De wind kan niet
Vermoeide huisvrouwen krijgen
„Klop-, veeg- en zuigsyndroom"
PANDA EN DE MEESTEÏDDRINKER
POLLE, PELLI EN PINGO
r
ECHTER TIE
KRAMMETJE FOK
KR00NK0STUUM KROONGETUIGE
Ons vervolgverhaal
Zuinig omgaan
met energie
Ministerie geeft
geneesmiddelen
bulletin uit
Raad Terneuzen
boycot medelid
m.
van goede smaak
Doden in het
verkeer
Geheim arsenaal
in Aden gevonden
Kappers mogelijk
weer duurder
ZATERDAG 1 APRIL 1967
8
tisch verhaal door Richard Mason
Huishoudbeurs in Amsterdam geopend
Psychisch
AKTIE NIET ROKEN
Scholieren krijgen
grammofoonplaat
Manipulaties bij
grondverkoop
wA
gÉnMÉ
mmmm
it3m
WWWWWWWI/WWW
6)
En geen enkel station dat je passeert
kan je verleiden om uit te stappen
en het landschap eens te onderzoe
ken.
Aan een van de stations, waar we
stopten, las ik de naam Dhanapore
en ik herinnerde me opeens, dat ik
in Engeland op school was geweest
met de Nawab van deze staat, die
om de een of andere reden niet naar
Eton was gezonden. Ik had me zijn
gebied altijd voorgesteld als 'n weel
derig tierende wildernis, omdat hij
me eens had gesproken over tijger-
jachten. Nu we er doorheen reden,
ontdekte ik, dat hij regeerde over
een woestijn met kleine dorpen, die
als bijenkorven bijeen stonden, maar
dan vuiler en niet zo goed gebouwd.
Toch gaf het paleis, waarvan ik nog
net een glimp opving, de indruk van
gigantische pracht. De treincontro-
leur vertelde me, dat de Nawab on
gelofelijk rijk was en alle grote he
ren van India ruim onthaalde. Hij
zei dat de vrouw van de Nawab
streng afgezonderd moest blijven,
maar toen ze eens in de trein zat,
had ze de controleur gevraagd of ze
van buitenaf kon worden gezien.
Toen hij zei, dat dit absoluut onmo
gelijk was, deed ze haar sluier af
en stak een sigaret op.
„Je moet 'm 'n brief schrijven en
je laten uitnodigen om te komen lo
geren", zei Mervijn. „Je zult er
wel bij varen. Een bezoek aan een
maharadja is altijd de moeite waard".
„Ik heb er de kleren niet voor.
En trouwens, zo'n uitnodiging zou me
te kras zijn. Ik weet totaal niets af
van de manieren in Oosterse palei
zen".
„O, dat 's gemakkelijk", zei hij.
„Ze doen ons in dat opzicht hele
maal na".
Maar ik vond toch, dat ik de Na
wab maar niet moest schrijven, ten
zij ik me in Bombay al heel erg
verveelde. Als we ooit een langdurig
verlof zouden krijgen, dan zou ik
liever naar de heuvels gaan.
We waren met ons vieren in de
coupé. In het compartiment naast
het onze waren drie andere officie
ren, die ook naar Bombay gingen
om Japans te leren. Een van hen
was een luitenant-vlieger, die ons
aan het station in Delhi tegemoet
was getreden met een overdreven jo
viaal air, terwijl hij zijn kennis van
het Hindoestani tentoonspreidde door
onnodige bevelen aan de kruiers.
Ik had onmiddellijk een hekel aan
hem en ik vroeg mezelf af, of dit
misschien onheus van me was, toen
Peter bedaard opmerkte:
't Zal me moeite kosten, die vent
niet gemeen te behandelen".
„Hij probeert anders hard zich bij
jons populair te maken", zei ik.
De vierde man in onze eigen coupé
heette Mario Vargas. Hij was knap
op de manier van de fijne, donkere,
aristocratische bewoners van de La
tijnse landen, en hij bezat wimpers
als de eerste de beste kokette vrouw.
Hij was een Portugees, hoewel hij
het Engels bijna perfect sprak. Hij
had zich een licht aarzelen aange
wend, waardoor hij tijd had zich 1e
bedenken, alvorens een moeilijk
woord uit te spreken.
Mervn had hem al eens in Delhi
ontmoet.
„Hij is een reuze kerel", verzeker
de hij me. „De beste knaap, die ik
ooit in dit beroerde land ben tegen
gekomen".
„Hoe dat zo"? vroeg ik.
„Hij is een van die mensen, die
altijd de baas van het spul erbij roe
pen. Hij is verdraaid leep. Eens was
hij ergens ingekwartierd, waar ze
hem geen warm water op z'n ka
mer wilden brengen. Hij had een
denderende ruzie met de vrouw des
huizes. Toen hij zei dat hij vertrek
ken zou, weigerde ze hem zijn geld
terug te geven. En wat deed hij?
Hij schroefde de gloeilampen van het
hele huis eruit, pakte ze in zijn
koffer en vertrok midden in de nacht
naar een hotel".
„En heeft hij nog andere goeie
eigenschappen".
„O, hij is een persoonlijkheid",
zei Mervyn afdoende. „Hij is niet
een van die bekrompen, modieuze
slappelingen".
„Je kon op Mervyns karakterbe
schrijvingen niet altijd afgaan, maar
deze keer was ik het met hem eens.
Van alle mij bekende mensen, die
bewonderenswaardig met hun oogle
den knipperen als ze stamelen; was
Mario de aardigste. Hij had alle
soorten goedheid in zich verenigd.
Hij moest bij de vrouwen wel een
doorslaand succes hebben gehad,
maar hij was heel terughoudend
waar zijn veroveringen betrof.
Er was geen gang in de trein. De
eerste klasse coupés besloegen de
hele breedte van de wagon en had
den vier kooien. Mijn bediende Ba
hadur was in de bediendenwagen en
bij elk station kwam hij het perron
overrennen om er zich van te over
tuigen dat ik me nog in orde be
vond en geen smerig water had ge
dronken. Hij hield tevens de zaken
in onze coupé in orde en bleef er
als een waakhond zitten als we naar
de restauratie gingen om te eten.
En wanneer we terugkwamen toonde
hij zich zo blij over het weerzien
alsof we maanden lang weg waren
geweest. Hij was precies een spa
niel; alleen had hij geen ptaart om
mee te kwispelen. T^a het eten
speelden we poker. We zetten twee
koffers midden op de vloer en gin
gen op de onderste kooien zitten.
Aangezien we niet voldoende klein
geld hadden, lieten we lucifers als
fiches gungeren. Peter speelde roeke
loos en hoog; Mervyn was heel voor
zichtig. We moesten vaak wachten,
terwijl hij overwoog of hij wat kon
riskeren.
Toen we nog speelden, stopte de
trein ergens aan een station en een
jeugdige knaap kwam de coupé bin
nen met een blad sinaasappelen en
bananen. Ik vond dat hij mooie tan
den en prachtige ogen had. Ik zou
graag zijn vruchten hebben gekocht,
maar we hadden al veel sinaasappe
len bij ons.
„Nee, dank je", zei ik.
„Heel lekker, sahip. Heel goed, sa
hib".
„Ik heb er geen nodig", zei ik.
„Goeie sinaasppelen, sahib".
„Nee," zei ik.
„Heel goedkoop, sahib".
(Wordt vervolgd.)
Voor enkele miljoenen huisvrouwen in
ons land is het dagelijks verrichte huis
houdelijk werk een vorm van ongeschool
de arbeid." Dit zei vrijdag drs. W. Jans
sen, directeur van het Instituut voor Huis
houdkundig Onderzoek in Wageningen,
bij de opening van de 22 ste internationa
le huishoudbeurs „Idee". Deze beurs
wordt onder het motto „Vitale vrouw -
Vitaal gezin" tot 9 april gehouden in het
RAI-gebouw in Amsterdam.
„Er is geen beroep denkbaar dat zo
veel verschillende bekwaamheden vraagt
en zoveel verantwoording meebrengt.
Met uitzondering van een kleine groep,
die huishoudkundig onderwijs gevolgd
heeft, heeft het merendeel geen opleiding
of scholing voor deze gecompliceerde
taak gehad. De meeste vrouwen schijnen
deze taak bij hun huwelijk op de koop toe
te moeten nemen", zei drs. Janssen.
Hij vestigde er de aandacht op dat het
hierbij gaat om materieel grote belangen.
Per jaar geven 2,8 miljoen huisgezinnen
ongeveer 40 miljard gulden uit. Dit is 65
percent van het nationale inkomen.
Niet alleen moet de huisvrouw een groot
aantal werkzaamheden verrichten, ook
de omvang is, afhankelijk van de samen
stelling van het gezin en de omstandighe
den waarin het gezin verkeert, groot.
Maar al te vaak horen artsen van huis
vrouwen de klacht: „Ik kan het niet meer
aan."
„De voldoening gaat ontbreken. Gevoe
lend van onbehagen en schuld krijgen de
overhand. Men heeft er genoeg van. Hei
„klop-,veeg- en zuigsyndroom" zoals een
huisarts het noemde, is een feit. Vooral
bij jonge huisvrouwen komen deze klach
ten veel voor. Daarbij komt dan nog de
animo om als gehuwde vrouw een betrek
king buitenshuis aan te nemen of aan
te houden.
„Kenmerkend voor het klop-,veeg- en
zuigsyndroom is de vermoeidheid", al
dus drs. Janssen. Hij bedoelt niet de ge
zonde bevredigende vermoeidheid na ge
dane arbeid, maar de lichamelijke over
vermoeidheid en de psychische moeheid
Deze moeheid verlaagt het vermogen van
de huisvrouw om huishoudelijke arbeid te
verrichten. Ook is zij nauw verbonden
Het ministerie van Sociale Zaken en
Volksgezondheid zal één keer in de twee
weken aan alle praktizerende artsen en
apothekers in Nederland een geneesmidde
lenbulletin toezenden, dat is opgesteld
door een redactieraad, welke in overleg
met de Koninklijke Maatschappij ter Be
vordering der Geneeskunst, de Koninklij
ke Nederlandse Maatschappij ter Bevor
dering van de Pharmacie en de Zieken
fondsraad is samengesteld.
In een begeleidende brief bij het eerste
nummer schrijft de staatssecretaris van
Sociale Zaken en Volksgezondheid, dr.
Bartels, dat het van vitale betekenis is
dat de medicus, die geneesmiddelen aan
zijn patiënten voorschrijft, bij voortduring
op de hoogte blijft met opvattingen en
meningen van deskundigen over deze
middelen en met het onvermijdelijke ver
schil van inzicht daarover dat ook in de
ze sector van de medische wetenschap
bestaat.
met de manier waarop de huisvrouw haar
energie gebruikt en met haar geestelijke
instelling ten opzichte van haar huishou
delijke verantwoordelijkheden."
Over de voorlichting op dit gebied zei
drs. Janssen dat hiermee een zekere terug
houdendheid betracht moet worden. Zij
dient niet de beslissingen voor de huis
vrouw te nemen, maar haar al die infor
maties te geven die zij nodig heeft om zelf
te kunnen beslissen. Het is meer een kwes
tie van consumenten-educatie dan van
consumenten-informatie.
„Pasklare oplossingen zijn nauwelijks
te geven. Wel zijn een aantal nuttige wen
ken te geven. Daarvan zijn er enkele op
deze beurs in beeld gebracht met de na
druk op zuinig omgaan met energie en op
de mentale instelling ten opzichte van het
werk", aldus drs. Janssen.
Jongens en meisjes, die in ons land
voortgezet onderwijs volgen, zullen via de
scholen die zij bezoeken, een grammo
foonplaatje ontvangen, dat de „Aktie
Niet Roken 1967" heeft laten vervaardi
gen. Van dit plaatje, getiteld „Tune '67"
worden 400.000 exemplaren verspreid. Bij
deze grammafoonplaat is gestreefd naar
een combinatie van ontspanningsmuziek
en gezondheidsopvoeding en -voorlichting
met betrekking tot het rookprobleem.
Verleden jaar kregen de scholieren een
folder. De „Aktie Niet Roken 1967" wordt
gesteund door de overheid en uitgevoerd
door de Stichting Landelijke Organisatie
voor de Kankerbestrijding.
De gemeenteraad van Terneuzen heeft
het vertrouwen in een C.H.U.medelid op
gezegd en hem als lid van alle raadscom
missies geschorst. Het raadslid is eige
naar van een boomgaard van nog geen70
are. De gemeente Terneuzen heeft de
grond nodig voor de aanleg van een weg
waarmee reeds begonnen is. Het raads
lid verlangt nu meer dan 100.000 voor
het stukje grond, waarop hij nog snel jon
ge bomen heeft laten planten. Een deel
ervan heeft hij verpacht aan zijn zoon,
die echter in militaire dienst is.
De gemeenteraad heeft deze manipular
ties om een zo hoge vergoeding te kun
nen eisen onwaardig genoemd, zeker voor
een raadslid. Iedere Terneuzenaar wist
dat de gemeente de grond zou aankopen,
maar het raadslid betoogde in de gemeen
teraad, dat hij geen gebruik had gemaakt
van zijn kennis van zaken als raadslid,
maar dat hij als gewoon burger profijt uit
een bepaalde situatie mocht trekken. Daar
was de gemeenteraad het echter niet mee
eens.
JWiUI i I, n
EB" *TEN TOONDER
11. De raket die in de koffer van professor Kalker
had gezeten, verhief zich rommelend uit zijn verpak
king en brak vervolgens met toenemende vaart door
de muur. „Hinderlijk, dat lawaai!" meende de geleer
de. „Hoe kan ik zo denken? Waar ging het ook weer
over? Ah, juist! We zouden de lont van een raket do
ven! Als iemand me nu even wat H20 aanreikt..wa
ter, meen ik.Hij keerde zich terug naar zijn baga
ge, en staarde vol verrassing naar zijn lege koffer.
„Eigenaardig!" prevelde hij. „Hier had ik toch een
raket ingepakt, dacht ik..Of niet, soms?" „Nou en
of!" zei Panda verontwaardigd. M'n hele kamermuur
is er door naar de maan!" „Kamermuur.mom
pelde de wetenschapsman. „Inderdaad! Het tochtte
hier al zo! En dan was er lawaai, meende ik! En bo
vendien had ik eh..water nodig! Nee, Planka deze
kamer is niet geschikt voor mijn werk! Ik begrijp
niet goed, waarom je me hierheen hebt gebracht! Je
moest toch weten, dat ik geen lawaai bij mijn studie
kan gebruiken!"
.HAAI HET STOKJE.1
KUN JE JE HOND NIET EENS BIJBRENGEN
EEN SCHIIDPAD VAN EEN STOKJE TE ONDER
SCHEIDEN?
KOM J0EF.,,.
ADVERTENTIE
,AAr'. <*-"•#'
Zwitsers importkostuum gemaakt van exclusief Schots getwist
UL/ kamgaren (Reid Welsh) in veelkleurige dessins. one <5
Modern, slank gesneden - superieure, afwerking ZHO. -
Bij een autobotsing in Vlaardingen is
de 50-jarige heer H. F. Timmermans uit
Den Haag zo ernstig gewond, dat hij in
een ziekenhuis is overleden. De botsing
ontstond doordat een andere automobilist
geen voorrang verleende aan de door de
heer Timmermans bestuurde personen -
auto.
Op de oude Muiderstraatweg in Mui-
derberg is de 20-jarige dienstplichtig sol
daat J. Berger uit De Bilt om het leven
gekomen. Hij kwam onder een jeep, die
omsloeg. Hij diende bij 109 verbindings-,
herstel- en aanvullingscompagnie te
Naarden.
ADEN (Reuter) Bij een nachtelijke
inval in een huis in een buitenwijk van
Aden hebben Britse en Arabische veilig-
heidsgroepen een wapenvoorraad ontdekt
bestaande uit 25 handgranaten. 14 mor
tiergranaten, negen anti-tankmijnen, drie
bazooka's, een raketwerper, 4536 kogels
en acht automatische magazijnen. Er
werden geen geweren of pistolen gevon
den. Arrestaties zijn niet verricht.
Na langdurige onderhandelingen hebben
vertegenwoordigers van werkgevers- en
werknemersorganisaties in het kappers-
bedrijf overeenstemming bereikt ovgr de
nieuwe CAO voor het kapperspersoneel,
die na goedkeuring op 3 april zal ingaan
en een looptijd zal hebben tot 31 maart
1968. De lonen worden met ingang van 3
april met vier percent verhoogd en per 1
juli met 1,5 percent. De afspraken met be
trekking tot de vakantietoeslagen worden
per 1 januari 1967 gerealiseerd. Bij deze
CAO zijn 16.000 werknemers betrokken.
Het is nog niet bekend of de werkge
vers de loonsverhoging in de prijzen zul
len mogen doorberekenen. Van de zijde
van het ministerie van economische za
ken verklaarde men desgevraagd, dat
men bereid is een dergelijk verzoek in
overweging te nemen als wordt aange
toond dat de kostenstijging een gevolg is
van de nieuwe loontabellen in de CAO.
Hoewel niet passend in het prijsbeleid
van de overheid, is het ministerie bereid
ten aanzien van loonintensieve branches
wel eens de hand over het hart te halen,
zo werd verklaard. Naar verluidt hebben
de werkgevers in het begin van dit jaar
reeds contact gehad met het ministeri»
van economische zaken over een even
tuele prijsverhoging.
74. Wanneer Tsjiao Tai terug is en aan
Rechter Tie zijn gesprek met de Koning
van de Bedelaars gerapporteerd heeft,
slaat de rechter met zijn vuist op taf ei
en roept toornig uit: „Die zogenaamde
abdis is dus een oplichtster! En die geeft
nota bene mijn dames les! Daar zal ik
terstond een eind aan maken! Lieve He
mel, nu zie je alweer hoe moeilijk het is
zaken te behandelen die zich afspeelden
voordat je zelf ter plaatse was, Tsjiao
Tai! Enfin, stapje bij stapje komen we
toch wel verder". Hij strijkt eens langs
zijn kin en vervolgt dan: „Wie zou die
minnaar van de abdis kunnen zijn?" „De
Koning zei alleen maar dat het een rijke
vent was, edelachtbare. De berooide schil
der Lie Ko kan het dus jammer genoeg
niet zijn. Hoewel ik geloof dat die lap-
swans tot alles in staat is!" „Daar zeg je
zo wat, Tsjiao Tai! Het kan best zijn dat
Lie Ko vroeger w e l geld had, toen hij
nog bij zijn broer de goudsmid woonde.
Misschien heeft de goudsmid hem zonder
een cent op straat gezet, toen hij merkte
dat Lie Ko verliefd was op Jade, zijn
verloofde!" „We moeten die oude prefect
ook niet uitvlakken, edelachtbare! Die
heeft geld, en een oude bok zoekt wel
eens naar een groen blaadje! Kijk, daar
hebben we onze oude schrijver!"
794. In een vliegende storm dreef het
spookgaljoen weg, voortbewogen door de
reusachtige riemen. Kolkend kwam op
nieuw de lucht in beweging. Wéér ont
stonden wervelwinden, welke steden en
schepen zouden teisteren.
„Het echte galjoen is blijven liggen,
maar het spookgaljoen heeft zich eruit
losgemaakt", zei Karo, toen hij weer wat
van zijn verbazing was bekomen. Zullen
we.zullen we eens aan boord gaan
kijken?"
„Gevaarrrrrlijk," kraste Tutu.
„Maar het gaat om Brammetje," pleit
te Karo.
„Naarrr binnen," zei Tutu zonder be
denken, want als het om hun vriend ging
lieten de kat en de papegaai zich door
niets en niemand weerhouden.
Voorzichtig keken zij over de rand.
Het leek er even op, dat zij precies
hetzelfde zagen als Bram, toen deze vóór
hen aan boord was gekomen.
Maar toch was er een groot verschil.
Want de eerste maal had iedereen vredig
een slaapje gedaan, maar nu leken alle
opvarenden als verstard. Met grote ogen
staarden zij ver weg in het niets, en
zelfs hun ademhaling leek stil te staan.
Standbeelden, waarin geen beweging was
te krijgen en.Bram was er nu ook
bij. Roerloos, bleek en hard als steen!