TV-toneelschrijver Ad Odijk
vrijwel constant in tijdnood:
NINA EN
FREDERIK
MAAKTEN
TV-SHOWS
VOOR KRO
NATIE VAN FLESSELIKKERTJES"
Italianen worden
kastje kijken beu
Teveel produceren in te weinig tijd,
dat gaat ten koste van de kwaliteit
1
1
APRIL
ZATERDAG
(Van onze correspondent)
AMSTERDAM. Een van de meest produktieve
toneelschrijvers in ons land is Otto Dijk (pseudoniem
voor Ad Odijk). Hij heeft inmiddels voor de t.v. ver
scheidene eenakters en ook langere toneelstukken ge
schreven, hij publiceerde een gedichtenbundel en heeft
onlangs een nieuwe bundel uitgebracht van zijn t.v.-
spelen (De Arbeiderspers, Amsterdam) onder de titel
„De laatste der provincialen". Deze bundel bevat
zeven korte t.v.-stukken. Ad Odijks jongste t.v.-spel
is medio februari uitgezonden. Het was „Ramswoer-
the" („Een negerin op de vloer"), een stuk dat wat
thema betreft wel enige overeenkomst vertoonde met
zijn eerdere spel, „De fotograaf", maar toch wat agres
siever, wat meer zwart-wit was.
„Hoger op"
De actie-Croiset
(Van onze correspondent)
HILVERSUM Een week lang
zijn in Hilversum en Laren tele
visie-opnamen gemaakt van het
entertainer duo (zij noemen zich
zelf: optredende musici) Nina en
Frederik, sinds tien jaar een paar
dat met zijn songs land na land
heeft veroverd. De KRO heeft hen
met enkele Nederlandse en buiten
landse artiesten gecontracteerd om
drie herfstshows, genaamd „Nina
en Frederik", te maken. Omdat het
paar slechts een week er tussenuit
kon moesten de drie shows achter
elkaar in één week worden afge
maakt, gedeeltelijk met en gedeel
telijk zonder publiek. Ze zwierven
van studio A naar studio B en ten
slotte werd het laatste gedeelte in
Larens „Singer" opgenomen.
m
„HET CALVINISME en „de drei
ging van de zee" zijn zo diep ge
worteld in het Nederlandse karak
ter, dat kwistigheid beschouwd
wordt als een onvergeeflijk kwaad.
De angst om in zaken of in het per
soonlijk leven een groot gebaar te
maken, iets dat inherent is aan de
Amerikaanse mentaliteit, doet zich
in Nederland sterk voelen. Men
ziet het in de vorm van het koek
trommeltje, dat bij de koffie rond
gaat en dan snel wordt gesloten en
teruggezet in de kast. Het wordt
gesymboliseerd door een speciaal
vervaardigd rek in het Stedelijk
Museum te Amsterdam, waarop de
bezoekers hun aangestoken sigaren
kunnen bewaren en door de fles-
senlikkers, waarmee de huisvrouw
de laatste kloddertjes vla uit de
flessen kan schuiven".
Druk programma
r.
AD ODIJK, 41 jaar, is laat tot pu
bliceren gekomen. Zijn eerste bundel
gedichten gaf hij uit toen hij 33 was,
zijn eerste toneelstuk schreef hij op
zijn 38ste jaar. „Ik heb geen spijt van
mijn late start. Je ziet dat vaker bij
toneelschrijvers: je moet een zekere
rijpheid hebben om met toneelschrij
ven te beginnen. Pirandello was 50
voor hij zijn eerste toneelstuk schreef,
Brecht schreef pas goed toen hij al op
rijpere leeftijd was."
Voor zijn 33ste was Ad Odijk ambte
naar bij het voormalige ministerie van
O.K. en W. Daar beheerde hij de afde
ling toneel. Daarna werd hij drama
turg bij de VARA-televisie. Later
werd hij frée-lance regisseur en toneel
schrijver. „Ik heb iets tegen dat in
vaste dienst zijn. Je verdrinkt in de
administratie en organisatorische romp
slomp. Van een echte opbouw van een
repertoire is in dergelijke functies geen
sprake."
Over toneel en tv-toneel heeft Odijk
een uitgesproken mening. „Je kunt al
leen te werk gaan vanuit een persoon
lijke visie en overtuiging. Als je gaat
zeggen dat je het publiek wilt dienen
en daarbij het publiek slechts naar de
ogen kijkt, dan verloochen je jezelf en
verraad je je eigen persoonlijkheid.
Vooral bij de t.Vi kijkt men het pu
bliek teveel naar de ogen op de ver
keerde manier. Dat is de ellende van
dit abonneestelsel. Men vindt het be
hagen van de eigen klandizie het
hoogste goed. Natuurlijk moet je als
toneelschrijver en toneelspeler je pu
bliek niet minachten. Je mag het geen
platvoerse rommel voorzetten, maar
ze de weg wijzen naar hoger op, en
dat is hetgeen waaraan het in dit land
toch echt wel schort."
ENIGE OPSCHUDDING heeft on
langs het manifest van Croiset ver
wekt dat in verschillende kranten ge
publiceerd werd. Odijk is het met dit
manifest niet eens. Hij zegt er het
volgende over: „Ik vind het zo jammer
dat dit manifest zich alleen maar be
moeit met organisatorische toestanden
in de toneelwereld en helemaal niet
met de artistieke. Natuurlijk heb ik
bezwaren tegen het toneelbestel, zoals
dat tegenwoordig geldt. Het is inder
daad een foute zaak dat directies wor
den aangesteld door besturen van
stichtingen e.d. Deze besturen bestaan
voornamelijk uit notabelen, die praten
vanuit prestige-overwegingen. De ge
zelschappen ontstaan dan ook meestal
uit plaatselijke overwegingen en be
paald niet uit artistieke. Deze notabe
len willen graag aan de toneelgezel
schappen, die zij financieel steunen,
ONDER DE GASTEN zijn de jid-
dische zangeres Judita, de uit Enge
land afkomstige Lenny the Lion, de
mimekunstenaar Kay Ophir uit Israel.
Voorts komt uit Engeland Lary Adler.
The New Orleons Syncopators en het
Cocktail Trio doen ook mee. The Georg
Mitchell Singers zorgen voor zang en
dans en verder is er geen ballet in de
ze shows. Van de Nederlandse arties
ten zijn nog te noemen Karin Kent en
Ronnie Tober. Albert Vogel zal in de
derde show optreden met een kerst
declamatie. De eerste show wordt in
oktober uitgezonden en de derde tegen
Kerstmis. De uitzendingen vallen op
zondagavonden.
HET REPERTOIRE van Nina en
Frederik is voor negentig percent in
het Engels, de rest is Frans en Spaans.
Ze wonen in Spanje en hun drie kin
deren gaan er op school. Frederik ver
zorgt de conférence in deze show, een
verbindende tekst die hij zelf heeft ge
maakt. „Of er geen Nederlands zang
nummertje in had gekund. Nee, dat
ging moeilijk. Nina kan wel Neder-
IN DEZE DRIE herfstshows zingen
zij ook enkele platensuccesnummers,
zoals „That's my song", „There but
for fortune", „Mes enfants", „Dad
dy, what is" en „Baby, it's cold out
side". Het paar is tien jaar geleden na
een toevallige ontmoeting op 1 juli 1957
in Kopenhagens „Mon Coeur"-cabaret
begonnen. Intussen is hun repertoire
sterk uitgebreid en ze hebben ook al
heel wat Nina en Frederik-shows el
ders gemaakt, zoals in Engeland.
Skandinavië, Duitsland en Spanje. Hun
genre is niet specifiek in een vakje
onder te brengen. Misschien zou men
kunnen zeggen, min of meer roman
tisch, maar ze zingen evengoed straight
pop 1967 als eeuwenoude liedjes, eigen
muziek of gedichten van Dylan.
lands verstaan maar ze spreekt het
niet. En de tijd die we hadden om deze
show voor te bereiden was te kort
om er nog een Nederlands liedje bij in
te studeren. Anders hadden we het ze
ker wel willen proberen", zegt Frede
rik tijdens een ontmoeting in een Hil-
versums hotel.
SINDS tweeënhalf jaar is het duo
niet meer in ons land opgetreden.
„Druk geweest elders, onze manager
maakt het programma en wij horen
wel waar wij heengaan". In septem
ber gaat het tweetal voor enkele con
certen naar Zuid-Afrika. „Ik weet",
zegt Frederik, „dat er artiesten zijn,
die daar niet willen optreden omdat
zij alleen in een gemengde zaal willen
staan. Ik vindt dat zij vrij zijn om te
weigeren. Maar ik wil zelf zien hoe het
daar toe gaat en dan pas mijn houding
bepalen. Ik ga niet af op wat thans ge
zegd en geschreven wordt. Ik wil het
zelf zien. Misschien gaan we nadien
nimmer weer terug. Daar kan ik nu
echter nog niets over zeggen".
DIT IS een zinssnede uit een juist
verschenen gids, getiteld „Holland in
focus", waarin vrijwel alle belangrij
ke facetten en bezienswaardigheden
van ons land de revue passeren en
waarin naast veel waardering voor
Nederlandse ondernemingslust en vlijt,
onze zuinigheid enkele malen on
barmhartig wordt gehekeld:
Aan de stranden kunnen de toeris
ten zich vermaken met „een gematig
de vorm van striptease die men over
al kan zien opvoeren". „Nederlandse
badgasten kleden zich achter hand
doeken uit en aan en gooien daarbij
de traditionele kuisheid overboord om
de prijs voor het gebruik van een
badhokje uit te sparen".
„DE BEROEMDE gapers van de dro
gisten verdwenen als sneeuw voor de
zon, toen de overheid voor het op
hangen van deze blikvangers aan hun
gevels een precario-belasting van 10
ging opleggen".
De reisgids, die de buitenlandse toe
rist „een persoonlijk kijkje geeft op
wat zich achter de windmolens af
speelt" is geschreven door de in Am
sterdam woonachtige, 37-jarige Ame
rikaanse journalist Jules B. Farber, die
in 1965 voor zijn opbouwende publika-
ties over Nederland in de Amerikaan
se pers uit handen van minister Luns
de Willem de Zwijgerprijs ontving.
Prins Bernhard heeft de gids van een
persoonlijk voorwoord voorzien.
FARBER heeft nog een tweede ver
schil tussen de Amerikaanse en Ne
derlandse mentaliteit ontdekt: de Ne
derlanders hebben een manie voor
verkleinwoorden, de Amerikanen voor
de overtreffende trap. Nederland zet
overal „tje" achter, Amerika is gek op
„king sized".
namen verbonden hebben, die dan weer
wat extra-glorie aan hun namen toe
voegen. Zo kom je in een merkwaardi
ge sfeer dat jonge mensen, die over
het algemeen uiteraard nog geen gro
te naam hebben, helemaal niet aan
bod komen. En het is toch zo dat je
voornamelijk met hèn het toneel kan
vernieuwen dat bestaat nu eenmaal
bij de gratie van vernieuwing. Ik hoor
bepaald niet tot de conservatieven, en
bij het maandblad „Wending" schrijf
ik al jarenlang artikelen tegen dit vast
geroeste bestel. Maar dan niet om cri-
tiek te leveren op het organisatorische
bestel, hoewel ik daar dus ook wel be
zwaren tegen heb, maar voornamelijk
tegen het artistieke beleid. Ik vind
het namelijk een oneerlijke zaak om
de artistieke onmacht die hier toch
vaak ten toon gespreid wordt en de ar
tistieke onlust af te wenden op feiten
van organisatorische aard."
AD ODIJK is een van onze drukst
bezette t.v.-schrijvers. Hij heeft op het
ogenblik onder handen de bewerkingen
van de Maigret-serie, hij is bezig met
de Rovers-symfonie, hij schrijft een
stuk voor het Nieuw Rotterdams To
neel, is bezig, met een nieuw stukje
voor Nel Oosthout, schrijft een hoor
spel voor de KRO en de NCRV, is be
zig met een t.v.-spel en een comedy
serie voor de VPRO en laat boven
dien zijn gedachten gaan over een vol
maakt nieuw show-programma, dat
door de VARA uitgebracht zal moeten
worden. Werken voor de t.v. in Ne
derland vindt hij overigens geen sim
pele zaak. „Vanwege de geringe beta
ling ben je hier in dit land genoodzaakt
zeer veel werk in te korte tijd af te le
veren. Zo heb je constant het idee, ge
dreven door tijdnood, dat je artistiek
niet aan je trekken komt.
Daarom ben ik bl(j dat er op het ogen
blik in het buitenland wat belangstelling
begint te ontstaan voor mijn werk.
Duitsland, Noorwegen, Zweden, Dene
marken en Ierland hebben werk van
mij opgevraagd. Een aantal stukken
is ook vertaald in verschillende talen.
Ik hoop dat ik zo mijn verspreidings
gebied wat kan vergroten. Mijn stuk
„De Begrafenisdienaar" is nog onlangs
in Milaan op een beurs geweest. Het
werd daar, al is het vreemd om
dat van jezelf te zeggen, met enthou
siasme ontvangen. Ik hoop dat die bui
tenlandse contacten op iets redelijks
gaan uitlopen. Dan krijg ik tenminste
gelegenheid wat minder produktie te
leveren, die dan misschien nog wat be-
ter van kwaliteit kan zijn".
Merkwaardig vindt Farber het, dat
in Nederland „niemand te oud, te cy
nisch of te sofistisch is om op zijn
verjaardag ware horden van geluk-
wensers te verwelkomen", die deze ge
legenheid van de allergrootste beteke
nis achten. „Het heeft mijn vrouw en
mij vermaakt, en toch ook wel een
gevoel van trots gegeven, toen wij voor
het eerst onze namen ontwaarden op
een verjaardagskalender in een w.c.
van een bevriend Nederlands gezin".
TOCH IS NEDERLaND voor een
Amerikaan niet te klein, al is het
„slechts half zo groot als South Caro
lina". „Het is het dichtstbevolkte land
in de wereld (950 inwoners per vier
kante mijl), dat desondanks in alle
klassen en standen van de welvaart
geniet. Er is geen armoede. Het Noord
zeekanaal is het diepste, breedste en
dus grootste kanaal in de wereld voor
zeeschepen, zelfs groter dan het Suez-
en het Panama-kanaal, en het heeft de
grootste sluizen ter wereld. Nergens
ter wereld doorkruist zoveel water het
land: op iedere vierkante kilometer telt
Nederland een kwart kilometer vaar
water". „Verrassend genoeg is Neder
land hoofdzakelijk een industrieel
land zelfs een van de hoogst geïn
dustrialiseerde landen ter wereld. Met
Nederlandse efficiëntie grazen op de
beperkte aantallen weiden koeien, die
de hoogste melkopbrengst ter wereld
produceren".
MET DE t.v. in kleuren zullen we
nog maar wat wachten, nog wel vijf
jaar, heeft het Italiaanse parle
ment besloten. Het schijnt vrij duur
te zijn en het geld is er niet. De
minister van Financiën zou ook heus
niet weten, waar het vandaan te ha
len, daar werkelijk alles wat maar
belast kan worden (tot zelfs de scha
duw, in Italië gedurende de zomer
maanden een gevraagd artikel) al
op het lijstje van de fiscus voor
komt. Een andere oorzaak is de af
nemende belangstelling voor 't kijk
kastje. De Italianen zijn het kenne-j
lijk beu avond aan avond op een
stoel te zitten in hun eigen huiska
mer. Zij gaan weer uit, meer zelfs
dan tien jaar geleden.
DE JONGEREN hebben trou
wens nooit veel belangstelling ge
toond, wat de bioscopen door een
moeilijke tijd heeft heengeholpen.
Met meer dan 10.000 bioscooploka
len vormt de film in dit land een
industrie van betekenis. In 1966 wer
den er 239 speelfilms gemaakt, die
165 miljard lire in kas brachten. Ver
der worden veel Amerikaanse films
in Italië opgenomen. Dit verklaart
hoe in Rome duizenden een bestaan
vinden als figurant in de film.
De filmindustrie gaat ondanks het
regeringsbesluit wel voor de kleu-
ren-t.v. werken. Daar is een aan
vaardbare reden voor. Als in vrij
wel alle landen worden ook in Ita
lië in -steeds groter getale tv-films
vertoond die afkomstig zijn uit Ame
rika en Engeland. De tv dringt door
in de allerkleinste plaatsjes waar
men nog geen bioscoop bezit. Vol
komen ongeschoolde mensen wor
den bloot gesteld aan sterke niet-
Italiaanse invloeden. Verder moe
ten al die films worden vertaald en
nagesynchroniseerd. Ten derde
krijgt het publiek acteurs en actri
ces te zien, die in Italië onmoge
lijk de populariteit kunnen genieten
van toneelspelers uit eigen land. Re
den genoeg om een overeenkomst
aan te gaan met Anica, het over
koepelend lichaam voor de filmin
dustrie, om Italiaanse tv-films te
gaan vervaardigen. Daarmee zal
dit voorjaar een begin worden ge
maakt.
WEL ZIJN er moeilijkheden. De
Amerikaanse en Engelse tv-films
hebben een zeer groot afzetgebied,
en kunnen dus door andere landen,
vrij goedkoop worden betrokken.
Een 50 minuten-film van b.v. Alfred
Hitchcock of Perry Mason kost de
Italiaanse staats-tv 6000 gulden.
Dat bedrag wordt bijna verdubbeld
door de kosten voor de vertaling
en nasynchronisatie. Maar ook voor
12.000 gulden kan geen enkel Itali
aans filmbedrijf een dergelijke film
maken.
Men heeft de oplossing gevonden
in samenwerking tussen de filmin
dustrie en de RAI-tv, die bereid is
een flink bedrag neer te tellen om
films te kunnen brengen, waarin bij
het publiek bekende acteurs optre
den. Op den duur verwacht men,
dat ook het buitenland, gezien de
goede naam van de Italiaanse film
industrie, zich wel voor die tv-
films zal interesseren.
Dit is de reden, waarom men
toch kleurenfilms gaat maken. In
verschillende landen zal binnenkort
de tv op kleur overschakelen en dan
zouden de Italiaanse zwart-wit-
films niet meer in tel zijn. Daar-
entegen kan een kleurenfilm ook
worden vertoond in die landen,
waar men het nog zonder kleuren
doet.
HET GROOTSTE probleem blij
ven de kosten. Men bedenke, dat
in Amerika dit soort films gekop
peld wordt aan reclame, enkele ma
len wordt de actie onderbroken en
wordt 'n korte reclamefilm ingelast.
Dat is in Italië uitgesloten. De re
clamefilmpjes komen hier in een
apart programma. Maar juist die
reclame maakt voor de Amerikaan
se filmondernemingen de zaak winst
gevend. Verder maakt men in Ame
rika geen verschil meer tussen tv-
films en gewone films. Wij bedoe
len, d&t ook een grote speelfilm
tegelijkertijd in bioscopen en op de
tv kan worden gegeven. Dit is in
Italië verboden. De tv mag geen
(Italiaanse) films uitzenden, die
niet tenminste vier jaar in de bio
scopen hebben gedraaid.
Trots al die moeilijkheden gaat
men het proberen. „Clodiofilm"
maakt zich op voor het maken van
drie historische films voor de tv:
de eerste gaat over Galilei. Alfredo
Bini heeft al een overeenkomst
voor co-produktie ondertekend met
Amerika en in het algemeen ziet het
er naar uit dat Amerika een der goe
de afnemers van Italiaanse tv-films
zal worden, daar de eigen produktie.
gezien de talrijke omroepmaatschap-
pijen in de V.S. niet toereikend is.