Dagbladen over het kabinet Ministers van het nieuwe in diverse pluimage kabinet DE TIJD HET PARGDL HetVrneYolk D '66: „Kabinetsformatie toont machteloosheid" Schmelzer geeft De Jong kans op „hele rit Algemeen Dogblod „Alleen Rotterdam kan welvaart in Nederland zeer snel vergroten" Tweemaal brand in Almelo Kabinet maakt plaats voor 7 Kamerleden Geld gevonden in huis van vermoorde lliÉteii tl e\o 1 LsL rant I DINSDAG 4 APRIL 1967 DAGBLAD VOOR NEDERLAND NIEUWE LIMBURGER Kort nieuws DE ROTTERDAMMER s II Bill Naast de getailleerde redingote brengt Parijs als of Tent Look". Wijd Shelter laatste nieuws de gesneden mantels met verhoogde doorsnijding in rug- en voorpand zijn „dernier cri". Het afgebeelde sheltermodel is gemaakt uit vederlichte zomer- ratiné in zonnige lentekleuren en heeft alles wat aan een voorjaarsmantel 1967 maar nieuw kan zijn. De prijs f 139 - Een belangrijk winstpunt is ongetwij feld dat premier De Jong en minister van Financiën Witteveen eerlijke politici zijn, die het land hebben aan dubbelzinnige verklaringen en zich nimmer aan onwaar heden hebben schuldig gemaakt. De prak tijk zou wel eens kunnen zijn dat de lengte van de zittingsduur van het kabinet-De Jong niet zozeer afhankelijk is van de bekwaamheid maar van het vermogen van de christelijke partijen om het kabi net te steunen. Om twee redenen is het gewenst dat in de eerste plaats stappen worden onder nomen om het stelsel van evenredige ver tegenwoordiging uit de grondwet te laten verdwijnen. De nadelen zijn zo evident gebleken dat alleen reeds om die reden op een nieuw stelsel moet worden overge gaan. Een tweede reden is dat het partij stelsel op de helling moet, maar dat niet verwacht kan worden dat die partijen zich opheffen als zich nog geen alterna tieve politieke mogelijkheden voordoen. Er is, bij het kauwen van de Haagse Nederland heeft weer een kabinet sinds prof. Zijlstra op 15 februari het ontslag van het zijne indiende en de dag daarop een informatie-opdracht ontving. Premier van het nieuwe kabinet is de oud-marine officier P. J. S. de Jong (K.V.P.), tijdens de oorlog duikbootcommandant en daar na onder meer commandant van het fre gat „De Zeeuw". Van 1955 tot 1958 was hij adjudant van de koningin, daarna commandant van de torpedoboot jager „Gelderland". In 1959 werd hij staatsse cretaris van Marine en in juli 1963 mi nister van Defensie. Zijn opvolger als minister van Defensie in het nieuwe kabinet is de heer W. den Toom (V.V.D.) oud-commodore van de Kon. Luchtmacht en oud-staatssecretaris. Hij is een deskundige in luchtmachtaan gelegenheden en heeft als zodanig func ties bekleed bij Shape in Parijs en bij de NAVO. Voor zijn benoeming tot mi nister was hij directeur-coördinator van het NAVO-grond-luchtverdedigingssys- teem in Parijs. De nieuwe man die de scepter gaat zwaaien op het departement van Onder wijs is prof. dr. G. H. Veringa (K.V.P.), sinds 1950 in verschillende functies werk zaam bij het ministerie van Justitie. Na de benoeming van mr. E. A. Lamers tot president van het Hoog Militair Gerechts hof werd prof. Veringa belast met de leiding over het gevangeniswezen, de psychopatenzorg, de reclassering en het wetenschappelijk werk bij het ministerie van Justitie. Hij is lid van de gemeente beschuitjes met kabinetmuisjes een gevoel raad van Rijswijk voor de K.V.P. eri van opluchting, in de trant van: nu ja. 1 er is tenminste weer een kabinet. Er is vooral, als achtergrond daarvan, de opvat ting dat het toch eigenlijk wel de laatste keer zou moeten zijn geweest dat in Ne derland op deze wijze een kabinet wordt geboren. Een wijze, die doet denken aan de periode van de vierde republiek in Frankrijk. buitengewoon hoogleraar in het peniten tiaire recht aan de katholieke universi teit van Nijmegen. Aan het hoofd van het ministerie voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Orde ning komt ir. W. F. Schut (A.R.P.) te staan, een civiel ingenieur, directeur van het instituut Stad en Landschap van Zuid-Holland in Rotterdam. Hij heeft een particulier adviesbureau in Middelburg. Verder heeft hij onder andere zitting in de commissie Gemeentelijke Plannen Noord-Holland. De landspolitiek is voor ir. Schut een volslagen nieuw terrein. Hij heeft 24 jaar lang bij „Stad en Landschap" gezeten .Zijn politieke ervaring beperkt zich tot Het ligt voor de hand dat wij de nieuwe voorzitterschap van een A.R.-kiesver- tingsdienst in Noord-Holland en was rijks- landbouwconsulent in Eindhoven en land- bouwattaché bij de ambassade in Londen. Hij is lid van de Tweede-Kamer, lid van het Europese parlement en voorzitter van de Noordbrabantse Christelijke Boeren bond. De heer B. Roolvink (A.R.), nu minis ter van Sociale Zaken en Volksgezond heid, heeft na zijn schooljaren onder meer een leidende functie bekleed bij een haardenfabriek in Hilversum, waar hij onder meer voorzitter van de fabrieks- kern was. Later werd hij voorzitter van de afdeling Hilversum van de Christelij ke Metaalbedrijfsbond. Van 1946 tot 1952 was hij tweede voor zitter van de Christelijke Metaalbedrijfs bond en van 1952 tot 1959 secretaris van het C.N.V. Van 1959 tot 5 augustus 1963 was de heer Roolvink staatssecretaris van Sociale Zaken en Volksgezondheid en daarna lid van de Tweede Kamer en fractievoorzitter van de A.R.P. Voor mr. L. de Block (K.V.P.) is het ministerschap van Economische Zaken de bekroning van een moeizaam bevochten carbière. Mr. De Block begon zijn loop baan als bankbediende, studeerde rech ten en kwam op zijn 43ste jaar in over heidsdienst. Zij ambtelijke carrière ein digde in 1960 toen hij van directeur-gene raal van de industrialisatie bij het minis terie van Economische Zaken tot direc teur van de K.L.M. werd benoemd. Drie aar later werd hij staatssecretaris van Buitenlandse Zaken. In die functie heeft hij zelden of nooit van zich doen spreken. Hij bleef in de schaduw van zijn chef, mr. Luns. Zijn benoeming heeft een interessant aspect: de coördinatie tussen Buitenland se Zaken en Economische Zaken over de buitenlandse economische betrekkin gen. Over deze coördinatie doen in Den Haag al jarenlang de meest barre ver halen de ronde. Ambtenaren van beide departementen zouden met verschillen de instructies naas de Brusselse confe rentietafel reizen en zouden nu en dan zelfs weigeren met elkaar te overleggen. Veel van dit fraais behoort tot de ambte combinatie met reserve begroeten. Af wachten is de boodschap en hopen dat het meevalt. De K.V.P. voert als verontschul diging voor de strubbelingen bij de per soneelsbezetting aan, dat zij de waarde volle mensen, die zij vergeefs naar voren geschoven heeft, te laat heeft „opge bouwd". Een grotere fout is echter dat deze figuren niet afkomstig waren uit de fractie zelf. Men schijnt nu wel in te zien dat bij de kandidaatsstelling voor de Ka mer te weinig rekening wordt gehouden eniging. „Als er nu al wordt gesproken over een kabinet van zwakke mannen, dan zeg ik wat mij betreft, voluit ja! heeft hij al toegegeven. De nieuwe minister van Justitie, prof mr. C. H. F. Polak (V.V.D.) is de derde Leidse hoogleraar in de rechten die na de oorlog tot deze post geroepen wordt. Zijn beide voorgangers waren prof mr J. C. van Oven en prof. dr. I. Samkalden Prof. Polak is een zeer actief politicus die door zijn veelzijdige activiteiten als schappelijke interesse deed hem telkens zitting nemen in een of ander forum over actuele vraagstukken, ook voor radio en televisie. Als spreker op politieke bijeen komsten heeft hij zich een faam van een groot causeur verworven. Prof. Polak stamt uit een geslacht van juristen. Eén van zijn grootvaders was de beroemde jurist Oppenheim. Zijn vader was rechter. In 1927 begon de nieuwe bewindsman op 18-jarige leeftijd zijn rechtenstudie in Leiden, die hij reeds in 1931 afsloot met een doctoraal examen cum laude. Het departement van Landbouw komt nu onder leiding van ir. P. J. Lardinois (K.V.P.) die in 1951 aan de Landbouw hogeschool in Wageningen, zijn inge nieursdiploma behaalde. Hij is werkzaam geweest bij de Rijkslandbouwvoorlich met de mogelijkheden van een toekomsti- zodanig ook een grote bekendheid in den ge ministeriële loopbaan. De basis van dat ian(je heeft verworven. Zijn grote maat- kwaad ligt in de partijstructuur, die meer1 - op een evenredige verdeling naar regio en maatschappelijke organisatie dan naar politibke potentie kijkt Kan men over de economische rugge- graat van het kabinet niet juichen, ook zijn politiek gezicht imponeert niet. Wij willen graag de regeringsverklaring af wachten, maar de vraag is of die veel kleur op het vale gezicht zal toveren. In de tanige huid zien wij behoudende rim pels. De blik staat niet ver in de toe komst. We hebben bij deze formatie alles ge-1 kregen wat bij de aangescherpte critische blik van de kiezers voorkomen had moe ten worden. Zou het nieuwe beleid niet aan de normen van een vooruitstrevende poli tiek voldoen, dan zullen de spanningen, die er thans al binnen sommige christe- lijke partijen zijn, ongetwijfeld sterk toe nemen met alle mogelijke gevolgen van dien. VRIJ, ONVERVEERD Het zou niet billijk zijn de nieuwelingen I onder de ministers op voorhand persoon lijke bekwaamheid te ontzeggen. Maar I zelfs indien men het kabinet-De Jong the benefit of the doubt geeft, is er allerminst reden over zijn optreden te juichen. Dit legt ten dele aan de financiële omstandig heden waaronder het is geboren. Zal mi- nister Witte vefen nu de medicijnman van I de staatsfinanciën blijken, nadat hij in het kabinet-Marijnen als zodanig tegenviel? Zal minister Roolvink zo heftig om streden in zijn eigen kring de toene mende sociale spanningen kunnen harmo niseren? En houdt de benoeming van mr. T. Beernink tot minister van Binnenland se Zaken enige belofte in omtrent de staatkundige vernieuwing welke de toe komst voor ons land verlangt? lijke roddel. In de praktijk wordt er sa mengewerkt zij het gebrekkig. Drs. J. Udink (C.H.U.), de nieuwe mi nister voor Ontwikkelingshulp, studeerde in Rotterdam en in Lausanne en was na zijn doctoraal examen in de economie ad junct-secretaris van de Kamer van Koop handel in Rotterdam en later secreta ris. In 1959 werd hij lector aan de Eco nomische Hogeschool in Rotterdam en directeur van het Verkeerswetenschappe- lijk Centrum. In 1962 werd hij benoemd tot algemeen directeur van de Centrale Kamer van Handelsbevordering. Sedert 1965 is hij voorzitter van de protestants- christelijke fractie in de Rijnmondraad. Mr. H. K. J. Beernink (C.H.U.), minis ter van Binnenlandse Zaken, is na zijn studie in de rechtswetenschappen werk zaam geweest op de gemeentesecretarieën van Papendrecht, Almelo en Rijswijk (Z.- H.). Thans is hij secretaris der gemeente Rijswijk. Hij maakt sinds 4 juni deel uit van de Tweede Kamer, het laatst als fractievoor zitter van de C.H.U. De overige ministers, mr. Luns, mej Klompé en drs. Bakker maakten reeds deel uit van het vorige kabinet-Zijlstra. Prof. Witteveen was minister van Finan ciën in het kabinet-Marijnen. „In Nederland ziet men niet de grote nationale belangen die gemoeid zijn met een goede havenontwikkeling. Juist in het Waterweggebied zijn echter de voor waarden aanwezig om in Nederland de welvaart in een snel tempo te vergroten Dit zei gisteren de directeur van het havenbedrijf van Rotterdam ir. F. Pos thuma in een rede op de Akademiedagen 1967 van de Koninklijke Nederlandse Aka- demie van Wetenschappen die worden ge houden in De Doelen. In Rotterdam is nooit staatshulp ver strekt bij het tot stand komen van basis industrieën, zoals elders in ons land wel het geval is geweest. Ir. Posthuma noem de in dit verband de Hoogovens, de goed kope aardgasleveranciers in Delfzijl en Sloegebied en de olielèiding naar Am sterdam. De voorsprong van Rotterdam op de tweede haven ter wereld New York neemt steeds verder toe. zo zei de heer Posthuma verder. In 1966 steeg het ver voer in Rotterdam tot 130 miljoen ton, terwijl New York, naar schatting onge veer 95 miljoen vervoerde. Het Rotterdam se cijfer is bijna even groot als het to tale zeevervoer van Antwerpen (60 min.) Hamburg 35 min, Bremen 17,5 min en Amsterdam 15 min tezamen. (Van onze correspondent) ALMELO Kort na elkaar heeft de Almelose brandweer vannacht twee bran den in de binnenstad moeten blussen. Om kwart over één werd een brand gemeld in een woning aan de Ziekenhuisstraat. Brandweerlieden ontdekten zelf een half uur later dat brand was ontstaan in het op korte afstand gelegen pand van de n.v. vloerenbedrijf Abeln aan de haven. Magazijn en opslagruimten van dit bedrijf brandden grotendeels uit. De brand in de Ziekenhuisstraat woed de in een huis, dat onlangs betrokken was door S. van K. en zijn gezin. Van K. had het weekeinde ruzie gehad met zijn buren. Het conflict was zo hoog opgelopen, dat Van K. in de woning van R. alle huisraad kort en klein had geslagen. In verband daarmee was hij zondagavond aangehou den, verdacht van huisvredebreuk en ver nieling. Maandagochtend is hij vrijgela ten. Juist het huis van Van K. stond van nacht ineens in brand. De politie vond de omstandigheden zo verdacht, dat zij Van K. opnieuw arresteerde. Baby lijkje gevonden Na een anonieme brief heeft de Middelburgse recherche in een woning aan de Zusterstraat een babylijkje gevonden. Door sectie is vast gesteld dat het een meisje betreft dat rond oktober vorig jaar moet zijn ge boren. Tegen de 26-jarige ongehuwde moeder en tegen haar moeder, die bij de bevalling had geholpen, is proces verbaal opgemaakt. ADVERTENTIE (Van onze parlementaire redactie) DEN HAAG. Zeven nieuwe volks vertegenwoordigers zullen hun intrede doen in de Tweede Kamer als het kabinet- De Jong is beëdigd. Voor minister De Jong staat kolonel J. H. Jansen uit Den Haag, werkzaam bij de Generale Staf, op de kandidatenlijst. Minister Luns wordt als Kamerlid opgevolgd door dr. W. J. Schuyt, vóór de verkiezingen reeds lid van de Kamer en lid van het Europese parle ment. Voor mej. Klompé komt mej. mr. Th. W. M. Balfoort, studenten-decaan te Nijmegen, in de plaats en voor ir. Lardinois keert de heer K. J. van Laak, wethouder van Waalwijk, in de Kamer terug. De plaatsvervangend fractieleider van de A.R.P. in de Tweede Kamer, de heer B. Roolvink, wordt vervangen door de rector van het Delftse christelijk lyceum, dr. A. Veerman uit Rijswijk. Voor prof. Witteveen (V.V.D.) doet met de 25-jarige Amsterdamse student H. Wiegel het jong ste Kamerlid zijn intrede. Mr. Beernink, de Ó.H.-fractieleider, wordt opgevolgd door mej. A. E. H. Haars, advocaat en procu reur in Breukelen. 99 De K.V.P. is er weer in geslaagd een van haar leden, die bij de verkiezingen hoegenaamd geen rol heeft gespeeld, op de stoel van de minister-president te krijgen. Daarmee demonstreert zij hoe voor haar de verkiezingen alleen wat met de samenstelling van het parlement te maken hebben en niets met de samen stelling van de regering. Als wij geen grote verwachtin gen van de combinatie Witteveen-Rool- vink-De Block hebben, komt dat omdat wij nimmer veel hebben gemerkt van een inspirerende visie bij deze ministers. Een blik op het kabinet-De Jong laat zien dat het sterker is dan de moeilijke voorgeschiedenis moest doen verwachten. Wij hopen dat dit kabinet erin mag slagen het aanzien dat een regering als zodanig behoeft te verhogen, want er is in dat opzicht een bedenkelijke inflatie gaande. Misschien dat dan ook het vreemde ge drang in de richting van allerlei veran deringen in ons staatsbestel wat aan kracht zal gaan afnemen. Volgens de Tweedé-Kamerfractie van D'66 is het gehele verloop van de kabi netsformatie een duidelijke onderstreping van de machteloosheid om binnen de hui dige staatsrechtelijke en partijpolitieke situatie tot een volwaardig kabinet te komen, dat in staat is een krachtig, voor uitstrevende politiek te voeren. In dat verband is het te meer onbegrijpelijk dat de formatie geen enkele maal in het teken van de zo nodige hervormingen heeft gestaan. D'66 spreekt er haar grote teleurstelling over uit, dat, na het eindeloos heen en weer schuiven van steeds weer nieuwe kandidaten over de verscheidene porte feuilles, ook de personele bezetting van dit kabinet zwak is. De staatsrechtelijke hervormingen, die nu meer dan ooit no dig zijn gebleken, worden toevertrouwd aan de heer Beernink, die meermalen te kennen heeft gegeven dat Nederland daaraan geen enkele behoefte zou hebben. K.V.P.-fractievoorzitter Schmelzer zei dat dit kabinet belangrijke parlementaire trekken heeft, aangezien er overleg is ge voerd met de fractievoorzitters. Er moet echter nog veel worden geregeld. Hij wil de het kabinet zien als een mengsel van extra-parlementaire en parlementaire trekken, rechts, links of midden wenste hij niet te gebruiken. Op de vraag of hij dit kabinet ziet als een van sterke man nen, antwoordde hij dat er zeel veel be kwame mensen in zitten. Deze ploeg heeft een reële kans om de hele rit uit te zitten, aldus de heer Schmelzer. De fractieleider van de P.v.d.A. in de Tweede Kamer, drs. J. M. den Uyl heeft tijdens een tv-interview verklaard dat zijn eerste indruk van het kabinet „niet zo best" was. Hij achtte het kabinet-De Jong „nogal rechts en behoudend" en sprak van een ploeg die blijkbaar voor de vorige formateur, mr. B. W. Biesheu vel, niet deugde. De fractievoorzitter van de V.V.D mr. E. H. Toxopeus, verklaarde in een door de televisie uitgezonden vraaggesprek dat er geen sprake is van tweede-keusminis ters, zeer zeker niet voor zover dit de V.V.D. betrof. Er is evenmin reden om te suggereren dat de regering-De Jong geen sterk kabinet zou zijn. Mr. Toxopeus zei te menen dat het nieuwe kabinet het ze ker vier jaar zou kunnen uithouden. Ook de tweede voorzitter van de Chris- telijk-Historische fractie in de Tweede Kamer, jkvr. Wttewaal van Stoetwegen, ontkende in een televisie-interview dat het kabinet uit ministers van de tweede keus bestaat. Het Anti-Revolutionaire Tweede-Ka merlid drs. J. Boersma zei niet gelukkig te zijn met de wijze waarop het kabinet tot stand is gekomen. De formatie is „niet hartverheffend" geweest en daarom moet de politieke vernieuwing met des te meer kracht worden aangepakt. Wellicht is „te snel" gekozen voor de V.V.D. in plaats van de P.v.d.A. als coali tiepartner van de drie confessionele par tijen, doch dit betekent niet dat dit kabi net geen verantwoord sociaal-economisch beleid zal gaan voeren, aldus drs. Boersma. De politie heeft een paar duizend gul den gevonden in de slaapkamer van de 87-jarige heer G. van Piggelen uit Eist, die in de nacht van zaterdag op zondag is vermoord. Ook in zijn kleding trof men nog een bedrag van enkele honderden guldens aan. Zoals wij al meldden is de heer Van Piggelen zondagmiddag door zijn buren levenloos aangetroffen achter zijn voordeur. Zijn benen waren met een stuk tuinslang aan elkaar gebonden. Bij sectie in het Julianaziekenhuis in Veenendaal is komen vast te staan, dat de moordenaar waarschijnlijk wel een po ging heeft gedaan om zijn slachtoffer te wurgen, maar dat de heer Van Piggelen is overleden aan inwendige kneuzingen en bloedingen die moeten zijn ontstaan bij een worsteling met zijn aanvaller. ,r- PK Mi SfiifesJBS BEYERW1JKBREESTRAAT 65-HAARLEM,HOUTPLEIN ALKMAAR, LANGESTRAAT 79 t

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1967 | | pagina 9