„De Rode Mieren"
Moskou koerst meer en meer
op tegenstanders van Mao aan
Officieel partifdocument
belooft hun alle steun
Russische hoofdstad Moskou
is braafste stad van Europa
RECHTER T
PANDA EN DE MEESTER-LOODGIETER
M
RAMMETJE FOK
POLLE, PELL1 EN PINGO
Fa. B. ENGELENBERG
Uitgaan na elf uur
volkomen
onmogelijk
Benoemingen bij
onderwijsraad
m
Ons vervolgverhaal
Een actuele Amerikaanse roman
HH
A leiding
MAANDAG 20 FEBRUARI 1967
14
door William Lederer en Eugene Burdick
OFFICIëLE VERKOOP SIKKENS LAKKEN
MANOMETERS - LUCHTKRANEN
■4
-
Intiem plaatsje
Boek op z'n kop
WOJJAa
•VUVMAMVWAMIWW
89)
„Zijn er hier Vietnamezen?"
vroeg de prins.
„Een patrouille, eenentwintig man
in totaal".
„Wat doen ze?" vroeg Lin.
„Ze wonen in een grot ongeveer
acht kilometer verder de bergen in.
Soms komen ze naar beneden en kij
ken ze hoe uw troepen een veldslag
maken".
Een andere Meo, veel lichter van
huid en vijftien centimeter langer
dan het stamhoofd, kwam naar vo-
ren en schudde Coldstream de hand.
„Ik wil de slag zien die op de
hoogvlakte plaatsvindt", zei Lin.
De zoon van de koning behoort te
weten dat zijn troepen niet vechten.
Ze spelen een oorlogsspel. De helft
van hen doet zich als Vietnamezen
voor. Ze hebben het erg naar hun
zin. Er zijn niet genoeg Vietname
zen om tegen te vechten".
Coldstream wendde zich tot de
prins. „Hoogheid, dit is Patrejnoda,
die mijn agentschap hier beheert."
„We hebben nog veel te doen", zei
Apayki, „als we tijdig op de hoog
vlakte willen zijn om het spel gade
te slaan".
Hij liep op een sukkeldrafje voor
hen uit naar het dorp, dat een paar
honderd meter verder lag en dat
uit verscheidene grote blokhutten be
stond. Vrouwen en kinderen gluurden
naar buiten. Ze hielden voor een van
de hutten stil en de weduwe van
Bui kwam naar buiten. Het was een
klein vrouwtje, nog geen een meter
vijftig lang, en ze had een baby
op haar heup. Ze keek hen niet
in de ogen, maar ze kwam voor
Coldstream staan en vertelde met
heel zachte stem dat Bui's gebeente
veilig was thuisgekomen en dat zijn
geest zou blijven voortbestaan.
Apayki bracht hen naar de groot
ste hut van het dorp. Aan de ene
kant was een open haard met bo
ven het vuur de achterbout van een
hert aan het spit. Met snelle hou
wen van zijn mes sneed Apavki
stukken van het vlees af en over
handigde die aan zijn gasten.
„Over drie uur zal de regen op de
hoogvlakte ophouden en het oorlogs
spel zal beginnen," zei hij. „Het ge
beurt alleen als de regen ophoudt.
En dan komen de vliegtuigen over.
Als we ons haasten kunnen we er
in tweeëneenhalf uur zijn". Hij keek
de prins aan. „Het is niet in orde."
„Apayki, waarom denk je dat er
iets niet in orde is?" vroeg de prins.
„Zoon van de koning. In het han
delsagentschap is een kleine blinke
rende doos, waar woorden en muziek
uitkomen", zei Apayki. „Een hele
dag lang heeft de doos vanuit Haidho
niet gesproken, maar vanmorgen
hoorden we dat er een belangrijke
mededeling zal plaats hebben aan al
le Sarkhanezen. Die zal worden ge
daan om twee uur precies door gene
raal Hajn, de minister van Defensie.
Als het voor alle Sarkhanezen geldt,
waarom is het dan niet de zoon van
de koning die spreekt? Als het een
mededeling aan het gehele volk is,
dan zou die gedaan moeten worden
door de prins. Daarom geloof ik dat
er iets niet in orde is".
De prins gaf geen antwoord.
„We gaan onmiddellijk weg", zei
Apayki.
De prins was blij dat de tocht in
spannend was. Anderhalf uur lang
had de zware wandeling hem er van
weerhouden te denken. Hij vroeg zich
af wat er van zijn vader in Haidho
geworden was.
Hij had niemand moeten vertrou
wen. Dat hij zolang een geleerde was
gebleven had hem gemakzuchtig ge
maakt en als 't ware verlamd, en
het had hem van die werkgelijk-
heid afgeleid. Hij, prins Lin, was de
enige zoon van koning Diad en de
rechtmatige koningin. Het was de
plicht van de prins geweest zich
bij de werkelijkheid te houden., De
prins liet zijn gedachten over de
'aatste tien jaar gaan. Generaal
Hajn was een van diegenen geweest
die hem aangemoedigd hadden een
bibliotheek op te bouwen en te gaan
schrijven.
De prins keek scherp naar Gold-
stream en McCauley. Een diep wan
trouwen schoof door hem heen. Wie
kon hij vertrouwen? Waren deze
twee vreemdelingen misschien in het
complot van generaal Hajn? Overste
Coldstream was jarenlang de vriend
van Hajn geweest.
Binnen een uur hadden ze de voet
van de bergen bereikt. Apayki hield
stil. Hij tuitte zijn lippen en deed de
roep van de bosduif na. Enkele se
conden later werd van boven eenzelf
de geluid gehoord.
Apayki begon weer zijn sukkel
drafje aan te nemen nu naar links
naar een bebost gedeelte. Het vlak
ke onboste deel van de hoogvlakte
kwam nu snel in het gezicht. Aan
de noordkant bevonden zich over di
verse kampen verspreid een vijftien
honderd man troepen in zwarte
Noordvietnamese uniformen en ach
ter hen stond een vliegtuig. De pro
pellers draaiden langzaam.
Apayko zei: „Het schijngevecht
zal spoedig beginnen. De hemel zal
over een paar minuten helder wor
den".
McCauley keek op zijn horloge, het
was twintig over één.
Coldstream haalde zijn kijker uit
zijn rugzak en bracht die voor zijn
ogen. Hij keek even en gaf hem toen
aan de prins. Eerst keek de prins
naar de kampen aan de noordkant.
Inderdaad, de meeste mannen droe
gen Vietnamese uniformen. Een paar
waren nog bezig de zwarte uniformen
over hun Sarkhanese uitrusting heen
aan te trekken. Enkele officieren
waren bezig Vietnamese vlaggen
aan stokken te binden. Hij richtte
de kijker naar de zuidkant. In dat
andere kamp waren mannen in Sar
khanese uniformen bezig hun gewe
ren te pakken. Hij keek naar het
vliegtuig, een DC 3 met de kentekens
van de Noordvietnamese luchtmacht.
Het toestel was begonnen het terrein
over te taxiën. De snelheid nam
toe, het bewoog zich regelrecht te
gen de noordenwind in en al gauw
was het los en verdween het in de
nevelbank aan de zuidrand van de
hoogvlakte. Apayki zei: „Zo gaat het
altijd. Het vliegtuig verdwijnt als het
schijngevecht begint, dan komt het
terug".
(Wordt vervolgd.)
ADVERTENTIE
Doclstraat S9 Haarlem Tel. tJ2J2
(Van onze correspondent)
MOSKOU. Er bestaat geen en
kele hoop meer dat het conflict tussen
de Sovjet-Unie en de huidige Chinese
regering kan worden bijgelegd. Het
heeft, naar men in Moskou algemeen
van mening is, nu een stadium be
reikt, waarvan in de soms toch ook
in uiterst kritieke stadia verkerende
betrekkingen van de Sovjet-Unie met
andere landen in vredestijd nog nooit
sprake is geweest.
Dit is de politieke strekking van een
officieus partijdocument dat in de Prav-
da is gepubliceerd. Net als premier Ko-
sygin al tijdens zijn t.v.-interview in Lon
den heeft gedaan, wordt in dat document
duidelijk stelling genomen ten gunste van
de tegenstanders van Mao Tse-Toeng. Al
leen wanneer die de overwinning beha
len, verwacht Moskou een verzoening
met communistisch China.
Het officieuze partijdocument, dat
Mao's tegenstanders onder andere ook
propagandistische bijstand belooft als zij
de politiek van de leidende groep in Pe
king voor een mislukking uitmaken, on
derstreept dat ondanks het verflauwen
van de demonstraties bij de Russische
ambassade in Peking niet behoeft te
worden gerekend op een verbetering in
de Chinees-Russische betrekkingen.
Het artikel maakt uitvoerig melding van
de reeks inmiddels overbekende beschul
digingen, zonder echter een duidelijke ver
klaring te geven voor het feit dat een
communistische staat als China tot zo'n
politiek kan vervallen. Het voornaam
ste motief ligt naar Russische mening in
een persoonlijke machtstrijd, die ge
paard gaat met een nationalistische poli
tiek die niet past in de marxistische leer.
In het kader van de Russische bewe
ring dat Peking bezig is van bondgeno
ten te wisselen, ontbreekt het niet aan
tegenstrijdigheden. Enerzijds wordt China
aangewreven dat het zich met zijn poli
tiek volledig isoleert in de wereld, an
derzijds wordt het ervan beschuldigd
zijn betrekkingen met de kapitalistische
landen te intensiveren.
Deze en andere beweringen leveren een
bewijs voor de redenering dat ook Mos
kou tot een zakelijke en zonder propa
gandistische argumenten samengestelde
analyse in deze kwestie met in staat is.
Beweringen in de Sovjet-Unie als zou
de politiek van Mao Tse-Toeng niet het
gevolg zijn van kracht, maar juist van
zwakte (bovendien een teken van angst
voor het eigen volk en de eigen partij)
behoeft men dan ook geen bijzondere
waarde toe te kennen.
-i i
Na het absolute falen van Mao Tse-
Toengs binnen- en buitenlandse politiek,
vooral in „de grote sprong voorwaarts",
en het experiment van de colkscommu-
nes, was een afleidingsmanoeuvre nodig.
De Chinese leiders hebben die gezocht in
hun anti-Russische politiek.
In dit verband is gestreefd naar een
volledige breuk in de betrekkingen, waar
toe echter de Sovjet-Unie zou moeten be
sluiten. Dat China als zijn grootste pro
pagandistische vijand de Sovjet-Unie en
niet de Verenigde Staten heeft gekozen,
is naar Russische mening te begrijpen,
omdat uit het Russische voorbeeld anders
had kunnen worden afgelezen hoever Chi
na zich inmiddels van de communistische
idealen heeft verwijderd.
Hoewel het Moskou teleurstelt dat Pe
king ai de Russische stappen in de bui
tenlandse politiek propagandistisch bege
leid, wordt de Chinese politiek op precies
dezelfde manier gedesavoueerd. Onder
verwijzing naar Amerikaanse persstem
men (die daarmee een wezenlijk bestand
deel van het Russische partijdocument
zijn geworden) wordt China verweten zijn
politieke contacten met de communisti
sche landen te verwaarlozen ten gunste
van de kapitalistische landen, met inbe
grip van de Verenigde Staten. Dit zou
een onschatbare hulp zijn voor het im
perialisme en een „trap in de rug" voor
het strijdende Vietnamese volk.
(Van onze correspondent)
MOSKOU. Als in andere wereld
steden 's avonds de lichten worden
ontstoken, gaan ze in Moskou al bijna
weer uit. Lang voor middernacht
wordt bijvoorbeeld in het honderdtal
restaurants van de Russische hoofd
stad drie keer achtereen even met de
lichten geknipperd. Het is de bekende
waarschuwing voor alle gasten het
wild of de Stroganov wat sneller te
consumeren, de roebels te voorschijn
te halen en naar huis te gaan. De nij-
na in alle restaurants optredende
strijkjes-muzikanten (bij het avond
eten wordt gedanst) pakken hun in
strumenten in en de kelners krijgen
plotseling een verbazingwekkende
haast. Zij willen allemaal zo gauw
mogelijk naar huis en naar bed.
Alle Moskovieten en bezoekers van da
stad die echter om elf uur nog geen slaap
hebben, staan op dit moment voor onop
losbare problemen. Want voor een nacht
leven (waarbij aan de „zondige" ver
schijningsvormen niet eens is gedacht)
is in Moskou geen plaats. Twee bars in
de centrale hotels voor buitenlanders, die
eigenlijk alleen de naam gemeen hebben
met soortgelijke instellingen in de weste
lijke wereld, zijn alleen voor deviezen-
bezittende gasten tot vier uur 's ochtends
geopend.
Omdat geen Rus buitenlands geld mag
bezitten, zal hij hoogstens met een weste
lijke vriend samen die paar plaatsen waar
het Moskouse nachtleven zich afspeelt
kunnen bezoeken.
Wie met kennissen wil uitgaan (die hij
gezien de doorgaans kleine behuizing
thuis niet kan ontvangen) kan dus niet
langer dan tot elf uur met hen samen
zijn. Om zichzelf bezig te houden kan men
een van de vele theaters bezoeken, die
bijna iedere avond voor uitverkochte hui
zen spelen, of naar de bioscoop gaan, waar
de programma's bepaald niet veel varia
tie bieden.
Maar ook het theater verzorgt maar een
halve gevulde avond. Het begint namelijk
al om half zeven, zodat men om half tien
of uiterlijk om tien uur weer op straat
staat, en op dat moment is het niet meer
mogelijk nog ergens een vrij plaatsje te
vinden in een restaurant.
Wat de bioscoop betreft, is de toestand
al niet veel anders. Nachtvoorstellingen
zijn namelijk in Moskou onbekende ge
beurtenissen. Een poging om ze in te
voeren is onlangs door de directrice van
het Moskouse bioscoopbeheer afgewezen.
Het argument was dat de laatste voor
stellingen nu al voornamelijk door jonge
paartjes worden bezocht, die in de lange
wintermaanden geen ander intiem
plaatsje weten te vinden.
Een poging van een Moskou's restau
rant om de avond wat te verlengen is al
evenmin een succes geworden. In de
latere uren verzamelde zich in het restau
rant namelijk een zo bedenkelijk publiek,
Moskou, brave stad.
dat het restaurant zich zorgen ging maken
over zijn goede naam en de zaak op eigen
initiatief maar weer op het oude tijdstip
sloot.
Moskou is de braafste stad van ons
oude continent en zal dat ondanks alle
critiek op die toestand ongetwijfeld ook
nog lang blijven, zelfs al is het gerucht
juist dat nu toch binnenkort een nacht
club voor met roebels betalend publiek
wordt geopend. De problematiek van het
ontbrekende nachtleven zal ongetwijfeld
nog acuter worden wanneer de voor dit
jaar vastgestelde invoering van de vijf
daagse werkweek inderdaad plaats heeft.
Dan zullen de zes miljoen inwoners van
de stad zich niet meer alleen 's zaterdags
avonds, maar ook vrijdags vaker afvra
gen, hoe zij hun vrije avonden buiten de
vier muren van de kleine kamer kunnen
doorbrengen Men krijgt echter niet de
indruk dat Moskou's vroede vaderen zich
over dit vraagstuk al het hoofd breken.
Bij K.B. zijn benoemd tot lid van de
Onderwijsraad: bij de afdeling hoger on
derwijs: prof. dr. W. J. Kooiman, Am
sterdam en prof. dr. J. H. Christiaanse,
Rotterdam, bij de afdeling algemeen
vormend hoger en middelbaar onderwijs:
dr. A. J. van Duyvendijk, Den Haag en
C. C. Wijmans, Amsterdam, bij de afde
ling algemeen vormend lager onderwijs,
het kweekschoolonderwijs en het kleuter
onderwijs: dr. J. de Wit. Amsterdam, C.
Th. Bevelander, Amsterdam, mej. A. J
Vreugdenhil, Rotterdam en prof. dr. G.
Th. M. Verhaak, Stiphout, bij de afdeling
volksonderwijs: J. H. Ligteringen, Amers
foort en prof. dr. ir. W. M. J. Schlösser
te Stiphout, en bij de afdeling sociaal-
pedagogisch onderwijs: drs. W. de Heij
in Nijmegen.
Voorts is drs. A. G. van der Veen in
Rotterdam aangewezen tot ondervoorzit
ter van de afdeling vakonderwijs.
37. „Tut, tut, maar manneke toch!" prevelde Joris
Goedbloed vermanend. „Als ge u niet verwijdert, zal
het water zijn wraak op de arme burgemeester blijven
botvieren! En ge wilt die hoogwaardigheidsbekleder
toch niet in zijn natte broekske zetten? Welnu dan!"
„Hm!" zei Panda kwaad. „Goed, ik ga al! Maar ik
zal iedereen vertellen wat een bedrieger je bent. Mees
ter loodgieter bah!". Hij verliet zijn werkgever
en trok zich mokkerig terug in het park. „Let niet
op deze leerling, die salarisverhoging wenst!" verzocht
Joris de toeschouwers. „Een verheffender schouwspel
wacht u: de meester-loodgieter aan het werk!" Zo
sprekende stak hij een schroevedraaier-achtig voorwerp
in de waterstraal, en nam een afwachtende houding
aan. De fontein bleef nog even spuiten, en stopte toen
plotseling. Daardoor verloor de burgemeester zijn steun
in de rug, en tuimelde erschrikt roepend naar bene
den. „Welkom in ons midden, edelachtbare!" sprak Jo
ris, een kleine buiging makend naar het publiek dat
zeer onder de indruk was.
40. Rechter Tie heeft na het vertrek van
de abdis nog een spelletje domino met
zijn dames gespeeld. Juist toen ze een
kopje thee drinken, komt Tsjiao Tai rap
porteren dat hij het onthoofde lijk van
Seng-san en het moordwapen in een oude
put in de tempeltuin heeft ontdekt. Rech
ter Tie gaat dadelijk met hem naar het
wachtlokaal, waar het lijk opgebaard is
op een houten tafel. De twee gerechtsdie
naren die Tsjiao Tai geholpen hebben
het lijk uit de put te halen, staan stram
in de houding. Rechter Tie bekijkt de bre
de rug van het lijk zorgvuldig. „Ja, Tsjiao
Tai, Seng-san is inderdaad vermoord door
een messteek in de rug." Tsjiao Tai knikt.
„De arme vent heeft een kapitaal aan ta
toeage uitgegeven, edelachtbare! Die
mooie tijgerkop op z'n schouders moest
hem tegen aanvallen in de rug bescher
men. Maar dat heeft deze keer niet mo
gen baten De oudste gerechtsdienaar
zegt: „Onder die twee duifjes staat „Ik
en Roos." Dat moet op Juffrouw Roos
uit de kroeg op de hoek slaan." „Welnee"
zegt de andere gerechtsdienaar, „dat is
geen duif, dat is een kalkoen!" „Mond
houden!" beveelt Rechter Tie nors. „Kijk,
Tsjiao Tai, onderaan is de silhouet van
de verlaten tempel getatoeëerd. Hé, dat
is interessant! Daaronder staat „Ik en
Yang worden hier steenrijk.!"
DAAR Kómt 06 SCHOOMtEESTER
AtSOF IK MET
GOEDEN DAG, POREj
WED, WEE, WAT 6EN IJVER
HET IS TOCH 6EEM HUISWERK
-JE HOUDT NA/WeUJK HET
'MUI»!
760. Het duurde héél lang, eer de val
lende tram de bodem van het ravijn had
bereikt en met een klap uiteenspatte. Nog
één keer klonk zielig het belletje, en toen
werd het stil. Door de schok vlogen de
bordjes naar buiten. Eén bordje bleef
rechtop tussen twee rotsblokken staan.
„Uitstappen over het achterbalkon" stond
er op. Dat was moeilijk, want er was
geen achterbalkon meer.
Bram hoorde de slag nog net, voordat
hij door de Vliegman de grot werd bin
nengedragen. Even werd hij heel akelig
m de maag, toen hij bedacht dat hij haast
samen met de tram in de diepte zou zijn
gestort. Goed beschouwd moest hij de
Vliegman voor de redding dankbaar zijn.
Maar dat gevoel schortte Brarp liever
even op, totdat hij wist wat de ander
met hem van plan was.
Op enige afstand volgden Karo tn
Tutu. Tutu had wel kunnen ingrijpen,
maar hij kende Bram een beetje en hij
wist, dat deze eerst zou willen weten
waar zij terecht zouden komen. De
scheepskat dacht er net eender over.
„Even geduld", stelde hij voor. „Nog
niet ingrijpen.het is veel beter eerst
de mens uit de boom te kijken".