sfeer
FINLAND I ruimte
stilte
Tienduizend meren, 30.000 eilanden
NOORWEGEN
overal vrij
kamperen
mm
mm.
WOENSDAG 1 FEBRUARI 196 7
r 23
WEGWIJS-WEGWIJS-WEGWIJS-WEGWIJS- WEGWIJS-WEGWIJS-WEGWIJS- WEGWIJS- WEGWIJS- WEGWIJS- WEGWIJS-WEGWIJS-WEGWIJS- WEGWIJS
Wm
De langste dag wordt gevierd
met een kampvuur aan de meer-
FINLAND is lang lebberen aan een
klein drankje. De ingrediënten zijn:
meren, bossen, heuvels en stilte. Je moet
er van houden. Wie het bevalt, die bestelt
nooit meer anders. Hij wordt een kroeglo
per van Finland. Andere dranken worden
daar niet geserveerd. Maar ook nergens
in Europa wordt het mengsel zo puur ge
schonken. Wat de één hier exclusiviteit
noemt is voor de ander eentonigheid.
Daar ligt de kracht èn de zwakte van de
Finse eenzijdigheid.
De echte buitenmens zal op die wegen,
eindeloos wentelend langs berken en den
nen waar tussendoor telkens het opper
vlak van één der tienduizenden Finse
meren blikkert zijn dorst naar ruimte
en oerbeleven van de natuur wel laven.
Hij zal met welbehagen de kruidige lucht
der sparren opsnuiven, met intens genoe
gen de rimpelingen van het water onder
de ritselende berken volgen en zich met
een licht hart vermeien in de stille, lange
zomer, wanneer het daglicht geen einde
schijnt te nemen.
Boven: Karelische meisjes in streek-
dracht. Onder: Vissersdorp op het
eiland Suursani.
oevers.
EEN BEZOEK aan Finland dat in oppervlakte overeen-
eenkomt met Groot-Brittannië is een verkwikkende be
leving. Veel sterker dan de andere Scandinavische landen
bewaart Finland namelijk nog een sterke eigen sfeer waar
toe stellig het langdurig isolement en het feit dat de Finnen
een totaal apart ras vormen, hebben bijgedragen. De drukte
en de haast van West-Europa schijnen aan hen voorbij ge
gaan te zijn.. In zijn gemoedelijkheid heeft Finland iets
van een groot „platteland", vol primitieve charme en ouder
wetse hartelijkheid.
OPENHEID en eenvoud zijn de kenmerken van deze
houtvesters van Europa, wier gastvrijheid legendarisch is.
Want de Finnen benaderen de vreemdeling nog met de
respectvolle houding van mensen voor wie de bezoeker
oorspronkelijk iemand was, die zich urenlang moeizaam
een weg door het woud had gebaand. De mooiste uiting van
deze gastvrijheid blijft een uitnodiging voor de sauna, die
men vooral niet moet afslaan. Die aantrekkelijke sensatie
van „vervreemding" die men in Finland ondergaat, wordt
nog in de hand gewerkt door de volledig ongerijmde klanken,
die de Finse taal vormen en waartegen men zich het beste
wapent met een klein zakwoordenboekje.
„MAAR ZIT IK dan niet mijn hele vakantie in de kou?",
luidt de bekende angstige vraag. Door het continentale
klimaat dat Finland beheerst, zijn de winters er inderdaad
zeer koud maar de korte zomer kent vaak hoge tempera
turen (juni en juli zijn de beste maanden).
Typische bezienswaardigheden ontbreken eigenlijk in Fin
land. Het is veeleer de totaliteit van het landschap met zijn
genuanceerde monotonie die je bezighoudt. Toch zijn er
uitschieters: het merengebied van Zuidoost-Finland is bij
zonder spectaculair. Voor buitenlanders is het zeker het
Kerk in Rajamaki, voorbeeld van moderne Finse
architectuur.
aantrekkelijkst te beginnen met deze streek, die als
hoogtepunten de heuvel Koli met zijn prachtig panorama
en de landengte Punkaharju kent. Voor wie minder tijd
heeft is een tocht naar Aulanko, natuurpark nabij „Hameen-
linna" (ongeveer 150 km. van Helsinki) aan te raden. Voor
alle meren geldt dat men ze eigenlijk het mooist ziet via
één van de gemoedelijke boottochten die vanuit talrijke
Finse steden worden georganiseerd, sommige met een duur
van meerdere dagen.
Een sterke eigen bekoring heeft het rendierrijke Lapland,
al is dit gebied natuurlijk minder typisch Fins dan de rest
van het land. Door de indrukwekkende verlatenheid van
deze soms bergachtige, streek kan men prachtige trektochten
maken. Men overnacht in goed geoutilleerde hutten. Een
speciale attractie vormt hier de middernachtzon.
EEN HEEL APART genoegen vormt voorts een verblijf
op één der duizenden eilandjes voor de Finse kust. Voor
watersportliefhebbers zijn speciaal de archipel bij Türkü
en de Alandseilanden (midden in Botnische Golf) aan te
bevelen.
Een bezoek van enkele dagen aan de hoofdstad Helsinki
loont stellig de moeite. Het is een stad die aan alle kanten
openligt naar het water en waar men zich nooit onder de
voet gelopen voelt. De mengeling van oude tsaristische bouw
werken met de werkelijke fantastische moderne architectuur
maken Helsinki tot een unieke hoofdstad in Europa.
In dit land, dat maar vier en een half miljoen inwoners
telt, kan men eigenlijk overal zijn tent opslaan. Wie wat
meer comfort verkiest kan terecht op één van de vele
campings, waar men nauwelijks meer dan een gulden kwijt
is per persoon en per dag, plus nog eens dit bedrag voor
de auto. Hotels zijn gemiddeld iets duurder dan in Holland.
In de vele jeugdherbergen, waar de logiesprijs varieert
van ongeveer twee tot vijf gulden, bestaat geen leeftijds
grens zodat men er met het hele gezin terecht kan.
HET PRIJSNIVEAU ligt in Finland in het algemeen
wel iets boven het onze. Als toerist hoeft men daar echter
niet zoveel van te merken omdat er zelfs in de kleinste
Finse dorpen cafetaria's zijn (vaak mei zelfbediening) waar
men al voor een vier gulden behoorlijk eet.
Veel toeristen hebben de neiging, ware monstertochten
te maken door Scandinavië. Wie Finland echter goed op
zich wil laten inwerken doet het beste, er een tijdje te
blijven. Finland, maar ook de bezoeker, is daar het meest
bij gebaat. Men kan de auto meenemen op een van de vele
ferryboten die uit Stockholm en andere Zweedse steden,
Travemünde (W.-Duitsland) en Kopenhagen de verbinding
onderhouden. Daarnaast is er een snelle vliegverbinding van
uit Amsterdam.
Finland heeft een uitgebreid binnenlands vliegnet, waar
van de tarieven zeer laag liggen. De treintarieven komen
ongeveer overeen met die in ons land. Voor toeristen worden
door de spoorwegen aantrekkelijke trips georganiseerd. Het
is voorts zeer eenvoudig vanuit Finland een uitstapje naar
Leningrad te maken.
De weinige Nederlandse vakantiegangers die Finland
hebben ontdekt, hebben iets van fanatici gekregen. Een
van hen omschreef zijn gevoelens als volgt: „Iedere keer dat
ik in Finland ben geweest voelde ik me er méér thuis. Alleen
de laatste keer heb ik gemerkt dat ik me wéér thuis voelde.
En dan moet je gaan oppassen".
Inlichtingen bij: de Finse ambassade, Benoordenhoutseweg
262, Den Haag, telefoon 24 44 47 en bij Finn Air, Kleine Gart-
manplantsoen 21, Amsterdam, telefoon 020 - 24 47 99.
Illllllllllllllllllllillllll
ER ZIJN van die mensen die verzuchten: „Als ik een hoop
geld had, dan kocht ik een Landrover en ging op zwerf
tocht door de wereld". Dat zijn zij die in de vakantie wat
anders willen dan de geur van andermans zonnebrandolie
en het lawaai van andermans draagbare radio. Hun dromen
worden door geldgebrek meestal geen werkelijkheid, want
BEGIN JUNI reden we op
ons gemak in twee dagen naar
het Deense plaatsje Hirthals in
het noorden van Jutland, en
namen daar de nachtboot naar
Kristiansand, Noorwegen. Vroeg
in de morgen komt de veer
pont daar aan. Uit de ochtend
nevels doemt een landschap op
dat je de ogen doet uitwrijven.
Met het wijde heuvellandschap
van Denemarken nog in het
geheugen, is dit een verrassing:
boven 'het haventje tussen de
rotsen klimmen dennegroene
hellingen naar een teer blauwe
hemel.
EENMAAL door de douane,
komt er niets van plannen om
slaap in te halen. Het is een
landschap voor nieuwsgierige
mensen: na elke bocht en ach
ter elke bergrug lokken nieu
we verrassingen. Pas na een
kilometer of zestig begonnen
we weer aan slapen te denken.
Dat was even voorbij het dorp
je Byglandsford, aan de oever
van het gelijknamige water. Er
is een kampeerplaats in de
buurt, zoals overal in Noorwe
gen. Maar daar hebben we
geen belangstelling voor. In
Noorwegen mag men overal in
de vrije natuur kamperen!
Die avond zitten we bij een
houtvuurtje aan een kristalhel
der meer, waarin vissen grote
kringen maken, op jacht naar
insekten. Van ver over de spie
gelende fjord klinkt een een
zame accordeon met wijsjes die
aan Ierse volksmuziek doen
denken. Als het schemering
wordt is het nog maar een half
uur voor middernacht. We we
ten nog niet dat 's nachts om
twee uur alweer de eerste vo
gels beginnen te zingen. Dit is
Noorwegen, het land dat door
de poolcirkel gehalveerd wordt.
ER STAAT een bordje langs
de weg. „Kjör Sakte" staat er
op, langzaam rijden. Daar be
gint de „opbreking" die zich
verder over heel Noorwegen
uitstrekt. De asfaltweg gaat
plotseling over in een smalle
tweebaansweg van steenslag,
soms zo vlak en hard als een
startbaan, soms ook met gaten
zo groot als een flinke emmer.
Wat folders schreven over niet
meer dan 250 kilometer per
dag is géén sprookje.
stilte en eenzaamheid lijken ver weg en duur. Toch hebben
wij met twee personen drie weken lang in de verlaten natuur
rondgedoold, zonder dat er bij het vertrek veel meer dan
500,— in de portemonnee zat. Het geheim van dit wonder
heet Noorwegen.
IN NOORWEGEN moet men
trouwens nooit haast hebben. Is
het niet om de maximum snel
heid van 70 km, dan toch om
het natuurschoon. De weg slin
gert zich door berken- en den
nenbossen, langs bruisende ri
vieren met heel smalle wiebe
lende hangbruggetjes en klimt
kronkelend door ruige bergen.
Het is een kwestie van schake
len. Remmen willen we zo wei
nig mogelijk op die losse
steenslag. De afgrond ligt di
rect naast de weg zonder ver
dere afrastering dan dunne
twijgen, rechtop in de grond
geprikt, 's Winters bij sneeuw
kan men daaraan zien waar de
weg eindigt, nu vallen ze weg
tegen de achtergrond van over
dadig groen.
UREN KAN men rijden, zon
der een auto te zien. Het land
schap lijkt een reusachtig na
tuurreservaat dat voor publiek
gesloten is. Wegens ruimtege
brek in ons autootje is de jer
rycan voor reservebenzine
thuis gebleven. Het levert geen
bezwaar op, want in de gehuch
ten die zo nu en dan opduiken,
meestal niet meer dan vier of
vijf houten huizen, is altijd een
benzinepomp. In de iets grotere
nederzettingen is meestal ook
een „Landhandel" letterlijk
groenteboer waar alles te
koop is, tot aan visgerei toe.
De prijzen liggen niet veel bo
ven de Nederlandse, alleen al
cohol en tabak zijn duur.
OP ONZE TREK naar het
noorden, komen we ook door
het Setesdal, een belevenis op
zich. Het landschap doet een
beetje aan Zwitserland denken
met zijn groene weiden en
huisjes van boomstammen, rijk
versierd met snijwerk. De da
ken van die vaak eeuwenoude
huisjes zijn waterdicht gemaakt
met berkeschors en bedekt met
stenen en plaggen, waarop
soms struikjes groeien. In dat
zelfde dal staan her en der
bordjes met het woord „S0lv-
smed" zilversmid. Voor lut
tele guldens zijn daar sieraden
te koop volgens traditioneel
ontwerp thuis gemaakt. Ze zijn
van zilverfiligrain, waaraan
vergulde holle spiegeltjes schit
teren.
DE BEEKJES, watervallen, ri-
Woeste bergbeken, machtige sparren, besneeuwde berghellingen.
vieren en meren blijken nog
niet alle water van Noorwegen
te bevatten. Op zoek naar een
mooi vlak kampeerplekje in het
bos op zichzelf al een opga
ve in een bergachtig land
zakken we keer op keer weg in
een dikke verende laag mos en
moeten dan haast watertrap
pen om „boven" te blijven. Na
derhand leerden we onze kamp
plaatsen vooral zoeken langs de
oevers van meren en rivieren,
waar zand voor een steviger
ondergrond zorgt. Stalen tent
haringen blijven onontbeerlijk,
want rotsgrond laat zich over
al gelden.
De bergmeren in het zuiden
en de fjorden aan de zuidkust
zijn heerlijk om in te zwem
men. Kristalhelder en in de
maand juni bijna lauw. Voor
sportvissers is Noorwegen een
ideaal land. Aan welk water
we ook kamperen, 's avonds zijn
er steevast plonsgeluiden en
grote kringen van jagende vis.
Een nadeel voor de kampeer
der is het aas van al die vis:
de muggen. Een simpele op
lossing is de spuitbus, een at
tribuut, dat bij een kampeer -
tocht in Noorwegen goud
waard is.
EN HET WEER? We zijn er
maar drie weken geweest, maar
al die tijd was het badpak ons
dagelijks tenue, zelfs in de open
auto. Volgens de folders ligt de
zomertemperatuur in Zuid-
Noorwegen hoger dan in ons
land, en tijdens onze vakantie
klopte dat. Langs de westkust
met de fjorden is het regen
achtiger dan in het binnen
land.
Inlichtingen: Consulaat-gene
raal van Noorwegen. Prins
Hendrikkade 135, Amsterdam,
tel. 020-24.23.31.