1
De wind kt
m niet lezen
Fouten in
van het
ontwerpen en bouw
Apoll o-ruimteschip
NASA raakte zeker één
jaar achter bij maanrace
PANDA EN DE MEESTER-DRINKER
POLLE, PELLI EN PINGO
7
Neem óók
TWIN
prettig rollen,
lekker roken!
RECHTER TIE
KRAMMETJE FOK
Ons vervolgverhaal
Amerikaans ruimtevaartbureau uit zelfcritiek
Poolse president
negeert de paus
Aanvallen op Ljoe
door Volksdagblad
o
M
6
MAANDAG 10 APRIL 1967
Een romantisch verhaal door Richard Mason
HALF ZWARE SHAG
Lang gesneden - goed gemengd - 50 gram f 1,25
WWWWVWMWWVW
13)
„We zullen fijne lessen hebben".
„Waarschijnlijk wel".
„Als ze maar eenmaal over haar
verlegenheid heen is", voegde hij
eraan toe.
Het was niet te verwonderen dat
ze verlegen was met tien vreemde
gezichten om zich heen. Tien man
nen, die haar als vrouw kritisch
bekeken.
De brigadier haalde een leerboek
voor de dag.
„Ik wil speciaal, dat jullie miss
Wei's uitspraak precies nabootsen",
zei hij. „Ik verzoek haar een stukje
voor te lezen en daarna herhalen wij
het".
Ze begon met heel zachte stem.
Toen schraapte ze haar keel en be
gon opnieuw.
„Ik geloof dat het beter zou zijn.
als u iets langzamer wilde lezen", zei
de brigadier.
Ze keek met knipperende oogleden
op en we zagen, dat ze enorme,
amandelvormige ogen had.
„Wat spijt me dat", zei ze.
Na een poosje liet de brigadier ons
alleen, en ze zei in het Japans tegen
ons: „Als u een voor een vragen wilt
stellen, zal ik mijn best doen, ze
te beantwoorden".
Ze gebruikte zulke formele, beleef
de woorden, dat het was alsof ze ge
zegd had: „Als u zich wilt verwaar
digen mij vragen te stellen, zal ik ze
nederig beantwoorden".
„Hebt u een goede reis gehad?"
vroeg een legerofficier in hakkelend
Japans.
„Het is vriendelijk van u dat te
vragen", zei ze. „De reis heeft lang
geduurd, maar er was altijd wel iets
te doen. Ik heb geprobeerd heel veel
Engelse boeken te lezen".
Ze had een lijstje met onze namen
voor zich liggen.
„De volgende? Quinn, nietwaar?"
Ik had een vraag op een stukje pa
pier geschreven, nadat ik de woorden
in een dictionaire had opgezocht.
„Is het waar, dat als Japanse echt
genoten dronken thuiskomen, hun
vrouwen aan hun voeten gaan zitten
en hun schoenveters losmaken?"
Miss Wei schudde even van het
lachen. Ze verborg het gezicht achter
haar boekje en we konden niets van
haar zien dan haar zwarte haar bo
ven de rand van het boek. Ze hield
zich daar een poosje verschanst.
„Is het waar?" drong ik aan, toen
ze weer opkeek.
„Ik kan het u niet zeggen. Het is
een grappige vraag".
„Weet u het niet?"
„Ik denk wel, dat ze het soms
doen. Wie volgt?" Ze keek op het
lijstje. „Is het Fenwick?"
Ik zag opeens, dat Fenwick vuur
rood werd van kwaadheid; de aderen
in zijn hals zwollen op.
„Ja", zei hij.
„Hebt u een vraag?"
„Ik heb geen vraag", zei hij in het
Engels, „maar er is één ding, waar ik
graag even op wilde wijzen". Hij
drukte zijn handen, die ook rood za
gen, op het tafelblad. Hij had zich
tot een soort van razernij opgewon
den, om zich te dwingen met zijn
bruut bezwaar voor de dag te komen.
„In deze klas zijn we allemaal offi
cieren. Het is gebruikelijk, dat we
met onze rang worden aangesproken.
Als u onze rangen niet kent, is het
een kwestie van beleefdheid, dat u de
betiteling „mister" gebruikt.
Er heerste lange tijd stilte. De rest
van de klas zat verstomd van af
grijzen.
„Het is heel begrijpelijk", ging
Fenwick voort, als een soort onhan
dige poging om het goed te maken,
„dat het voor u als vreemdelinge
moeilijk is, onze gewoonte te ken
nen".
„Schei uit!" zei Peter, hard fluiste
rend. „Mijn God, is het niet onge
looflijk?" zei hij toen luid.
Miss Wei wist zich geen raad van
verwarring. Ze verborg haar gezicht
in haar notitieboek. Eindelijk zei ze:
„Het spijt me ik had de briga
dier op deze manier horen spreken".
„Dat is niet precies hetzelfde", zei
Fenwick.
„Het was heel ruw van me", zei
ze. Ik was bang, dat ze tranen in
de ogen zou krijgen, maar dat ge
beurde niet.
„Heeft iemand nog vragen te stel
len?" vroeg ze en de dieprode kleur
trok wat weg uit haar gezicht. Ze
durfde nu geen naam te noemen.
„Ik hoop dat u hier lang blijft",
zei Peter in het Japans. „We zijn
blij dat we een nieuwe onderwijze
res hebben".
Hij zei het vriendelijk om haar te
laten merken, dat wij niet allemaal
met Fenwicks grove opmerking sym
pathiseerden.
„Dank u", zei ze, haar hoofd bui
gend, „ik heb dit compliment niet
verdiend. Dank u zeer".
Na de les zeiden we geen woord
tegen Fenwick. Hij verzamelde zijn
boeken met bestudeerde nonchalan
ce, terwijl hij zachtjes door zijn
tanden floot, niet anders verwach
tend dan dat wij wel het een en an
der zouden zeggen over de manier
waarop hij voor onze rechten was
opgekomen. Maar we deden geen
mond open.
„Mee naar huis, jongens?" zei hij.
„Ja, straks".
„Schiet wat op als jullie een gratis
ritje in een rijtuig willen hebben".
„Zeg, zo arm zijn we nog niet",
zei Peter.
„Je moet het zelf weten".
We lieten hem alleen weggaan, en'-»
daarna gingen wij pas naar buiten
om te zien of we een voertuig kon
den krijgen. De weg was verlaten.
„Ik ga naar de bazaar", zei ik. „Ik
heb wat inkopen te doen".
Ik liep langs het huis, maar om
dat ik het tamelijk warm had en nog
steeds kwaad was, besloot ik, eerst
naar de Cricket Club te gaan en er
een cocktail te drinken. Ik draaide
me weer om en wandelde langs de
flats terug. Ik was dicht bij de school
toen miss Wei haastig uit de ingang
kwam. Er was nog altijd geen voer
tuig te bekennen.
Ze liep in mijn richting.
„U hebt haast", zei ik.
„Pardon?" zei ze, terwijl ze bleef
staan en me angstig-verrast aankeek.
Ik herhaalde dezelfde zin in het
Japans.
(Wordt vervolgd.)
ROME (Reuter) De Poolse president
Edward Ochab is zondag uit Rome ver
trokken, na zijn staatsbezoek van drie da
gen aan Italië, zonder bij de paus op au
diëntie te zijn gewest. Men beschouwt
dit als een ernstige verslechtering van de
Pools-Vaticaanse betrekkingen.
Het is altijd gewoonte geweest dat een
staatshoofd, dat officieel in Rome op be
zoek is, ook de paus ontmoet.
(Van onze correspondent)
WASHINGTON. De dood van de
drie Amerikaanse astronauten Gus
Grissom, Roger Chaffee en Edward
White op 27 januari van dit jaar door
het uitbreken van brand in hun
ruimteschip Apollo-I was het gevolg
van fouten in het ontwerp en de con
structie van het ruimteschip zowel
als van nalatigheid van het hele
Apollo-team. Zo luidt het vernieti
gende oordeel van de raad van onder
zoek van de National Aeronautics
and Space Administration, NASA, in
een rapport over het tragische on
geluk van tien weken geleden.
De juiste oorzaak van de brand in de
neuskegel (die zoals men zich zal herin
neren uitbrak tijdens een voorproef op de
grond) is volgens het drieduizend blad
zijden tellende rapport niet achterhaal
baar, maar acht leden van de raad van
onderzoek nemen aan dat de brand uit
brak door een kortsluiting in de draden
onder Grissoms ligstoel. De raad criti-
seert scherp het elektriciteitsnet in het
verongelukte ruimteschip, evenals de
zuurstofinstallatie en het koelsysteem. De
buizen waren slecht, aldus het rapport
en de zuurstofdruk deed het toch al veel
te brandbare materiaal in de cabine tien
keer sneller branden dan normaal.
Bovendien waren de handles waarmee
de door de brand verraste astronauten
de druk in hun ruimteschip hadden kun
nen verminderen en de deur hadden kun
nen openen zó geconstrueerd, dat minuten
nodig waren om deze te bedienen.
Het rapport heeft verder critiek op de
afwezigheid tijdens de ruimtevaartproef
TOKIO (AP) Partijvoorzitter Mao
Tse-Toeng en zijn volgelingen hebben zich
meester gemaakt van het politiebureau
van het centrale comité van de Chinese
Communistische Partij, het hoogste po
litieke orgaan.
Mao verklaarde zaterdag dat de cam
pagne van de partijleiding om president
Ljoe Sjao-Tsji af te zetten „het stadium
van een krachtmeting heeft bereikt".
Het volksdagblad, de spreekbuis van de
partijleiding onder Mao, beschreef de toe
stand in een hoofdartikel waarin een aan
val werd gedaan op de 62-jarige presi
dent. Het was voor de eerste maal dat het
partijblad een aanval op Ljoe deed.
Het artikel had als kop „de machts
greep van de proletarische culturele re
volutie is in het stadium van een kracht
meting". Er werd op de volgelingen van
Mao een beroep gedaan „grondig af te re
kenen met het vooraanstaand partijlid
dat gezag heeft en die de kapitalistische
weg volgt". Er werd op aangedrongen
hem „de genadeslag te geven".
van een brandweer en andere voorzienin
gen voor noodgevallen en stelt voor een
aantal verbeteringen in de hele aanpak
van het ruimtevaartprogramma aan te
brengen.
DE ZAAK is hiermee echter niet ge
ëindigd, want vandaag begint een sub
commissie van het Huis van Afgevaar
digden, onder voorzitterschap van de
Texaan Teague, een onderzoek naar de
ruimtevaarttragedie, waarbij verwacht
kan worden dat NASA nog minder zal
worden gespaard dan door de raad van
onderzoek, die uiteindelijk nog uit de
NASA zelf voortkwam.
Ondanks de scherpe critiek houdt het
NASA-rapport trouwens in, dat het Apol-
lo-programma voor een landing op de
maan voortgezet moet worden en levens
vatbaar is ondanks fouten en slordighe
den die door het ongeluk opgespoord wer
den. Wel wordt in het rapport een on
barmhartige streep gezet door de in het
verleden vaak geuite claim van NASA-
directeur James Webb, dat het ruimte
vaartprogramma waterdicht, efficiënt en
tot in de puntjes doordacht was. Maar
daar blijft het bij.
Het rapport gaat niet in op de vraag
hoe het ruimtevaartprogramma zich moet
aanpassen aan de aanbevelingen van de
raad van onderzoek en of er nu uitstel
van de plannen voor een landing op de
maan nodig is. Niettemin lijkt het wel
zeker, dat NASA zeker één jaar verloren
heeft door het debacle, dat haar prestige
een knauw heeft gekregen en dat de kos
ten hoger zullen komen te liggen dan
verwacht werd. Dat er sprake is van een
flink tijdverlies wordt duidelijk, als men
beseft dat voor 1967 geen bemande vluch
ten op het programma staan, maar dat
als de Apollo I niet in brand gevlogen
was, dit ruimteschip in dit voorjaar een
tocht van twee weken door de ruimte zou
hebben gemaakt.
In het midden van dit jaar zou dan een
tweede bemande Apollo zijn opgestegen.
Als met deze vluchten succes zou zijn ge
boekt, zou eind 1967 een Apollo-ruimte-
schip met drie man aan boord het uit
spansel zijn ingesuisd, voortgedreven door
een Saturnus-vijf-raket, een projectiel dat
bijna vijf maal zo krachtig is als de
Saturnus-één, waarmee de eerste twee
Apollo-vluchten gemaakt zouden zijn.
Vóór 1970 had NASA gehoopt maar
liefst dertien vluchten te ondernemen
met Saturnus-vijf-raketten, waarvan de
laatste dan voor een landing op de maan
hadden moeten zorgen.
Deze toekomstmuziek verkeert nu in
volledige onzekerheid en de kans dat de
Amerikanen vóór 1970 hun mannetje op
de maan zullen hebben, is bepaald ge
daald. Maar NASA zal het er niet bij
laten zitten, en er valt een fanatieke
actie van Amerika's ruimtevaarders te
verwachten om de tegenslag te overwin
nen en de critici genoegdoening te geven.
Daarbij zullen de recente aankondigingen
van nieuwe bemande ruimte-experimen
ten door de Russen zeker als stimulans
werken.
18. Jollipop greep de telefoon en draaide het num
mer van het Ministerie van Krijgszaken. Daar werd hij
al spoedig doorverbonden met Generaal Dondersteen.
„U spreekt met Huize Hobbeldonk!" verklaarde de
bediende. „We hebben hier een geheim wapen!" „Wa
pen?" herhaalde professor Kalker peinzend in zich
zelf terwijl hij dromerig naar het theekopje met de
chemische vloeistof staarde. „Ik dacht toch even dat
het thee was.Óf niet, soms? Ik.eh.heb het
idee dat mijn geheugen me soms in de steek laat!"
„Aha! Halt! Ik kom onmiddellijk het terrein verken
nen! Hobbeldonk, nietwaar? Juist! Sta pal, tot ik er
ben!" De opperofficier liet er verder geen gras over
groeien. Hij vorderde een dienstauto, en even later
was hij in snelle vaart op weg. „Ons makkertje Panda
krijgt bezoek!" sprak een eenzame figuur, de langs
rijdende wagen naogend. „Een krijgskundige, zo te
zien! Wat zou er aan het handje zijn, vraag ik me af!
Is ons makkertje voor de legerdienst opgeroepen? Ik
wil daar toch wel eens meer van weten!" De toe
schouwer was niemand minder dan Joris Goedbloed.
Een figuur die slecht bekend stond en vaak door de
politie gezocht werd.
rWAT IS ER AAM 06 HAND BEN «16 2IEK?
JA, KIJKT U MAAR EENS...HET 1$
TOCH NIETS ERNSTIGS
N£t|00KTtRPIU, MAAR
MIJN V066U...HU iI EENSONDERZOE
WH, 6E£M 6EIU1D
jVJMEER 66VEN
ADVERTENTIE
N.V. J G R U N O
81. Rechter Tie kijkt in het rond naar
de kring bij het altaar. Wanneer niemand
iets zegt, vervolgt hij: „Tau stal het goud,
maar hij had een vennoot, of liever een
opdrachtgever, die hem gewaarschuwd
had waar en hoe hij het goud kon stelen.
Voor een ervaren slotenmaker als Tau
was het niet moeilijk het raam van buiten
open te krijgen, het goud door lood te
vervangen en tenslotte weer door het
raam te verdwijnen dat hij achter zich
weer op slot deed. De diefstal was dus
prachtig gelukt. Toen kwamen er echter
complicaties. Tau vond dat hij, als de man
die de diefstal had uitgevoerd, recht had
op de hele buit. Bovendien koesterde hij
een wrok tegen zijn vennoot, die het met
de vrouw van Tau hield. In plaats van het
goud met zijn vennoot te delen verborg
Tau het dadelijk na de diefstal ergens in
deze verlaten tempel." „Het is een mooi
verhaal!" roept de Prefect uit. „Maar
waar zijn uw bewijzen?" De goudsmid
Lie Mai schudt zijn hoofd. „Dat is toch
ongerijmd, edelachtbare!", zegt hij onge
lovig. „Gesteld dat de dief het goud in
derdaad hier in deze stad verborg in
plaats van dadelijk naar een ander district
te vluchten, dan had hij toch nooit deze
tempel als bergplaats gekozen? Een ver
laten tempel, waar iedereen zomaar in en
uit kan lopen!"
801. De kapitein wist werkelijk niet,
wat hij doen moest. Enerzijds wilde hij
graag zijn lijf terug, maar anderzijds zag
hij er tegenop Brammetje los te maken.
Bram wachtte rustig op zijn beslissing.
En eindelijk zei de kapitein:
„Als ik er werkelijk op vertrouwen
kan, dat je me helpt.
„Op mijn zoute erewoord", zei Bram.
Iedere zeeman weet, dat dit een eed is,
die niet snel wordt gebroken. Nu kon de
kapitein niet langer twijfelen.
„Volg me maar", zei hij dus, „dan zal
ik jullie de plaats wijzen, waar de sleutel
van de boeien is verborgen. In je eentje
had je die nooit gevonden". Karo nam die
uitnodiging om de kapitein te volgen wat
al te letterlijk op. Hij sjokte zelfs door,
toen de spookkapitein dwars door de
wand zijn hut binnenging en de ongeluk
kige scheepskat stootte daarbij gevoelig
het kopje.
Slechts even wreef hij zich over de
pijnlijke plek, toen rende hij snel naar
de deur van de hut, om maar geen mo
ment van de onthullingen te missen.