VOLOP WERK VOOR DE MOUNTIES Piet Bambergen, 14 jaar in 't vak, wil voor geen goud uit Nederland weg 1 Frits Butzelaar Hobby-orkest van radio musici repeteert in nachtelijke vrije tijd m M 'WiWW>> m Slechts 8 pet der Britten wil republiek „Radio-werk geeft weinig voldoening' ZATERDAG 25 MAART 1967 Erbij 21 Seksuele problemen in Artis Elke derde Duitser heeft rijbewijs self-made TV- toneelspeler en freelancer (Van onze r.t.v.-medewerkster) AMSTERDAM. Frits Butzelaar is een van de zeer weinige t.v.- acteurs die geen officiële toneelschoolopleiding heeft gehad. Toch heeft hij grote en goede rollen op zijn naam, o.a. elf maal Pinto en nu weer de rol van commissaris Oud in de misdaadserie van Marten Treffer. ai 1 vv/r1 i!" /l," 1 ,i*i Van onze rtv-medewerkster) AMSTERDAM Grijs geworden ben ik hè? Ja, dat is ineens hard gegaan. De dood van Fred Plevier heeft me verschrikkelijk aangegrepen, al is dat alweer twee jaar geleden. Maar nu gaat het allemaal weer goed". PIET VAN RAMBERGEN, druk, beweeglijk, goed- lachs, schuift Americain binnen, verhuist meteen naar de verste hoek en zegt: „Ik hou d'r niet van, dat ze allemaal naar me zitten te loeren. Straks zeggen ze nog: „met wat voor vrouw zit ie daar nou?" EN HOE gaat alles? „Prima hoor, we draaien geweldig, ondanks dat het stiller wordt in het vak de gages worden te 'hoog. Nee, maar wij mo gen echt niet klagen, wij hebben nog geen centje pijn. Oh, ik zal het nooit slechter krijgen". DE TOEKOMST ziet er voor de Mounties best uit. Er is volop werk aan de winkel. De AVRO heeft ze een aanbieding gedaan om volgend jaar een serie te maken, Rudi Carrell in Bremen maakt van Piets diensten nog steeds een dankbaar gebruik en er zijn volop vrije voorstellingen. „We werken lekker samen, we zijn prima prima op elkaar ingespeeld, kortom, het is GERUIME TIJD geleden besloot Artis een koppel jonge struisvogels aan te schaffen. De oude waren na verloop van jaren overleden en men wilde de fok weer op gang brengen. Eerst kwam Gerrit (II), een bijna volwassen haan. Medio 1966 kreeg deze drie wijfjes: Annie, Marietje en Corrie. Nu is ge slachtsbepaling bij jonge struisen een moeilijke zaak. Pas wanneer de hanen zijn volgroeid krijgen ze het prachtige zwart-en-witte verenkleed dat hun man-zijn verraadt. Tot die tijd is er geen constateerbaar verschil tussen de struisen-sexen. In het najaar '66 rezen er twijfels aan de wijfjes. Al gauw werd duidelijk dat „Annie" herdoopt zou moeten worden. „Zij" ontpopte zich onmiskenbaar als een hij. Een maand geleden volgde Cor rie. Resteert nog Marietje, die echter ook al min of meer „hanig" begint te doen. De hevig teleurgestelde Gerrit II werpt nu maar begerige blikken op de jonge Artis-kameel, de hangoorbok en de belendende alpaca's. Maar als men er in slaagt, zijn ex-„Corrie" met een andere dierentuin te ruilen, dan zal het ook voor Gerrit niet tevergeefs lente geworden zijn IN 1965 had elke derde inwoner van West-Duitsland zijn rijbewijs. Het geen uiteraard niet betekende, dat elk van de 11,8 miljoen mannen en 3,1 mil joen vrouwen, die een rijbewijs heb ben, over een eigen auto konden be schikken. Echtparen moeten veelal ge noegen nemen met één auto, ondanks het feit dat de uitbreiding van de gro te steden de behoefte aan een tweede auto stimuleert. De mooiste wagen blijkt een onding als hij overdag voor het kantoor van de echtgenoot gepar keerd staat terwijl mevrouw het met de openbare vervoermiddelen moet doen. een jofele boel. Met dat invallen bij de AVRO is het gelukkig ook goed ge gaan. Eigenlijk hadden we maar ^es uurtjes om de tekst er in te stampen. René (van Voren, een zoon van René Sleeswijk sr.) kende al een stukje tekst en ik heb een enorme steun aan hem gehad. Ik had een hulp meegenomen om me te souffleren, maar dat jong was overbodig. Ik heb geen woord van de tekst vergeten. Dat komt omdat je op je zenuwen werkt. Nou, en dan is het toch een eer als de mensen na af loop naar je toe komen om je geluk te wensen zelfs wildvreemde men sen op straat. Kijk, dat is nou mijn mooiste beloning: tevreden gezichten. Dat doet je iets als artiest"'. ZESTIEN JAAR zit Piet van Bam bergen nu al in het vak. Oorspronke lijk was hij diamantbewerker in Am sterdam. Natuurlijk in Amsterdam, want hij is een geboren Jordaner. In die tijd ontmoette hij Fred Plevier, die wat deed in sketches. „Ach, we zijn toen samen een beetje gaan stoeien als amateur, je weet wel. twee jongens met een gitaar. Je weet niet wat je ziet als je nog wel eens foto's uit die tijd in handen krijgt. Toch is het zo dat veel amateurs uit onze dilettantentijd beroepsartiesten zijn geworden: ik noem alleen Frans van Dusschoten, Rudi Carrel en Milly Scott. Maar zij zijn allemaal eerder in het vak ge gaan dan wij: per slot hadden wij goe de banen en als je geen relaties in het vak hebt, stap je niet zo vlug over. ONS EERSTE engagement (nu veer tien jaar geleden) hadden we in Utrecht, in Caramella, Amerikanen in de zaak, die niet luisterden en ook niets verstonden. Het water stond in onze handen, wil je dat wel geloven? Maar toch is het fijn dat toen allemaal meegemaakt te hebben. We zijn ten minste helemaal van de grond af be gonnen. ONZE SPRONG omhoog danken wij aan Johnny Jordaan wij hebben toen e entournee met hem gemaakt, on der andere door België. Daar konden we toen nog leuk werken, omdat we of zongen of persiflages deden. Maar nou zijn we te Amsterdams geworden. Als ik in een sketch daar zeg tegen de pianist: „Mag ik effe je bes ach nee, geef me maar twee bessen" en de pianist roept dan: „En een citroentje met suiker"dan snappen ze niet, waar ik het over heb, want ze kennen yWWWUWWWWWWWWWWVWWWWWWWWWVWVtAAIWWVt in België geen bessenjenever, die wij in Amsterdam gewoon bessen noemen. Maar ze kennen ons er wel goed, ook al door de tv.-shows die altijd ge- relayeerd werden naar België. EN NA JOHNNY kwam de tweede treffer: Carrell, oj> de dag dat m'n oud ste, een dochtertje, geboren werd. Hem zijn we nog steeds trouw: met Pasen en in het einde van de maand mei worden er weer twee shows in Bremen uitgezonden, waaraan wij meedoen. Ja, het is leuk werken in Duitsland, inderdaad. Maar of ik ooit in het buitenland blijvend zou willen werken? Voor geen goud. Waar zou ik voor weggaan uit Nederland als ik hier lekker m'n brood heb? En dan al dat reizen dat vind ik toch al zo'n toestand". FRITS BUTZELAAR is sinds jaren free-lance acteur. Op het ogenblik ver deelt hij zijn aandacht tussen de oplei ding voor regisseurs in studio Sand- bergh en het zelf operationeel werken. Sinds 1951 staat Butzelaar op de plan ken. Voor die tijd had hij, zoals hij dat zelf noemt, 12 ambachten en 13 onge lukken. Na '51 trad hij ook op voor de televisie. In 1948 begon hij bij Het Vrije Toneel., werkte voor de DUW- kampen en voor de wederopbouw. Een jaar is hij daarmee bezig geweest. HIJ MISTE na zo'n jaar ervaring de kennis die men op de toneelschool ver gaart, en dat was de reden dat hij op eigen houtje zich ging toeleggen op de verschillende vakken, nam toneellessen bij Cruys Voorbergh, kreeg pantomi- meles bij Etienne Decroux (leraar van o.a. Marcel Marceau). Bewegings- lessen volgde hij bij de Indonesische danser Jodjaan en verder kreeg hij ook nog grime-, spraak-, en zanglessen. Via Kees van Iersel kwam hij terecht in Rotterdam bij het toneelgezelschap van Ko Arnoldi en Richard Flink. Na twee jaar werd deze groep opgedoekt en kwam hij bij de Rotterdamse Co- medie., ook daar bleef hij twee jaar. De Rotterdamse kon het ook niet lang volhouden en zo werd hij in 1954 free lancer. In 1955 kwam hij bij de tv-kem, waar hij drie jaar bleef. OOK DEZE groep was geen lang le ven beschoren. Butzelaar vervulde gastrollen op het grote toneel, maar (Van een medewerker) BLARICUM. Woensdagmorgen, vijf voor half drie: Herman Schoonderwalt slaat af, neemt zijn saxofoon uit de mond en zegt met kennelijke voldoening: „Dat was nou het tempo. Geweldig jongens Zijn woorden zijn bestemd voor een orkest van zeventien door de wol geverfde beroepsmuzikanten, vast verbonden aan omroeporkesten, of werkend op de schnabbeltoer. Na een fortissimo is het bijna onbehaaglijk stil in studio Soundpush van de bijna geheel in de commerciële geluids- produktie gedoken trompettist Frans Mijts. DE REPETITIE is afgelopen. Wel wordt nog even de bandopname beluis terd, maar daarna keren de musici terug naar hun haardsteden: in Hil versum, Amsterdam, Haarlem, Utrecht Den Haag. Dinsdagavond om elf uur waren zij bijeen gekomen voor de vijf de keer samen te repeteren in een door Herman Schoonderwalt, Cees Smal en Frans Eisen „op iedeale basis" gefor meerd orkest. Want, hoe vreemd het ook moge klinken, deze musici spelen voor hun plezier en in hun kostbare (doorgaans nachtelijke) vrije tijd. „We wilden", licht Schoonderwalt toe, „een orkest maken, dat uitsteekt boven alles wat op dit gebied is gedaan". En dat beslaat moderne big band-jazz en dansmuziek, te vergelijken met wat Woody Herman en Kurt Edelhagen brengen. DE IN HILVERSUM wonende arran geur en trompettist Cees Smal heeft samen met zijn twee even bekende col lega's al lange tijd met het plan voor een dergelijk orkest rondgelopen. Waar om eigenlijk? „Omdat het niveau van de Nederlandse musici beter is dan men zou denken, afgaande op dat wat in Hilversum te voorschijn komt. In Hilversum zit je altijd met de factor tijd. Het is dan van: kom jongens, op schieten. Ik moet naar huis, of naar 'n volgende schnabbel. Of er wordt ge zegd: nou zit het wel. Je knapt zo vaak af, omdat er zo dikwijls half werk wordt geleverd. Volgens ons wordt er nooit genoeg gerepeteerd. Nou hebben we een orkest dat zoveel mogelijk „idealistisch" is. Dat is voor jezelf veel beter". IN DECEMBER van het vorig jaar had het driemanschap Smal, Schoon derwalt en Eisen een lijst gereed met muzikanten met een „idealistische in slag". Allen werden opgebeld en toon den zich enthousiast. Deze bezetting is het resultaat: piano: Frans Eisen, drums: Evert Overweg, bas: Rob Lan- gereis, gitaar: Joop Scholte, trompet: Cees SmallFrans Mijts, Fons Dirks, Eddy Engels en John Bannet, saxo foon: Herman Schoonderwalt, Tony Vos, Sander Sprong, Ferdinand Povel, en Joop Mastenbroek, trombone: Rudy Bosch, Frans van Luijn, Eric van Lier en Dicky Kaart. Verder speelt Henk Eikerhout piano en trombone. Arran gementen en composities worden speci aal voor het orkest geschreven door de drie initiatiefnemers, terwijl bijdra gen van Tony Vos, Rob Madna en Ruud Bosch in het vooruitzicht zijn. MAAR, vragen we Cees Smal, u speelt toch met een groot aantal van uw collega's hier ook in Boys Big Band. Is dat niet bevredigend? „Wij willen iets heel anders doen", is het antwoord. „Bovendien is Boys Big Band ook zo'n studio-orkest. En Boy Edgar heeft er helemaal zijn stempel op gedrukt. Trouwens, zij spelen voor geld. En daarvan is bij ons geen sprake." Frans Eisen, die lid is van het VA- RA-dansorkest en het orkest van Frans de Kok, zegt: „Boys Big Band is met handen en voeten aan de VARA gebonden." Over het werk bij de om roep: „Je bent altijd gebonden aan wat er van je wordt verlangd. En dat is meestal niet in overeenstemming met je muzikale ambities." CONCRETE plannen voor de toe komst bestaan er niet, wprdt met na druk verzekerd. Maar als er straks een repertoire is opgebouwd, gaat men De saxofoonsectie neemt alvast een moeilyke passage door. dan niet optreden? De vraag wordt als niet ter zake afgedaan. En dat lijkt beslist welgemeend. Toch merkt Cees Smal op: „Waarom zou je een goed elftal oprichten en geen wedstrij den spelen?" Heeft het orkest al een naam? „Nee, nog niet. Dat is niet belangrijk. We zouden het „Ons Genoegen" kunnen noemen," lacht Cees Smal. „Het is wel een probleem, de men sen bij elkaar te krijgen". Dat klinkt vrij overbodig voor hen die het muzi kantenleven kennen. Ook woensdag avond bleek dat want even na midder nacht kon de repetitie pas beginnen; men moest wachten op de leden van de Skymasters, die tot elf uur in de KRO-studio waren om een opname voor de NCRV te maken. Opvallend tussen truien en blouses was de smo king van tenorist Ferdinand Povel. Na een opname voor de TROS met zijn Rhythm- en blues producerende The Ambassadors had hij geen tijd meer gehad om zich te verkleden. Is dat spe len hier nu niet een beetje te veel van het goede? Povel: „Ik vind het gewel dig en de andere mensen ook. Wij hebben het er graag voor over." HARD WORDT er enkele uren gere peteerd. Eerst op een arrangement van een stuk van Donald Byrd, daarna op een nog naamloze compositie van Schoonderwalt. Om half twee springt Frans Eisen op vanachter de piano en constateert vergenoegd: „Het gaat steeds beter." Tevreden is men echter niet, ook niet om 'half drie. Maar ach: Volgende week is er wéér een nacht! daar kwam bij dat de t.v. steeds meer zijn aandacht opeiste. In 1960 kreeg hij zijn eerste regie. Dat was het stuk „Een van de zeven" van Gerd Oelschle- gel. Van die tijd af heeft Frits Butze laar zijn aandacht verdeeld tussen spelen en regisseren, 's Avonds schnab belde hij wat bij ambulante gezel schappen. Maar dat reizen en rondtrekken vergde toch enerzijds te veel energie en liet anderzijds toch veel ongebruik te tijd liggen. Zo werd Butzelaar lang zamerhand full time t.v.-man. „Ik heb van het begin af aan, zo als allemaal, zonder filmtraditie als ruggesteun gepionierd bij de t.v. Het was voor ons allemaal een grote stap van het toneel naar de t.v. en we heb ben in het begin veel fouten gemaakt. Ik in ieder geval ben door schade en schande wijs geworden. Daarom vind ik het fijn dat ik die ervaringen nu aan de jonge regisseurs in opleiding kan be sparen. Dat blijkt bijzonder vruchtbaar te zijn en de mensen die ik moet op leiden stellen het over het algemeen erg op prijs. Het merkwaardigste ii: ik ben een man zonder theoretisch» achtergrond en nu moet ik in dit op leidingsinstituut mijn ervaringen om zetten in theorie, een vreemde maar boeiende zaak". KONINKRIJK of republiek: een oud dilemma. Na de oorlog vielen de tronen zogezegd als rijpe appe len van de (stam)bomen. Een En gelsman voorspelde toen: In het jaar 2000 zal Europa nog slechts vijf koningen tellen, schoppenko ning, hartenkoning, ruitenkoning, klaverenkoning en de koning van Engeland. Voor en na de tweede wereldoorlog verwisselde op nieuw een aantal staten zijn vor stenhuizen voor een republikeinse staatsvorm. De monarchie hand haafde zich in Griekenland, Scan dinavië, de Beneluxlanden en Groot-Brittannië, dat alleen de im periale kroon moest prijsgeven. Maar ook België kende korte tijd een koningskwestie. In Zweden manifesteerden zich vrij sterke re publikeinse stromingen. En ook in Nederland is sinds enige tijd de vraag: monarchie of republiek openlijk aan de orde gesteld door een politieke partij. Hoe is de stand van zaken in Engeland? ENIGE TIJD geleden is daar een opinie-peiling verricht om inzicht te krijgen in de mening van de Britten over de bestaande staatsvorm en over de draagster van de kroon. Schokkend waren de uitkomsten niet, maar niet temin belangwekkend genoeg om er aandacht aan te schenken. Op grond van die opinie-peiling stelde men vast, dat ongeveer acht percent der Britten de voorkeur geeft aan de republikein se staatsvorm boven de monarchale. Opzienbarend is dat percentage niet. Of het hoger zal worden in de komen de jaren moet men afwachten. Voor spellingen zijn op dit stuk niet te doen. EEN ANDERE uitkomst: de meer derheid van het Britse volk, 60 a 65 percent, is van mening, dat momar- chie en vorstenhuis zich meer moeten aanpassen bij de veranderde tijden. Op vallend is dat meer dan de helft van de bevolking der Britse eilanden van oordeel is, dat de koningin zowel in haar functie van staatshoofd als in haar privé leven te weinig contacten heeft met mensen van alle rangen en standen. Men wenst een „democrati scher" gedragspatroon van de vorstin. Een andere uitkomst van het opinie onderzoek houdt hiermee verband. Ze luidt, dat naar het inzicht van een kwart van het Britse volk de vorstin de bestaande standverschillen te veel intact laat. „De houding van het Britse volk en vooral van de leeftijdgenoten van prins Charles" schreef Murray Brown in „The Listener" aan welk blad wij deze gegevens ontleen den bevat dus een duidelijke waar schuwing voor de toekomst. Dat het Britse volk in overgrote meerderheid nog steeds trouw is aan de monarchie en het koningshuis, staat buiten kijf. Wel echter is komen vast te staan, dat de monarchie naar het oordeel van een aanmerkelijk deel van het Britse volk niet die dynamiek ont wikkelt, die spreekt tot het jonge ge slacht. En.bijna de helft der Brit ten is van mening, dat de eerbied voor de monarchie en voor de konin gin zich in dalende lijn beweegt.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1967 | | pagina 21