Gertrud Slottke besliste over
leven of dood van vele joden
Arrestatielij sten waren
vrachtbrieven voor de hel
Griep? Ghefarine „4"
doet wonderen
Is
prijsvoordeel
werkelijk
een voordeel
alleen
voor een
kwaliteitsprodukt
Europees ruimtevaartcentrum
zit economisch aan de grond
Armen
omhoog
/f
Anti-vivisectiebond
protesteert
WOENSDAG 1 FEBRUARI 1967
echtheid van de
Nog geen grenstoezicht
op dierenuitvoèr
Kerkelijk nieuws
Vier middelen in één tablet helpen elkaar en... doen wonderen!
De vier middelen, verenigd in Chefarine
„4" - elk afzonderlijk al beroemd - wer
ken tezamen nog beter en helpen vaak
ook dan wanneer andere middelen falen.
De combinatie is ideaal om pijn of griep
doeltreffend te bestrijden.
13 kg wasmiddel in voordeel
normale prijs 9/b
trek at.
U betaalt netto 6.50
voor alle wasmachines
Twee maal zekerheid voor voldoening. Achter elk
Dobbelman wasmiddel: vele proeven èn 234 jaar ervaring.
Uw eerste en tweede zekerheid voor uitstekende was-
resultaten. En toch talloze guldens besparing. Geen
dure cadeautjes, verpakking en geen overbodige reclame.
Dat bespaart u heel wat guldens!
3 kg matig schuimend voor de
trommelwasmachine.
Normale prijs 9.25; u betaalt slechts
u verdient 2.75
3 kg schuimend voor de normale wasmachine.
Normale prijs 9.40; u betaalt slechts 5.90*
u verdient 3.50
DOBBELMAN GEZINSWASMIDDEL... HET MEESTE VAN HET BESTE
Publiek
W. C. Brenninkmeyer
overleden
(Van onze correspondent)
show gaat, maar om een proces en dat
I opmerkingen niet zullen worden geduld.
MÜNCHEN. De nevenaanklager De zaalwachter krijgt toestemming la-
ii! waaimakers eruit te zetten. De zaalwach-
dr. Robert Kempner begint de vijlde ^er Sprjng^ 0p en glundert even. Hij hoeft
dag van het proces tegen Harster, echter niet in te grijpen
Zöpf en Slottke met een aantal vra- Deze dinsdag is de eerste zware dag
T. ,1 voor Fraulein Slottke De documenten
gen. Dr. Kempner treedt op voor de kgSChrijVen in de zomer van 1942 op
nabestaanden van Anne Frank én gang gekomen transporten en Slottke
,1 zorgde voor de vrijstellingen. Steeds meer
voor die van een aantal gedeporteei de moesjen deze vrijstellingen worden inge-
nonnen en paters van joodse afkomst, perkt, want Westerbork moest vol blij
j v ,'.,1. pi ven om het vijfde plan van de transport-
waaronder filosofe Edith Stem en de breinen njet jn gevaar te brengen. „Abbau
gezusters Loep. Kempner zwaait met der Zurückstellingen", heette deze ver-
j mindering. Een document bevat een ver-
arrestatielijsten van de geestelijken. zQek van6een Haagse joodse kunsthande
die uit de kloosters werden wegge- laar, die bij Slottke een verzoek om vrij-
1.1 ..I I stelling indiende, omdat zijn vader een
haald en noemt ze „vrachtbrieven beiangrjjke positie bij de Oostenrijkse
voor de hel". Als hij ze Harster, eens staatsbank in Berlijn bekleedde. Boven-
chef van de Sicherheitsdienst in I dien was hij assistent van professor Fried-
lander. Zijn vrouw was geen jodin. Uit het
Nederland, voorhoudt, erkent deze de document blijkt dat Slottke het verzoek
„vrachtbrieven".afdeed met de mededeling: "naar Ausch"
witz zenden" en met de argumentatie dat
„Zijn de namen goed opgeschreven?", de betrokkene zich voor het vaderland
vraset Kemnner Ia sicher'" ant- niet verdienstelijk had gemaakt. (Dit was
\iacgt tvempner. „ja sicner. anx Igen van de f0rmujes waarmee een der-
woordt Harster. gelijke vrijstelling kon worden verkre
gen.) Het besluit van Slottke betekende
„Maar de Gestapo heeft een van de non- een doodvonnis en zij wist dit.
nen vergeten mee te nemen", gaat Kemp- T
ner verder. „Want God zij dank vergeet In de rechtszaal probeert zij de °Pvat-
de politie wel eens wat". En dan vraagt HlnS te verdedigen dat zij haar c eP„
hij Harster hoe dit mogelijk kan zijn ge- had gezegd dat het om een tw j g
weest. Harster weet het niet. „Misschien p?; Uit het document blijkt van deze
was er een naamverwisseling", geeft hij twijfel echter mets. Niemand g
tenantwoord uitvluchten van Slottke. De president
Dan richt Kempner zich tot Zöpf, de vraagt haar: „en als het nu eens niet om
assistent van Harster en leider van het deze,zoon van een belangrijke ban em-
„Judenreferat", het beruchte referaat 4 Pjoye was gegaan, maar om een eenvou-
B 4. „Hebt u nooit later eens moeten den- dige textiel-jood zonder relaties, had u dan
ken over het geval van Anne Frank, die ook van een twijfeigeval gesproken?
nog zo laat in de oorlog werd meegeno- Sloftke hapt naar lucht e
men, doordat zij en haar familie verra- "darl hadden de dingen hun p g
den werden?" Zöpf beweegt wat schich- Aanklager Huber roept uit ik kan dit
tig heen en weer en vertelt dat hij zich met langer aanhoren, de beklaagden Har-
indertijd „nooit met bijzonderheden bezig ster en Zopf gedragen zich toe
hield" en „er zich ook nooit mee bezig Ue president repliceeit dr og]
hield wie het verraad voor zijn bureau
„Maar u zult het moeten aanhoren, het is
pleegde". „Wie gaf het geld voor deze uw phcht
verraders?", vraagt Kempner. „Meine
Beamten", zegt Zöpf en hij geeft toe dat| Ifi het nailW
het wel eens veel meer was dan de of
ficiële vijf gulden per hoofd. Hij herinnert I Een tweede keer komt Fraulein Slottke
zich wel dat zijn „Beamten" in Den Haag jn het nauw als de kwestie van de bui
zich eens hadden beklaagd en hadden ge- tenlandse joden aan de orde komt. In
zegd: „hier kunnen wij niet werken, Westerbork waren joden opgesloten die
want hier wordt geen „Kopfgeld" gege-1 beschikten over buitenlandse passen,
ven en in Amsterdam wel." Het „Kopf- maar ook joden die weliswaar opgaven,
geld" is toen ook voor Den Haag inge- bijvoorbeeld, in Engeland geboren te zijn
voerd. maar geen Britse pas konden tonen. De
Kempner legt dan uit dat op 25 juli 1944 aanklager zegt dat deze mensen in ieder
Himmler had geprobeerd onderhandelin- geval de Britse nationaliteit bezeten heb-
gen met de geallieerden aan te knopen en ben en wellicht ook de Nederlandse,
op dat moment zelf aan de Endlösung Juffrouw Slottke besliste zelf wie Neder
een eind had gemaakt. Zöpf bekent dit lander was en wie niet. Met andere
„later" te hebben gelezen. Op 25 augus- woorden wie (als Nederlander) naar
tus 1944 waren de geallieerden in Parijs, Auschwitz ging en wie als buitenlander
gaat Kempner voort, en op drie septem- nog kon blijven? „Ja", zegt Slottke. Ze
ber in Brussel. Met stemverheffing voegt I bestudeert de lijsten aandachtig, alsof
de nevenaanklager dan Zöpf toe: „op de- ze ze voor het eerst ziet.
zelfde derde september 1944 vertrok nog Haar bril zet ze nu van onder langs
een jodentransport naar het oosten. Bij haar kin en over haar neus weer eens
dit transport was Anne Frank. U was toen op en ze maakt daarbij steeds een diepe
nog de baas. Waarom liet u deze treinen knik met haar hoofd. Harster kijkt wat
nog vertrekken?". Zöpf probeert uit te spottend toe. Slottke bekent de lijst te
leggen maar zijn stemgeluid komt nau- hebben opgemaakt na terugkeer van een
welijks uit zijn keel naar buiten dat (bezoek aan Westerbork.
hij in deze periode naar Berlijn was ge-
de tam* vierduizend joden er konden Sg^er
1 Huber. „Dat betekende arbeidsinzet en
„Maar ik stond nog steeds onder bevel Uan later ze zwijgt. „Van staats
van het Reichssicherheitshauptamt Over recht en nati0naliteiten wist ik toen nog
de bewuste trein zegt Zopf nog: „Ik heb
de trein niet persoonlijk laten rijden en
ik weet alleen maar dat hij vertrokken
is". Kempner repliceert: „is het werke
lijk uw laatste woord? Wilde u niet in
werkelijkheid de joden nog een laatste
trap na geven?"
Het is even stil en dan mompelt Zöpf
bijna onhoorbaar: „het spijt me dat de
trein nog is weggestuurd en dat Anne
Frank er bij was". „Waarom geen addio
gezegd terwijl de anderen dat toch ook
deden?" Zöpf bemerkt blijkbaar Kemp-
ners wat bijzondere uitdrukkingswijze
niet en antwoordt: „ik geloof niet dat ik
addio had kunnen zeggen, dat ik sabota
ge had kunnen plegen". En na weer een
stilte vol wikken en wegen: „menselijk
vind ik het erg dat zoiets gebeurd is".
Kempner gaat zitten en kondigt aan eerst
voor zijn requisitoir opnieuw het woord
te zullen vragen.
niets af", antwoordt ze nog op een des
betreffende vraag.
Maar dan vult Huber aan dat Slottke
op 28 september 1942 aan een bespre
king met een vertegenwoordiger van het
ministerie van Buitenlandse Zaken uit
Berlijn in Den Haag heeft deelgenomen,
waarbij werd besloten bij dubbele natio
naliteit de Nederlandse zijde op te geven.
De beslissing in ieder afzonderlijk
,,twijfel"-geval lag bij Fraulein Slottke
en zij bekent dit ook. Huber vraagt haar:
waarom in twijfelgevallen naar de Ne
derlandse zijde beslissen?" Slottke voelt
de catastrofe aankomen. Zij zwijgt in al
le talen.
Huber houdt aan: „zeker omdat de
slachtoffers dan zonder formaliteiten en
dus gemakkelijker naar Auschwitz konden
worden afgeschoven?" Slottke wil ja zeg
gen, maar de stem blijft haar in de keel
steken. Haar mond gaat geluidloos .open
en weer dicht. De aanklager gaat zitten
en ook juffrouw Slottke hoeft niet langer
te blijven staan.
De middag gaat voorbij met het voor
lezen van documenten. Opnieuw staat
Slottke in het spervuur. Van haar aan
vankelijk vastberaden houding is niets
meer over. Zelfs haar verdediger Aschen-
auer komt voor het eerst in actie, om
zijn cliënt van ondoordachte uitspraken
terug te houden. Vrijdag zal het proces
worden voortgezet.
ZWOLLE De Nederlandse Bond
tot bestrijding van de vivisectie heeft
door middel van telegrammen bij de
ministers van Justitie en van Financiën
en bij de leden van de Eerste en Tweede
Kamer geprotesteerd tegen het feit dat
twee jaar na inwerkingtreding van het
Honden- en Kattenbesluit op 1 februari
1965, de douane nog steeds niet is inge
schakeld bij het toezicht op de naleving
van dit besluit.
De minister van justitie heeft op 2 mei
1966 dit toezicht aan de Tweede Kamer
oegezegd. Volgens de bond zijn in de
laatste twee jaar zeker 25.000 honden en
katten vanuit ons land naar buitenland
se laboratoria gegaan zonder dat zij de
bescherming genoten waarop zij volgens
het besluit recht hadden. De bond acht
dit een noodtoestand, die het rechtvaar
digt dat nu ten spoedigste het grenstoe
zicht op de uitvoer van honden en katten
wordt ingesteld.
ADVERTENTIE
Anne Frank
Ned. Herv. Kerk
Beroepen te Paramaribo L. J. Huisman
te Uitgeest-Krommeniedijk, die dit beroep
ook aannam; -te Oostzaan (Toez.) C. D.
Goeverden te Finsterwolde, die bedankte
voor Bozum c.a.; te Valburg-Homoet en
te Hoog-Blokland A. Breure te Hei-en-
Boeicop.
Bedankt voor Arnhem (wijkgem. Zuid)
Joh. Grolle te Groningen.
Geref. Kerken
Bedankt voor Kampen (4e pred. pl.) S.
v. d. Linde te Grootegast.
Geref. Gemeenten
Bedankt voor Wageningen A. W. Ver
hoef te Barneveld.
Ned. Herv. Kerk
Beroepen te Wijk bij Duurstede J. van
't Kruis te Baardwijk en Drunen.
Aangenomen naar Surhuisterveen H. E
Vegter te Borger.
Geref. Kerken (Vrijgemaakt)
Beroepen te Diever-Smilde J. C. Post,
kand. te Leeuwarden.
Ned. Herv. Kerk
Beroepen te Den Bommel J. Bos te Lun-
teren.
ADVERTENTIE
t „X. Mi 2
GEZINSWASMIDDEL
6.50
(Van onze correspondent)
STOCKHOLM De Europese ruimte
vaarorganisatie ESRO (European Space
Research Organization), die haar basis
in Kiruna in Noord-Zweden heeft, ver
keert in een moeilijke economische posi
tie. Dit kan ertoe leiden, dat het hele
project schipbreuk gaat leiden.
Men heeft zich gedwongen gezien het
wetenschappelijke programma aanzien
lijk in te krimpen zonder dat men erin
geslaagd is de kosten te verminderen. De
ze zijn gestegen! Interne moeilijkheden,
waaronder de staking van personeel heb-
Als de akten verder worden voorge
lezen, komt de historie van de jodenver-
drijving in al haar details weer tot leven.
De publieke tribunes zijn de hele dag
vol. Ook schoolklassen zijn er. Als het
publiek herhaaldelijk van zijn afgrijzen
blijk geeft, kondigt de president aan dat
het niet om een toneelvoorstelling, of een
Ondanks de strenge ver
plichting om voortdurend met
de armen omhoog deinende
beweging te maken, kan
Carnaval voor vele liefheb
bers een bron van vreugde
zijn. De arme stakkers bene
den de rivieren hebben die
vreugde ook hard nodig, om
dat na Carnaval Aswoensdag
en de veertigdaagse vasten
plegen te volgen, waarin het
leven geen lolletje meer is.
Veertig dagen lang niets of
bijna niets eten, niet roken,
niet snoepen, geen bioscoop-
je, geen dansje, geen borreltje
nou, ga daar maar eens
aanstaan. In die dagen ziet
men te Venlo, Roermond,
Eindhoven, Den Bosch en Til
burg heel wat ellende op
straat. Het hart draait er van
om, als men die vermagerde,
gebogen figuren naar hun
werk ziet strompelen, doffe
maar hongerige blikken in
etalages van De Gruyter wer
pend, machteloos proberend
hun flodderende kleren bij
een te houden om hun brood
magere lendenen.
Kan men het die arme
schepsels euvel duiden, dat zij
in de Carnavalsdagen hun
geld, huwelijkstrouw en ser
pentines verkwisten om het er
voor de laatste keer nog eens
flink van te nemen? Men ziet
dan dikke fabrikanten, wel
gedane vertegenwoordigers,
rondborstige secretaressen en
meer van dat ongeregelde
goed lustig pierewaaien, om
het vooruitzicht op de veertig
dagen van ontbering kwijt te
raken. In de meeste gevallen
lukt dat uitstekend.
Na Aswoensdag kan men
diezelfde fabrikanten in hun
Mercedes die aan alle kanten
slobbert, hun lucifer-dunne
secretaressen huiswaarts zien
rijden, omdat de beklagens
waardige wezens te zwak zijn
im te lopen. Veertig dagen
lang duurt dat, en er kan geën
snoepje af. Zelfs het Snoepje
van de Week is daar dan op
ioog bevel stopgezet.
Laat ze die drie dagen feest
gerust blijven genieten, zo-
ang niet een of ander conci
lie er een stokje voor steekt.
Maar waar ik wel bezwaar in
zie, is het genadeloos betrek
ken van onschuldige kinde
ren in die vermaaksmolen en
de daaropvolgende hongerpe-
riode. Wat kunnen kinderen
eraan doen, dat hun wieg toe
vallig zuidelijk van de rivie
ren heeft gestaan? Daar komt
nog bij dat er zo verdraaid
véél wiegen hebben gestaan.
De zuiderling is nooit zuinig
geweest met wiegen. Zijn
spontane aard en zijn gemoe
delijkheid kennen geen gren
zen, als het op wiegenvullen
aankomt.
Als kind leer je daar de
veertigdaagse honger aan den
lijve kennen, al snap je in de
verste verte niet waartoe het
allemaal dient. Je krijgt een
trommeltje om de gekregen
snoepjes in op te bergen tot
Paaszaterdag twaalf uur. Als
je op dat zalige tijdstip het
trommeltje opent, kun je je
Pasen doorbrengen met de
aaneengeplakte zuurtjes los te
hakken en de schimmel van
de chocola te vegen. Daar
schiet je dan weinig mee op,
want de levensvreugde van
een snoepje zit in het inci
denteel en zeldzaam genieten
ervan, niet in het verorberen
van een trommeltje vol kle
vende, verschimmelde rom
mel.
Niet, dat die vastentijd het
ergste is. De Carnaval laat de
kinderen evenmin ongemoeid
en dat is doodeenvoudig een
wrede traditie.
De dolzinnige ouders van
jonge kinderen laten het er
niet bij, avond aan avond
huis en haard te verlaten en
elders met opgeheven armen
vertier te zoeken, neen, zij
zijn overdag al zozeer ge
stoord in hun geestvermogens
dat zij hun kinderen vreemd
soortige lapwerken aantrek
ken en in een bonte optocht
door weer en wind sturen. De
verplichting van de opgehe
ven armen moet waarlijk door
de duivel uitgevonden zijn.
Ziet de stakkers, verkleed als
domino's, cowboys, sinaasap
pelen en Maria-Stuarts ver
kleumd door de straten trek
ken, aangestaard door warm
ingepakte volwassenen langs
de route. Bevend van ver
moeienis laat hier en daar een
kleuter zijn armpjes zakken,
maar onmiddellijk wordt hij
dan besprongen door zijn va
der, die hem nauwkeurig in
de gaten houdt, en hoort hij
de kreet: „Allee, Fonske, hop
met die ermkes!" En dan
moet het maar weer.
Sommige kinderen zijn uit
gedost als levende nachtmer
ries van hun ouders. Men
maakt er duiveltjes van met
staarten, narretjes met rinke
lende belletjes aan hun hoofd
jes, jonkertjes met hoge hoed
jes en slipjasjes, ezelskoppen
op twee beentjes, wandelende
zuidvruchten of, naar moder
ner nachtmerries, robotjes en
raketjes.
Men kan een jongetje zien
dat door zijn ouders geheel
en al is ingeblikt, zodat hij
zich nauwelijks meer kan
voortbewegen. Zijn stumperi
ge stapjes om de stoet bij te
houden worden dan gezien
als een kostelijke nabootsing
van de manier waarop een
robot loopt. Dankje-de-blik-
sem, hij kan niet anders.
Een klein meisje is meege
stuurd als haremdame. In
tulle en gaas en goudgalon,
waar doorheen de felle wind
het prille lichaampje van de
zondige dame paars verft. Een
dikke jongen loopt aan het
hoofd van een stoet van twaalf
dezer wezentjes. Hij is de
wellustige sultan met krul
lende schoenen en een hoofde
lijke omslag die hem bijna
doet omvallen bij iedere stap.
De arme kleine loopt voor
aap, want iedereen kan aan
hem zien dat hij er geen
flauw benul van heeft wat hij
met zijn dames zou moeten
aanvangen.
En dat gaat zo door de
hele stad, tot tegen etenstijd
de stoet ontbonden wordt en
de kleine martelaartjes weer
door hun bezitters in beslag
worden genomen en huis
waarts gevoerd. Wat hebben
ze een enorme lol gehad. Ze
zien er blauw van en lijden
kennelijk aan verstandsver
bijstering. Dat laatste is^
geenszins verwonderlijk. Het*
hele jaar door worden ze van
de kant der volwassenen ge
negeerd, genegerd, vermaand
en ernstig toegesproken. Plot
seling komt er dan een dag
dat die volwassenen aan de
rand van de straat staan en
door politiemannen achteruit
worden gehouden, terwijl de
kinderen midden op straat lo
pen zonder te worden wegge
jaagd of zelfs maar gehin
derd. Daar komt nog bij dat
hun gezichten vol vieze verf
zijn gesmeerd, terwijl ze an
ders al op hun dondert j es
krijgen als er een inktvlekje
op hun wang zit.
Dat is genoeg voor een
jeugdige verstandsverbijste
ring, die wel na enkele da
gen weer wegtrekt maar nog
lang een nare spierpijn in hun
armpjes nalaat.
Ik weet niet hoe de ver
houdingen tussen kinderen en
volwassenen daar in het zui
den liggen, maar het lijkt me
voor een kind ook een bijzon
der vreemde gewaarwording
als hij zijn moeder 's avonds
ziet vertrekken in het gewaad
van een Japanse geisha, aan
de arm van pa die het uiter
lijk van een ouderwetse brie
venbus heeft aangenomen. Je
weet nooit wat je ervoor te
rugkrijgt. Het lijkt me moei
lijk om dan rustig te gaan
slapen, met in je achterhoofd
de vrees dat je laat in de
nacht een kus van een brie
venbus moet incasseren, ter
wijl een geisha je blote tenen
instopt. Maar alles went waar
schijnlijk.
Als kind moet je wel vaker
uitgaan van het standpunt dat
iedereen gek is. Ook dat idee
kan je een zekere levens
vreugde schenken.
Gertrud Slottke
ben de bedrijfsleiding in twee groepen
gesplitst en bemoeilijken de onderhande
lingen, die noodzakelijk zijn om de crisis
situatie te overwinnen.
ESRO is in tegenstelling, tot ELDO
(European Launcher Development Orga
nization) een zuiver wetenschappelijke or
ganisatie, die haar technische uitrusting
van derden betrekt, onder andere van
ELDO, dat verschillende soorten raket
systemen ontwikkelt. Zowel Zweden als
Nederland is lid van de ESRO, de
overige leden zijn België, Denemarken,
Frankrijk, Italië, Zwitserland, Spanje
Groot-Brittannië en West-Duitsland.
De ELDO wordt gevormd door België,
Nederland, Frankrijk, Italië, Groot-Brit
tannië en West-Duitsland. Ongeveer een
half jaar geleden was het de ELDO, die
in een zware crisis verkeerde. Die loste
men gedeeltelijk door de financiële ver
plichtingen van Engeland te reduceren,
waarbij Engelands aandeel werd terugge
bracht van 39 tot 27 percent.
De crisis waarin ESRO zich nu be
vindt, is van ernstiger aard dan indertijd
bij ELDO het geval was, omdat de oor
zaak ervan in de opzet gelegen is. De
werkzaamheden van ESRO zijn voorna
melijk gebaseerd pp een achtj aren-plan
over de periode 1964 t/m 1972 en het
budget voor dze periode bedraagt onge
veer 1700 miljoen kronen (1150 miljoen
gulden).
Aanvankelijk nam men bij ESRO aan,
dat men gedurende deze periode in totaal
een 440 lange-afstandsraketten zou kunnen
lanceren van de lanceerbasis Esrange bij
Kiruna in Noord-Zweden af. Het daarop
volgende jaar verminderde men dit aan
tal tot 400, toen tot 300 en nu, in 1967,
rekent men met 250 of minder lancerin
gen. Het aantal satellieten, dat men eerst
dacht te kunnen lanceren bedroeg 22,
maar werd meer en meer verminderd.
Op het ogenblik heeft men nog maar vier
satellieten op het programma staan.
De ESRO-crisis zal ongetwijfeld spoedig
onderwerp van discussie zijn in de advi
serende commissie van de Raad van Euro
pa. Dit kan ertoe leiden, dat er een ont
moeting van regeringsrepresentanten der
betrokken landen zal plaatshebben bin
nen afzienbare tijd. Hierbij zal men trach
ten in gezamenlijk beraad de ESRO in
een wat gunstiger economische positie te
brengen.
Betrekkelijk kort na het verscheiden
van dr. Leo Brenninkmeijer en Richard
Brenninkmeijer is thans wederom een
lid van de derde generatie der Brennink-
meijer-ondernemers overleden, nl. de
heer Willibrordus Cornelius Brennink
meyer. Hij werd geboren te Mettingen en
overleed te Lausanne, waar hij de laats
te jaren woonde, in de leeftijd van 77
jaar.
De heer W. C. Brenninkmeijer was
één der oprichters van C. en A. in Enge
land, waarheen hij in 1921 werd uitge
zonden. Hij heeft tot de jaren zestig in
Engeland gewoond, in welke tijd hij
C. en A. in dat land heeft mede helpen
uitbouwen en tot bloei brengen.