nog steeds een ondoorgrond mysterie
Duitse spionagestunt kostte 47 Nederlandse
agenten en ontelbare verzetslieden het leven
De vissen
niet over de trap
jSKSSkfeSS*
Noodlottige tragi
komedie begon een
kwarteeuw geleden
Verraad in Londen,
of vergaande dom
heid de oorzaak?
mmmm
Vistrappen in
rivierstuwen
voldoen niet
ZATERDAG 4 MAART 1967
Erbij
15
(Van een medewerker)
„ALSO der Prinz Eugen liegt in Schiedam". Met deze
kwasi-triomfantelijke uitroep van de commandant van
de Duitse radio-controledienst in bezet Nederland,
luitenant Heinrich, begon in een woning aan de
Fahrenheitstraat in Den Haag op 6 maart 1942, nu een
kwart eeuw geleden, het sinistere England-Spiel.
Dit nooit geheel ontrafelde drama heeft aan 47 uit
Engeland overgekomen Nederlandse geheime agenten
en aan duizenden verzetslieden en burgers in het be
zette gebied het leven gekost. Tijdens dit England-
Spiel onderhielden de Duitse geheime diensten contact
met Engelse geheime diensten via radioverbindingen
van gearresteerde geheime agenten. Het „spel" duurde
ongeveer twee jaar.
Lauwers in de val
De verrader Van der Waals, die
door het England-Spiel in Ne
derlandse verzetsorganisaties
kon penetreren en talloze slacht
offers heeft gemaakt, na de be
vrijding voor zijn rechters. Hij
is een der weinigen, wier dood
vonnis is voltrokken.
Giskes, een van de twee diri
genten van het England-Spiel.
Security check
Eerste contact
firn
Geraffineerd
A chttien lijnen
Tegenspel?
Schreieder ^voor zijn Nederland
se rechters na de bevrijding. Bij
de behandeling bleek, dat hij
niet meer (maar beslist ook niet
minder) gedaan had dan zijn
taak als politieman in bezet ge
bied. Hem kon geen wangedrag
en geen oorlogsmisdaad ten
laste worden gelegd. Zijn ge
vangenen hebben hem natuur
lijk steeds als een vijand gezien,
maar nimmer als een onmens.
Ontmaskering
m
w VfCM; WHÊ
Deze oproep verscheen op aan
plakbiljetten in Nederlandse
steden, toen Dourlein en Ubbink
uit Haaren waren gevlucht om
in Engeland een boekje open te
doen over de werkelijke situatie
in Nederland.
Vragen, vragen
Penetratie in verzet
HET ENGLANDSPIEL
DE MOGELIJKHEID om het Eng
land-Spiel (zoals de Sicherheitspolizei
het noemde) of het Nordpol-Spiel (de
benaming door Abwehr III, de Duit
se contra-spionagedienst) te beginnen,
kwam binnen bereik van de Duitse be
zetters door verraad van een Neder
lander, Ridderhof. Deze onderhield con
tacten met de verzetsbeweging en le
verde zijn kennis daaromtrent voor
geld uit aan de bezetters.
VIA RIDDERHOF en andere inlich
tingenbronnen ontdekten de Duitse be
zetters, dat er twee geheime agenten
in Nederland waren geparachuteerd,
Lauwers en Taconis. Zij arriveerden
op 6 november 1941. Taconis had sabo-
tage-opdrachten, Lauwers was marco
nist en moest bovendien op eigen ge
legenheid inlichtingen verzamelen.
DE DUITSE diensten onder leiding
van Schreieder (Sicherheitspolizei) en
Giskes (Abwehr II)wisten dankzij ra
diopeilingen en het verraad van Rid
derhof, dat Lauwers op 6 maart 1942
om 18 uur voor de zoveelste keer
boodschappen naar Engeland zou zen
den in een nog niet ontrafelde code.
Eerdere boodschappen waren wel op
gevangen maar door onbekendheid met
de code nog niet ontcijferd.
Op 6 maart bevindt Lauwers zich
met zijn zender en enkele gecodeerde
berichten in een pand in de Fahren
heitstraat in Den Haag. Kort voordat
hij met zenden zal beginnen wordt hij
gewaarschuwd, dat er overvalwagens
in de buurt zijn. Hij maakt zich niet
ongerust, wetend dat men hem nog
niet met peilapparaten heeft kunnen
vinden. Hij laat de zender verbergen,
steekt zijn papieren bij zich en ver
laat het huis. Maar het blok is om
singeld. Hij wordt overmeesterd en
ziet geen kans meer, zijn papieren te
laten verdwijnen. De code-berichten
vallen in Duitse handen.
DIT GEEFT de Duitsers de gelegen
heid, hun bluf-spel te beginnen. Zij
wisten van Ridderhof, dat een van de
op Lauwers gevonden code-telegram-
men betrekking zou hebben op het
feit, dat de kruiser Prinz Eugen voor
reparatie in Schiedam lag, aantrekke
lijk doelwit voor een bombardement.
Ridderhof had dit bericht met mede
weten van de Duitsers aan Lauwers
toegespeeld via zijn contacten met de
verzetsbeweging met het verzoek, het
naar Engeland te zenden.
Terwijl andere Duitsers zich met
Lauwers bezighouden, buigt Heinrich
zich over de code-telegrammen. Na
twintig minuten roept deze triomfante
lijk uit „also der Prinz Eugen liegt
in Schiedam!"
Volledig' onthutst over de snelle „ont
cijfering" van zijn telegram meent Lau-
wers dat men „alles" weet en geeft hij
de volledige code uit handen. De bluf
is geslaagd.
Lauwers mocht zijn code uit handen
geven. Om allerlei redenen werd aan
agenten, die naar het bezette gebied
gingen, verof gegeven de zendcode (die
voor iedere agent verschillend was) bij
arrestatie te verraden, zij niet zonder
noodzaak en niet zonder pressie.
HET OPOFFEREN van de code was
geen ramp. Er warén meer beveiligin-
gen, zoals de security-check, die be
slist niet verraden mocht worden. De
ze bestond er in, dat in de tekst van
gecodeerde telegrammen opzettelijk
een bepaalde (voor iedere agent ver
schillende) fout moest worden geseind.
Wanneer die bepaalde fout in een ont
vangen telegram ontbrak, zou men in
Engeland weten dat er iets niet in or
de was. Nadrukkelijk was de agenten
verzekerd, dat bij het ontbreken van
de security-check in een telegram het
radioverkeer over deze lijn zou worden
gestaakt of dat men het slechts als
„spelletje" zou voortzetten, wetend dat
men met de vijand sprak!
De Duitsers haalden, na langdurige
verhoren, Lauwers er toe over, zelf
in zijn eigen code berichten aan de
Engelsen door te seinen. Zij hadden
dit moeilijk zelf kunnen doen. Een
marconist ontwikkelt nl. in zijn manier
van seinen een eigen karakteristiek
die voor een deskundige even herken
baar is als een handschrift.
LAUWERS stemde toe omdat de
Duitsers ook Taconis te pakken had
den gekregen. Men verzekerde hem,
dat hun beider leven gespaard zou blij
ven als Lauwers meewerkte, en ze ga
randeerden voorts het leven van alle
andere agenten, die eventueel door het
„spel" in Duitse handen zouden val
len. Lauwers had bovendien zijn secu-
rity-check niet afgegeven. Hij zette dus
niets op het spel door zelf te seinen.
Op 12 maart 1942 zond Lauwers een
codebericht naar Engeland, waarbij hij
een valse security-check gebruikte. Zo
- dacht hij - was het hem mogelijk de
„overkant" te laten weten dat hij ge
grepen was.
Korte tijd later bleek tot zijn ont
steltenis, dat de Engelsen het gebruik
van de verkeerde check kennelijk niet
was opgevallen.
De gevolgen van deze onbegrijpelij
ke reactie van de Engelsen waren ca
tastrofaal, vooral toen bleek dat zij
andere duidelijke aanwijzingen over de
werkelijke stand van zaken in de wind
sloegen.
Over de door de Duitsers gecontro
leerde Lauwers-„lijn" delen de Engel
sen mee, dat een volgende agent op
een bepaalde dag, een bepaald tijd
stip en een bepaalde plaats zal wor
den geparachuteerd.
De man wordt opgewacht door een
comité van Nederlandse verraders
die zich voordoen als verzetslieden. Zij
leveren hem uit aan elders wachtende
Duitsers. De Duitsers hebben er een
zendlijn bij, wanneer ook deze agent
(overeenkomstig zijn instructies) na
enige tijd bereid is zijn code bekend te
maken.
Schreieder en Giskes spelen het spel
geraffineerd. Zij gebruiken de verwor
ven kennis omtrent „Londen" en de
Engelse Geheime Dienst om bij later
gearresteerde agenten de indruk te
vestigen, dat er in Engeland verraad
in het spel is. Er groeit een stemming
van defaitisme, die het de Duitsers niet
moeilijk maakt, ook meer hardnekki
ge „weerstand" van volgende agenten
te breken.
AGENTEN worden gedropt en
prompt ingerekend op 27 maart, 28
en 29 april, 1, 3, 9, 29 en 30 mei, 22 en
26 juni, 24 september, 1, 21, 24 en 27
oktober en 28 en 29 november van
het jaar 1942. Tussen 13 februari en
21 mei 1943 vervolgens nog eens 17
parachutisten. In februari 1943 wordt
in het kasino van de SD in Den Haag
een feestje door de Duitsers gearran
geerd ter gelegenheid van de vangst
van de vijftigste
In totaal vallen 52 agenten in Duit
se handen. Slechts vijf hunner zouden
de oorlog overleven!
DE DUITSERS kregen de beschik
king over 18 zendlijnen, op een gege
ven moment zelfs 14 tegelijk. Over die
lijnen wisselden zij ongeveer vierdui
zend boodschappen uit met de Engel
sen, die zelfs de meest opvallende
alarmsignalen van de gevangen agen
ten in de wind sloegen.
De Engelsen wezen er zelfs eenmaal
in een antwoordtelegram op, dat een
bepaalde agent niet zijn juiste security-
check gebruikte. En of hij daar voort
aan maar goed om wilde denken
De Duitsers zorgen er voor af en
toe belangrijke „resultaten" van het
werk der agenten naar Engeland te
melden. Zij laten eens een schip in
Rotterdam in de lucht vliegen om
Londen blij te maken met een grootse
sabotagedaad. Zij voeren zelfs enkele
sabotage-opdrachten op Brits bevel
uit.
MAAR HET spel kan niet eeuwig
duren. Uiteindelijk slagen de agenten
Dourlein en Ubbink er in de nacht van
29 op 30 augustus 1943 in, uit Haa-
ren te ontsnappen om Engeland op de
hoogte te gaan stellen van de werke
lijke stand van zaken.
Schreieder doet een wanhopige po
ging om de dreigende ontmaskering te
voorkomen. Over de besmette lijnen
stuurt hij waarschuwingen naar Enge
land, dat Dourlein en Ubbink naar de
Duitsers zijn overgelopen en nu met
hun medeweten als vluchtelingen op
weg zijn naar Engeland om het Engelse
agentennet in diskrediet te brengen.
Als Dourlein en Ubbink na zeven
maanden via Bern en Spanje in maart
1944 Engeland bereiken worden ze in
bewaring genomen. Het duurt nog lang
voordat zij de autoriteiten kunnen
overtuigen van de werkelijke stand
van zaken. Het spel is uit.
DE DUITSERS lieten de nu „waar
deloze" agenten naar concentratiekam-
I 'i yjTti ftofrti' lïTi'iiï f
pen overbrengen, waar zij later om
het leven zijn gekomen. Slechts vijf
van de 52 agenten zijn aan dit lot ont
komen. Schreieder heeft over deze li
quidatie waarvoor hij niet verantwoor
delijk was, zijn grote verontwaardiging
uitgesproken. Hij had beloofd hun le
vens te sparen.
WAT HEEFT de Engelsen bezield
om de honderden overduidelijke waar
schuwingen volkomen in de wind te
slaan? Hebben zij wel degelijk een
„spel" gespeeld met het oog op mili
taire belangen? Bijvoorbeeld om de
Duitsers mettertijd te overtuigen, dat
er een invasie in Nederland op stapel
stond, zodat de bezetters hier troepen
zouden samentrekken? Maar was dit
spel dan de offers waard van zovele
Nederlanders, die zich vrijwillig in het
hol van de leeuw waagden en mede
streden aan Engelse zijde?
Is er sprake geweest van verraad in
de hoogste kringen in Londen? Of is
het hele drama te wijten geweest aan
Nederlands dilettantisme, aan onbe
kendheid met de harde realiteit van
het inlichtingenwerk?
Alleen op die laatste vraag is een
ondubbelzinnig antwoord mogelijk:
neen! De hoofdrolspelers immers wa
ren de professionele Engelse en Duit
se geheime diensten.
MAAR WAT DAN WEL?
Men weet het niet.
Nauwkeurig onderzoek na de oor
log, onder meer door de Parlementaire
Enquête Commissie die er dikke rap
porten (drieduizend pagina's) over liet
verschijnen, heeft geen antwoord kun
nen vinden. Velen bleken de juiste de
tails niet meer te weten, de meeste
slachtoffers konden niet meer worden
verhoord. Schreieder zelf werkte mee
bij de reconstructie, maar was toch
niet onbevooroordeeld. De Engelse ge
heime diensten konden niet ter ver
antwoording worden geroepen en lie
ten zich in vrijwillige „verklaringen"
slechts uit over bijkomstigheden, zon
der iets over essentiële punten los te
laten.
Er zijn geen aanwijzingen gevonden
voor verraad in Londen, maar een be
wijs dat géén verraad is gepleegd is
nu eenmaal moeilijk te vinden. De hele
gang van zaken maakt zo'n verraad
echter onwaarschijnlijk.
Wat dan?
Men zal het vermoedelijk nooit te
weten komen.
En misschien is dat, na alle offers,
het meest tragische van dit oorlogs
drama, dat een kwart eeuw geleden
begon.
OP I APRIL 1944 maakte
Schreieder een einde aan het
England-Spiel door over alle nog
beschikhare lijnen dit telegram
naar Londen te zenden:
„Messrs. Blunt Bingham and
Succes Ltd., London. De laatste
tijd probeert u zonder onze tus
senkomst in Nederland zaken te
doen stop vinden dit niet be
hoorlijk gezien langdurige en
succesvolle optreden van ons als
uw alleenvertegenwoordigers
stop niettegenstaande dat
kunt u als u ooit een bezoek aan
het vasteland denkt te brengen
ervan verzekerd zijn dat u met
dezelfde zorg en op dezelfde
wijze ontvangen zult worden als
degenen die u tot nu toe naar
ons liet overkomen stop tot
ziens".
nnnnnnnnnnnnnnni
ZO WONDERLIJK was dit alles dat
sommige gevangenen tenslotte gingen
geloven dat niet de Duitsers maar de
Engelsen het spel speelden. Het was
mogelijk dat zij wisten van de Duitse
list maar dat een belangrijk oorlogs
doel het wenselijk maakte, desnoods
tientallen agenten op te offeren. Mis
schien dat men de Duitsers zo iets sug
gereren kon over gefingeerde militaire
plannen, zodat zij de verkeerde tegen
maatregelen zouden nemen.
Een gevolg van deze gedachtengang
was, dat twee gevangenen een opge
legde kans om te ontvluchten voorbij
lieten gaan.
SCHREIEDER en Giskes buiten het
spel tot op de bodem uit. Over de be-
besmette lijnen maken zij afspraken,
voor het droppen van wapens, sabota-
ge-materiaal en andere zaken. 95 maal
in anderhalf jaar staan zij de zendin
gen op te wachten. Tienduizend vuur
wapens, vijftien ton springstoffen en al
lerlei sabotagemateriaal vallen in hun
handen.
HET MEEST tragische gevolg is de
verlamming van de verzetsbeweging.
Nederlandse verraders, waaronder de
beruchte Van der Waals, dringen zich
in de verzetsgroepen. Als „paspoort"
hanteren zij slagzinnen, die zij wel
even over Radio Oranje zullen laten
uitzenden. Wanneer dat (met hulp van
de besmette lijnen) lukt, is het ver
trouwen gewonnen. Dan zitten de hand
langers van de bezetters in het ge
heimste verzetswerk, dat natuurlijk
korte tijd later geëindigd is.
Het is nooit te achterhalen geweest,
hoeveel mensenlevens dit aspect van
het England-Spiel gekost heeft. Het
zijn er vermoedelijk duizenden geweest.
Bij de VVestduitse stad Koblenz ligt
een waterkering overdwars in de Moe
zel. Daarin is voor stroomopwaarts
trekkende vissen een zogenoemde „vis-
sentrap" aangebracht. Wanneer in het
voorjaar de vis gaat trekken, passe
ren ruim 14.000 vissen per uur deze
doorlaat. Ook in de nieuwe stuw in de
Elbe bij Geesthaeht is zo'n vissentrap
aangebracht. Bij de aanleg daarvan
werd wetenschappelijk doordacht te
werk gegaan. Alle middelen van de
moderne stromingstechniek werden
toegepast om de vissen de doortocht
te vergemakkelijken. En wat bleek?
Dat slechts 54 vissen per uur deze
trap benutten. Ook vistrappen in stuw
dammen in Wezer en Eems schijnen
hoewel van oudere datum, bij de vis
sen niet in trek te zijn. Vissen en na
tuurbeschermers klagen over het te
ruglopen van de visstand in de wate
ren beneden stuwdammen en waterke
ringen.
HET BIOLOGISCH instituut van Hel
goland is de zaak eens gaan onder
zoeken. Waarom willen de vissen niet
door de stuw van Geesthaeht? In het
water beneden de stuw werden een
aantal gemerkte alen losgelaten. Zij
waren ver boven de stuw gevangen en
daarom kon van hen worden verwacht
dat zij zich ogenblikkelijk weer op weg
zouden begeven naar hun oorspronke
lijke verblijfplaats. Maar van de 41 ge
merkte alen die werden gevangen ble
ken er maar twee over de stuw te
zijn gekomen. De andere waren vlak
onder de waterkering blijven staan en
daar gevangen. En dit nog wel in het
voorjaar toen hoogwater de vissentrek
vergemakkelijkte en de stuw was ge
streken, en een vis met een snelheid
van drie meter per seconde recht
streeks over de stuw kon komen zon
der de vissentrap te gebruiken. Nu
zwemmen alen wel niet zo snel, maar
zij hadden gemakkelijk om de stuw
heen kunnen zwemmen, omdat het
land overstroomd was. Zij deden het
niet, maar bleven voor de stuw staan.
TOEN GING men de vissentrap zelf
eens onderzoeken. De vissen, die er
over heen kwamen bleken allemaal
klein, jong en zwak te zijn. Er wa
ren zo slechte zwemmers bij als ste
kelbaarsjes. Door de weloverwogen
stroomdynamiek was de stroomsnel
heid bij de vissentrap sterk vermin
derd. Het water was er heel rustig. Er
waren geen kolken in de buurt. Waar
om zwommen de alen dan niet verder?
Dr. Tesch kwam er achter waarom
niet. De doelmatigheid van een vissen
trap hangt niet af, zoals tot nogtoe
werd aangenomen, van de hydrodyna-
miek alleen. Waar het vooral op aan
komt is, dat de vissen de doorlaat-
plaats ook vinden. En hier toonden zij
een opmerkelijk gebrek aan intelligen
tie.
Men ging de plaatsen onder de wa
terkeringen in Elbe en Wezer met
elektrische vangtoestellen bestuderen.
Daarbij bleek, dat de vissen zich
oriënteren op de hoofdstroming van de
rivier. Zij trekken weliswaar niet mid
den in de rivier stroomopwaarts maar
in de nabijheid van de oever, moeten
echter de hoofdstroming wel zijdelings
voelen. Zij zwemmen dus langs deze
stroming en willen er zich niet te ver
van verwijderen. Zij mijden daarom
stille bochten. De vissentrap in Geest
haeht heeft men, denkend de vissen
daarmee een plezier te doen, op zij
aangelegd en laten uitmonden in een
En daar gaan de vissen nu juist niet
heen. Slechts af en toe verdwaalt er
eens eentje en vindt dan ook de trap.
De meeste vissen blijven aan de zij
kant van de hoofdstroming staan. Con
clusie: de doorlaat voor de vissen
moet op dit punt worden aangebracht.
Ofschoon zulks bij al voltooide water
keringen grote moeilijkheden veroor
zaakt, zal er wel niets anders opzit
ten dan de zaak te verbouwen. Ook de
meeste stuwen in de Wezer bleken met
dit euvel behept. Daarentegen is de
vissentrap in de Moezel juist gebouwd.
Toen wist men nog niets van de ge
woonten van de vissen af maar in de
Moezel moest de doorlaatplaats voor
vissen om technische reden vlak naast
de hoofdstroming uitmonden. En daar
om trekken de vissen hier in grote ge
tale.