De Rode Mieren"
RB
5ltf
KNIPSELKRANT
PANDA EN DE MEESTER-LOODGIETER
POLLE, PELLI EN PINGO
got
ECHTER TIE
BRAMMET JE FOK
mm
Een actuele Amerikaanse roman
Wie heeft er eigenlijk recht van
spreken als het om werk gaat?
Ken gewaarschuwd mens stemt voor
i
WOENSDAG 8 FEBRUARI 1967
11
Ons vervolgverhaal
door William Lederer en Eugene Burdick
Olie
i r>e zee.
En dan nog:
IIJw! ,1 puM I
'■fin M
ui.'
0
79)
„Op de kaarten in de oude boe
ken," zei McCauley, „staan het fort
en de tempel aangegeven op de
westkant van het rivierdal. Maar
toen ik de nieuwste kaarten bekeek
zag ik dat de bedding van de rivier
zich verlegd had, zodat u nu ver
van de rivier vandaan bent, die in
de oude boeken aangegeven stond.
We hebben ons gericht op De Drie
Pieken die zich nooit verplaatsen."
„Maar waarom heeft generaal
Hajn u niet geholpen? Hij had het u
gemakkelijk kunnen maken."
Coldstream en McCauley keken el
kaar aan, maar zeiden niets. Ze ble
ven lang zwijgen, omdat ze wisten
dat dit de manier was om Lin te la
ten weten dat er iets belangrijks ge
beurd was.
De prins sloot zijn ogen en kruiste
zijn handen op zijn borst. „Waarom
had u me zo dringend nodig?"
McCauley en Coldstream zeiden
nog niets. De prins opende zijn ogen
en zei: „Ik weet dat er bepaalde
moeilijkheden zijn. Vertel me alles."
McCauley stond op; zijn ronde
buik werd zichtbaar door het ge
scheurde bemodderde hemd heen. Hij
stootte uit: „Wij zijn vreemdelingen,
Hoogheid, en wij hebben niet het
recht ons met uw zaken te bemoei-
en.
„Nu geen plichtplegingen, alstu
blieft."
„Hoogheid, het einde van uw me
ditatie is al twee weken vertraagd.
De kroningsdatum nadert. Het volk
maakt zich ongerust. Er wordt veel
gepraat."
„Heeft onze regering dan geen ver
klaring gegeven voor mijn afwezig
heid?"
„Ja, Hoogheid. Generaal Hajn zei
dat u in Haidho was, dat u kou had
gevat. We hebben inlichtingen gewon
nen bij het koninklijk hospitaal."
De prins sloot zijn ogen weer.
„Dus u kreeg argwaan?" vroeg Lin.
„Hoogheid," vroeg Coldstream en
hij wees op het draagbare radiotoe
stel dat op tafel stond, „heeft u naar
het nieuws geluisterd?"
„Nee, dat heb ik niet," zei Lin.
„We hebben hier wat tegenslag ge
had. In de eerste plaats is mijn radio,
die op een accu werkt, stuk geval
len toen hij uit de helikopter ge
haald werd. Ten tweede heeft de he
likopter een dé'feet: gekregen zodat
die niet vliegen kan, terwijl ook de
radio daarvan onbruikbaar is. De
piloot is te voet onderdelen gaan ha
len. De prauw is verdwenen. Dus het
enige nieuws dat ik krijg komt per
loper. Ze hebben gezegd dat ik beter
hier kon blijven tot de helikopter ge
repareerd is. In deze tijd van het
jaar is het kennelijk te gevaarlijk om
te voet tegaan. Wat me verwonder
de, is dat het toch zo eenvoudig is
per prauw en boot te gaan."
„Hooghuid, mag ik de helikopter
eens bekijken?" vroeg Coldstream.
Hij wou niet alleen het toestel na
zien, maar hij wou ook dat Lin en
McCauley even samen waren.
Lin gaf geen antwoord.
„Als het er een is zoals mijn maat
schappij gebruikt, dan zou ik hem
misschien kunnen repareren," zei
Coldstream, al was hij zich er van
bewust dat hij aandrong.
„Hij staat op de kleine open plek
achter het fort." zei Lin; hij keek op
en zijn ogen drukten opeens begrip
uit. Hij maakte een gebaar met zijn
hand en pols, beslissend en vol au
toriteit. Coldstream begre.ep dat hem
toegestaan werd 't vertrek te verla
ten. Hij boog en ging.
„Ik begrijp er niets van, ik zie het
verband niet." zei Lin tegen McCau
ley. „Alles was goed in Sarkhan. De
koning en ik hebben goede raadge
vers. Bandor, de opperkamerheer,
generaal Hajn en anderen. We wa
ren niet op de hoogte van de wester
se wereld, maar onze adviseurs heb
ben zich er vertrouwd mee gemaakt.
We zijn niet rijk, maar ook verre
van arm. Maar dan opeens komt er
een andere stemming, de lucht geurt
anders, er schijnen spanningen op te
treden. Ik heb om de een of andere
reden het gevoel gehad dat ik niet
werkelijk in meditatie ben. Beter ge
zegd, ik heb het gevoel dat men mij
buiten gesloten heeft."
Plotseling veranderde de prins van
onderwerp alsof hij zich met profes
sor McCauley, de geleerde, liever in
het verleden wou verdiepen. Na het
diner zou hij de professor zijn biblio
theek laten zien.
Coldstream kwam opeens terug,
zonder te kloppen en buiten adem.
„Men houdt u gevangen, Hoogheid,"
zei hij zonder omwegen. Hij veegde
olie van zijn vingers. „Die helikop
ter is niet defect geraakt. Ze is op
zettelijk onklaar gemaakt. Iemand
heeft de draad van de starter naar
de ontsteking doorgeknipt. Ik heb
hem nu met pleister gerepareerd."
Het hoofd van Lin week even naar
achteren, toen kwam hij weer over
eind. Zijn gezicht was uitdrukkings
loos.
„Had de piloot het defect kunnen
vinden?" vroeg Lin. ;,Het was geen
defect, Hoogheid," zei Coldstream
weer. „Het was een keurige breuk.
Elke piloot die een vliegbrevet voor
helikopters heeft, zou het onmiddel
lijk ontdekken."
Tijdens de hierop volgende stilte
kwam een bediende het vertek bin
nen en vroeg instructies voor het
avondeten. Lin gaf hem die; zijn
stem was kalm.
v,Overste, ik ben u erkentelijk",
zei hij. Hij wencWg sich tot McCau
ley. „Dat kan maar één ding bete
kenen. Iemand wil me uit Haidho
vandaan houden. Waarom?"
McCauley dacht even na en stak
toen van wal.
„De Kroonraad," zei hij langzaam,
„heeft Amerika om hulp verzocht. De
koning zelf heeft mede ondertekend.
Uw regering heeft meegedeeld dat
Sarkhan door Noord-Vietnam is aan
gevallen op de Vlakte der Lichten.
Op dit ogenblik wordt Haidho over
stroomd met Amerikaanse troepen en
wapenen. En elk uur komt er meer."
Prins Lin draaide zich om om te
kijken of de bedienden buiten ge
hoorafstand waren. Hij veroorloofde
het zich uiting te geven aan zijn ver
bazing.
(Wordt vervolgd.)
De verkiezingen hebben de kranten vol
ledig in hun greep. In deze Knipselkrant
zomaar wat uitspraken van bladen over
partijen of over partijen onderling. Om
maar meteen stevig te beginnen, citeren
we De Waarheid over de P.S.P.-lijstaan
voerder (in sommige districten) Van der
Spek:
„De vraag rijst of de drie van hun Ka
merzetels verdrongen P.S.P.-ers (Slote-
maker de Bruine, Burggraaf en Brugge-
man) de rol is toebedacht van zondebok
ken voor het volslagen falen van de P.S.P.
in alle kwesties, waarin het er om gaat
iets te doen voor de verbetering van het
levenspeil van de werkende mensen. De
volkomen afwezigheid van de P.S.P. in
de belangenstrijd is de laatste tijd im
mers wel heel erg opgevallen. Van Van
der Spek valt echter niets beters te ver
wachten. Hij treedt pas aan voor de so
ciale strijd nu zijn werk als hofleriar
voor de princessen van Oranje is afgelo
pen. En hij zal toch ook zelf niet kunnen
ontkennen, dat deze betrekking bij het
hofonderwijs hem niet veel ervaring kan
hebben bijgebracht voor de strijd voor
lotsverbetering van de arbeiders".
Het Algemeen Dagblad schrijft over de
oliekwestie, dat de socialisten er ver
standig aan zouden doen te handelen zo
als de liberalen met ,de omroepwet: een
verloren zaak, die bij de kabinetsforma
tie geen struikelblok mag zijn.
De K.V.P. wil de mijnwetgeving ook
niet voor de verkiezing afhandelen.
„Het is voor deze partij een prachtig
wapen om de P.v.d.A. straks op een af
stand te houden. Een wapen overigens,
dat de socialisten in hun eigen fabriek
zorgvuldig hebben gesmeed."
De Friese Koerier zegt:
„Eén ding staat als eert paal boven de
Noordzee: de kans om de voorwaarden
van Den Uyl alsnog aangenomen te krij
gen is verkeken. Geen enkele oliemaat
schappij groot of klein, is zo gek, dat
zij nu nog ooit bereid is die duurdere voor
waarden te aanvaarden. Dit is de les:
de oliemaatschappijen hoeven niets an
ders te doen dan geduld te hebben. De
tijd werkt in hun voordeel. Als zij de on
bedaarlijke pech zouden hebben, dat er
weer een regering zou komen van het
model Cals-Vondeling-Biesheuvel, dan
hoeft er maar eventjes een crisis je te
worden verwekt over een ondergeschikt
onderwerp en floep, de voorwaarden wor
den beter".
Het blad trekt als conclusie dat het
moeilijk is in te zien hoe er een regering
zou kunnen komen, waarin de socialisten
zouden willen meedoen of zouden worden
geduld.
De Groene over Luns:
komt:
„Misschien wordt de heer Luns wel
naar een belangrijke ambassade ge
stuurd. Geen zegen voor het land, dat
laatste, maar in iedere geval beter dan
een rechtstreekse bemoeienis met ons
buitenlands beleid. Vraagt men onze voor
keur voor de ambassadepost van de heer
Luns, ons antwoord luidt: Frankrijk.
Daar schat men hem tenminste op zijn
waarde".
Mgr. Bluyssen
Het Parool ging in op de verklaring
van mgr. Bluyssen, dat naar zijn me
ning niemand verplicht kan worden op
een bepaalde confessionele partij te stem
men. Het blad vroeg zich af of de herders
de kudde niet wat vooruit zijn.
„Werkt het standpunt van mgr. Bluys
sen naar beneden door? Zeker, er is veel
politieke herrie geweest de laatste
maanden door de nacht van Schmelzer.
met het NKV nogal recalcitrant en enige
opzienbarende uittredingen uit de K.V.P.
En het trouwe Limburg was door de
mijnsluitingen en de daardoor ontstane
onzekerheid al eerder in beroering. En
toch zal bij de verkiezingen nog moe
ten blijken hoeveel rooms-katholieken bui
ten het huisje durven treden, waarin zij
zich steeds zo veilig hebben verschanst."
De Waarheid leidt uit de affaire-Bluys-
sen af dat de K.V.P. een typische man
dementspartij is gebleven. Ook de Volks
krant heeft critiek op de K.V.P. geuit,
zij het op geheel andere gronden. In een
beschouwing over de verschillen tussen
V.V.D. en K.V.P. wordt gesteld:
„Wat het worden gaat kan niemand we
ten, want de K.V.P. wil zich niet van te
voren over de straks te kiezen partner
uitspreken. Wij blijven van mening, dat
de duidelijkheid in de politiek ermee ge
diend zou zijn als dat wel gebeurde, het
geen echter niet hoeft in te houden dat
het enkel om de combinatie gaat".
Kleur
Ook de Leeuwarder Courant is veel
aan duidelijkheid gelegen:
„Het zou de politieke duidelijkheid en
misschien de politieke vernieuwing in Ne
derland ten goede komen, wanneer de
christelijke partijen gedwongen zouden
worden kleur te bekennen door mei de
liberalen in zee te gaan en de P.v.d.A.
een krachtige oppositie zou kunnen voe
ren met een duidelijk alternatief."
28. De heer Grumpjes, belast met het toezicht op
de post-sorteermachines, bevond zich in grote moeilijk
heden. De waterstromen, die uit zijn apparatuur kwa
men, hadden hem op zijn bureau gedreven, en daar
vandaan probeerde hij zijn meerderen te bellen. Maar
aangezien ook de telefoon doordrenkt bleek, was hij
helemaal op hulp van buitenaf aangewezen. Gelukkig
trad op dat moment de meester-loodgieter binnen, die
hij zo net nog krachtig op straat had geworpen. „Red
mij!" kreet de ambtenaar wanhopig. „Stop dat water'.
De aangetekende stukken drijven door de strafport!"
„Stop dat water!" herhaalde Joris peinzend. „Dat is
een zware opgave, die een kostbare ingreep vereist!
Hm laat eens kijken Wellicht dat ik met m'n
aquascopicentrifugale plipper iets uit kan richten
Hij doopte het bedoelde instrumentje in de overstro
ming, die op datzelfde moment begon op te lossen,
totdat alleen nog de verspreide en weggedreven post
stukken aanduidden welke ramp hier had plaatsgevon
den. „Drie honderd florijnen sprak Joris, zijn hand
ophoudend. „Een geringe vergoeding voor zo'n geniale
ingreep!" „Gering riep de heer Grumpjes geschokt.
„Ik ben benieuwd wat meneer de Postmeester daar
wel van zal zeggen!"
IK ZOU WEL EENS WILLEN W6TEM
WAAROM PIT VERHAALZOSLAPE-
a RIG MAAKT,..
TOEN we EENS IN DE GOLF VAN
&ISCAYE LA6EN...ZAGEN W6 IN
WÊ6EH! IK KAN NIET
SLAPEN!
GOED, LAAT IK DAN MAAR EEN
SPANNEND VERHAAL VERTELLEN
JA, GRAAG,
üt&u
menleving in de wortel verbeterd kan
worden" en Toxopeus.„PvdA in de re
gering".
Op de vraag hoeveel zetels men ver
wachtte, noemde ieder getallen, behalve
de heer Jongeling. Deze zei: „Laten we
rustig in Gods hand".
Koekoek
Het Algemeen Handelsblad over Koe
koek:
„Eén ding heeft men intussen geleerd:
De heer Koekoek met redelijke argumen
ten te bestrijden heeft geen zin. Hij moet
1) '66
HET VRIJE VOLK wijdt een commen
taar aan D'66. Het blad ziet twee kansen.
De eerste is dat D'66 één of meer Kamer
leden krijgt, waardoor de woordvoerders
als het zoveelste debatingclubje in het
parlement kunnen gaan fungeren.
,Uit een oogpunt van meningsvorming
interessant, maar uit een oogpunt van poli
tieke machtsvorming en functionering van
het parlement een wanhoop. De andere
mogelijkheid is dat D'66 zich zal ontwik
kelen tot een nieuwe vrijzinnig-democra
tische bond, die zich tussen de P.v.d.A.
en de V.V.D. duurzaam een plaats ver
overt. Dan is het hele vooroorlogse ge
bouw teruggekeerd en dan draagt D'66 de
laatste steen bij tot de vrijwel volledige
restauratie van het oude gebouw. Een pot
sierlijk resultaat voor een naar vernieu
wing strevende groep."
Debat
DE FRIESE KOERIER heeft felle cri
tiek uitgeoefend op dr. Vondeling, die niet
met een communist wilde debatteren en
op de Nijmeegse studenten die daarom de
man van de C.P.N. verzochten zijn beurt
maar te Vtfrgeten.
Bedreiging
Merkwaardige dingen waren te vinden
in De Telegraaf, die een lijst gaf van
meningen en desiderata van de politieke
partijen. Interessant waren de antwoor
den op de vraag, wat de grootste bedrei
ging voor de Nederlandse samenleving
is. Schmelzer zei: „Materialisme en op
portunisme", Biesheuvel: „onvoldoende
inzicht dat vanuit het evangelie de sa-
er zelf voor zorgen dat hij in de uiterste
marge van de Nederlandse politiek blijft.
En te oordelen naar zijn optreden gedu
rende ongeveer het laatste half jaar is
dit misschien eindelijk iets wat men hem
met een gerust hart kan toevertrouwen".
Den Uyl
Na ook een aanval op de heer Koekoek
te hebben gelanceerd, zegt de Nieuwe
Rotterdamse Courant:
„Er gebeuren meer vreemde dingen in
ADVERTENTIE
de verkiezingsstrijd. Zo heeft de socialist
Den Uyl met zijn karavaan ergens d#
kreet geuit: „Wie op Toxopeus stemt,
stemt op Schmelzer". Dit sloeg dan op de
uitlating van de VVD-er Toxopeus dat de
liberalen na deze verkiezingen niet aan
een kabinet zullen deelnemen, waarin ook
socialisten zitting hebben. De heer Den
Uyl moet daaruit geconcludeerd hebben
dat er een kabinet zal komen van KVP-
ers met onder meer VVD-ers. In de Ne
derlandse omstandigheden, die onverbid
delijk noodzaken tot compromissen bij de
kabinetsformatie, kunnen wij er geen on
verdeelde bewondering voor hebben, dat
een partij al in de verkiezingsstrijd het
in een kabinet samenwerken met een be
paalde andere partij uitsluit. Ons be
zwaar f/eldt de methode. Wel kunnen wij
begrip hebben voor de materiele inhoud
van mr. Toxopeus' voornemen. Overi
gens vragen wij ons af, of de heer Den
Uyl indertijd ook de neiging heeft gehad
te zeggen (bijvoorbeeld)wie op Drees
stemt, stemt op Romme".
Als uitsmijters enkele markante uitspra
ken: Leo Riemens in de Telegraaf:
„We hebben nu reclame op onze tv,
waar we niet om gevraagd hebben".
Burgemeester K. Bossebroek van Urk:
„Het is zo goed als zeker dat Urkers
het mogelijk gemaakt hebben de Neder
landse betalingsbalans positief met meer
dan 30 miljoen gulden te beïnvloeden.
Wie zijn wij Here, dat onze Urkers dat
in hun Goddelijk beroep mochten doen?"
Dr. Ch. Tewissen (historicus):
„Limburg kijkt met meer eerbied naar
Amsterdam en Den Haag dan het ooit
naar het Allerheiligste heeft gekeken."
ADVERTENTIE
De Partij van de Arbeid is de partij
van de werkgelegenheid. Dat weet
iedereen. We hadden onze plannen
klaar. Limburg was er al door, met
het Noorden waren we bezig. Dat
wist iedereen. Ook de KVP. Maar
toen moest het kabinet zo nodig ge
wipt worden, waarbij de PvdA (en
Bogaers) aan de kant werden gezet.
Kostbare maanden gingen verloren,
waarin niets gebeurde. Nu ziet ook
de overgangsregering in, dat maat
regelen nodig zijn. Maar als je wer
kelijk wat wilt doen aan de werk
gelegenheid, dan kun je niet om de
haverklap een politieke crisis hebben.
Dan heb je een echte regering nodig,
die door kan werken. En dat is niet
de regering waar Schmelzer en Toxo
peus op aansturen. Maar gelukkig
heeft u op 15 februari
ook nog wat te zeggen.
Den Uyl,
een man om mee te werken.
De eerste dame vraagt bezorgd: „Hebt
u nog altijd geen nieuwe dienstbode kun
nen vinden, eerwaarde?" De abdis zucht.
„Nee, helaas niet, mevrouw. U begrijpt
wel dat het in mijn geval moeilijk is
iemand te krijgen". De Eerste Dame
knikt. „Ja, het leven in de tempel is na
tuurlijk wel een beetje saai voor een
jong meisje. U zoudt moeten proberen
iemand te krijgen die uit een Boeddhis
tisch gezin komt. Een vroom meisje zou
het een grote eer vinden in de tempel
te mogen dienen". De abdis zucht nog
eens. „Er zijn niet zoveel Boeddhistische
families meer in Lan-fang", merkt ze
droogjes op. „Ik zal wel eens voor u
uitkijken, eerwaarde!" zegt de Eerste Da
me, „Daar kunt u op rekenen!" „Dank
u zeer, mevrouw. Ik wil graag van de
meid die ik nu heb, af. Ze is niet alleen
erg brutaal, maar ook wat.frivool,
vrees ik. Er komen nogal eens landlopers
voorbij, om wat uit te rusten in het ver
laten deel van de tempel. Nu heb ik die
meid al een paar keer betrapt, dat z*
met die kerels stond te ginnegappen. Zo
iets kan toch niet!" „En dat nog wel in
een tempel!" zegt de Eerste Dame ver
ontwaardigd. Rechter Tie die aandachtig
naar het gesprek geluisterd heeft, knikt
nu. Zijn Eerste Dame begint: „We moe
ten beslist.Maar ze wordt onder
broken door de Tweede Dame die komt
zeggen dat het tijd is om aan tafel te
gaan.
"i -;ü>'ril-i- "V.*
750. Als Bram die avontuurlijke glans
in zijn ogen kreeg wisten Karo en Tutu
al, wat er zou gaan gebeuren. Het ver
baasde de beide vrienden dus niet, dat
Bram de goede raad van de oude berg
bewoner in de wind sloeg en toch zijn
tram op de rails-naar-nergens neerzette.
Hoofdschuddend vervolgde de vriende
lijke man zijn weg.
„Die jongelui toch", zuchtte hij, altijd
maar avonturen.altijd maar zoeken
naar land, dat zij nog niet kennen. Daar
kan geen goeds uit voortkomen
jammer, jammer, jammer".
Intussen gleed het trammetje over de
rails door een steeds troostelozer land
schap. Dorre bomen droegen geen bla
deren meer, verweerde bergen trokken
grimmige gezichten en afgronden gaapten
aanstekelijk.
„Als je ergens een winkeltje met an
sichtkaarten tegenkomt, moet je wel even
stoppen", grapte Karo, maar Bram kon
er niet om lachen. Een vreemd voorge
voel deed hem huiveren. Hij vroeg zich
af, of hij toch niet beter naar het advies
van de bergbewoner had kunnen luiste
ren.