WP-encyclopedie: het éénmansprodukt van een nijvere predikant uit de vorige eeuw ORIGINELE PALISSANDER SLAAPKAMER ANTHONY WINKLER PRINS VERSPUY Mond- en klauwzeer is moeilijk te bestrijden mÈ werd 150 jaar geleden geboren f1075.- Woninginrichting Officier vraagt vrijspraak voor ongeluk op circuit Twee Amsterdammers berecht voor verkeersongelukken BERTUS PRUIS Valt een „onvrije" etage onder de komende huurverhoging? Smetstof kan zich op allerlei manieren verspreiden V erkeersopstopping bij overweg in Velsen Vrije mening voor 75 cent per woord Actieve Veendammer HAARLEMSE RECHTBANK HAARLEMSE RECHTBANK 699.- voor Uw leverancier KOLEN en OLIE VRIJDAG 27 JANUARI 1967 Frans Keijsper Ook voor OPEN HAARDEN Cognac Recht, wet en praktijk ^ZONen ADVERTENTIE OP 30 JANUARI 1817 deze maand honderdvijftig jaar geleden aanschouw de Antony Winkler Prins het levenslicht in het Gelderse plaatsje Voorst. Na zijn dood zou zijn naam onverbrekelijk ver bonden worden aan de eerste grote Ne derlandse Geïllustreerde Encyclopae- die Woordenboek voor wetenschap en kunst, beschaving en nijverheid", waar van hij de auteur is. Het zestiendelige omvangrijke werk werd nagenoeg eigen handig door. hem geschreven. Maar de encyclopedie is beslist niet het enige publicistisch werk van Winkler Prins geweest. Daarvan spreken de tal rijke geschriften die hij heeft nagelaten. Opvallend is de grote verscheidenheid van de onderwerpen die uit zijn pen op het papier vloeiden. Het is bij een zo grote omvang van werk en verscheiden heid begrijpelijk dat niet elk opstel een schoolvoorbeeld voor goed proza is, maar het getuigt in elk geval wel van de veel zijdige belangstelling die zijn geest voor allerhande onderwerpen aan de dag leg de. Het is dan ook voor een g^oot deel aan die instelling te danken geweest dat een zo grote encyclopedie door hem is geschreven. kunst. Ook ontstaan er tal van opstellen over onderwerpen van velerlei aard. De jaren verstrijken. De tijd is geko men dat Winkler Prins Friesland vaar wel gaat zeggen. Hij richt zijn schreden samen met Henriette Rensina Klijnsma, met wie hij inmiddels is getrouwd, naar de Groningse plaats Veendam. De ge meente in Tjalleberd valt het afscheid niet licht; men doet zelfs pogingen om de predikant, die een geziene figuur in de kleine gemeenschap is geworden, te behouden. Tevergeefs. In de kerk van de Doopsgezinde gemeente van Heerenveen houdt hij zijn afscheidspredikaties in no vember 1850. In Veendam vindt Winkler Prins een nieuw werkterrein. Veendam betekent „leven". De plaats heeft, gelegen te midden van de veenkoloniën, kleine en grote fabrieken. Het ligt in de streek, waar, als de dageraad zich voorzichtig aan de kim van het uitgestrekte vlakke veenland laat zien, de eerste winterkraai en (veenarbeiders) hun woonsteden ver laten om tot het vallen van de avond on der de wijde hemel turf te steken. In Veendam heeft Winkler Prins de stoot gegeven tot 't middelbaar onderwijs, heeft hij het culturele leven geactiveerd en te midden van de talrijke arbeiders zijn pre dikambt vervuld. De veelzijdige predi kant levert ook vele bijdragen aan ver schillende kranten. Zo publiceert hij ar tikelen in de Friese Courant, in couran ten in Twente. Veendam en Groningen. Hij voert de redactie van het practisch Volksboek en verzorgt bijdragen in De Economist. De Vaderlandse Letteroefenin gen, De Portefeuille en De Vrije Fries. De inkomsten van zijn journalistieke ar beid heeft hij hard nodig, want in zijn gezin moeten vele monden elke dag weer worden gevuld. Al die vele publikaties ontstaan in zijn kleine pastorie aan het Oosterkanaal. Dan is er ook nog het werk van „zielszorger"; iedere week weer moet er worden gepreekt. Hij neemt deel aan het maatschappelijk leven, heeft zitting in commissies en houdt lezingen voor de Maatschappij tot Nut van het Algemeen. Antony Winkler Prins wordt in 1864 ge kozen tot afgevaardigde in de Tweede Kamer; maar hij weigert. De financiële tegemoetkoming is hem te gering. Als Sneek hem later wil afvaardigen naar de Tweede Kamer, met tegemoetkoming aan zijn financiële bezwaren, weigert hij opnieuw. De vrijheid is hem te lief dan dat hij afhankelijk zou worden van een bepaalde groep. Degene, die een beroep deed op Win kier Prins om een encyclopedie samen te stellen was de uitgever C. L. Brink- mann uit Amsterdam. Ons land had een voorbeeld, wat een dergelijk naslagwerk betrof, in de Duitse Brockhaus. Zoiets wilde ook deze Brinkmann. Cultuur en wetenschap, kunst en nijverheid moesten in een overzichtelijk alfabetisch geheel worden gebundeld. Het zou ongetwijfeld een kostbare onderneming worden. De be doeling was het werk in 5000 exemplaren te laten verschijnen; met veel moeite kreeg de heer Brinkmann vierduizend in tekenaren bij elkaar. De onderneming kon dus beginnen. En, dat was een hele grote meevaller, de predikant uit Veendam bleek een uitstekend hoofdredacteur te I zijn. Vier medewerkers stonden Winkler Prins terzijde, die elk hun specialiteit hadden op het gebied der natuurweten schap, economie, krijgskunde en letter kunde. Jaar in jaar uit werkte hij noest en stug door aan het gigantische boek werk. En ongetwijfeld zullen de Veendam- mers, die wellicht trots waren een zo'n knap en veelzijdig geleerde in hun midden te hebben, soms wel eens even een nieuws gierige blik bij de pastorie naar binnen hebben geworpen. Kijkend naar hun do minee, die alsmaar achter zijn schrijf tafel zat gebogen. De uitgever mocht ech ter de voltooiing van encyclopedie niet meer meemaken. Toen het werk in 1881 gereed was moest Winkler Prins in een epiloog melding maken van het feit dat de heer Brinkmann was overleden. Toch zag Winkler Prins nog tijd om in de periode dat hij aan de encyclopedie werkte vertalingen te verzorgen van an dere boeken en bijdragen te leveren aan bladen. Ook de tweede druk van de ency clopedie tussen de jaren 1884 en 1888 heeft hij nog verzorgd. Winkler Prins zelf heeft over zijn werk zame leven gezegd dat hij er gelukkig mee is geweest ondanks de grote tegen slagen, die hij heeft moeten ondervinden. Op 4 januari 1908 ontsliep Antony Winkler Prins. Hij stond op de grens van een nieuw tijdperk in de geschiedenis van de mensheid, maar was net niet meer over j deze drempel heengegaan. TOOGLEDIKANT met aangeb. nachtkastjes. Compleet met tafel en 2 stoelen. Alles van origineel meubelplaat Eén van onze vele „DROOMSLAAPKAMERS Vanaf heden geëtaleerd. Wij ontvingen een geheel nieuwe collectie meubelen. Komt u dus ook eens binnen kijken bij PLEIN 1945 nr. 2 IJMUIDEN TELEF. 8089 ADVERTENTIE De heer W. Prins WINKLER PRINS heeft vele boe ken op zijn naam staan alsmede talrijke journalistieke publikaties over alledaagse, actuele onderwerpen. Zo schreef hij on dermeer over: zeevaart, waterwegen, wintervermaken, middelbaar onderwijs, natuurverschijnselen, financiën, staats huishoudkunde, plantkunde, zijdeteelt en aardrijkskunde. Deze opsomming is slechts een beknopte bloemlezing. Antony Winkler Prins studeerde eerst in Utrecht natuurwetenschappen en let teren, maar door financiële omstandighe den zag hij zich genoodzaakt deze studie te staken. Hij toog naar Amsterdam waar hij zich liet inschrijven bij het Doopsge zind seminarie, aan welk instituut hij theologie ging -studeren. Maar zijn lief de voor de schone letteren en de natuur wetenschappen zouden niet teloor gaan. Later, toen hij eenmaal als predikant was gevestigd in de pastorie van de Doopsgezinde kerk in het Friese gehucht Tjalleberd in de buurt van Heerenveen, bracht hij vele uren door aan zijn schrijf tafel. In alle rust werkte hij dan gesta dig temidden van zijn paperassen aan me nig gedicht, waarin soms de heimwee doorklinkt naar de tijd toen hij nog onbe zorgd als student en dichter zijn gang kon gaan. Was Winkler Prins de enige dichtende predikant, de enige predikant die zich be zighield met sociale vraagstukken of de evolutietheorieën? Beslist niet. Is de ne gentiende eeuw immers niet de eeuw ge weest van de „domineespoëzie?" Aan de kwaliteit ervan hoeft men doorgaans niet al te veel waarde te hechten, al zijn er wel uitschieters. De vorige eeuw begon het niet-christelijk denken zich te roeren; de twijfel aan de warrheid van het ge loof, de ontkenning van het bovennatuur lijke. Bij de theologanten had men beslist meer belangstelling voor bijbelverklaring dogmatiek en kerkgeschiedenis mogen verwachten. De bijl om de boom van het geloof met wortel en tak uit te roeien werd op de seminaries zelf de jeugdige theologanten ter hand gesteld. De predi kanten gingen dikwijls de wereld in om het geloof te verkondigen, maar bij hun opleiding hadden zij tevens geleerd hoe de geloofswaarheden in twijfel moesten wor den getrokken. Derhalve zochten vele pre dikanten hun toevlucht in de dichtkunst, omdat zo vaak hun eigen ambt hun niet de verwachte voldoening schonk. Dit is nu, zij het summier, het tijdsbeeld, waar in Winkler Prins leefde en werkte. Op 28 november 1841 werd Antony Winkler Prins bevestigd in het kleine kerk je in Tjalleberd. Hier begon voor de jon ge predikant een niéuwe episode in zijn leven. Verstoken was hij van het rumoer en de verleidingen van het bruisende le ven in de grote steden in het westen. Hij tnoest zich een nieuwe weg banen in de plattelandsgemeenschap. Maar zijn nieu we standplaats betekent allerminst dat hij de vele contacten, die hij in zijn stu dententijd had gelegd langzamerhand ver breekt. Al betekende Tjalleberd dan wel het einde van Natuur en Kunst, een ge zeischap jongelieden onder wie Winkler Prins, die de dichtkunst bedrijven en dat in 1838 werd opgericht. Maar de N.E.K, moet men, wat de poëtische waarde er van betreft, niet al te hoog aanslaan. Het belang ervan is veeleer dat het de kweek plaats is geweest van Braga, het tijd schrift dat compromisloos andere litterai re tijdschriften dorst aan te vallen en het zelf opnam tegen de vermaarde De Gids. Overigens heeft Braga, genoemd naar de god der welsprekendheid in de Germaanse mythologie, slechts twee jaar gangen gekend. Het blad dateert van eind 1842. De stilte in Tjalleberd prikkelt Winkler Prins' behoefte een levendige correspon dentie aan te gaan met zijn oude vrien den. Tevens geeft het hem de gelegenheid veel vrije tijd te besteden aan de litte ratuur en aan het beoefenen van de dicht I de VS uw warmte-adres Verwarm ings-service Kennemerlaan 44 - IJmuiden Telefoon 0 2550-4643 De officier van justitie van de Haarlem se rechtbank heeft donderdag vrijspraak gevraagd voor een 28-jarige verwarmings monteur uit Amsterdam. De monteur moest donderdag terechtstaan, omdat hij ervan werd verdacht op 20 maart van het vorige jaar op het circuit in Zand- voort zodanig te hebben gereden, dat hij met zijn auto uit de „Gerlachbocht" was gevlogen, waarbij een bij hem in de wa gen zittende passagier om het leven was gekomen. De verdachte was grove schuld ten laste gelegd. Wellicht door de schrik en de emotie van het ongeluk had de monteur aanvan kelijk verklaard dat hij niet meer wist hoe het ongeluk was gebeurd. Hij wag, zo zei hij nu, geschrokken van een auto, die hem in de bocht rechts inhaalde. Hier door, zo meende hij, had hij niet meer naar rechts kunnen gaan. De snelheid, die hij had om de voor hem te kleine bocht te nemen, was te groot. De 24-jarige coureur, die de verdachte had ingehaald, verklaarde dat hij alle ruimte had gehad om te passeren en meende dat de ander daarvan niet had behoeven te schrikken. Toen hij met zijn auto de ander was gepasseerd, zag hij het fatale ongeluk in zijn spiegeltje ge beuren. Een getuige-deskundige wilde wel het feit in aanmerking nemen dat de ver dachte verrast had kunnen zijn door de inhaalmanoevre. Egn kindermeisje, dat bij de verdachte in de auto had gezeten, zei dat er voor de coureur in het geheel geen ruimte was ge weest om in te halen. Maar de officier meende dat, gezien de feiten die over de toedracht van het ongeluk bekend waren, de verklaringen van het meisje buiten beschouwing konden worden gelaten. Hij zei voorts dat een coureur op het circuit er rekening mee heeft te houden dat er rijders zijn met minder capaciteiten en concludeerde tot vrijspraak. De raadsman van de verdachte, die het met de officier eens was, meende dat de coureur de monteur op rechte stukken had kunnen inhalen en zag derhalve in de inhaalmanoevre „een geintje", waarvan de verdachte was geschrokken. Ook hij meende dat zijn cliënt moest worden vrij gesproken. De rechtbank doet 9 februari uitspraak ochtends om half tien. Een 22-jarige automonteur uit Am sterdam hoorde donderdag door de offi cier van justitie van de Haarlemse recht bank een maand gevangenisstraf en drie jaar ontzegging van de rijbevoegdheid te gen zich eisen. De monteur, die geen rijbewjs had, had op 29 oktober op de Haarlemmerstraat weg in Haarlemmerliede een voor hem ADVERTENTIE PHILIPS T.V. 59 cm MODEL 1967 van 799.— voor 1ENNEMERLAAN 76 - 78 - IJMUIDENl Donderdagmiddag omstreeks half drie ontstond bij de spoorwegovergang in de Wijkerstraatweg te Velsen-Noord een vrij langdurige verkeersopstopping. Een grote vrachtwagen met oplegger kon vlak bij de spoorwegovergang niet verder rijden Er was een borgmoer gebroken van de linker vooras van de oplegger waardoor beide wielen los raakten. De politie moest geruime tijd zowel aan de Velsense als aan de Beverwijkse zijde optreden om het gestagneerde verkeer in zo goed mogelij ke banen te leiden. rijdende auto met 100 km per uur inge haald, terwijl op dit traject slechts 70 km was toegestaan. Bovendien had de man vijf glazen bier gedronken, waardoor hij onder invloed zou zijn geweest. De mon teur kwam bij de inhaalmanoeuvre op de linkerweghelft, schramde een tegenligger zwenkte vervolgens weer naar rechts en kwam op een fietspad tot stilstand. „Heeft u geen verantwoordelijkheidsge voel?", zo vroeg de president. „U bent een levensgevaar op de weg. Het is treu rig. En dat, terwijl u nog niet eens een rijbewijs heeft". De auto van de verdachte was niet ver zekerd. Maar de aangerichte schade van 3000 had hij inmiddels vergoed. „Dat is een punt in het voordeel van de ver dachte", aldus de officier van justitie, „Maar dat neemt niet weg dat zijn ge drag hoogst roekeloos is geweest". De officier van justitie van de Haar lemse rechtbank heeft donderdag tegen een 56-jarige Amsterdammer drie weken gevangenisstraf geëist en twee jaar ont zegging van de rijbevoegdheid. De Amsterdammer moest terechtstaan, omdat hij op 7 oktober het vorige jaar met zijn auto onder invloed zou hebben gereden en op de weg Haarlem-Amster dam een ongeluk zou hebben veroorzaakt De Amsterdammer had tevoren in een uitspanning aan de weg enige glazen cog nac gedronken alsmede een paar koppen koffie. Toen hij daarna met zijn auto de uitrit van de uitspanning afreed zou hij geen voorrang hebben verleend aan een bestelauto, die over de voorrangsweg na derde. „Ik heb eerst goed gekeken of alles vrij was", aldus de verdachte. „De wa gen heb ik niet gezien". Als gevolg van de manoeuvre botsten de twee auto's op elkaar. Over de hoeveelheid cognac, die de Amsterdammer had gedronken ver schilden de rechtbank en de verdachte van mening. „Tegenover de politie heeft hij gezegd vijf, nu zegt u drie", aldus de president. „Ik heb gezegd vijf consumpties", zo hield de verdachte vol. Een vriend van hem, die was meegereden, verklaarde ook dat het drie glazen cognac waren ge weest. De rechtbank doet in beide zaken uit spraak op donderdag 9 februari, 's och tends om half tien. (Van onze correspondent) UTRECHT. „Er is geen reden tot paniek maar wel tot enige verontrus ting". Zo typeert het districtshoofd van de Veeartsenijkundige Dienst Utrecht, mr. P. J. Kraai, de situatie in verband met het mond- en klauw zeer, dat in verscheidene delen van ons land weer voorkomt. „We hopen in ieder geval de zaak in be dwang te kunnen houden, vervoer- verbodbepalingen en nood-entingen zijn de enige dingen die we kunnen doen". Mond- en klauwzeer is bij de boeren een gevreesde ziekte. Bestrijding ervan is zeer moeilijk. De ziekteverwekker is een merkwaardig virus, dat bijzonder moeilijk een halt is toe te roepen. Niet alleen besmette dieren kunnen de ziekte overbrengen, ook mensen kunnen onge wild als tussenpersoon fungeren zonder er zelf nadelige gevolgen van te onder vinden. Vandaar ook de raad die aan ge troffen bedrijven gegeven wordt: Laat geen mensen op het erf toe, zeker niet in de stallen. Zelfs een wagen, een partijtje stro of gereedschappen kunnen het virus over brengen. Een vervoerverbod mag dan inperking in de hand werken, een garan tie tegen uitbreiding is.het in geen ge val. Mensen, honden en katten en vooral ook ratten kunnen de smetstof over de grenzen van het afgebakende gebied brengen. Vandaar dat de ziekte soms op de meest onverwachte plaatsen de kop op steekt. Er is ook verondersteld dat trekvogels de ziekte overbrengen. Het virus is bovendien bestand tegen bijzonder lage temperaturen. In diep vriesvlees, dat bewaard wordt bij tempe raturen van 40 graden onder nul. kan het virus een week of zes nog actief blijven WETTEN BEHOREN dui delijk te zijn en zo een voudig mogelijk te worden gehouden. Deze eis geldt zeker voor een wet als de Huurwet, waarmede bijna iedereen te maken heeft. Maar helaas is deze wet voor de leek altijd vrij on begrijpelijk geweest. En de Huurwet heeft thans nog een extra gecompliceerd karakter gekregen als ge volg van de uitzonderin gen, welke de wetgever heeft gemaakt op de alge mene huurverhogingen van 1 januari 1966 en 1 juli 1967. Wij zullen ons beperken tot èén enkel probleem: Moet degene, die woont in een perceel, dat vóór 1921 tot stand is gekomen, een hogere huur betalen? Voor de beide data. 1 januari 1966 en 1 juli 1967, geldt een algemene huur verhoging van 10 pet. Maar deze hoofdregel is niet van toepassing op „een vóór 1 januari 1921 tot stand ge komen woning, waarvan de huurprijs op 31 decem ber 1965 al naar gelang de klasse, waarin de ge meente of het gedeelte van de gemeente, waarbin nen de woning is gelegen, door de minister van Volkshuisvesting en Ruim telijke ordening is gerang schikt minder bedroeg dan onderscheidenlijk f 75, f 70 of f 60 per maand". De huurder van een zelf standige woning kan vrij gemakkelijk nagaan, of zijn woning onder deze uitzon deringsbepaling valt. MOEILIJKER wordt het voor degene, die een ge deelte van een woning ge huurd heeft. De huurder van zo'n woninggedeelte denkt soms, dat hij geen huurverhoging behoeft te betalen, omdat zijn huur op 31 december 1965 min der bedroeg dan f 75. f 70 or f 60 per maand. Maar zo eenvoudig is de zaak niet. De huur van een wo ninggedeelte wordt name lijk afgeleid van de huur van de gehele woning. Zij is gelijk aan een evenredig gedeelte van de hoofdhuur naar de maatstaf van het gebruiksgenot. Als de hoofdhuur boven de grens van f 75. f 70 of f 60 per maand ligt en dus met 10 pet. wordt verhoogd, zal dus ook de huur van het woninggedeelte 10 pet. ho ger moeten worden. Tot hiertoe is de zaak vrij eenvoudig. De moei lijkheden komen pas, als er verschil van mening be staat over de vraag, of het huurobject een zelfstan dige woning vormt dan wel beschouwd moet worden als een gedeelte van een woning. WEGENS de woning nood worden vele grote herenhuizen tegenwoordig per etage verhuurd. Elke etage heeft meestal een eigen W.C. en een eigen keuken af althans geïm proviseerde keuken. De elektrische leidingen zijn doorgaans gesplitst. Met tussenmeters kan worden berekend, welk deel van de gas- en elektriciteits nota ten laste van elke etage-huurder dient te ko men. De gangen en trappen zijn gemeenschappelijk, evenals het waterverbruik, de voordeur, de brievenbus en het huisnummer. Vormt in een dergelijk veel voorkomende situatie elke onvrije etage een zelf standige woning? En blijft nu op 1 juli 1967 de huur prijs van 31 december gelden, indien deze be neden de gestelde grens lag? In een dergelijk geval werden deze beide vragen zowel door Huuradvies commissie als door de kan tonrechter bevestigend be antwoord. Maar bij de behandeling in beroep overwoog de rechtbank, dat in uitzonde ringsgevallen het woord „woning" volgens de daaraan in de Huurwet ge geven definitie de be tekenis heeft van „zelf standige woning". DE UITZONDERINGS BEPALING geldt dus al leen voor zelfstandige wo ningen, vóór 1921 reeds zelfstandige woningen, ook al zou de betreffende etage, zoals door de kantonrech ter was beslist, thans een zelfstandige woning vor men, dan is de uitzonde ringsbepaling nog niet toe passelijk, omdat die etage tot augustus 1946 geen zelf standige woning vormde Mr. C. A. baron Bentinck Er zijn in Nederland vier stammen van het virus. De runderstapel in ons land wordt .jaarlijks ingeënt tegen het A-, O-, en C-virus. De smetstof waarvan in de laatst gemeelde gevallen sprake is, wordt getypeerd met 01. Hoewel de drievoudige enting wel een zekere bescherming geeft tegen besmetting met het 01-virus, is deze toch niet in alle gevallen afdoen de. Het vermoeden bestaat dat het mond en klauwzeer uit West-Duitsland naar ons land gekomen is, aangezien vooral in het grensgebied de laatste weken geval len zijn geconstateerd. Het is bekend dat men in West-Duitsland niet dat peil bij de dierenziektebestrijding heeft bereikt als in ons land en in Denemarken. Ook al zijn er vier stammen van het virus, de op her oog waarneembare symp tomen zijn gelijk: blaren tussen de tenen van de voet en op de kroonrand, aan de tepels en aan de tong. Pijnlijke kreupel heid is meestal het gevolg. Niet zelden komt het voor, in het bijzonder bij big gen, dat de dieren plotseling dood neer vallen, doordat het virus het hart heeft aangetast voordat er duidelijke sympto men van de ziekte waren. Runderen worden in ons land ieder jaar ingeënt. Dat kan reeds als de kal veren vier maanden zijn. Vóór die tijd heeft het geen zin, want ze hebben een zekere immuniteit van het moederdier meegekregen. Inenting bij varkens moet i de drie maanden gebeuren. Na drie maanden is de immuniteit verdwenen. Wat men ook doet om het risico te ver kleinen, een afdoend middel om versprei ding van de ziekte tegen te gaan is nog niet gevonden. De ernst van de ziekte kan ook afgeme ten worden aan de omstandigheid dat achtereenvolgens Frankrijk, Engeland en België de grenzen voor varkensvlees en voor runderen en varkens uit Nederland gesloten hebben. Het Centraal Diergeneeskundig Insti tuut in Amsterdam werkt op hoogspan ning om entstof te kunnen leveren. In perking van mond- en klauwzeer is niet alleen een boerenbelang, het is ook een landsbelang- (Van onze correspondent) GRONINGEN. De heer A. Ruim schoot uit Diever zal de volgende maand huis aan huis in het noorden van het land gratis het eerste nummer van zijn „onafhankelijk democratisch" opinieweek blad „De Vrije Tribune" gaanversprei den. Het is een blad waarin uitsluitend ingezonden stukken worden opgenomen als de inzenders tenminste bereid zijn 75 cent per woord te betalen. De heer Ruim schoot heeft aangekondigd dat het eerste nummer een artikel zal bevatten met de vraag: Is mevrouw Van Someren wel of geen lid geweest van de Jeugdstorm?" Hij heeft mevrouw Van Someren geschreven of zij een stuk wil schrijven dat zij geen lid van de Jeugdstorm is geweest, uiter aard a raison van 75 cent per woord. Hij kreeg een brief terug dat hij voor de rechter zou worden gedaagd als hij het artikel zou publiceren. ADVERTENTIE Willemsbeekweg 88 - Tel. 4627 Vraag naar onze spaarregeling.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1967 | | pagina 7