogelijk voor partijen die reeds in de
Kamer zijn vertegenwoordigd. De partij
en 9 t/m 11 maakten ook aanspraak
op een voorkeursnummer, maar voor de
toewijzing daarvan moest worden geloot
omdat het verzoek van alle drie door
slechts één Kamerlid was ondertekend.
Als gevolg van de loting kreeg de lijst
van ex-boer Voogd een hoger nummer
dan die van de heer Koekoek. Indien
de heer Koekoek zijn verzoek om een
voorkeursnummer mede door zijn fractie
genoot Harmsen had laten ondertekenen,
had de Boerenpartij nummer 9 gekregen
en hadden de heer Voogd en het Gere
formeerd Politiek Verbond om de tiende
en elfde plaats moeten loten.
LEIDEN. De heer J. Grevelink, ge
wezen directeur van de Noordwijkerhout-
se psychiatrische inrichting Sancta Ma
ria, heeft zich in een bezwaarschrift tot
de Eerste en de Tweede Kamer gewend,
waarin hij het beleid van de inspectie
voor geestelijke gezondheid hekelt. Hij
vraagt om een onderzoek naar de wijze,
waarop hem ontslag is verleend. Dit is
namelijk geschied zonder dat van tevoren
overleg met hem is gepleegd.
De heer Grevelink meent dan ook, dat
de inspectie ernstig heeft gefaald. Het
ontslag is een gevolg geweest van een
machtsstrijd tussen de ex-directeur en de
religieuze orde van de Belgische zusters
van de liefde, die de. scepter over de
psychiatrische inrichting wilden blijven
zwaaien.
De zusters zouden zich met zaken heb
ben bemoeid, die niet op hun terrein la
gen. Over het door de orde (het bestuur)
twee jaar geleden aan de heer Grevelink
verleende ontslag loopt thans nog een
gerechtelijke procedure.