„De Rode Mieren"
Nazi-proces in München
wordt morgen afgesloten
PANDA EN DE MEESTER-LOODGIETER
POLLE, PELLI EN PINGO
Woesteling maakt amok
in Amsterdams stadhuis
RECHTER TIE
KRAMMETJE FOK
Jury spreekt zich
uit over schuldig
of onschuldig
Geld lag op straat
in Terneuzen
Gesprek artsen
en fondsen weer
in een impasse
Autospuiter dient
klacht in tegen
rijkspolitie
Importeur dreigt
Autorama met
kort geding
Ons vervolgverhaal
Een actuele Amerikaanse roman
DONDERDAG 23 FEBRUARI 1967
13
door William Lederer en Eugene Burdick
Eisen
Ds. D. Boer overleden
VMMWWWMVMMWi
KVWWWWWWWWWW
92)
Binnen een paar minuten had het
peloton zich ingegraven naar beide
kanten uit. De mannen naast hem
waren vrijwel onzichtbaar. De mees
te Amerikanen, dat wist kanonnier
Vat, konden hen op een paar deci
meter afstand passeren zonder hen
op te merken.
De mieren en de insekten hadden
hem nu ontdekt. Hij voelde weer de
vertrouwde kriebeling. Hij was er
aan gewend en bewoog zich niet. Hij
bad te vaak gezien dat een soldaat
zijn hand uitstak om een mier weg
te jagen en dat hem dat zijn hand
cf zijn hoofd had gekost.
Kanonnier Vat hoorde geluiden op
net pad. Hij wist nu waardoor hij
wakker was geworden. Het waren de
geluiden van mannen die hardop een
gesprek voerden en er niet op ver
dacht waren dat ze in een hinderlaag
nepen. Die Amerikanen moesten wel
gek zijn om zich zo zorgeloos te ge
dragen.
Maar toen zwegen de stemmen.
Iemand lachte. Vat keek de halve
cirkel Vietnamezen langs. Niemand
bewoog zich. Dit zou niet moeilijk
worden.
Een lange blanke man kwam de
open plek op. Hij ging naar de heli
kopter, keek in de cockpit en contro
leerde het mechanisme van de rotor.
Hij liep te fluiten.
Vat verwijderde voorzichtig de bla
deren van zijn geweerloop zodat hij
neter kon zien.
Plotseling begon de grond om ka
nonnier Vat heen brullend tot leven
te komen. Het kwam overeind en
zwaaide zich werktuigelijk naar ach
teren vanwaar de kogels kwamen.
Hij bracht zijn geweer omhoog. Hij
kreeg een steek door zijn handen en
ten scherm viel voor zijn ogen. Hij
zag dat zijn geweer was geraakt en
onbruikbaar was geworden.
Goed gericht geweervuur kwam op
de halve cirkel van de in een hinder
laag liggenden neer. Vat zag hoe ka
pitein Nguien voorwaarts strompelde
in een laatste stuiptrekking, terwijl
bet bloed uit een wond in zijn keel
stroomde. In enkele schuttersputten
kwam het gebladerte omhoog, maar
geen van de mannen haalde het. Een
nalf dozijn werd neergeschoten toen
ze probeerden er uit te komen. Vat
bleef rustig wachten op de kogel die
er een eind aan zou maken. Hij had
altijd geweten dat die eens zou ko
men en hij was erop voorbereid.
„Twee gevangenen, denk er om,
twee gevangenen", riep een stem.
Een oude Meo kwam op de halve
cirkel toerennen. „Ophouden met vu
ren. We hebben onze twee man."
De andere man die nog in leven
was, was kapitein Hien. Van achter
de bomen, onder het gebladerte van
daan en van onder grote stukken
mos kwamen Meo's aanzwermen.
Vat wist dat de belagers in een hin
derlaag waren gevallen. Op het laat
ste ogenblik vóór een hinderlaag is
men in de achterhoede kwetsbaar,
want iedereen kijkt naar het doel.
Dat hadden ook de drie man in de
achterhoede gedaan, voor de gek ge
houden door de blanke die alleen en
luidruchtig op de helikopter was toe
gelopen. Hij had hen om de tuin ge
leid. En toen hadden de Meo's uit de
bergen gelegenheid gekregen nader
bij te sluipen.
Met vlugge bewegingen trokken de
Meo's Vat overeind en bonden met
dun koperdraad zijn handen op zijn
rug. Ze deden het snel, met felle
rukken zoals men een varken bond.
Het deed pijn, maar kanonnier Vat
wist dat de grote pijn die moest ein
digen met de dood nog pas in het
beginstadium was.
Hij werd naar de open plek ge
bracht. Bij de eersten hadden zich
rog een blanke en een donkere man
gevoegd, waarschijnlijk een Sarkha-
nees. De Meo's drongen om hem
heen en opeens schaamde kanonnier
Vat zich dat zoveel mensen hem
hadden kunnen omsingelen zonder
ontdekt te worden.
„Zeg niets," zei kapitein Hien te
gen Vat.
„Bind hun enkels bij elkaar en
breng ze naar de helikopter," zei de
Sarkhanees.
De kleine krachtige handen van
de Meo's gooiden hem op de grond.
De draad beet in zijn enkels. En toen
droegen ze hem naar de grote vogel.
Kanonnier Vat was niet bang. Hij
was bang geweest op het ogenblik
dat de Meo's van uit de achterhoede
begonnen te vuren. Vat had al eer
der de dood gezien. Het zei hem niet
zoveel. Meestal werd die gevolgd door
het trieste werk van grafkuilen ma
ken. Hij vocht al van zijn veertien
de jaar af en hij was twintig toen
zijn artillerie-afdeling Dien Bien
Phoe beschoten had.
Vat bekeek de helikopter met be
langstelling toen hij aan boord ge
bracht was. Hij had er dikwijls op
gevuurd, had dikwijls de wrakken
bekeken van neergeschoten toestel
len, maar hij was er nooit in ge
weest. Hij kon er niet veel van zien
vanaf de vloer waarop hij lag, maar
hij was er verbaasd over dat het toe
stel zo schokte in de wind, zelfs nu
het nog op de grond stond.
Plotseling begon de motor te brul
len, de helikopter begon hevig te
trillen en Vat voelde het toestel slin
geren toen het van de grond was.
Hij keek naar kapitein Hien. Die
beefde alsof hij koorts had. Hij was
altijd politiek officier geweest en hij
had niet veel gevechten meegemaakt.
Vat voelde geen medelijden met
hem. Politieke officieren waren nooit
geliefd bij de vechter, maar Hien
was er een met wie dat wel in het
bijzonder het geval was. Hij had drie
man uit het bataljan gejaagd toen
die een jaar geleden in een bordeel
in Saigon terecht waren gekomen.
Hien was er van overtuigd dat hier
bij spionage in het spel was geweest.
„Kapitein Hien, wie was de com
manderende officier van uw een
heid?" schreeuwde de korte dikke
man boven het gebrul van de mo
tor uit, terwijl hij opkeek van de pa
pieren die hij op de kapitein gevon
den had.
De helikopter trilde hevig en al
verschrikte die vreemde beweging
Vat, toch was hij nog meer onder de
indruk de blanke zo goed Vietnamees
te horen spreken.
(Wordt vervolgd.)
(Van onze correspondent)
MÜNCHEN. In het proces tegen
de vroegere S.D.-chef in Nederland,
Harster, en zijn ondergeschikten
Zöpf en Slottke wordt nu achter ge
sloten deuren gesproken. De recht
bank beraadt zich over de te nemen
beslissing. Morgen wordt uitspraak
gedaan. Deze beslissing komt als volgt
tot stand:
Drie beroepsrechters en zes leken-
rechters hebben vier weken lang de
verklaringen van aanklager, aange
klaagden en verdedigers aangehoord.
De voorzitter van de rechtbank heeft
vragen gesteld, en af en toe een van
de beroepsrechters. De gezworenen
echter hebben zich in stilzwijgen ge
huld. Hun rol tijdens het proces is in
Nederlandse ogen nogal onbegrijpe
lijk en aan critiek onderhevig: waar
aan ontlenen de leken hun oordeels
bevoegdheid, zo wordt wel gevraagd.
Hoewel het systeem, waarbij leken deel
genoot zijn in de beslissing bij een rechts
geding uit de tijd van de oude Germanen
stamt, is de moderne lekenrechtspraak in
het midden van de vorige eeuw in de mees
te Duitse staten opnieuw ingevoerd. Tot
1924 waren de gezworenen gescheiden van
de beroepsrechter opgesteld, omdat hun
rol zeer speciaal was: zij spraken alleen
het schuldig of onschuldig uit.
De beroepsrechters konden na het
„schuldig" de strafmaat vaststellen. Dit
systeem wordt in de Verenigde Staten nog
steeds toegepast. De leken onderhandelen
dan ook afzonderlijk, zoals men zich dit
uit de dramatische film „De twaalf ge
zworenen" herinnert Het bezwaar tegen
dit systeem is, dat leken zich nu eenmaal
laten beïnvloeden door zeer onjuridische
bijverschijnselen, zoals men zich ook nog
in Beieren herinnert, waar na de tweede
wereldoorlog het systeem van vóór 1924-
voor korte tijd weer werd ingevoerd.
Men herinnert zich nog steeds het be
ruchte geval van de vrouw uit München,
die de vriendin van haar man bij zich thuis
uitnodigde en deze toen achter de deur
met een hooggeheven schnapsfles opwacht
te. Toen de vriendin onder de klap be
zweek en de bedrogen echtgenote voor de
jury-rechters moest verschijnen, spraken
deze tot ieders verbazing het onschuldig
over de moordenares uit. De beroepsrech
ters konden toen ook geen straf meer vast
stellen.
De gezworenen moeten aan. bepaalde
eisen voldoen: zij moeten de leeftijd van
dertig jaar hebben bereikt, geen geestelijke
en lichamelijke gebreken bezitten, een
blanco strafregister hebben, enz. Hun po
litieke verleden speelt geen rol meer. Sta
tistisch zouden aan het proces-Harster dus
eventueel ook oud-SS-ers of oud-NSDAP-
ers deel hebben kunnen nemen. Zeer waar
schijnlijk is het echter niet, omdat nu een
maal wordt aangenomen, dat in Ober-
bayern aanzienlijk minder Hitler-aanhan-
gers waren, dan bijvoorbeeld in het Fran
kenland.
Het Harster-proces wordt weliswaar in
München gevoerd, maar het is geen Mün-
chener proces. Het Landgericht II, waartoe
de eerste strafkamer behoort, die de zaak
tegen Harster en de zijnen behandelt, be
hoort tot het arrondissement Oberbayem,
het gebied dat rond München ligt. Want
het was in het dorpje Weilheim, dat men
als eerste de beklaagde Zöpf opspoorde en
arresteerde. Het is toeval, dat de betref
fende autoriteiten in het justitiegebouw in
München zijn ondergebracht. Het is dan
ook niet die bijzondere kwaliteit van
rechtbankvoorzitter dr. Göppner in het
berechten van oorlogsmisdaden, die hem
tot voorzitter van deze rechtbank maakte.
Dr. Göppner was toevallig (maar van
zelfsprekend ook wegens zijn juridische
kwaliteiten) dit jaar tot voorzitter van de
gezworenenrechtbank van het Landgericht
II voor alle op dit gerechtelijk niveau in
aanmerking komende strafzaken benoemd
Dat de voortreffelijke leiding van het pro
ces-Harster hem eventueel een promotie
zou kunnen opleveren, is een andere zaak.
In de Van Steenbergenlaan te Terneuzen
hebben gisteren alle huisvrouwen op straat
naar geld gezocht. Om acht uur was er
een man door de straat gekomen die er
582,50 gevonden had en dit op het poli
tiebureau had gebracht. Omdat hij het
geld vlakbij 'n school had gevonden werd
dadelijk aan inbraak gedacht. De agent
die op onderzoek uitging vond echter zelf
625,- en kon nog net een bankbiljet van
tien gulden weggrissen voor de bezem
wagen van de gemeentelijke reinigings
dienst. In de wagen werden nog enkele
verscheurde bankbiljetten gevonden.
Een vrouw vond 110,- en een school
jongen kwam triomfantelijk op het politie
bureau met 1720,-. Alles bij elkaar bijna
3100,-.
Tenslotte is gebleken dat een oude man
die 's avonds tevoren ruzie had gemaakt
met zijn familie over geldkwesties, het
geld op straat had gegooid, omdat hij niet
wilde dat ze het hem afhandig zouden
maken. Hij weigert tegenover de politie
een verklaring af te leggen, en daarom
is nog niet bekend of het gevonden geld
het gehele bedrag is dat de man op straat
heeft gegooid.
co?, BAKTEN TOONDE?
-40-92
40. Zodra Panda de meester-loodgieter aan zag ko
men, sprong hij kwaad overeind. „Zo, ben je daar!
riep" hij. „Hoe durf je! Je bent niets minder dan een
schurk een gemene oplichter! Je klopt de mensen
geld uit hun zak door onzin-voorspéllingen te doen over
overstromingen en lekkende pijpen! Maar ik heb je
door!" Joris deinsde geschrokken achteruitten trachtte
de woordenstroom van zijn leerling te stuiten. „Luis
ter nu toch eens, jongske!" sprak hij. „Het gaat niet
aan, om een ouder en wijzer persoon „Dat ben je
helemaal niet!" riep Panda woedend. „Je bent een
bedrieger! Je weet dat de waterdruppels overal komen
waar ik ga! En daarom zend je me naar verschillende
plaatsen waar je je voorspelling hebt gedaan! En
dan komt er natuurlijk wateroverlast! Bah! Ik wil er
niets meer mee te maken hebben!" Die beschuldi
gingen waren teveel voor het fijne gemoed van Joris.
Er welde een traan in zijn oog op, en een snik in
zijn keel. „Wacharme!" kreet hij, het droevige gelaat
in een zakdoek verbergend. „Het is waar: gij veroor
zaakt de overstromingen maar ik repareerEn na
mijn werkzaamheden heeft niemand meer last van
water. Maar nu ach Mijn eerlijke vakkennis en
mijn oprecht verdiende salaris worden mij verweten!
Ach, wat is de wereld boos!"
DOET DE WEE6- Y IK WEET HET Ml ET, PlWÖOJ
SCHAAL HET NlET.U
SCHIIDPANE?
ÜêTfóttJA, MAAR JIJ
?J66W0RDEN ,,,17
BENT Zh/AAR
t>e CIJFERS 2WN 20 KLEIN, DAT IK2ENI
LEZEN KAN» 216 JIJ HOEVEEL- IK WEE6
©P1B
^gOPFNHAf.f#
De onderhandelingsdelegaties van de
Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV)
en het gemeenschappelijk overleg van
ziekenfondsorganisaties zijn gisteren na
een vier uur durende bespreking in
Utrecht uiteen gegaan zonder dat over
eenstemming is bereikt over de formule
ring van een nieuw contract. Voor her
vatting van het overleg is geen nieuwe
datum vastgesteld.
De verwachting, dat het opstellen van
een contract slechts een formaliteit zou
zijn, is dus niet bewaarheid. Ziekenfonds
vertegenwoordigers spraken na afloop
van de vergadering van een „bijzonder
moeizaam gesprek". Zij verweten de art
sen, dat zij op hun standpunt zijn terug
gekomen en dat pas aan het eind van de
avond, namelijk om half twaalf, duidelijk
hebben laten blijken.
De ziekenfondsen verkeerden in de
overtuiging, dat de LHV geen bezwaar
had tegen het sluiten van een overeen
komst met de twee grootste ziekenfonds
organisaties, de federatie van door ver
zekerden en medewerkers bestuurde zie
kenfondsen en de centrale bond van on
derling beheerde ziekenfondsen, die sa
men tweederde van alle ziekenfondsver
zekerden vertegenwoordigen. Zij baseer
den deze mening op de officiële medede
ling die hen na de laatste vergadering
van de LHV op 17 februari bereikte,
namelijk dat de artsen bereid waren om
de door hen gevraagde en de door COBZ
en VMZ afgewezen koppeling van hun
honoraria aan de ontwikkeling van de
salarissen van de artsen in overheids
dienst, los te laten.
De CBOZ en de VMZ hadden aange
boden, de in het rapport van de commis
sie-Van der Ven genoemde bedragen (51
percent over 1968, 1969 en 1970) te beta
len, zonder dat zij evenwel instemden
met de argumentatie van de commissie-
Van der Ven. Over de jaarlijkse trend
matige aanpassing zou steeds aan het eind
van ieder kalenderjaar opnieuw moeten
worden gesproken.
(Van onze correspondent)
AMSTERDAM Een 49-jarige mon
teur heeft gistermiddag amok gemaakt
in het kantoor van het hoofd van de afde
ling algemene zaken van het Amsterdam
se stadhuis, mr. P. Hoogenboom. Hij
richtte voor honderden guldens schade
aan. Vijf agenten en commissaris P.
Landman van het politiebureau Singel
hadden tenslotte de grootste moeite om
de woesteling te overmeesteren. In een
dwangbuis is hij naar een ziekenhuis over
gebracht.
De monteur, een oude bekende van
de politie, onder meer doordat hij enke
le jaren geleden kapitein was van het be
ruchte jacht „Casablanca" en doordat hij
als snorder opereert, wilde een legale
taxivergunning hebben. Dinsdagmiddag
had hij hierover een gesprek met de heer
Hoogenboom. In verband met het verle
den van de man kon er van het afgeven
van een dergelijke vergunning geen spra
ke zijn.
Gistermiddag drong de monteur hierop
het kantoor van de heer Hoogenboom bin
nen. Hij ontblootte zijn bovenlijf en viel
het hoofd van de afdeling algemene za
ken aan. Deze en zijn assistent vluchtten
de kamer uit en deden de deur op slot.
Terwijl de man bureaus, stoelen en kasten
vernielde en schrijfmachines naar buiten
gooide, alermeerden zij twee artsen-raads
leden, Baruch en Hoekstra. Deze ga
ven de monteur, die inmiddels uitgeraasd
scheen, kalmerende pillen. Een ondertus
sen ook gearriveerde psychiater van de
G.G. en G.D. gaf hem een spuitje. Twee
broeders van de G.G. en G.D. zouden
hem naar een ziekenhuis brengen.
Een politieagent bij de uitgang van het
stadhuis werkte echter op de monteur als
een rode lap op een stier. Hij rukte zich
los en viel de politieman aan. Vier ande-
De autospuiter J. H. heeft bij de minis
ter van Justitie de rijkspolitie te Twello
aangeklaagd wegens het opzettelijk mis
plaatst gebruik van geweld, vernieling
van zijn eigendom en daden in strijd met
de gevestigde zedelijke normen (het ver
wijderen van de dekens van het bed waar
in het echtpaar lag).
De heer H. werd, aldus de brief, vrij
dagmorgen om zeven uur van zijn bed
gelicht om voorgeleid te worden voor de
rechter - commissaris. De politiemannen
forceerden de keukendeur door het in
slaan van een ruit, en drongen de slaap
kamer van het echtpaar binnen. De deur
waarder Herenius uit Apeldoorn had een
aanklacht wegens belediging tegen hem
ingediend. Na een verhoor dat vijf minu
ten duurde, kon de heer H. weer huis
waarts gaan.
De heer H. vraagt in zijn schrijven een
objectief onderzoek en vergoeding van de
vernielingen die bij hem zijn aangericht.
Een importeur van autogereedschappen
(Black en Decker Nederland NV) heeft
Autorama, die in verschillende plaatsen
supermarkten exploiteert en kortingen
geeft van tien tot dertig percent, gesom
meerd de verkoop van de gereedschappen
beneden de vastgestelde prijzen onmiddel
lijk te staken en ook zich te onthouden
van rechtstreekse import uit omliggende
landen.
De importeur stelt dat alleen hij het uit
sluitend recht heeft te bepalen op welke
wijze zijn produkten in Nederland wor
den verspreid en tegen welke prijzen. Au
torama daarentegen meent het recht te
hebben haar aankooporders te mogen
plaatsen bij die leveranciers die de laag
ste prijzen aanbieden, zonodig in het bui
tenland en dat de klanten mogen mee
profiteren in de vorm van kortingen op al
le artikelen, ook als het merkprodukten
betreft.
De importeur heeft aangekondigd des
noods een kort geding aan te spannen om
de rechter een verkoopverbod te laten
opleggen. Autorama heeft de kwestie in
middels aanhangig gemaakt bij het mini
sterie van economische zaken en gaat met
de verkoop beneden de vastgestelde prij
zen normaal door.
In de ouderdom van 87 jaar is te Assen
overleden ds. D. Boer, emeritus predi
kant van de Nederlandse Hervormde Kerk.
In 1918 stichtte hij mede de Nederlandse
Bond van Predikanten, waarvan hij tot
1946 secretaris is geweest. Ds. Boer heeft
mede de stoot gegeven tot de oprichting
in 1912 van de Vereniging van Vrijzinni
ge Hervormden. Door zijn toedoen kwam
in 1922 het eerste reglement op de predi-
kahtspensioenen tot stand.
re agenten en commissaris Landman wis
ten ternauwernood te voorkomen dat hij
zich meester maakte van het pistool van
de agent en slaagden er na een hevig
gevecht tenslotte in de monteur in hun
macht te krijgen.
tas
43. Tsjiao Tai begrijpt niet wat Rechter
Tie met de kleren van het onbekende
slachtoffer wil, maar hij gaat ze dadelijk
uit het wachtlokaal halen. „Mooi", zegt
de rechter, „dit zijn dus de broek en het
jak die door het onbekende slachtoffer ge
dragen werden. Aangezien ze te krap voor
Seng-san's lijk zijn, heeft de moordenaar
ze maar in de put gegooid?. Neem mijn
lineaal, Tsjiao Tai, en klop het jak hier
boven de teil uit!" Terwijl de verbaasde
Tsjiao Tai het jak uitklopt, kijkt Rechter
Tie aandachtig naar het watervlak. „Hm"
mompelt hij, „alleen maar fijn huisstof.
Aha, daar zie ik toch ook een paar korrel
tjes. die langzaam naar de bodem zin
ken. Ja, dat is wel genoeg, Tsjiao Tai.
Nu de broek!" Wanneer Tsjiao Tai ook
de broek boven de teil heeft uitgeklopt,
heft de rechter zijn hand op. „Prima!"
roept hij uit. „Kijk eens goed in het wa
ter, Tsjiao Tai! Zie je daar dat kleine
rode wolkje in het water? En daar zit
wat geel, en wat blauw. En in het be
zinksel op de bodem zie je ook wat glin
steren. Dat is goudpoeder. Ja Tsjiao Tai,
het tweede slachtoffer is inderdaad de
verlopen student Yang, de assistent van
de schilder Lie Ko. Toen Yang de tafel
in Lie's atelier opruimde, zijn en wat kor
reltjes van het verf poederdat schilders
gebruiken, in zijn kleren blijven hangen.
Die student Yang was de medeplichtige
van de boef Seng-san en zij werden bei
den vermoord".
763. Tutu en Karo waren inmiddels ook
gearriveerd en zij luisterden belangstel
lend mee toen Bram vervolgde.
„Kijk nu eens, wat er gebeurd is. Nu
hebben jullie ruzie gekregen om een
broek en een hemd. Hebben jullie die
stof werkelijk zo nodig?"
De Vliegman, die hem had binnenge
bracht zuchtte diep.
„De nood is werkelijk hoog gestegen,
zei hij. „Zonder vleugels kunnen we de
grotten niet uit, maar de motten kwa
men wel in de grotten. Gaandeweg ver
loren mijn vrienden hun vleugeld. Ik ben
de enige, die nog een beetje fladderen
kan.en als mijn vleugels ook stuk
zijn kunnen we ons kostje niet meer op
halen. Daarom waren we zo blij toen jij
in je goeie goed naar beneden kwam.
Daar zijn we erg mee geholpen".
Bram knikte rillerig.
„Ik ben niet zo groot", stelde hij vast.
en mijn pak is in de was nogal ge
krompen. Als je er twee vleugels uit
haalt mag je je handen dichtknijpen Is
het niet veel beter, als ik voor jullie
nieuwe stof ga halen, waarmee je weer
vleugels voor allemaal kunt maken".
De Vliegman overwoog het, maar een
stem uit de menigte zei: „Niet/ doen,
hoor. Als hij er eenmaal vandoor is zien
we hem nooit meer terug. Hij wil alleen
maar zijn pakkie terugkrijgen."