De voorzieningen voor de
watersport in ons land
raken (letterlijk) kant
noch wal. Vaarwater is er
in overvloed, maar ruimte
om te liggen, ho maar! Er
is een groot tekort aan
jacht- en vluchthavens,
lig- en aanlegplaatsen,
hellingen voor trailer-
boten, receatieterrein en
andere walaccommodatie.
De Blauwe Hand wenkt en
lonkt.
GEBREK AAN „VASTIGHEID"
DUPEERT DE SPELEVAARDERS
EEN NIEUW WATERSPORT
CENTRUM IN OVERIJSSEL
WOENSDAG 1 FEBRUARI 1967
WEGWIJS-WEGWIJS-WEGWIJS-WEGWIJS-WEGWIJS-WEGWIJS-WEGWIJS-WEGWIJS-WEGWIJS-WEGWIJS-WEGWIJS-WEGWIJS-WEGWIJS-WEGWIJS-
Varianten
„Kleurengrens"
Nijpend tekort
Verboden toegang
Eigen schuld?
„Schandaal"
Oud-Loosdreclit: veel dijken en wallekant, maar uok tal van taboes.
In Noordwest-Overijssel
heeft vooral de overheid op
de ontwikkeling van het wa
tersportgebied ter hand ge
nomen, sinds de middeleeu
wen zijn door verveningen
grote meren ontstaan met
daaromheen uitgestrekte
moerasgebieden. Die gebie
den zijn tussen 1930 en 1960
op grote schaal drooggelegd
en ontgonnen, maar nog
juist op tijd is het inzicht
gekomen dat wat er over is
van grote waarde is als na
tuur- en recreatiegebied dan
als weiland. De 8000 ha na
tuurgebied in de koop van
Overijssel zoals die nu nog
aanwezig is, loopt geen ge
vaar meer, „gecultureerd"
te worden.
Tussen Oldenmarkt, Os-
senzijl, Kuinre en Blokzijl
ligt het staatsnatuurreser-
vaat De Weerribben, (1500
ha.). Dwars door dit ge
bied loopt de Kalenberger-
vaart, de verbindingsroute
van Noordwest-Overijssel en
Friesland. In enkele jaren
is het aantal schepen dat
van deze vaarroute gebruik
maakt verdubbeld (2200 in
1963, ruim 4600 in 1965).
Ook als doel op zichzelf
komt De Weeribben meer
en meer in trek.
Staatsbosbeheer heeft er
een ontvangstcentrum inge
richt waarin de bezoekers
iets verteld en getoond
wordt over de verveningen.
Dat ontvangstcentrum is
langs de weg te bereiken,
maar het gebied zelf vraagt
om vervoer per boot, wegen
zijn er vrijwel niet en het
land is deels ontoegankelijk
omdat het van wetenschap
pelijke waarde is, deels om
dat het verpacht is aan riet
telers. Het water is vrij.
Langs de Kalenbergergracht
zijn een aantal plezierige
ligplaatsen ingericht.
De Blauwe Hand
Van grote betekenis
wordt het watersportcen
trum De Blauwe Hand in
Wanneperveen (tussen Beul-
akker en Belterwijde). In
twee jaar is hier een jacht
haven verrezen met plaats
voor 300 schepen, een jollen-
steiger van 55 meter, 5000
vierkante meter kampeer
terrein (alleen voor water
sporters met een eigen boot
in de haven) en met plan
nen voor uitbreiding in ve
lerlei richting. Een hotel
restaurant staat op het pro
gramma, evenals een open
baar recreatieterrein.
Het complex, dat 10 ha
omvat, heeft 1.7 miljoen
gekost. De jachthaven is
vorig jaar zomer geopend.
In tegenstelling tot de nieu
we koers om jachthavens
aan de rand van een water
sportgebied te maken, ligt
De Blauwe Hand er mid
den in. Dat is planologisch
minder geslaagd, maar voor
wie er ligt heeft het zijn
voordelen.
oever van het Braassemermeer is
het Staatsbosbeheer dat in deze rich
ting werkt. Ook de Vereniging tot Be
houd van Natuurmonumenten is actief.
Zo is in het reservaat „Beulakkerwei-
de" een ligplaats gemaakt en is tege
lijk in andere gedeelten door een
verbod tot aanleggen de nodige rust
en stilte gecreëerd. Voor het Jisper-
veld in Noordholland is een dergelij
ke maatregel in voorbereiding.
TOT DE verdere voorzieningen
waaraan in de komende jaren veel aan
dacht en geld moet worden be
steed behoren aanloop- en vluchtha
vens (vooral in het rivierengebied en
in de Zeeuwse wateren) en algemene
recreatieterreinen voor de watersport,
waaraan vooral behoefte is wegens de
groei van die categorie watersporters
wie het niet in de eerste plaats om
het varen en de rust in de vrije natuur
begonnen is. De mogelijkheden va
riëren van een flink grasveld met wat
beschermend groen of een strandje
(eilanden in de Loosdrechtse plassen)
tot een min of meer complete kermis
(Harderwijk).
TENSLOTTE is er behoefte aan ver-
blijfshavens voor mensen die verschei
dene weken of maanden op één plaats
liggen (voorbeeld: de Hargervaart bij
Groet in de kop van Noordholland,
waar motorbootjes vlak bij zee liggen)
aan trailerbootjeshavens (waar met
auto's aangevoerde scheepjes te wa
ter gelaten kunnen worden) en aan
woonschepenhavens die watersportge
bieden kunnen ontlasten van versprei
de en foeilelijke woonschepen-lintbe
bouwing. Juist nu het aantal mensen
dat het water optrekt, snel groeit is
het nodig dat overal in Nederland aan
deze ontwikkeling de nodige aandacht
besteed wordt.
HET IS niet het water dat de zor
gen meebrengt. Het is het land, het
tekort aan geschikt land, aan land dat
voor een bepaald doel is ingericht.
Maar het is wel zaak bij de inrichting
van dat land voor waterrecreatie goed
in de gaten te houden dat het uitein
delijk om het water èn om het land
schap gaat, opdat niet een prachtig
plassenland wordt volgebouwd. Geluk
kig trekken wat dat betreft de laatste
jaren alle beheersinstanties een lijn:
scheiding van groen/blauw (gras en
water) en grijs/bruin (beton en hout
van walaccommodaties, zomerhuisjes,
e.d.).
niet van openbaar water op de open
bare weg kan komen om een broodje
te kopen" zegt de heer M. Ruyten-
schildt, hoofd van het bureau water
toerisme van de ANWB. „Altijd moet
daarbij gebruik gemaakt worden van
een particuliere jachthaven".
Loosdrecht is zo'n gebied waar het
dorp onbereikbaar is voor waterspor
ters .behalve via jachthavens van par
ticulieren of verenigingen. Achter de
school in Oud-Loosdrecht ligt een stuk
gemeentegrond: mogelijk kan het
plassenschap Loosdrecht en omstre
ken daar te zijner tijd een openbare
aanlegsteiger bouwen. Zelfs in Fries
land, waar toch nog ruimte genoeg is,
begint de gelegenheid om even aan te
leggen en inkopen te doen onvoldoende
te worden.
Overal in Nederland waar de water
sport bloeit of in opkomst is, wordt
aan de oplossing van deze problemen
gewerkt, waarbij het bureau watertoe
risme van ANWB/KNWV probeert te
coördineren en te stimuleren. Jacht
havens ontstaan veelal uit particulier
initiatief. Vaak ook zijn ze eigendom
van een gemeente, een watersportver
eniging of een stichting.
ONDANKS alle uitbreiding is er een
geweldig gebrek aan jachthavens. Als
een nieuwe haven al niet volgeboekt is
voor haar opening, dan toch uiterlijk
in het jaar erna! Er wordt naar ge
streefd ze niet in de watersportgebie
den te situeren, maar aan de randen
daarvan, dus niet aan mooie meer-
oevers, maar aan zijarmen.
Aanleg- en vooral ligplaatsen hebben
de volle aandacht van beherende in
stanties. In het noorden heeft de
Marrekrite baanbrekend werk
gedaan. In Friesland zijn veertig lig
plaatsen tot stand gekomen door aan
koop en openstelling van oeverstroken.
Binnenkort komen er nog tien bij.
OP ANDERE plaatsen zoals in
Noordwest Overijssel en langs de zuid-
(Van een speciale verslaggever)
IN DE SNELLE ontwikkeling van
onze waterrecreatie vormt niet
het natte element, maar het
droge het grootste knelpunt. Er
is te weinig land. Dat wil zeggen:
geschikt land, dat aangepast is aan
de behoeften van de watersport.
Voor de watersport is Nederland
is er voorlopig vaarwater genoeg.
Maar er is te weinig ruimte om stil
te liggen. Gebrek aan jachthavens
cn een tekort aan lig- en aanleg
plaatsen zijn hier het moeilijkste
probleem.
GEEF EEN watersporter een mooi
landschap, goed water, een jachthaven
(voor de tijd waarin hij zijn boot niet
gebruikt) en hij is een gelukkig mens.
Niemand heeft dan meer last van
hem. Zelfs niet de planologen, die
moeten uitdokteren hoe we straks met
vijftien, achttien miljoen mensen en
heel veel vrije tijd op een klein stuk
grond en water moeten leven.
DE PRAKTIJK bewijst namelijk dat
watersporters weinig vaste wal nodig
hebben. Ze liggen veel meer dan ze
varen, als ze de kans hebben tenmin
ste. En dat doen niet alleen de jonge
zeilers in hun „rietzeilperiode", dat
doen vooral ook de ouderen die in ge
zinsverband met hun zeil- of motor
bootje op stap gaan.
Een voorbeeld van de invloed die de
gewoonte heeft op het uiterlijk en het
karakter van een watersportgebied?
WAAROM IS de Kaag zo onnoeme
lijk veel drukker dan de Vinkeveense
plassen? Niet in de eerste plaats door
het verschil in de aantallen boten dat
van de plassen gebruik maakt, maar
door het verschil in ligmogelijkheden.
Rondom de Kagerplassen vindt de
watersporter vrijwel geen plekje waar
hij aan kan leggen. Alle grond is in
handen van particulieren en dus ver
boden terrein. Gevolg: op de Kaag
wordt vrijwel aan een stuk door geva
ren.
Rondom de Vinkeveense plassen
heeft sinds jaar en dag de eigenaren-
vereniging „De Goede Vangst" tegen
een geringe vergoeding watersporters
het recht van gebruik op oeverstro
ken en „legakkers" gegeven. Met als
resultaat dat op een mooie zeildag mid
den op de middag soms 50 percent
van de scheepjes langs de oevers ligt.
HET IS nog niet lang geleden dat
een watersporter behalve zijn boot
niets nodig had dan een jachthaven.
Die jachthaven vormt een (open
lucht) garage voor boten in de tijd dat
ze niet gebruikt worden. Het is een
onmisbaar steunpunt, vanwaar de wa
tersporter uitzwermt en waar hij na
afloop van weekend, vrije middag of
vakantie terugkomt om er zijn veilig
vastgelegde boot achter te laten tot
de volgende keer.
BEHALVE jachthavens had de
vroegere watersport weinig nodig.
,,'t Water was goed zoals het was
zeker in een gebied als Friesland
en overal was wel een oppertje te vin
den om rustig te liggen. Maar er kwa
men zoveel watersporters. Vooral
in de drukke gebieden gingen oever
eigenaren en pachters steeds meer last
ondervinden van toegebrachte schade.
Hoe groot die schade Kan zijn, is
wel gebleken in Loosdrecht. Honderden
jaren hebben de eilanden daar de na-
jaars- en winterstormen doorstaan. Pas
toen in de laatste twintig-, dertig jaar
steeds meer boten de rietoevers invoe
ren gingen de oude eilanden te gron
de, zodat er een plassenschap nodig
was om met ingrijpende maatregelen
het karakter van het plassengebied te
redden.
AFGEZIEN van het groeiend aantal
jachthavens die dan als nieuw en
na-oorlogs element vooral ook behoefte
hadden aan uitgestrekte parkeerter
reinen voor auto's kwam er zodoen
de een totaal nieuwe behoefte op: die
aan ligplaatsen en aanlegplaatsen.
Onder ligplaatsen moeten in
dit verband verstaan worden: gelegen
heden om op een aantrekkelijk plekje
stil te liggen om de overnachten, te
eten, te zwemmen, te vissen of te
schuilen voor een bui. Ligplaatsen zijn
dus ongeveer wat picknickplaatsen zijn
voor het wegverkeer. Aanleg-
pl a a t s e n dienen om de waterspor
ters in staat te stellen, aan land te
gaan om boodschappen te doen, een
stad of dorp te bezoeken, bezienswaar
digheden te bekijken. Ze zijn te ver
gelijken met de parkeerplaatsen voor
het wegverkeer.
MAAR OP veel plaatsen ontbreken
ze totaal. „Eigenlijk een schandaal dat
in zo'n gebied de varende recreant