TWINTIG MILJONAIRS IN
DE DERDE VISSERSHAVEN
Een eiland spotte
met de planologen
Ze hangen het niet aan
de grote klok, dat het
hun nu goed gaat, maar
dat deden ze ook niet
toen, vroeger, hun vis-
bunnen leeg bleven
Wekelijks toegevoegd aan alle edities van
Haarlems Dagblad/Oprechte Haarlemsche Cou
ÏJmuider Courant en Beverwijkse Couran
lllif
,fr
mêMMMM MË
De Urker vishal: opnieuw uitbreiding
Erbij
URK
m
URK is geen eiland meer", een
gevleugeld woord uit de jaren, dat
polderjongens werkten aan de
transformatie van een vlakte inge
dijkte modder bij Kampen, in leef
baar land. Daar zijn de stadjes met
een blauwdruk in de hand ge
bouwd, de huizen geschaard achter
vooraf uitgekiende rooilijnen. Em-
meloord verrees en Nagele, bijge
naamd het „platte-daken-dorp"
Schokland, een door spokend Zui
derzeewater op de kerk na wegge
slagen eilandje, werd een dorado
voor beginnende vaderlandse geo
logen en historici.
EEN PROBLEEM in al deze nieuw
bouw en ontginning vormde Urk, een
gesloten en zeer christelijke gemeen
schap, waarin iedereen iedereen ken
de en „import" vreemd bleef tot in het
zevende geslacht.
Een lastig te verteren brokje voor
de planologen. Wat te doen met een
van visseri] bestaand eilandje, dat door
inpoldering dreigt de genadeslag te
krijgen en waar de mensen niet ont
vankelijk zijn voor planologische ad
viezen?
„We moeten ze omscholen", zeiden
de deskundigen en men haalde ver
licht adem: Dat was het! Oude Ur-
kers mochten nog wat met hun scheep
jes blijven rommelen, jonge Urkers
zouden boer of fabrieksarbeider wor
den. Stijfkoppen, die tóch wilden blij
ven vissen, zouden op den duur wel
verhuizen naar de Noordzeekust. Urk
was geen probleem meer.
Datzelfde Urk is nu de derde vis
aanvoerhaven van Nederland. De ^cur
ve" van de aanvoer loopt bijna verti-
caal naar boven en het aantal miljo
nairs stijgt gestaag. In tegenstelling
tot ieders verwachting en spottend met
plannen en logica
„URKERS zijn gesublimeerde Neder
landers. Politiek en godsdienstig enorm
zelfstandig en dus verdeeld, maar in
tijd van nood trekken ze allemaal één
lijn. Een Urker in moeilijkheden kan
altijd op steun van andere Urkers re
kenen. Zelfs van zijn grootste vijan
den. En die mensen hebben een onder
nemingslust, mijnheer, daar word je
eng van. Daar sta je als vreemde ge
woon van te huiveren".
De „vreemde" die met zoveel lief
de en enthousiasme staat te huiveren
is Willem van der Veer, Vlaardinger
van geboorte en adjunct-directeur van
de gemeentelijke visafslag te Urk, na
IJmuiden en Scheveningen de grootste
visafslag van Nederland. De omzet
stijgt razendsnel. Werd in 1965 aange
voerd voor een waarde van 12 miljoen,
in 1966 was dat al 21,5 miljoen. Bin
nenkort wordt dertig meter hal bijge
bouwd en een koelcel voor 80.000 kilo
vis.
Een bankemployé zegt, geëmotio
neerd zijn zwijgplicht vergetend: „Vijf
tien jaar geleden hadden de mensen
hier van armoe geen ontlasting. Nu
zijn er meer dan twintig miljonairs."
„WE SCHREEUWEN natuurlijk niet
van de daken, dat we het zo goed heb
ben nu", zegt een oude Urker, be
dachtzaam onder zijn karpoets krab
bend. „Als we vroeger met een lege
visbun terugkwamen, hingen we dat
ook niet aan de grote klok. We zien
het nu alleen beter. Als een vader op
houdt met vissen en zijn schip aan de
oudste zoon geeft, dan gaan de jonge
re broers vaak een grotere kopen. En
dan zeggen wij tegen elkaar: Die ou
we heeft ze toch goed gevangen."
De vissers zijn er trots op, dat hun
dorp, waarvan in 1939 nog officieel
werd gezegd „Voortbestaan als vissers
haven is niet te verwachten" nu de
aanvoerhaven is voor vissers uit Delf
zijl, Lemmer, Wieringen en andere
plaatsen rond IJsselmeer en Wadden
zee. Zelfs markten er enkele vissers
uit IJmuiden, residentie van het Staats-
vissershavenbedrijf.
De schippers M. Kramer en D.
Korf worden als helden uit de vader
landse geschiedenis geëerd: „Dat zijn
nu die twee, die het aandurfden ook
zeevis op de Urker markt te gooi
en. Zij zijn degenen die met hun ini
tiatief de stoot hebben gegeven tot de
huidige bloeiperiode. De eerste jaren
is met verlies gewerkt. Er was niets.
Geen accommodatie, geen verwerkers
of sorteerders, zelfs geen handelaar in
zeevis. Langzamerhand kwamen er
meer durvers. Zoals een Urker con
ciërge, die eerst in zijn vrije tijd „in
de zeevis" werkte, na een jaar het
gangen schoonmaken en ketels stoken
eraan gaf en full time succesvol
handelaar werd.
INDUSTRIE werd niet geweigerd,
maar beslist ook niet aangemoedigd.
Tóch bouwde een Urker firma een
enorm visfilet- en diepvriesbedrijf,
waar vis exportklaar gemaakt wordt.
Een combinatie van Urker schipper-
eigenaars exporteert met enkjele ande
re firma's maar liefst 80 percent van
de aanvoer met eigen auto's maar alle
landen van Europa.
De twee scheepswerven op Let „ei
land" hebben het razend druk. ,De ene
werf zorgt voor nieuwbouw, de .andere
werf komt door het vele onderhouds
werk daar niet eens aan toe: i.want
een Urker schip kan toch alleen goed
gerepareerd worden op een Urker werf
nietwaar?"
De vloot van Urk bestaat thans' uit
100 schepen. Zeventien zijn er nog, in
aanbouw, tien voor uitbreiding van de
vloot en zeven ter vervanging van oude
schepen. Bij elkaar ligt in de haven
voor een bedrag van bijna 50 miljotvi
aan kotters, die tot de beste van Euro
pa gerekend mogen worden.
NIET ALLEEN de visserijbevolking\
werkt aan de vooruitgang. Het gemeen-
tebestuur van Urk heeft zich als een
terrier vastgebeten in twee omvang
rijke problemen: De haven is nu veel
te klein en het dorp wordt te oud.
Men is bang, dat de ontwikkeling van
Urk zal worden geremd door te gerin
ge capaciteit van de haven. De Twee
de Kamer der Staten-Generaal en de
ministerraad zijn al op de hoogte ge
bracht van de nijpende situatie en de
Urker havenplannen worden in één
adem genoemd met de Scheveningse.
Maar één dag in de week is Urk
niet zo dynamisch: de zondag. Indach
tig het gebod „En de zevende dag zult
gij rust houden.zijn dan bijna al
le vissers thuis, gaan naar de kerk en
wandelen over de Urkse „berg". Want
aan de zondagrsust wordt nooit ge
tornd. En in het vooruitstrevende Urk
staat dan toch aan de rand van de be
bouwde kom het bord: „Wilt u op zon
dagen de dorpskom niet inrijden?"