De Rode Mieren"
haar journaal
Haast U
Montuur-couture
IBRAIFFEISENBANK
RECHTER TIE
PANDA EN DE MEESTER-LOODGIETER
m
POELE, PEEEI EN PINGO
KRAMMETJE FOK
m
De speervisser
en de haai
HM
Ons vervolgverhaal
spaarbank en alle bankzaken
WOENSDAG 15 FEBRUARI 1967
17
Een actuele Amerikaanse roman
door William Lederer en Eugene Burdick
waar men
altyd
voor u
klaar staat
Luchtverontreiniging
door verstopping
13Ï jW p
WMWVWVMMIMIWMA
85)
Twintig minuten lang zette hij zijn
plan uiteen, waarbij hij ter verdui
delijking een penseel en een stuk pa
pier gebruikte. Hij schetste het fort,
de buitenmuren en de gangen van
binnen, en werkte een taktiek uit. De
prins luisterde; zijn handen lagen
met de palmen naar boven in zijn
schoot. Zijn ogen waren op die van
de Amerikaanse professor gericht en
zo nu en dan gleden ze naar de ge
maakte schets.
,,Als de mannen met slechte bedoe
lingen komen, zullen we doen wat u
voorstelt, professor McCauley," zei
Lin. Hij glimlachte triest. „Alleen
een verstandsmens met gevoel voor
geschiedenis zou een zo wreed en
eenvoudig plan kunnen bedenken".
Lin stuurde de oude bediende weg
om de anderen te wekken en hun in
structies te geven. Er werden in de
tempel twee lichten aangestoken en
de jonge monnik, die voor de tempel
zorgde, spreidde zijn mat buiten voor
de deur uit en ging op zijn hurken
zitten. Het licht dat hem van achte
ren bescheen gaf zijn geschoren
hoofd een blozende kleur. Zijn van
het licht dat hem van achteren be
scheen gaf zijn geschoren hoofd een
blozende kleur. Zijn van het licht af
gewende gelaat was in de diepe scha
duw onzichtbaar.
Alle anderen gingen volgens Mc-
Cauleys plan naar het fort. De
poort werd open gelaten.
Lin, McCauley en Coldstream
klommen een trap op naar een ope
ning in de dikke muur van waaruit
men een overzicht had over het fort,
de binnenplaatsen en de tempel. De
hemel was opgeklaard en de sterren
verspreidden een schemerachtig licht.
De buitenmuur van het fort was, zo
als McCauley zag, in werkelijkheid
een dubbele muur met een ruimte
van drie meter er tussen. Om de
vijftien meter was de gang geblok
keerd en stond daar dan in verbin
ding met de doolhof van gangen in
het fort.
Terwijl Coldstream omlaag keek,
zag hij niet het fort, maar voor zijn
geest het plan dat McCauley ontwor
pen had en hij was verbaasd. De
bouwer van het fort had er rekening
mee gehouden dat de buitenmuur
zou kunnen worden ingenomen en
dat dan de commandant van het fort
de vijand, als een kudde vee, naar
allerlei doodlopende gangen, plein
tjes en cellen zou kunnen jagen.
De patrouille bestond uit twintig
man in Sarkhanese uniformen. Een
lange officier met de onderschei
dingstekenen van een kapitein voer
de hen aan. Ze liepen rustig op de
monnik toe. Het werd bekwaam ge
daan. vlot en gemakkelijk.
Coldstream keek aandachtig. Hij
had die kapitein eerder gezien. Zijn
handpalmen klopten. Een pijnscheut
trok van zijn handen uit naar zijn
armen en schouders. Onwillekeurig
ging hij op zijn tenen staan alsof hij
zich van de een of andere vreemde
en duistere spanning wou bevrijden.
Want hij wist dat de kapitein de
zelfde was die hem losgemaakt had
uit de mentado en die met overleg
zijn kwelgeesten had vermoord.
De kapitein had een knap, vier
kant gezicht en een scherpe aristo
cratische neus. Hij had een gouden
tand en over de rechterkant van zijn
kin liep een diepe snee. Die was
rauw en blijkbaar pas toegebracht.
„Waar is de prins?" vroeg de ka
pitein aan de monnik.
„De prins is alleen" zei de monnik
en zijn ogen bleven recht vooruit kij
ken.
„Maar waar is hij alleen?"
„Hij is alleen in zichzelf".
De kapitein schuifelde met zijn
voeten en gaf zijn mannen een wenk.
Ze verspreidden zich en dekten de
toegangen tot de tempel.
„Heilige man, we zijn niet hierheen
gekomen om filosofie met u te be
handelen. Er is een tijd voor medi
tatie en een tijd voor daden. De
prins is in gevaar. Zeg me waar hij
is".
„De prins is alleen".
Van bovenaf de binnenmuur keek
Lin toe. En McCauley keek naar Lin.
„Heilige man" zei de kapitein, ter
wijl hij zijn geweer van zijn schou
der nam, „het leven van onze prins
is in gevaar. Het is mijn plicht zijn
leven te beschermen. Het is drin
gend. Kijk hiernaar", hij tikte op
zijn wapen, „ik ga nu op u mikken
en dan tel ik tot vijf. Als u mij niet
vertelt waar de prins is, schiet ik".
De kapitein hield het wapen ge
richt; de metalen delen ervan glin
sterden olieachtig.
McCauley keek naar Coldstream
en haalde zijn schouders op; hij stel
de een vraag. Coldstream knikte. Het
moest de man zijn die Xinh beschre
ven had. McCauley voelde zich dro
merig, het weldadige gevoel dat aan
de strijd vooraf gaat, de wanhopige
poging van de geest zich te verwij
deren en te vergeten waar men is.
Toen boog hij weloverwogen de pink
van zijn linkerhand met zijn rechter
naar achter tot de pijn hevig werd.
Hij werd toen weer helder van geest.
Hij keek vol aandacht toe.
De monnik hief zijn hoofd op en
keek de kapitein aan. Hij glimlachte
en wiegde zachtjes voor- en achter
uit.
„Men moet altijd voorbereid zijn"
zei hij. „De eerste van Boeddha's
Vier Grote Waarheden is: „Het be
staan betekent lijden" en de eerste
van zijn Vijf Zedelijke Voorschriften
is „Laat niemand enig levend we
zen doden", Is dat niet zo?"
„Zo is het" zei de kapitein, maar
zijn ogen gleden over de tempel en
keken naar het fort. Zijn hele hou
ding was in tegenspraak met wat de
monnik gezegd had. Ongeduldig be
gon hij te tellen: „Een.twee.
drie.vier.vijf".
Met een vlugge beweging sprong
oe kapitein achter de monnik en
bracht zijn wapen met een wilde
zwaai omlaag. De kolf van het ge
weer maakte een dof geluid tegen
het hoofd van de monnik, als een
botte bijl die in hout dringt.
De monnik zakte voorover, zijn ar
men uitgespried. Zijn gezicht rustte
op de stenen trap.
„De kapitein had de bedoeling hem
te doden", fluitsrede Lin. „We zullen
het plan uitvoeren".
(Wordt vervolgd.)
ADVERTENTIE
SIMM
Bij de Raiffeisenbank
bent u nimmer een
nummer. Persoonlijke
behandeling
ook voor u
i^Vfiiniïi'iViiithïiltffiiiiYlïivi
nnAnWWWVWWWWWWwywWIMWHMWWWWWWWVWWWWWWWWVVWWWWWWWWWWWWWWWMWWWMWMWW
Bloemetjes rond de ogen, gor
dijntjes ervóór, of opklapbare luik
jes; het kan allemaal met de bril
monturen van Jan Oostman uit
Amsterdam. Misschien meent hij
het niet altijd zo serieus met zijn
ontwerpen, maar er is zeker sprake
van een op zichzelf staande mode-
in-brilmonturen.
Rechts: het nieuwste van het
nieuwste; een ogenschijnlijk ge
wone zonnebril met opklapbare
glazen. Handig voor een gul knip
oogje. Boven: een „versierd" mon
tuur voor de ietwat mystieke
vrouw die verborgen wil blijven
onder een fraaie franjerij (Frans
ontwerp van de „Société In-
dustrielle de Lunetterie").
- Het montuur en de bijpassende
oorclips komen leuk van pas bij de
zo mogelijk ook bijpassende gor
dijnen en schemerlamp. Links: een
zomers brilletje met een handge
schilderd bloemmotief je.
Onder de naam „Speelgóedstad RAI"
zal van zaterdag 18 november tot en
met 3 december in het RAI-gebouw in
Amsterdam een speelgoedtentoonstel
ling worden gehouden. Een dergelijke
tentoonstelling is volgens de organi-1
satoren geheel nieuw voor Nederland.
De opzet is het publiek, met het oog j
op de dan komende feestdagen (St Ni- j
colaas en Kerstmis) een volledig over- i
zicht te geven van het speelgoedaan
bod in de meest uitgebreide zin. Daar
bij zal het-voorlichtende element de
voornaamste rol spelen.
De jeugd kan in „speelgóedstad RAI'
een verlanglijst opstellen, terwijl de
ouders aan de hand daarvan uit de
tentoongestelde artikelen hun keuze 1
kunnen maken. De Duitse stad Neu-
renberg zal een inzending verzorgen j
onder het motto „Neurenberg, speel-
goed vroeger en nu." Met deze ihzen-
ding wil men een overzicht geven van
de historie van het speelgoed, waar
voor gebruik zal worden gemaakt van
de collectie in het Neurenbergse Speel
goedmuseum.
mWWWmAAIWWWWWWWVWU\AWAAIWW\AA/WWWWlAAAA/WW
(Van onze correspondent)
DEN HAAG De luchtverontreiniging,
die op 17 en 18 januari in Vlaardingen is
opgetreden door het ontsnappen van gas
sen uit de chemische fabriek Vondelingen
plaat, is niet het gevolg geweest van lek
kages, maar van een verstopping. Dit ver
klaren de staatssecretarissen Bartels en
De Meyer van Sociale Zaken en Volksge
zondheid in antwoord op vragen van het
Kamerlid Engelsman (Pv.d.A)
Het ongeluk heeft zich voorgedaan bij de
fabricage van een aromaticum voor aard
gas. Door hydraatvorming had de ver
stopping zich voorgedaan in een leiding
naar de zogenoemde „fakkel". Bij het op
heffen van die storing is een hoeveelheid
van het produkt (T.H.T.) ontsnapt.
Inmiddels is de produktie van T.H.T.
gestaakt.
Streekziekenhuis in Zaandam. Op 4 maart
zal het nieuwe „Juliana"-streekzie-
kenhuis in Zaandam in gebruik wor
den genomen. Het bouwwerk (kosten
26.5 miljoen gulden) is gemaakt in op
dracht van alle Zaan-gemeenten en
moet dienen ter vervanging van het
ongeveer veertig jaar oude gemeente
ziekenhuis van Zaandam.
De Nederlander G. Budde, die deel
nam aan de Nieuwzeelandse kampioen
schapswedstrijd speervissen, heeft de
schrik van zijn leven gekregen toen
zijn vangst weggesnapt werd door een
vier en een halve meter lange tijger-
haai.
De heer Budde was zwemmend op
weg naar een eiland, zijn vangst ach
ter zich aan trekkend aan een vijftien
meter lange lijn, toen hij de haai on
der zich zag. Hij schoot naar boven,
cirkelde drie keer om me heen en
zwom toen weg. Ik dacht dat alles in
orde was toen ik opeens een ruk noel-
de en achteruit getrokken werd. Toen
brak de lijn die ik om mijn middel
vastgebonden had. Ik begreep dat de
haai er met mijn vangst vandoor ging.
Wat was ik blij dat ik mijn vangst
niet in een zak aan mijn middel droeg,
zei de heer Budde. Ik heb echter het
gevoel dat er een grote toekomst voor
me weggelegd is als wedstrijdzwem
mer, want ik denk niet dat iemand ooit
zo snel naar de kant is gezwommen
als ik toen.
IMWWVWVWWWWWWWWVWVWWWtlWVVI/WyWWtMWWWWWWWWWWW
S-L -
33. Panda's nabijheid had een brandmelder in wer
king gesteld, en het gespuit van dat akelige apparaat,
plus de boze omstanders deden Panda besluiten om
zich terug te trekken. „Kwaje aap!" riep men hem
na. „Ons natspuiten, en dan nog lelijk spreken van
de meester-loodgieter, bovendien.' Als je hem niet ge
looft, moet je maar eens om vier uur in het stadspark
gaan kijken. Daar zal meneer Goedbloed wel eens wat
laten zien!" „Vier uur in het stadspark.herhaal
de Panda, misnoegd wegwandelend. ,.Ik ben benieuwd
wat Joris daar nu weer voor streek uit gaat halen.
Als hij maar niet denkt, dat ik hem zal helpen!" Nu
geviel het, dat er om vier uur een fontein zou wor
den onthuld in dit park. De burgemeester had daar
voor een mooie redevoering geschreven en zijn nette
pak aangetrokken; en nu stond hij om twee minuten
voor vier op de plaats der plechtigheid. De toeloop
viel hem wat tegen, en daarom deed het hem dan
ook veel genoegen, toen hij in de verte een toeschou
wer zag naderen.
IK MOET DUS VOORTAAN DE MENSEN
BEDANKEN, WANNEER ZE ME VOORT
DUREND WAKKER MAKEN
IK DACHT, PATJE HÊTIEUKZOU
VINDEN WANNEER DE MEN
SEN NAAR JE NIEUW
HOR(,066 ZOUDEN
VRA6EN
WAAROM MAAK JE ME UIT MIJN
DIEPSTE StAAP WAKKER?
BEN JE BOOS,
ZEEROB
PI B
COPFNMAGH#
36. Tsjiao Tai baant zich een weg door
de verwaarloosde, dichtbegroeide tuin
van de Tempel der Purperen Wolken. Dik
ke pijnbomen bevinden zich aan alle kan
ten, daaronder staat hoog struikgewas.
Juist als hij erin geslaagd is een oud pad
te ontdekken, staat hij opeens stokstil.
Heilige Hemel Een spook!" Hij staart
naar een witte schim tussen de bomen een
eind verderop. Het koude zweet breekt
hem uit. Maar terwijl hij ingespannen
naar de vage, spookachtige gedaante
staart, schijnt deze in de schaduwen van
de bomen te verdwijnen. Tsjiao krabt op
zijn hoofd. „Was het misschien alleen
maar gezichtsbedrog? Die opening tussen
die twee boomstammen daar en het maan
licht dat er tussendoor schijnt... Ja, dat
was het natuurlijk! Alleen maar gezichts
bedrog! Nou, dan gaan ive maar verder.
Maar ik zou liegen als ik zei dat ik dit
lollig vind". Hij volgt het met mos be
groeide pad, hier en daar onder de strui
ken kijkend. Als hij in de verste hoek van
de tuin is, ziet hij dat het pad uitkomt bij
een grote stenen waterput. „Die moet al
jaren niet meer gebruikt zijn", bromt hij.
Van de houten stellage voor de katrol
van de putemmer is alleen nog maar een
stomp over. En het touw is groen be
schimmeld. Gesteld dat ik iets te verstop
pen had, dan zou ik het in deze oude put
smijten".
756. Vele meters legde Bram, schokje
voor schokje, op zijn weg naar de ravijn
bodem af. Boven zich zag hij af en toe
het trammetje angstig wiebelen op de
laatste resten van de rails.
Maar eensklaps vergat hij alle gevaar
en alle belangsteling voor zijn eigen
moeiijkheden door een volkomen onver
wachte gebeurtenis.
Speurend naar een grot, waar zij voor
lopig vaste grond onder de voeten zouden
hebben, zag Bram eensklapts twee grot
ten, die van een geheel andere vorm wa
ren dan de andere. Met grote zorg waren
daar op deze onbereikbare hoogte
enkele zuilen uitgehakt, die Bram aan
het oude Rome of de tempels van Grie
kenland deden denken.
„Mensenwerk", stelde Bram onmiddel
lijk vast. „Maar.wat voor mensen?"
Hij dacht aan de steenklomp, die zo ge
heimzinnig omlaag was gekomen en rilde.
Dolgraag wilde hij die grot onderzoe
ken. Maar was het niet al te gevaarlijk
Stelde hij zijn geluk niet al te veel op
de proef?
Een krachtig gerhis weerklonk. En
eensklaps wist Bram, dat hij helemaal
geen keuze meer zou hebben.