A. C. W. STARING - Nederlandse romanticus - werd 200 jaar geleden geboren BBC onthoudt Televizier nu foto's en gegevens W ater schapslasten in Haarlemmermeer worden verhoogd Lentezang Herdenking Pijperherdenking voor de radio POLITIERECHTER Gevangenisstraffen voor het stelen bromfietsen Drogist berecht voor roekeloos rijden in Haarlem Noodraad trok lijst 13, D '66 lijst 17 Ontslagen dokter protesteert bij Kamers DINSDAG 24 JANUARI 1967 6 //<,r Hoofdredacteur Van Rooy: „Doet ons niets Pianomuziek uit Japan Voor de Plantendiefstal Doorgereden Verkeersruzie ff# MEESTER MIJYS, het hoofd van de Franse kostschool te Gouda, dronk. Hij dronk zoveel dat zijn school op de fles ging. Op het laatst was er nog maar één leerling over. Dat was Anthony Christiaan Wijnand Staring. Die bleef omdat zijn ouders aan de Kaap woonden, waar zijn vader équipagemeester was in dienst van de Oost-Indische Compagnie. De opvoeding van de zes jarige was toevertrouwd aan zijn oom, predikant in het nabije dorp Gouderak. Oom en neef wisselden vele brieven, waarvan er enkele van oomszijde bewaard zijn. Daaruit blijkt dat dominee een alleraardigste en mense lijke causeur was en ook een voortreffelijk kenner van Horatius, de schrijver die de dichter Staring zo na aan VIJF JAAR moest Anthony bij Mees ter Muys blijven. Daarna ging hij als in tern leerling naar de Latijnse school. Dat ■was in 1778 en de jongen had toen al een paar gedichtjes geschreven, die de vol wassene zorgvuldig in een schrift be waard heeft. Nog als scholier zond hij enige produkten van zijn pen aan het Haagse Dichtgenootschap Kunstliefde spaart geen Vlijt en hij werd op grond daarvan waarlijk als buitengewoon lid aangenomen. In hetzelfde jaar deed hij eindexamen en liet zich als student in de rechten inschrijven aan de Hogeschool te Harderwijk. Zijn ouders waren toen uit Afrika gerepatrieerd en zijn vader had juist het buiten de Wildenborch gekocht voor de som van ƒ3100 (drieduizendéén honderd gulden). Zij voelden zich Gelders, want de moe der was een burgemeestersdochter uit Doetinchem en de vader predikantszoon uit Gendringen. Vandaar dat zij een kas teeltje in de buurt van Lochem kochten en hun zoon naar het saaie Harderwijk zonden terwijl in die jaren Leiden Utrecht en Amsterdam de brandpunten van het letterkundige leven in de Republiek wa ren. En van het politieke leven evenzeer. De jaren om 1785 immers vormen het tijdperk van de strijd tussen Patriotten en Prinsgezinden, van Kaat Mossel en Goejanverwellesluis, de tijd eindelijk van de Pruisische interventie en de neder laag der Keezen. Is het aan Harderwijk te wijten dat wij van al deze woelingen, die het Nederlandse volk zo diep raakten, niets terugvinden in Mijne eerste Proe ven in Poëzij, de bundel die de negen tienjarige student in 1786 met instemming van de schrijver Rhijnvis Feith publiceer de? Wat wij in die bundel wel vinden, zijn later door de dichter als „onrijp of geheel verwerpelijk" gekwalificeerde ro mances en andere sombere gedichten vol holle gewelven, lijken, verlaten heide vlakten en gierende stormen. Een viertal regels uit De toekomstige Gelievde zijn typerend voor het geheel. Zij luiden: En mogt eens 't lot in 't eigen grav Uw beendren met mijn beendren menglen, Dan zal ik, zelv nog na den dood, Mijne armen in uwe armen strenglen. Dit was inderdaad poëzie naar het hart van Feith, onze sentimentele auteur bij uitstek. Met tegenzin voltooide de jonge Staring intussen zijn juridische studiën die hij met een promotie afsloot. Merkwaardig is zijn Vile stelling: Zelfs de atheïst kan, als hij de rust in de staat niet verstoort, in de republiek worden geduld. De ver lichting werkte in! NA HARDERWIJK een jaar Göttingen, waar Staring botanie en chemie studeer de, maar zich ook verdiepte in de littera tuur van zijn tijd. Inmiddels was zijn vader overleden en zijn moeder her trouwd. Verhuizing naar Leiden was daar van het gevolg en zo kwam de Wilden borch vrij, juist op tijd, want heimwee knelde de student, die met een vleugje humor schreef: „Mijn ziel is het even beeld van een neergeslagen podding". Zijn ouders legden het beheer van het buitengoed in zijn handen en zo werd zijn „gelievde droom" werkelijkheid: zijn liefde voor de dochter van Zutfens burgemeester werd beantwoord en het jonge paar vestigde zich op de Wilden borch. Van dit ogenblik af heeft Staring zijn tijd verdeeld tussen het beheer zijner landgoederen en zijn liefde tot de poëzie. En aan beide wijdde hij zich met de in zet van zijn gehele persoonlijkheid. Het 6chijnt dat de wereld rondom hem slechts weinig belang inboezemde. Van de komst der Fransen, die Bilderdijk in balling schap deed gaan, merken wij in zijn werk en zijn brieven even weinig als van de inlijving en de vrijwording. In later jaren fulmineerde hij wel tegen de op standige Belgen, het „verblinde Belgiesch geboefte, het tijgerbroed", maar dat kwam omdat drie van zijn zoons in dienst waren. Toen sprak het bezorgde vaderhart. In 1791 het jaar, waarin hij zich op de Wildenborch vestigde, verscheen ook zijn tweede bundeltje, Dichtoeffening ge naamd. Het toont een duidelijke groei: in plaats van de traditionele romances uit de Eerste Proeven treffen wij hier wél ro mantische gegevens aan, maar bewerkt in eigen geest en eigen vorm. Het sobere, puntige woord, de kernachtige zegswijze, het treffende beeld, het luimige puntdicht, de humor, we vinden ze hier alle, zij het nog niet steeds in de geperfectioneerde vorm die ze zullen krijgen in de bundel Gedichten (1820, dus bijna 30 jaar later!), Nieuwe Gedichten (1827) en Winterloof (1832). Kort voor zijn dood verzamelde hij al zijn werk nogmaals in vier bun deltjes Gedichten. Het is voor belangstel lenden interessant na te gaan hoe de dichter telkens weer in zijn vroegere werk wijzigde, schrapte, zelden toevoegde en met steeds nieuwe ijver streefde naar het maximum aan geserreerdheid en pun tigheid van zegging. Zijn spitse intelli gentie, die doet denken aan de door hem ewonderde Huygens, maakt hem tot een an van het rationalisme. ROMANTISCH naar inhoud, rationalis tisch naar vorm, zo is het werk van de man die dan ook deels achttiende, deels negentiende eeuwer was. Zijn leven lang behield hij in zijn verhalende gedichten zijn voorkeur voor het wonderbaarlijke: de tovermacht van een formule, een won derzalf, een geestenbezwerende heks, de duivel zelf in zijn strijd met de mens, het zijn alle motieven in Marco, De twee Bultenaars, Jaromir, de Leerling van Pancrates, en andere. De bron vond hij dikwijls in zijn lectuur over vroeger tij den. Reeds in Göttingen noteert hij bij een boektitel: „Waaruit wel hier en daar, wat te scheppen was om in een toverver- telling te gebruiken". Maar vergelijking met het gegeven toont weer Starings be gaafdheid het oorspronkelijke te verdie pen door karaktertekening en door de motivering der gebeurtenissen die bij hem niet willekeurig zijn, doch voortvloei en uit de eigenschappen der optredende personen. En dan kwam tenslotte na de humoristische verteller de didacticus, de schoolmeester als men wil, die aan het eind van het verhaal de lering gaf, de mo raal. Vele van zijn gedichten waren be doeld om voorgelezen te worden en dat deed Staring graag en dikwijls. Na de vroege dood van zijn vrouw hertrouwde hij en dit tweede huwelijk werd met acht kinderen gezegend, 's Avonds las vader voor, uit Scott en andere schrijvers en soms uit eigen werk. Het ernstige ont roerde hem snel, dan kon hij nauwelijks voort en moest tranen wegwissen. HET HUMORISTISCHE trok hem sterk aan en zijn lach was aantrekkelijk. Beets, Nicolaas Beets, de man van de Camera Obscura, schrijft wel aardig over hem, zeggend dat zijn werk weerspiegelt „den gelukkigen Echtgenoot en Vader, den kundigen en bezigen Buitenman, den war men Vaderlander, gullen Geldersman, vriend van zang en gezellige vreugd, den man van verstand, karakter, algemeene kennis en helder doorzicht. In de Vertel lingen is hij zonder wederga. Hier dient hem de gantsche schat zijner rijke be lezenheid en nauwkeurige kennis; hier ontplooit hij al de gaven van geestige scherts en onuitputtelijke luim; hier toont hij hoe rijk eene verbeelding zijn kan die tot geen hooge vlucht roeping heeft". Sta ring lijkt mij hiermee aardig geschetst, vooral als men daaraan toevoegt wat Beets zegt over zijn taalgebruik: „Het is echt, het is zuiver, het is eigenaardig nederduitsch, het is de Moedertaal die hij te lezen geeft en waarmee hij doet wat hij wil. Zijne verzen evenwel zijn geen muziek om van 't blad te spelen en hij is meer geschikt een geoefenden smaak dan een alledaagsch gevoel te streelen". En zo is het nog. Vooral in vroeger jaren waren Starings gedichten geliefde oefenstof voor de zinsontleding geliefd bij de docenten tenminste. Daarvoor werd ook de Camera misbruikt. Toen Starings sterfdag, 13 augustus 1840, werd herdacht in de Gids van 1940, schreef de redactie: „Schoolmeester wordt men niet zonder Staring te hebben gelezen, maar dichter kan men zijn zonder van hem gehoord te hebben". Daar schuilt, dunkt mij, veel waars in, al geldt het ook voor andere dichters. Maar inderdaad vraagt het werk van onze Geldersman om verstandelijke „ontleding" in twee be tekenissen en het bevredigt die neiging. Want daardoor komen allerlei fijne trek jes verrassende wendingen, vernuftigeop- merkingen aan het licht „gelijk flonker- steenen die uit de schaduw naar voren geschoven willen worden om het volle ge not hunner schittering te bieden", zoals de Gids poëtisch zegt. Hierboven werd veel beweerd, maar weinig of niets bewezen. Dat is binnen het bestek van een dagbladartikel ook I het hart zou liggen. Waarom hij echter het kind bij Muys liet, blijkt niet. En de ouders wisten van niets, want hun zoon schreef in opdracht van het schoolhoofd naar de Kaap dat hij „bij aanhoudendtheijd een gewenschte wel stand was genietende", en „gelukkige voortgangen in (zijn) letteroefeningen maakte, waarover de Heer Muys blijken zijner goedkeuring geeft". En Mosjeu sierde deze brieven met vele mooie krullen op. Want daarin was hij een kunstenaar. En bovendien kon hij dan controleren wat zijn leerling naar huis schreef. Als volwassene spreekt Staring over deze tijd als „een aaneenschakeling van mishandeling en ontberingen". versregels van Staring te citeren waarvan vele lezers weinig zullen begrijpen. Als geheel spreekt het oeuvre weinig aan, zeker bij eerste kennismaking. Daar voor is het te gedrongen, te bondig van zegging. Maar wie de tijd en de moeite neemt er zich wat langer in te verdiepen, zal om nu maar een enkel voorbeeld te noemen ontwaren hoe meesterlijk de aanhef van vele gedichten is, hoe Staring onmiddellijk de aandacht weet te pakken. De lezer ziet reeds in de eerste regels de personen voor zich, die in het komende verhaal zullen optreden, geschetst naar het leven. De twee Bultenaars begint met de volgende vier regels waarin drie per sonen in hun onderlinge verhouding wor den geschetst: Twee wakk're Bultenaars; Graaf Ot die 't pak van voren Graaf Freedrik, die 't van achtren droeg. Begeerden Klara's hand en vrijden drok genoeg, Maar Jonkvrouw Klara had geen ooren. In de volgende twéé regels, de aanhef van De Verjongingskuur, zien wij ook weer drie personen duidelijk voor ons: Annet was beeldmooi zei haar spiegel en Mama Zei 't met Mamzei den spiegel vlijtig na. En hoe voortreffelijk is de sfeer gete kend in de eerste strofe van De Dooden- dans: het middernachtelijk uur, de mane schijn, het kerkhof, het is alles met enke le woorden scherp als de werkelijkheid neergezet: 't Sloeg twalef. Als de volle dag Scheen de onbewolkte maan; En huiverend zat de Torenwacht En staarde een Wonder aan. Het zal geen verwondering wekken dat een dochter die er naar streefde met wei nig woorden veel te zeggen, zich tot het puntdicht aangetrokken voelde. Enkele zijn overbekend, zoals: De rijpe kennis hoort; de onrijpe neemt het woord. Of: De meester, in zijn wijsheid, gist. De leerling, in zijn waan, beslist. Andere zijn meer korte gedichtjes, zo als Aangebrand („Heeft aangebrand ook J/ J - V/t rt :/f De Wildenborch, het buitengoed dat Starings ouders voor f 3.100 kochten. In verband met de hogere kosten is het waterschap De Haarlemmermeer genood zaakt de waterschapslasten te verhogen. Aan de hoofdingelanden wordt voorge steld de waterschapslasten te verhogen van 66.tot 70.voor het onbe bouwde eigendom. Hierdoor zullen de totale inkomsten dit jaar 1.667,32 be dragen. Dijkgraaf en Heemraden vinden het te betreuren, dat het niet gelukt is enige bijdrage te verkrijgen voor het bedienen van bruggen en pontveren en het onder houd van de ringvaartsboord. Dit is ver ontrustend, omdat de capaciteit van scheepsmotoren de laatste tijd steeds toeneemt. voetjes, moeder Aagt?"), Het hondenge vecht, Het vroege Kievitsei, Het Sterren- schieten. IN VELE BLOEMLEZINGEN zijn ze opgenomen en terecht. Daar vindt men meestal ook als proeve van zijn lyriek het tere Herdenking. Men heeft het vol maakt genoemd, maar moet dan toch een restrictie maken voor het slot van de der de strofe met dat afschuwelijke „ver slond". Mede om te laten zien hoe Sta ring steeds meer in het eigen werk wij zigde, worden hier twee versies naast el kaar afgedrukt. Eigenlijk zijn er zelfs drie De eerste staat al in Mijne eerste proeven. Zo ziet men dat dichten voor Staring óók intellectuele arbeid was, zorgvuldige zelfkritiek. Het lijkt mij vol komen terecht dat zijn eerste biograaf, de Groningse hoogleraar Lulofs, hem noemde: „den taal- en stijlkeurigsten, zinrijksten, kortsten en kundigsten onzer dichters". Dat was hij ongetwijfeld. Dr. P. H. Schroder De lentewolk liet na te droppen; het romlend zwerk wierd stom; de dauw dreef langs de heuveltoppen waarachter maanlicht klom; daar zong al 't woud zijn avondlied! Wij voelden 't en wij spraken niet! Het lover ruiste Lina trilde Ik sloot haar aan mijn borst! O kus, die 't eerst de vlammen stilde van langverheelden dorst! Ik zwoer, zo lang ik aadmen zou, Natuur en u, o Lina, trouw! (1798) Wij schuilden onder dropplend lover, gedoken aan den plas; de zwaluw glipte 't weivlak over, en speelde om 't zilvren gras; een koeltje blies, met geur belaan, het leven door de wilgenblaan. 't Werd stiller; 't groen liet af van droppen; geen vogel zwierf meer om; de dauw trok langs de heuveltoppen, waar achter 't westen glom; daar zong de Mei zijn avendlied! Wij hoorden 't, en wij spraken niet. Ik zag haar aan. en, diep bewogen, smolt ziel met ziel ineen. O toverblik dier minlijke ogen, wier flonkring op mij scheen! O zoet gelispel van dien mond, wiens adem de eerste kus verslond! Ons dekte vreedzaam wilgenlover; de scheemring was voorbij het duister toog de velden over en dralend rezen wij. Leef lang in blij herdenken voort, gewijde stond! geheiligd oord! (1820) (Van onze correspondent) DEN HAAG „De brieven van sympa thisanten stromen binnen. De telefoon heeft de laatste dagen niet stil gestaan. De mensen begrijpen niet, dat een dergelijke gangsterpolitiek in dit nette land nog mo gelijk is." Hoofdredacteur Rein van Rooy van Televizier kan er niet over uit, dat de omroepwet zonder ingrijpende wijzigingen met name waar het de artikelen over het auteursrecht betreft, door de Tweede Ka mer is geloodst. „De mensen die denken dat het nu snel met Televizier gedaan is, kan ik gerust stellen. Wij gaan gewoon door." „Er wordt wel haast gemaakt om de wet zo spoedig mogelijk in het staatsblad te brengen. De Eerste Kamer zou de om roepwet al op 14 februari behandelen. Op merkelijk al die haast," zegt Van Rooy woedend. Pas wanneer de nieuwe omroepstruc- tuur tot stand is gekomen, wanneer de al les overkoepelende Nederlandse Omroep Stichting (NOS) is gesticht, ziet hij moei lijkheden. „Alleen de NOS kan ons achter de broek zitten. Maar die is er op z'n vroegst pas over een maand of zeven, acht, als je minister Klompé mag gelo ven. We zijn niet bang voor stappen, die de NOS eventueel tegen ons wil nemen. Al kom je in de onmogelijke situatie, dat je moet gaan vertellen waarvandaan je de programmagegevens hebt. Een journa list kan zijn bronnen niet noemen. De rechter zal moeten oordelen of er voldoen de bewijsmateriaal is aangedragen voor onze vrije nieuwsgaring." Die vrije nieuwsgaring gaat gewoon door. Ook voor de Britse radio- en tv-pro- gramma's. „Onder druk van VARA-voor- zitter Broeksz, die ook president van de European Broadcasting Union is, heeft de BBC besloten ons geen gegevens of fo to's over BBC-programma's meer te ver strekken. Deze maatregel is een gevolg van het feit, dat men in Londen kennelijk de structuur van onze omroep niet be grijpt. Men denkt dat het een verzoek is van de NTS, terwijl het in wezen uit de VARA-hoek komt. Wij hebben hierover moeilijk. Het heeft weinig zin een paar contact opgenomen met de Nederlandse ambassade in Londen, die toegezegd heeft deze zaak met de BBC op te nemen. Zelf zullen wij de BBC verzoeken deze discri minatie zo spoedig mogelijk te beëindi gen. In dit geval poogt de VARA de sy nopsissen en de foto's van bepaalde bui tenlandse tv-programma's voor zich zelf te monopoliseren en doet daartoe de BBC het verzoek Televizier uit te sluiten zelfs van gegevens, die aan andere dag- en weekbladen worden verstrekt. Doet ons niets. Via andere kanalen krijgen wij de gegevens toch wel binnen." (Van onze correspondent) GRONINGEN De violist Jacques Meijer, concertmeester van het Noordelijk Filharmonisch Orkest, is uitgenodigd in een herdenkingsprogramma van Willem Fijper het vioolconcert van deze Neder landse componist te spelen met het Radio Philharmonisch Orkest. Op 18 maart is het twintig jaar geleden dat Willem Pijper, wiens talrijke leerlin gen tot de huidige componistengeneratie behoren, in Leidschendam overleed. Het concert wordt op 4 februari door de Ne derlandse Radio Unie opgenomen en zal later worden uitgezonden. Het concert staat onder leiding van de dirigent Ernest Bour uit Baden-Baden. Het vioolconcert van Pijper is voltooid in 1930. Na de oor log is het niet meer uitgevoerd. In april speelt Jacques Meijer het vioolconcert van Pijper met zijn eigen orkest onder leiding van Charles de Wolff. Woensdagmiddag 25 januari zendt de N.C.R.V. een pianorecital uit van de Ja panse pianist Naoyuki Taneda. Taneda speelt werken van hedendaagse Japanse komponisten als Makatot Moroi Tohry Ta- kemitsu en Shin-Ichi Matsusjita. Conform de eis van de officier van Justitie heeft de Haarlemse politierech ter een 18-jarige matroos en een 20-jarige kok, beiden uit Leiden, tot drie weken voorwaardelijke gevangenisstraf en 100 boete veroordeeld. Het tweetal stond te recht, omdat het ervan werd verdacht in de nacht van 20 op 21 oktober op de Nieuwe Meer een kajuitjacht te hebben gestolen. Met een roeiboot brachten zij het schip een eind op het water, waar zij probeer den de motor te starten. Het zou de be doeling zijn geweest om met het schip naar Leiden te varen. Toen dit niet lukte lieten zij de boot midden op het water achter, voeren naar een andere schuit en gingen daar aan boord. Toen was het spel gauw uit, want zij werden toen kort daar op aangehouden. De jongens waren met de trein naar Amsterdam gegaan om relletjes bij te wonen. Maar onderweg kwamen zij op het idee te gaan spelevaren. Bij Sloter- dijk stapten zij uit, stalen vervolgens een fiets en togen naar het meer. Conform de eis van de officier van Justitie heeft de politierechter een 22-ja- rige marktkoopman uit Den Haag ver oordeeld tot vier maanden gevangenis straf, waarvan twee voorwaardelijk met aftrek. De koopman moest terechtstaan, omdat hij in de periode van 9 november tot 7 december van het vorige jaar op de veiling in Aalsmeer planten had wegge nomen. De waarde van het goed bedroeg ongeveer 1000. De raadsman wees erop dat de verdachte zelf had verklaard dat hij er volkomen naast was geweest. De officier meende dat hier zware straffen op zijn plaats waren, zodat men niet meer in de verleiding kon komen. Op een ver zoek van de advocaat om de straf gelijk te stellen aan het voorarrest zes we ken ging de politierechter niet in. Een 32-jarige koopman uit Vijfhuizen moest terechtstaan, omdat hij op 27 okto ber op de Aalsmeerderdijk tegen een stil staande auto was gereden en daarna was doorgereden zonder dat zijn identiteit was vastgesteld. Bovendien was hem ten laste gelegd dat hij onder invloed was ge weest. De man verklaarde drie glazen bier te hebben gedronken. Tweeënhalf uur na de aanrijding werd hij door de politie in bed aangetroffen. De verdachte verklaarde, nadat hij thuis was gekomen, nog wat te hebben gedronken. De officier meende dat het onder in vloed rijden niet kon worden bewezen en vroeg op dit punt vrijspraak. Voor het veroorzaken van de aanrijding eiste hij 100 boete en voor het doorrijden twee weken gevangenisstraf en een jaar ontzegging van de rijbevoegdheid. De po litierechter sprak de verdachte van het primair ten laste gelegde vrij en veroor deelde hem voor de aanrijding conform en voor het doorrijden tot 150 en zes maanden voorwaardelijk. Een 41-jarige timmerman uit Leiden moest terechtstaan, omdat hij met Pink steren een 19-jarige knaap een klap had De Haarlemse politierechter heeft maandag een 18-jarige fabrieksarbeider en een 19-jarige fabrieksarbeider, beiden uit Sassenheim, elk veroordeeld tot drie maanden gevangenisstraf, waarvan twee voorwaardelijk. De officier van Justitie had tegen de 18-jarige zes maanden ge- eist, waarvan twee voorwaardelijk en te gen de tweede vier maanden, waarvan twee voorwaardelijk. Het tweetal moest terechtstaan, omdat het op 20 juli van het vorige jaar in Nieuw-Vennep een bromfiets had gesto len. Als reden gaven de jongelui op dat van een van hen de bromfiets was ge stolen. Een maand lang hadden zij erop gere den en om te voorkomen dat de diefstal van de brommer ontdekt zou worden, hadden zij het frame-nummer eruit ge vijld. De waarde van de bromfiets be droeg ruim ƒ700. De officier van Justitie noemde de handelwijze „zuiver diefstal". De 18-jarige was al meer voor diefstal met de Justitie in aanraking geweest. Nog andere jongelui moesten voor bromfietsdiefstallen terechtstaan. Twee 19-jarige magazijnbedienden uit Badhoe vedorp werden ervan verdacht op 15 ok tober in Badhoevedorp een bromfiets te hebben gekaapt. Zij reden ermee naar Schiphol, waar zij de brommer achter lieten. Thuisgekomen hoorden zij dat de poli tie bij hen al aan de deur was geweest. Uit eigen beweging gingen zij toen maar naar het politiebureau. De politierechter veroordeelde hen elk tot 125 boete en twee weken voorwaardelijke gevangenis straf. De officier had 50 boete en drie weken voorwaardelijk geëist. gegeven. De jongeman reed met nog enige andere leeftijdgenoten op bromfietsen op de Ringdijk in Aalsmeer. Toen de jon gelui de auto van de Leidenaar trachtten in te halen, voerde de timmerman zijn snelheid op. Tenslotte lukte het de jonge lui toch de auto voorbij te gaan. Hier over maakte de timmerman zich zo kwaad, dat hij het groepje vervolgens met zijn wagen sneed, uitstapte en par does een der jongelieden een klap in zijn gezicht gaf. Bij de politie had de ver dachte aanvankelijk nog een onjuiste ver klaring over de toedracht van de zaak gegeven. De timmerman had eerst met een ijze ren sleutel dreigend staan te zwaaien, maar zijn vrouw had hem kunnen weer houden. De politierechter veroordeelde hem tot twee weken voorwaardelijk en 150 boete. De officier had een week gevangenisstraf geëist. Het Amsterdamse gerechtshof heeft een 34-jarige drogist uit Amstelveen in hoger beroep veroordeeld tot 1000 boete en ontzegging van de rijbevoegdheid voor de tijd van drie maanden. De drogist had op 25 februari van het vorig jaar op de Haarlemmerstraatweg in Haarlem derma te roekeloos gereden dat hij tegen de achterzijde van een tractor botste. De tranctorbestuurder liep hierbij ernstig letsel op. De Haarlemse rechtbank had de dro gist voor dit feit eveneens tot 1000 boete en ontzegging van de rijbevoegdheid voor drie maanden veroordeeld. Tijdens een openbare zitting van het centraal stembureau zijn vandaag de vol gende lijstnummers voor de Tweede Ka merverkiezingen van 15 februari toege kend: 1 Katholieke Volkspartij, 2 Par tij van de Arbeid, 3 Volkspartij voor Vrij heid en Democratie, 4 Anti-Revolutionai re Partij, 5 Christelijk-Historische Unie, 6 Communistische Partij van Nederland, 7 Pacifistisch Socialistische Partij, 8 Staatkundig-Gereformeerde partij, 9 Partij Voogd, 10 Boerenpartij, 11 Gere formeerd Politiek Verbond, 12 Liberale Volkspartij, 13 De Noodraad, 14 Lands belangen, 15 Lijst Machiels (alleen in de kieskringen Tilburg, Utrecht en Leeu warden), 16 Christen-Democraten Unie, 17 Democraten '66, 18 Lijst Van Breukelen- Grein (alleen in de kieskringen Den Haag, Leiden en Maastricht), 19 Christe lijke Nationale Volkspartij voor monar chale Democratie (alleen in de kieskrin gen Rotterdam, Den Haag en Amster dam), 20 Partij voor Ongehuwden. De Partij van het Recht (die alleen in de kieskring Rotterdam aan de ver kiezingen deelneemt), de lijst Rodermond (alleen in de kieskring Amsterdam) en de lijst Germeaux (alleen in de kieskring Maastricht) kregen alle het lijstnummer 15 toegewezen. De partijen 1 tot en met 8 kregen zon der meer een voorkeursnummer. Dat is mogelijk voor partijen die reeds in de Kamer zijn vertegenwoordigd. De partij en 9 t/m 11 maakten ook aanspraak op een voorkeursnummer, maar voor de toewijzing daarvan moest worden geloot omdat het verzoek van alle drie door slechts één Kamerlid was ondertekend. Als gevolg van de loting kreeg de lijst van ex-boer Voogd een hoger nummer dan die van de heer Koekoek. Indien de heer Koekoek zijn verzoek om een voorkeursnummer mede door zijn fractie genoot Harmsen had laten ondertekenen, had de Boerenpartij nummer 9 gekregen en hadden de heer Voogd en het Gere formeerd Politiek Verbond om de tiende en elfde plaats moeten loten. LEIDEN. De heer J. Grevelink, ge wezen directeur van de Noordwijkerhout- se psychiatrische inrichting Sancta Ma ria, heeft zich in een bezwaarschrift tot de Eerste en de Tweede Kamer gewend, waarin hij het beleid van de inspectie voor geestelijke gezondheid hekelt. Hij vraagt om een onderzoek naar de wijze, waarop hem ontslag is verleend. Dit is namelijk geschied zonder dat van tevoren overleg met hem is gepleegd. De heer Grevelink meent dan ook, dat de inspectie ernstig heeft gefaald. Het ontslag is een gevolg geweest van een machtsstrijd tussen de ex-directeur en de religieuze orde van de Belgische zusters van de liefde, die de. scepter over de psychiatrische inrichting wilden blijven zwaaien. De zusters zouden zich met zaken heb ben bemoeid, die niet op hun terrein la gen. Over het door de orde (het bestuur) twee jaar geleden aan de heer Grevelink verleende ontslag loopt thans nog een gerechtelijke procedure.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1967 | | pagina 6