De wind kan niet lezen
MANTANQ Z&u. UieAuve Siga/Ut
5
PANDA EN DE MEESTER-DRINKER
POLLE, PELLI EN' PINGO
Omzet Van der Grinten steeg
met 93 pet-
RECHTER TIE
BRAMMETJE FOK
9^/PO-k,
Dr. v. Spaendonck
in Tilburg overleden
Lager winstsaldo
Jean Heybroek
Stichting leent
5 min. a 7V*%
Tegelomzet van
Mosa liep terug
Ons vervolgverhaal
DINSDAG 28 MAART 1967
6
Een romantisch verhaal door Richard Mason
Ilillll li
II«I1§IP
iiliiil!
Advertentie
TOGAL
TOGAL
TOGAL
TOGAL
TOGAL
TOGAL
HELPT
HELPT
HELPT
HELPT
HELPT
HELPT
HELPT
wuwvwvwwvw
2)
In de middag van de vierde dag
bereikten we Kachatola en daar
stonden aan het station ambulances
te wachten. Om vijf uur lagen we in
bed. Het hospitaal was ternauwer
nood klaar, maar er waren witte la
kens en fans en koele kamers met
frisse, witte muren. Er waren ook
witte verpleegsters. En er was thee,
en heet water, en overvloed van ge
needmiddelen, en doktercontrole.
Ik wist, dat ik niet zou sterven, ten
minste nog niet.
Ik lag tussen koele, witte lakens
en snoof de ziekenhuislucht op. Het
kwam me voor, dat dit de geur moest
zijn die ook in de hemel hing, waar
de engelen in gesteven verpleegsters
kleren rondzweefden en waar God
met rubberhandschoenen aan opera
ties verrichtte. Het zou er precies
eender toegaan als hier: je kwam er
vuil en doodmoe, en je werd er ge
wassen en geschoren en je kreeg
schone, nette kleren aan en je piinen
werden verzacht en je wonden ge
heeld en ze gaven je verdovende mid
delen voor het verdriet en de bitter
heid en de haat, die je ziel hadden
gekweld. En als je dan helemaal ge
louterd was en blonk van frisheid,
mocht je over malse grasvelden dwa
len, waar bloemen waren en fontei
nen.
Er waren geen bloemen en fontei
nen op het erf van ons hospitaal, al
leen maar bruine aarde en ver
schroeid gras, ïaar voor mij was het
bijna een hemel, vooral als ik
's nachts plotseling wakker werd en
ontdekte, dat ik in waanzinnige angst
naar mijn revolver zocht. Dan be
sefte ik, dat het donkere silhouet dat
ik gezien had, geen Jap was, maar
een van de verandaposten, en in on
beschrijfelijke verlichting liet ik me
weer achterover in de kussens zak
ken. Het was verwonderlijk, hoe
hardnekkig die nachtmerries over
vroeger dagen bleven aanhouden.
Toen ik er de dokter eens naar
vroeg, zei hij: „Misschien krijg je ze
alleen maar om je intenser te laten
genieten van de ontdekking, waar je
wérkelijk bent".
„En toen ik in de wildernis van
thuis droomde?" vroeg ik „Was dat
dan om me intenser te laten schrik
ken bij de ontdekking waar ik werk-
lijk was, als ik wakker werd?"
Ik bleef maar drie weken in bed.
Daarna zat ik meestal in een leun
stoel op het balkon te roken en te
denken. Het besef, dat ik weer helder
kon denken, kwam niet opeens. Ge
durende al mijn omzwervingen door
Burma waren mijn gedachten koorts
achtig en overspannen geweest en
duizendmaal had ik tegen mezelf ge
zegd: „Was ik dat, die eens in het
gras bij de rivier in Tewkesbury zul
ke mooie boeken in leren omslagen
las, waar zo'n prettige lucht aan
zat?" En mijn verstand, of wat er
dan van was overgebleven, had ge
antwoord: „Ja, dat was jij, dezelfde
die je nu bent, tenminste lichamelijk,
niet geestelijk". Dat was het: het
lichaam was onveranderd gebleven;
behalve dat lichaam was ik iemand
anders, iemand die ik niet kende en
die dingen deed, welke in geen enkel
verband stonden met de „ik" die ik
lang geleden was geweest.
En nu werd ik langzaam maar ze
ker weer doodrongen van rust en
kalmte en mijn oude „ik" keerde
gaandeweg terug. Ik voelde me weer
verwant aan de persoon die ik altijd
was geweest, en toch, als ik terug
dacht aan Engeland, dan gingen die
gedachten niet in rechte lijn daar
heen, maar door Burma, door de wil
dernis, door de periode toen mijn
ware „ik" bijna was uitgewist. Zoals
een veroordeelde na zijn uitgezeten
straf onbewust altijd aan de doorge
brachte tijd in de gevangenis moet
denken, zo was ook ik veranderd.
Ik genoot in innige tevredenheid
van mijn herwonnen rust en ik
wenste dat die altijd zou kunnen
voortduren. Ik wilde voor altijd
doorgaan met sigaretten roken en
nadenken en op het balkon zitten,
net even buiten de zon. Ik verlangde
niet naar een vrouw of naar whisky
of naar pokeren of naar de radio.
In de ziekenzaal hadden ze de hele
dag de radio aan staan, ongeacht
welk programma het was als het
maar lawaai maakte; en meestal
was het afschuwelijke, schelklinken
de kakofonie van een jazzband. In
plaats daarvan keek ik naar de
boomratten op het erf; het waren
natuurlijk helemaal geen ratten,
maar ze hadden staarten als eek
hoorns en ze sprongen als apen en
ze hadden de schichtige bewegingen
van hagedissen en bovendien waren
ze heel aardig met hun gestreepte
vacht. Ik keek er naar en luisterde
naar de vogels en 's nachts naar het
geblaf van de rondzwervende jakhal
zen. Ik was gelukkig en voelde niet
het minste verlangen, weer met het
leven in aanraking te komen. Vaak
dacht ik bij mezelf, dat het goed zou
zijn geweest als ik iets ergers had
opgelopen in de wildernis dan alleen
maar zweren en dysenterie, iets dat
pijnloos was, maar je onbekwaam
voor alles maakte.
Ik had geen haast om uit het hos
pitaal weg te komen, hoewel ik, toen
het zover was, een maand verlof
kreeg en naar Simla ging. Ze zeiden
allemaal: „Je denkt er geen seconde
meer aan. Met al je ongebruikte trac-
tementen ben je vierentwintig uur
per dag dronken". Maar ik bleef het
me allemaal herinneren; en het was
niet de uitwerking van whisky en
jenever die de herinnering wegvaag
de, maar de uitgestrekte lijn van het
besneeuwde Himalajagebergte achter
de stad en mijn koêlè wandelingen
tussen de cederbomen en mijn neer
kijken van 6000 voet hoogte op de
gloeiende, stoffige vlakten, waarbij
ik me voelde als een god. Ik vond
een bediende, een drager, die me
goed beviel. Hij was een zachtaardig
man, Bahadur geheten, en hij sprak
Engels en had begrip voor mijn
stemmingen, hoewel ik geloof, dat hij
zich beledigd voelde als ik weigerde
me door hem te laten kleden. Hij
had zachte, bruine ogen en hij sprak
met grote liefde over zijn gezin.
's Avonds zat ik in de tuin van het
hotel met kleine teugjes te genieten
van hoge glazen kwast met een
scheut jenever en ik wenste vurig,
dat die maand eeuwig zou duren.
(Wordt vervolgd.)
WWWWWWJWVWWWWWWWWWWWWIIWMIWWIWWIIVWIIWIMIIIIIWWVWWWWWIWIWIWWVWIIW
ADVERTENTIE
i - V
- IV, -
i
Zaterdag is op 70-jarige leeftijd in Til
burg overleden mr. dr. B. J. M. van
Spaendonck. Mr. Van Spaendonck was
oprichter en president-directeur van het
naar hem genoemde bekende bureau in
Tilburg, dat secretariaatswerkzaamheden
verricht voor tal van sociale organisaties
INCASSO WEEKABONNEMENTEN
De incasso van het abonnementsgeld
iedere week kost veel tijd en moeite,
aan u en aan onze bezorgers.
Er zijn twee mogelijkheden om het
ongemak in dit opzicht te vermijden
a. Overgang op een kwartaalabonne
ment.
b. Betaling aan de bezorger voor een
periode van 4—5 weken. U krijgt
dan een door de bezorger onder
tekend ontvangstbewijs. Misver
stand over de betaling is daardoor
uitgesloten.
Het resultaat voor u Minder geloop
naar en gebel aan de deur; in uw wijk
daardoor een vlottere bezorging. Voor
de bezorger minder last. Probeert u
het eens.
DE ADMINISTRATIE.
OMO
CO?. KAKTEN TOONDER
7. Jollipop voerde de geleerde naar de badkamer en
(naakte het bad klaar, zodat het keurig op temperatuur
was. „Prachtig!" prevelde professor Kalker. „Eh.
wat gaan we nu doen? De proef van Furstforster?
Of .eh ach, nee- we gaan een bad nemen!" Met
die woorden sprong hij triomfantelijk in het water,
vóórdat de huisknecht hem kon tegenhouden. „Halt!"
riep Jollipop nog. „Wij dienen ons eerst te ontkleden!
Ach! Te laat." „Blub!" sprak de wetenschapsman, te
vreden het hoofd boven water stekend en een borstel
grijpend. ,JAh! Er gaat niets boven eh waar ben
ik? Juist boven een bad, om de geest te eh
wat doe ik? Ah verfrissen! Om de geest te ver
frissen!" „Zouden we hem niet vertellen, dat hij zo
niet schoon wordt?" vroeg Panda zorgelijk. „Ach
neen", weerde de bediende af. „We zullen hem met
rust laten en intussen enkele belangrijke vooruit
zichten bespreken, die met de komst van deze geleer
de zijn ontstaan!"
KIJK EENS NAAR VADERT JULLIE MOETEN M6 MAAR NIET KWALIJK
NEMEN, IK HE8 W/ff GEDOMMELD Jr-/
...AIS JE ZO'N REUSACHTI6E MUIL HEBT.KUM
JE TOCH ALLEEN MAAR DOODMOE ZIJN
NIJL - DIE DOET EEN
LEKKER DUTJE!
r
MAAR, DAT BEGRIJP
IK NIET.»
tOPEMHAtm
De omzet aan derden van de ge
zamenlijke bedrijven van de Chemi
sche Fabriek L. van der Grinten n.v.
heeft over het per 30 november I960
geëindigde boekjaar, blijkens het
verslag, ruim f 127 min bedragen. Dit
betekent een stijging ten opzichte van
het voorgaande boekjaar met 93 pet.
Deze sterke toeneming kwam groten
deels voor rekening van de nieuwe
bedrijven in Frankrijk en Zweden;
ook de autonome omzetstijging droeg
voor een niet onbelangrijk gedeelte
bij tot deze toeneming.
De directie verwacht, dat de groep in
1967 een toenemend beroep op bankkre
diet zal moeten doen. De nodige overeen
komsten met bankiers werden daartoe
getroffen. Blijkens de geconsolideerde
winst- en verliesrekening steeg het .saldo
exploitatierekening en overige baten tot
f 18,94 (v.j. f 12,64) min. Afschrijvingen
vergden f 4,74 (f 3,58) min, de goodwill
deelnemingen f 1,57 (f 0,42) min, en de
belastingen f 7,34 (f 4,4) min. Het saldo
winst liep op tot f 5,3 (f 4,24) min. Voor
gesteld wordt, zoals bekend, het dividend
te verhogen tot 20 (18) pet. Het aandelen
kapitaal steeg, als gevolg van de emissie
tot f 7,32 (f 6,66) min. Naar de algemene
reserve wordt f 3,24 (f 2,72) min over
gebracht.
De investeringen van de gezamenlijke
bedrijven vergden in 1966 f 14,4 min. Ook
in 1967 staat Van der Grinten voor om
vangrijke investeringen.
De bruto-winst op goederen van Jean
Heybroek (groothandel in machines en
gereedschappen) over het per 30 novem
ber 1966 geëindigde boekjaar is, blijkens
de winst- en verliesrekening, gestegen tot
ƒ2,03 (v.j. ƒ1,94) min. Provisie en diver
sen brachten op 257.322 314.746). De
kosten stegen tot ƒ1,5 (ƒ1,36) min. Na
afschrijvingen, belastingen etc, resteert
een saldo winst van ƒ258.398 (ƒ284.193.).
Voorgesteld wordt, zoals bekend, het di
vidend te verlagen tot 11% (13) pet.
De omzet in het eerste kwartaal van
het nieuwe boekjaar is vrijwel gelijk aan
die van het vorig jaar. Aangezien deze
maanden echter in een betrekkelijk stil
seizoen vallen, mag hieruit geen conclu
sie getrokken worden voor het te berei
ken resultaat. Het vooruitzicht voor de
omzet van machines en gereedschappen
voor de land- en tuinbouw is bevredigend.
Hoe de handel in haarden zich zal ont
wikkelen, valt niet te zeggen. De belang
stelling voor de wegenbouwmachines be
gint weer te stijgen, aldus de directie.
Op woensdag 5 april wordt de inschrij
ving a pari opengesteld op 5 min. 7'/«
percent 30-jarige obligaties ten laste van
de R.K. Stichting Vreugdehof te Am
sterdam. De stortingsdatum is donderdag
27 april.
Notering ter beurze zal worden aange
vraagd. De lening is a pari aflosbaar in
20 jaarlijkse termijnen in 1978 tot en met
1997. Vervroegde gehele of gedeeltelijke
aflossing van 1978 t/m 1982 tegen 101,
daarna tegen 100 percent.
Ge zien het steeds nijpender wordende
tekort aan verpleegbedden te Amsterdam,
kwam het college van de Stichting Sint
Elisabeth gesticht in 1959 tot het besluit
een nieuw verpleeghuis met 228 bedden
voor langdurig zieken te bouwen in de
Tuinstad Buitenveldert. Voor dit verpleeg
huis, alsmede de exploitatie ervan, werd
in 1960 de R.K. Stichting Vreugdehof op
gericht. In april 1966 heeft de burgemee
ster van Amsterdam de eerste paal ge
slagen. De totale bouwtijd wordt geschat
op 3% jaar.
De N.V. Porselein- en Tegelfabriek
MOSA heeft over 1966, blijkens het ver
slag, een niet onbelangrijke teruggang
in de bedrijfsresultaten ondergaan. De
produktie nam weliswaar nog met enkele
percenten toe, maar de tegelomzet liep
terug. Hierdoor ontstond een sterke stij
ging van de voorraden.
Het saldo exploitatierekening na be
lastingen en vóór afschrijvingen daalde
tot ƒ5,14 (v.j. ƒ6,17) min. Na afschrij
vingen resteert een netto bedrijfswinst
van ƒ2,18 (ƒ2,9) min. Hierbij komt een
boekwinst door verkoop effecten van
433.894. Voorgesteld wordt, het dividend
met twee percent te verlagen tot veer
tien pet. De vooruitzichten voor de por
seleinsector zijn ni#t ongunstig, ondank»
een steeds grotere buitenlandse concur-
rentie.
Reumatische pijnen TOGAL
Griep
Migraine
Menstruatiepijn
Verkouden
Hoofdpijn
Spit
70. „Jammer dat we niet hebben kun
nen ontdekken wie die vriend van je ba
zin is", zegt Tsjiao Tai. „Sht!" Lente
bloesem komt dicht bij hem staan. „Hoor
je de poort knarsen? Ze laat hem uit!"
Tsjiao Tai legt zijn arm om haar schou
der. „Zal ik nog maar even blijven,
Prinses? Om de spoken van je weg te
houden?" Lentebloesem gaat op haar te
nen staan en geeft hem een zoen. De vol
gende ochtend, na het ontbijt, brengt
Tsjiao Tai aan Rechter Tie verslag uit. Na
dat hij verteld heeft, dat hij niet heeft
kunnen ontdekken wie de nachtelijke be
zoeker van de abdis was, besluit hij
vlug: „Nou, toen ik hier terugkwam, was
het al zo laat geworden dat ik u maar
niet meer heb gestoord". De rechter
trekt kwaad aan zijn baard Hij roqpt uit:
„Schandalig, dat die abdis 's avonds een
man ontvangt!" Dan glimlacht hij en
zegt: „Je hebt weer uitstekend werk ge
daan, Tsjiao Tai! We weten nu dat de
dubbele moord in de tempel niets met
chantage te maken had. Yang en Seng-
san wisten dat een dief daar zijn buit
verborgen had. De dief ontdekte echter
dat die twee hem bespiedden en daar
om heeft hij hen vermoord. Die Lente
bloesem mag wel op haar tellen passen!
Als de moordenaar ontdekt dat haar
vader haar in de tempel heeft laten dienst
nemen om de schat te vinden.
ti.jui
790. Haastig kleeddde Bram zich aan al
vorens hij zijn tocht door het spookach
tige schip vervolgde. In de ruimte, waar
de ongelukkige galeislaven waren onder
gebracht, heerste dezelfde stilte als in de
rest van het vaartuig. De mannen bliezen
niet en snurkten niet. Slechts aan het tril
len van een enkel ooglid was te zien, dat
zij leefden.
Net stond Bram te overleggen of hij
iemand zou wakker maken, toen een
merkwaardig geluid zijn oor trof. Het
was maar een heel zwak geluid, nauwe
lijks hoorbaar, en het viel Bram alleen
maar op omdat er verder op het gehele
schip niets te horen viel.
„Tjonge, jongezei Bram en hij
liep in de richting van het geluid, „als
je niet beter wist, zou je zeggen, dat
ja, het is haast wel zeker, dat.,..".
Een deur stond open. Eén blik naar
binnen was voor Bram voldoende om te
begrijpen dat zijn eerste vermoedens juist
waren geweest. Een mdn in rijke zij het
ouderwetse kleding zat steunend en kla
gend, wenend en snikkend, op een zachte
zetel. Zijn verdriet was zo echt, dat Bram
door medelijden bewogen werd en zonder
nadenken naar binnen liep.
„Kan ik u helpen?" vroeg hij meewa-