WP-encyclopedie: het éénmansprodukt van
een nijvere predikant uit de vorige eeuw
ORIGINELE PALISSANDER
SLAAPKAMER
ANTHONY WINKLER
PRINS
VERSPUY
Mond- en klauwzeer is
moeilijk te bestrijden
mÈ
werd 150 jaar geleden
geboren
f1075.-
Woninginrichting
Officier vraagt vrijspraak
voor ongeluk op circuit
Twee Amsterdammers berecht
voor verkeersongelukken
BERTUS PRUIS
Valt een „onvrije" etage onder
de komende huurverhoging?
Smetstof kan zich op allerlei
manieren verspreiden
V erkeersopstopping
bij overweg in
Velsen
Vrije mening voor
75 cent per
woord
Actieve Veendammer
HAARLEMSE RECHTBANK
HAARLEMSE RECHTBANK
699.-
voor
Uw leverancier
KOLEN en OLIE
VRIJDAG 27 JANUARI 1967
Frans Keijsper
Ook voor OPEN HAARDEN
Cognac
Recht, wet en
praktijk
^ZONen
ADVERTENTIE
OP 30 JANUARI 1817 deze maand
honderdvijftig jaar geleden aanschouw
de Antony Winkler Prins het levenslicht
in het Gelderse plaatsje Voorst. Na zijn
dood zou zijn naam onverbrekelijk ver
bonden worden aan de eerste grote Ne
derlandse Geïllustreerde Encyclopae-
die Woordenboek voor wetenschap en
kunst, beschaving en nijverheid", waar
van hij de auteur is. Het zestiendelige
omvangrijke werk werd nagenoeg eigen
handig door. hem geschreven.
Maar de encyclopedie is beslist niet
het enige publicistisch werk van Winkler
Prins geweest. Daarvan spreken de tal
rijke geschriften die hij heeft nagelaten.
Opvallend is de grote verscheidenheid
van de onderwerpen die uit zijn pen op
het papier vloeiden. Het is bij een zo
grote omvang van werk en verscheiden
heid begrijpelijk dat niet elk opstel een
schoolvoorbeeld voor goed proza is, maar
het getuigt in elk geval wel van de veel
zijdige belangstelling die zijn geest voor
allerhande onderwerpen aan de dag leg
de. Het is dan ook voor een g^oot deel
aan die instelling te danken geweest dat
een zo grote encyclopedie door hem is
geschreven.
kunst. Ook ontstaan er tal van opstellen
over onderwerpen van velerlei aard.
De jaren verstrijken. De tijd is geko
men dat Winkler Prins Friesland vaar
wel gaat zeggen. Hij richt zijn schreden
samen met Henriette Rensina Klijnsma,
met wie hij inmiddels is getrouwd, naar
de Groningse plaats Veendam. De ge
meente in Tjalleberd valt het afscheid
niet licht; men doet zelfs pogingen om de
predikant, die een geziene figuur in
de kleine gemeenschap is geworden, te
behouden. Tevergeefs. In de kerk van de
Doopsgezinde gemeente van Heerenveen
houdt hij zijn afscheidspredikaties in no
vember 1850.
In Veendam vindt Winkler Prins een
nieuw werkterrein. Veendam betekent
„leven". De plaats heeft, gelegen te
midden van de veenkoloniën, kleine en
grote fabrieken. Het ligt in de streek,
waar, als de dageraad zich voorzichtig
aan de kim van het uitgestrekte vlakke
veenland laat zien, de eerste winterkraai
en (veenarbeiders) hun woonsteden ver
laten om tot het vallen van de avond on
der de wijde hemel turf te steken.
In Veendam heeft Winkler Prins de stoot
gegeven tot 't middelbaar onderwijs, heeft
hij het culturele leven geactiveerd en te
midden van de talrijke arbeiders zijn pre
dikambt vervuld. De veelzijdige predi
kant levert ook vele bijdragen aan ver
schillende kranten. Zo publiceert hij ar
tikelen in de Friese Courant, in couran
ten in Twente. Veendam en Groningen.
Hij voert de redactie van het practisch
Volksboek en verzorgt bijdragen in De
Economist. De Vaderlandse Letteroefenin
gen, De Portefeuille en De Vrije Fries.
De inkomsten van zijn journalistieke ar
beid heeft hij hard nodig, want in zijn
gezin moeten vele monden elke dag weer
worden gevuld. Al die vele publikaties
ontstaan in zijn kleine pastorie aan het
Oosterkanaal. Dan is er ook nog het werk
van „zielszorger"; iedere week weer moet
er worden gepreekt. Hij neemt deel aan
het maatschappelijk leven, heeft zitting
in commissies en houdt lezingen voor de
Maatschappij tot Nut van het Algemeen.
Antony Winkler Prins wordt in 1864 ge
kozen tot afgevaardigde in de Tweede
Kamer; maar hij weigert. De financiële
tegemoetkoming is hem te gering. Als
Sneek hem later wil afvaardigen naar de
Tweede Kamer, met tegemoetkoming
aan zijn financiële bezwaren, weigert hij
opnieuw. De vrijheid is hem te lief dan
dat hij afhankelijk zou worden van een
bepaalde groep.
Degene, die een beroep deed op Win
kier Prins om een encyclopedie samen
te stellen was de uitgever C. L. Brink-
mann uit Amsterdam. Ons land had een
voorbeeld, wat een dergelijk naslagwerk
betrof, in de Duitse Brockhaus. Zoiets
wilde ook deze Brinkmann. Cultuur en
wetenschap, kunst en nijverheid moesten
in een overzichtelijk alfabetisch geheel
worden gebundeld. Het zou ongetwijfeld
een kostbare onderneming worden. De be
doeling was het werk in 5000 exemplaren
te laten verschijnen; met veel moeite
kreeg de heer Brinkmann vierduizend in
tekenaren bij elkaar. De onderneming kon
dus beginnen. En, dat was een hele grote
meevaller, de predikant uit Veendam
bleek een uitstekend hoofdredacteur te I
zijn. Vier medewerkers stonden Winkler
Prins terzijde, die elk hun specialiteit
hadden op het gebied der natuurweten
schap, economie, krijgskunde en letter
kunde. Jaar in jaar uit werkte hij noest
en stug door aan het gigantische boek
werk. En ongetwijfeld zullen de Veendam-
mers, die wellicht trots waren een zo'n
knap en veelzijdig geleerde in hun midden
te hebben, soms wel eens even een nieuws
gierige blik bij de pastorie naar binnen
hebben geworpen. Kijkend naar hun do
minee, die alsmaar achter zijn schrijf
tafel zat gebogen. De uitgever mocht ech
ter de voltooiing van encyclopedie niet
meer meemaken. Toen het werk in 1881
gereed was moest Winkler Prins in een
epiloog melding maken van het feit dat
de heer Brinkmann was overleden.
Toch zag Winkler Prins nog tijd om in
de periode dat hij aan de encyclopedie
werkte vertalingen te verzorgen van an
dere boeken en bijdragen te leveren aan
bladen. Ook de tweede druk van de ency
clopedie tussen de jaren 1884 en 1888
heeft hij nog verzorgd.
Winkler Prins zelf heeft over zijn werk
zame leven gezegd dat hij er gelukkig
mee is geweest ondanks de grote tegen
slagen, die hij heeft moeten ondervinden.
Op 4 januari 1908 ontsliep Antony Winkler
Prins. Hij stond op de grens van een
nieuw tijdperk in de geschiedenis van de
mensheid, maar was net niet meer over j
deze drempel heengegaan.
TOOGLEDIKANT met aangeb. nachtkastjes.
Compleet met tafel en 2 stoelen. Alles van
origineel meubelplaat
Eén van onze vele „DROOMSLAAPKAMERS
Vanaf heden geëtaleerd.
Wij ontvingen een geheel nieuwe collectie meubelen.
Komt u dus ook eens binnen kijken bij
PLEIN 1945 nr. 2
IJMUIDEN
TELEF. 8089
ADVERTENTIE
De heer W. Prins
WINKLER PRINS heeft vele boe
ken op zijn naam staan alsmede talrijke
journalistieke publikaties over alledaagse,
actuele onderwerpen. Zo schreef hij on
dermeer over: zeevaart, waterwegen,
wintervermaken, middelbaar onderwijs,
natuurverschijnselen, financiën, staats
huishoudkunde, plantkunde, zijdeteelt en
aardrijkskunde. Deze opsomming is
slechts een beknopte bloemlezing.
Antony Winkler Prins studeerde eerst
in Utrecht natuurwetenschappen en let
teren, maar door financiële omstandighe
den zag hij zich genoodzaakt deze studie
te staken. Hij toog naar Amsterdam waar
hij zich liet inschrijven bij het Doopsge
zind seminarie, aan welk instituut hij
theologie ging -studeren. Maar zijn lief
de voor de schone letteren en de natuur
wetenschappen zouden niet teloor gaan.
Later, toen hij eenmaal als predikant
was gevestigd in de pastorie van de
Doopsgezinde kerk in het Friese gehucht
Tjalleberd in de buurt van Heerenveen,
bracht hij vele uren door aan zijn schrijf
tafel. In alle rust werkte hij dan gesta
dig temidden van zijn paperassen aan me
nig gedicht, waarin soms de heimwee
doorklinkt naar de tijd toen hij nog onbe
zorgd als student en dichter zijn gang
kon gaan.
Was Winkler Prins de enige dichtende
predikant, de enige predikant die zich be
zighield met sociale vraagstukken of de
evolutietheorieën? Beslist niet. Is de ne
gentiende eeuw immers niet de eeuw ge
weest van de „domineespoëzie?" Aan de
kwaliteit ervan hoeft men doorgaans niet
al te veel waarde te hechten, al zijn er
wel uitschieters. De vorige eeuw begon
het niet-christelijk denken zich te roeren;
de twijfel aan de warrheid van het ge
loof, de ontkenning van het bovennatuur
lijke.
Bij de theologanten had men beslist
meer belangstelling voor bijbelverklaring
dogmatiek en kerkgeschiedenis mogen
verwachten. De bijl om de boom van het
geloof met wortel en tak uit te roeien
werd op de seminaries zelf de jeugdige
theologanten ter hand gesteld. De predi
kanten gingen dikwijls de wereld in om
het geloof te verkondigen, maar bij hun
opleiding hadden zij tevens geleerd hoe de
geloofswaarheden in twijfel moesten wor
den getrokken. Derhalve zochten vele pre
dikanten hun toevlucht in de dichtkunst,
omdat zo vaak hun eigen ambt hun niet
de verwachte voldoening schonk. Dit is
nu, zij het summier, het tijdsbeeld, waar
in Winkler Prins leefde en werkte.
Op 28 november 1841 werd Antony
Winkler Prins bevestigd in het kleine kerk
je in Tjalleberd. Hier begon voor de jon
ge predikant een niéuwe episode in zijn
leven. Verstoken was hij van het rumoer
en de verleidingen van het bruisende le
ven in de grote steden in het westen. Hij
tnoest zich een nieuwe weg banen in de
plattelandsgemeenschap. Maar zijn nieu
we standplaats betekent allerminst dat
hij de vele contacten, die hij in zijn stu
dententijd had gelegd langzamerhand ver
breekt. Al betekende Tjalleberd dan wel
het einde van Natuur en Kunst, een ge
zeischap jongelieden onder wie Winkler
Prins, die de dichtkunst bedrijven en dat
in 1838 werd opgericht. Maar de N.E.K,
moet men, wat de poëtische waarde er
van betreft, niet al te hoog aanslaan. Het
belang ervan is veeleer dat het de kweek
plaats is geweest van Braga, het tijd
schrift dat compromisloos andere litterai
re tijdschriften dorst aan te vallen en
het zelf opnam tegen de vermaarde De
Gids. Overigens heeft Braga, genoemd
naar de god der welsprekendheid in de
Germaanse mythologie, slechts twee jaar
gangen gekend. Het blad dateert van eind
1842.
De stilte in Tjalleberd prikkelt Winkler
Prins' behoefte een levendige correspon
dentie aan te gaan met zijn oude vrien
den. Tevens geeft het hem de gelegenheid
veel vrije tijd te besteden aan de litte
ratuur en aan het beoefenen van de dicht
I
de VS uw warmte-adres
Verwarm ings-service
Kennemerlaan 44 - IJmuiden
Telefoon 0 2550-4643
De officier van justitie van de Haarlem
se rechtbank heeft donderdag vrijspraak
gevraagd voor een 28-jarige verwarmings
monteur uit Amsterdam. De monteur
moest donderdag terechtstaan, omdat hij
ervan werd verdacht op 20 maart van
het vorige jaar op het circuit in Zand-
voort zodanig te hebben gereden, dat hij
met zijn auto uit de „Gerlachbocht" was
gevlogen, waarbij een bij hem in de wa
gen zittende passagier om het leven was
gekomen. De verdachte was grove schuld
ten laste gelegd.
Wellicht door de schrik en de emotie
van het ongeluk had de monteur aanvan
kelijk verklaard dat hij niet meer wist
hoe het ongeluk was gebeurd. Hij wag, zo
zei hij nu, geschrokken van een auto, die
hem in de bocht rechts inhaalde. Hier
door, zo meende hij, had hij niet meer
naar rechts kunnen gaan. De snelheid,
die hij had om de voor hem te kleine
bocht te nemen, was te groot.
De 24-jarige coureur, die de verdachte
had ingehaald, verklaarde dat hij alle
ruimte had gehad om te passeren en
meende dat de ander daarvan niet had
behoeven te schrikken. Toen hij met zijn
auto de ander was gepasseerd, zag hij
het fatale ongeluk in zijn spiegeltje ge
beuren. Een getuige-deskundige wilde wel
het feit in aanmerking nemen dat de ver
dachte verrast had kunnen zijn door de
inhaalmanoevre.
Egn kindermeisje, dat bij de verdachte
in de auto had gezeten, zei dat er voor de
coureur in het geheel geen ruimte was ge
weest om in te halen. Maar de officier
meende dat, gezien de feiten die over de
toedracht van het ongeluk bekend waren,
de verklaringen van het meisje buiten
beschouwing konden worden gelaten. Hij
zei voorts dat een coureur op het circuit
er rekening mee heeft te houden dat er
rijders zijn met minder capaciteiten en
concludeerde tot vrijspraak.
De raadsman van de verdachte, die het
met de officier eens was, meende dat de
coureur de monteur op rechte stukken
had kunnen inhalen en zag derhalve in de
inhaalmanoevre „een geintje", waarvan
de verdachte was geschrokken. Ook hij
meende dat zijn cliënt moest worden vrij
gesproken.
De rechtbank doet 9 februari uitspraak
ochtends om half tien.
Een 22-jarige automonteur uit Am
sterdam hoorde donderdag door de offi
cier van justitie van de Haarlemse recht
bank een maand gevangenisstraf en drie
jaar ontzegging van de rijbevoegdheid te
gen zich eisen.
De monteur, die geen rijbewjs had, had
op 29 oktober op de Haarlemmerstraat
weg in
Haarlemmerliede een voor hem
ADVERTENTIE
PHILIPS T.V. 59 cm
MODEL 1967
van 799.— voor
1ENNEMERLAAN 76 - 78 - IJMUIDENl
Donderdagmiddag omstreeks half drie
ontstond bij de spoorwegovergang in de
Wijkerstraatweg te Velsen-Noord een vrij
langdurige verkeersopstopping. Een grote
vrachtwagen met oplegger kon vlak bij
de spoorwegovergang niet verder rijden
Er was een borgmoer gebroken van de
linker vooras van de oplegger waardoor
beide wielen los raakten. De politie moest
geruime tijd zowel aan de Velsense als
aan de Beverwijkse zijde optreden om het
gestagneerde verkeer in zo goed mogelij
ke banen te leiden.
rijdende auto met 100 km per uur inge
haald, terwijl op dit traject slechts 70 km
was toegestaan. Bovendien had de man
vijf glazen bier gedronken, waardoor hij
onder invloed zou zijn geweest. De mon
teur kwam bij de inhaalmanoeuvre op de
linkerweghelft, schramde een tegenligger
zwenkte vervolgens weer naar rechts en
kwam op een fietspad tot stilstand.
„Heeft u geen verantwoordelijkheidsge
voel?", zo vroeg de president. „U bent
een levensgevaar op de weg. Het is treu
rig. En dat, terwijl u nog niet eens een
rijbewijs heeft".
De auto van de verdachte was niet ver
zekerd. Maar de aangerichte schade van
3000 had hij inmiddels vergoed. „Dat
is een punt in het voordeel van de ver
dachte", aldus de officier van justitie,
„Maar dat neemt niet weg dat zijn ge
drag hoogst roekeloos is geweest".
De officier van justitie van de Haar
lemse rechtbank heeft donderdag tegen
een 56-jarige Amsterdammer drie weken
gevangenisstraf geëist en twee jaar ont
zegging van de rijbevoegdheid.
De Amsterdammer moest terechtstaan,
omdat hij op 7 oktober het vorige jaar
met zijn auto onder invloed zou hebben
gereden en op de weg Haarlem-Amster
dam een ongeluk zou hebben veroorzaakt
De Amsterdammer had tevoren in een
uitspanning aan de weg enige glazen cog
nac gedronken alsmede een paar koppen
koffie. Toen hij daarna met zijn auto de
uitrit van de uitspanning afreed zou hij
geen voorrang hebben verleend aan een
bestelauto, die over de voorrangsweg na
derde.
„Ik heb eerst goed gekeken of alles
vrij was", aldus de verdachte. „De wa
gen heb ik niet gezien". Als gevolg van
de manoeuvre botsten de twee auto's op
elkaar. Over de hoeveelheid cognac, die
de Amsterdammer had gedronken ver
schilden de rechtbank en de verdachte
van mening. „Tegenover de politie heeft
hij gezegd vijf, nu zegt u drie", aldus
de president.
„Ik heb gezegd vijf consumpties", zo
hield de verdachte vol. Een vriend van
hem, die was meegereden, verklaarde
ook dat het drie glazen cognac waren ge
weest.
De rechtbank doet in beide zaken uit
spraak op donderdag 9 februari, 's och
tends om half tien.
(Van onze correspondent)
UTRECHT. „Er is geen reden tot
paniek maar wel tot enige verontrus
ting". Zo typeert het districtshoofd
van de Veeartsenijkundige Dienst
Utrecht, mr. P. J. Kraai, de situatie
in verband met het mond- en klauw
zeer, dat in verscheidene delen
van ons land weer voorkomt. „We
hopen in ieder geval de zaak in be
dwang te kunnen houden, vervoer-
verbodbepalingen en nood-entingen
zijn de enige dingen die we kunnen
doen".
Mond- en klauwzeer is bij de boeren
een gevreesde ziekte. Bestrijding ervan
is zeer moeilijk. De ziekteverwekker is
een merkwaardig virus, dat bijzonder
moeilijk een halt is toe te roepen. Niet
alleen besmette dieren kunnen de ziekte
overbrengen, ook mensen kunnen onge
wild als tussenpersoon fungeren zonder
er zelf nadelige gevolgen van te onder
vinden. Vandaar ook de raad die aan ge
troffen bedrijven gegeven wordt: Laat
geen mensen op het erf toe, zeker niet
in de stallen.
Zelfs een wagen, een partijtje stro of
gereedschappen kunnen het virus over
brengen. Een vervoerverbod mag dan
inperking in de hand werken, een garan
tie tegen uitbreiding is.het in geen ge
val. Mensen, honden en katten en vooral
ook ratten kunnen de smetstof over de
grenzen van het afgebakende gebied
brengen. Vandaar dat de ziekte soms op
de meest onverwachte plaatsen de kop
op steekt. Er is ook verondersteld dat
trekvogels de ziekte overbrengen.
Het virus is bovendien bestand tegen
bijzonder lage temperaturen. In diep
vriesvlees, dat bewaard wordt bij tempe
raturen van 40 graden onder nul. kan het
virus een week of zes nog actief blijven
WETTEN BEHOREN dui
delijk te zijn en zo een
voudig mogelijk te worden
gehouden. Deze eis geldt
zeker voor een wet als de
Huurwet, waarmede bijna
iedereen te maken heeft.
Maar helaas is deze wet
voor de leek altijd vrij on
begrijpelijk geweest. En de
Huurwet heeft thans nog
een extra gecompliceerd
karakter gekregen als ge
volg van de uitzonderin
gen, welke de wetgever
heeft gemaakt op de alge
mene huurverhogingen van
1 januari 1966 en 1 juli
1967.
Wij zullen ons beperken
tot èén enkel probleem:
Moet degene, die woont in
een perceel, dat vóór 1921
tot stand is gekomen, een
hogere huur betalen?
Voor de beide data. 1
januari 1966 en 1 juli 1967,
geldt een algemene huur
verhoging van 10 pet. Maar
deze hoofdregel is niet van
toepassing op „een vóór 1
januari 1921 tot stand ge
komen woning, waarvan
de huurprijs op 31 decem
ber 1965 al naar gelang
de klasse, waarin de ge
meente of het gedeelte
van de gemeente, waarbin
nen de woning is gelegen,
door de minister van
Volkshuisvesting en Ruim
telijke ordening is gerang
schikt minder bedroeg
dan onderscheidenlijk f 75,
f 70 of f 60 per maand".
De huurder van een zelf
standige woning kan vrij
gemakkelijk nagaan, of zijn
woning onder deze uitzon
deringsbepaling valt.
MOEILIJKER wordt het
voor degene, die een ge
deelte van een woning ge
huurd heeft. De huurder
van zo'n woninggedeelte
denkt soms, dat hij geen
huurverhoging behoeft te
betalen, omdat zijn huur
op 31 december 1965 min
der bedroeg dan f 75. f 70
or f 60 per maand. Maar
zo eenvoudig is de zaak
niet.
De huur van een wo
ninggedeelte wordt name
lijk afgeleid van de huur
van de gehele woning. Zij
is gelijk aan een evenredig
gedeelte van de hoofdhuur
naar de maatstaf van het
gebruiksgenot. Als de
hoofdhuur boven de grens
van f 75. f 70 of f 60 per
maand ligt en dus met 10
pet. wordt verhoogd, zal
dus ook de huur van het
woninggedeelte 10 pet. ho
ger moeten worden.
Tot hiertoe is de zaak
vrij eenvoudig. De moei
lijkheden komen pas, als
er verschil van mening be
staat over de vraag, of het
huurobject een zelfstan
dige woning vormt dan wel
beschouwd moet worden
als een gedeelte van een
woning.
WEGENS de woning
nood worden vele grote
herenhuizen tegenwoordig
per etage verhuurd. Elke
etage heeft meestal een
eigen W.C. en een eigen
keuken af althans geïm
proviseerde keuken. De
elektrische leidingen zijn
doorgaans gesplitst. Met
tussenmeters kan worden
berekend, welk deel van
de gas- en elektriciteits
nota ten laste van elke
etage-huurder dient te ko
men.
De gangen en trappen
zijn gemeenschappelijk,
evenals het waterverbruik,
de voordeur, de brievenbus
en het huisnummer.
Vormt in een dergelijk
veel voorkomende situatie
elke onvrije etage een zelf
standige woning? En blijft
nu op 1 juli 1967 de huur
prijs van 31 december
gelden, indien deze be
neden de gestelde grens
lag?
In een dergelijk geval
werden deze beide vragen
zowel door Huuradvies
commissie als door de kan
tonrechter bevestigend be
antwoord.
Maar bij de behandeling
in beroep overwoog de
rechtbank, dat in uitzonde
ringsgevallen het woord
„woning" volgens de
daaraan in de Huurwet ge
geven definitie de be
tekenis heeft van „zelf
standige woning".
DE UITZONDERINGS
BEPALING geldt dus al
leen voor zelfstandige wo
ningen, vóór 1921 reeds
zelfstandige woningen, ook
al zou de betreffende etage,
zoals door de kantonrech
ter was beslist, thans een
zelfstandige woning vor
men, dan is de uitzonde
ringsbepaling nog niet toe
passelijk, omdat die etage
tot augustus 1946 geen zelf
standige woning vormde
Mr. C. A. baron Bentinck
Er zijn in Nederland vier stammen van
het virus. De runderstapel in ons land
wordt .jaarlijks ingeënt tegen het A-, O-,
en C-virus. De smetstof waarvan in de
laatst gemeelde gevallen sprake is, wordt
getypeerd met 01. Hoewel de drievoudige
enting wel een zekere bescherming
geeft tegen besmetting met het 01-virus,
is deze toch niet in alle gevallen afdoen
de.
Het vermoeden bestaat dat het mond
en klauwzeer uit West-Duitsland naar
ons land gekomen is, aangezien vooral in
het grensgebied de laatste weken geval
len zijn geconstateerd. Het is bekend dat
men in West-Duitsland niet dat peil bij
de dierenziektebestrijding heeft bereikt
als in ons land en in Denemarken.
Ook al zijn er vier stammen van het
virus, de op her oog waarneembare symp
tomen zijn gelijk: blaren tussen de tenen
van de voet en op de kroonrand, aan de
tepels en aan de tong. Pijnlijke kreupel
heid is meestal het gevolg. Niet zelden
komt het voor, in het bijzonder bij big
gen, dat de dieren plotseling dood neer
vallen, doordat het virus het hart heeft
aangetast voordat er duidelijke sympto
men van de ziekte waren.
Runderen worden in ons land ieder
jaar ingeënt. Dat kan reeds als de kal
veren vier maanden zijn. Vóór die tijd
heeft het geen zin, want ze hebben een
zekere immuniteit van het moederdier
meegekregen. Inenting bij varkens moet
i de drie maanden gebeuren. Na drie
maanden is de immuniteit verdwenen.
Wat men ook doet om het risico te ver
kleinen, een afdoend middel om versprei
ding van de ziekte tegen te gaan is nog
niet gevonden.
De ernst van de ziekte kan ook afgeme
ten worden aan de omstandigheid dat
achtereenvolgens Frankrijk, Engeland en
België de grenzen voor varkensvlees en
voor runderen en varkens uit Nederland
gesloten hebben.
Het Centraal Diergeneeskundig Insti
tuut in Amsterdam werkt op hoogspan
ning om entstof te kunnen leveren. In
perking van mond- en klauwzeer is niet
alleen een boerenbelang, het is ook een
landsbelang-
(Van onze correspondent)
GRONINGEN. De heer A. Ruim
schoot uit Diever zal de volgende maand
huis aan huis in het noorden van het
land gratis het eerste nummer van zijn
„onafhankelijk democratisch" opinieweek
blad „De Vrije Tribune" gaanversprei
den. Het is een blad waarin uitsluitend
ingezonden stukken worden opgenomen
als de inzenders tenminste bereid zijn 75
cent per woord te betalen. De heer Ruim
schoot heeft aangekondigd dat het eerste
nummer een artikel zal bevatten met de
vraag: Is mevrouw Van Someren wel of
geen lid geweest van de Jeugdstorm?" Hij
heeft mevrouw Van Someren geschreven
of zij een stuk wil schrijven dat zij geen
lid van de Jeugdstorm is geweest, uiter
aard a raison van 75 cent per woord. Hij
kreeg een brief terug dat hij voor de
rechter zou worden gedaagd als hij het
artikel zou publiceren.
ADVERTENTIE
Willemsbeekweg 88 - Tel. 4627
Vraag naar onze spaarregeling.