f-M C B ff 1 koninkrijk op grens
II b I 1% m v&n twee werelden
Het vrachtvervoer in Nepal gebeurt nog steeds op de rug van de mens.
DEZE beide grootste rassen van
de mensheid ontmoeten elkaar in
de Himalaya, die naar het noorden
toe geleidelijk overgaat in de hoog
vlakte van Tibet en die zuidwaarts
steil afvalt naar de grote Indische
laagvlakte van de Ganges. Er is
naar het zuiden toe maar één
tussentrap en dat is Nepal. Geen
land ter wereld heeft dan ook op
zo'n geringe oppervlakte (140.000
m2) zulke grote verschillen in kli
maat en bevolking.
Levende musea
Namche Bazar is de hoofdstad
van de Sherpa's en ligt op bijna
4000 meter hoogtë in de onmid
dellijke nabijheid van de Mount
Everest.
Irritant
Koning Mahendra
Goerkha-land
De steden in het dal van Katmandoe zijn ware openluchtmusea.
CHINA
iciujuiim w V. AFRIKA
wi 5? DzjoemlaV:-;-^
Jy MoestangiAUrrJr^4^:,y^':'.
<s& Moektinothö mIÏI;
"A S Koesmab DPokhra
■/pXNïpalgandsj «ffioerkhao KATMAN00E/1-r*f
vjXvT-N-?* /50^^n&Bhaiga°n severest
juiiujj fjT' i 1
oJanakpoer™™6™
Hoofdweg
Spoorweg
Bergtop
km 150
AAN DE VOET van het hoogste
gebergte ter wereld, in een
landschap van waarlijk adem
benemende schoonheid ligt Katman-
doe, de eeuwenoude hoofdstad van
Nepal. Pas sinds 1951 mogen Wester
lingen deze stad met zijn honderden
tempels en paleizen bezoeken. Want
gedurende vele eeuwen heeft Nepal
zijn heil gezocht in afzondering,
waarbij het er steeds in slaagde om
zijn onafhankelijkheid te bewaren,
balancerend op de rand van het
machtsevenwicht tussen het Mon
goolse noorden en het Indogermaanse
zuiden.
TOT DE verovering van Tibet door
de Chinezen trokken jaarlijks talloze ka
ravanen over de hoge bergpassen van
de Himalaya waarbij als lastdier de
yak werd gebruikt. Dit kleine langha
rige lid van de familie der runderen,
is als enige in staat om de ijzige kou
de op vijfduizend meter hoogte te trot
seren. En nóg is het een onvergetelijk
gezicht om de zwaar beladen yaks, dik
wijls tot aan hun buik in de sneeuw
over een bergpas te zien trekken, hier
bij „vooruit gefloten" door hun drij
vers. Yaks lopen namelijk alleen, wan
neer zij fluiten of zingen horen! Maar
lager dan 2500 meter kunnen de yaks
niet komen, dan wordt het te warm
voor hen.
De voetpaden door het heuvelland en
door de laagvlakte worden dan ook ge
bruikt door een heel ander soort kara
vanen. Hier fungeert de mens nog als
zijn eigen lastdier. Over afstanden van
honderden kilometers vervoert hij zijn
30-40 kilogram zware last dag in dag
uit, berg op, berg af. Deze strook laag
land ligt langs de grens met India. Op
veel plaatsen is hij overdekt met jung
les, waarin nog olifanten, tijgers en ri
nocerossen leven. Gevaarlijker voor de
mens zijn er de malariamuskiet en de
bloedzuigers.
Vanaf de laagvlakte ziet men op hel
dere dagen de verblindend witte ijswal
van de Himalaya met als bekroning
de 8848 meter hoge top van de Mount
Everest. Geen wonder, dat de bewo
ners van de warme vlakten deze ber
gen beschouwen als ongenaakbaar, als
heilig en als een woonplaats der goden.
DEZE GROTE afwisseling in klimaat
en in landschap weerspiegelt zich ook
in de samenstelling van de bevolking.
Het tropische zuiden wordt bewoond
door volken van Indische afkomst en
het noorden door Mongolen. Deze grens
loopt door in de godsdienst: het In
dische deel is Hindoe (70 percent), ter
wijl de Mongoolse bevolkingsgroep
boeddhist is.
Maar tussen deze uitersten ligt nog
een „middenland", het centrale dal van
Nepal, waarin de hoofdstad Katman-
doe ligt. Dit is van oudsher het land
van de Newari, een volk waarin Mon
goolse en Indische invloeden samengaan.
Zij zijn de architecten van de prachti
ge, uit hout en baksteen opgetrokken
tempels en paleizen. Zij zijn ook de
makers van de talloze beelden en an
dere kunstvoorwerpen, die Katmandoe
en ook de ander Newar-steden tot le
vende musea maken.
De pracht van deze steden werd al
omstreeks 1725 beschreven door Samu
el van der Putte, die vele omzwervin
gen door Azië maakte en die op zijn
reizen ook Nepal heeft bezocht. Toen
hij echter enige jaren later zijn dag
boeken in Batavia liet lezen, werd hij
niet geloofd en hierdoor gegriefd bepaal
de hij, dat zijn aantekeningen na zijn
dood verbrand moesten worden. Het
geen prompt gebeurde'. Dit is de oor
zaak dat hij de minst bekende van de
Nederlandse ontdekkingsreizigers is
geworden.
De Newari leven dicht opeen in hun
steden, maar desondanks zijn zij in
hoofdzaak landbouwers, die 's ochtends
voor dag en dauw naar hun akkers
gaan en pas 's avonds laat naar de
»tad terugkeren. Er is dan ook een
betekent dit een eerste stap naar gro
tere welvaart voor landbouwende be
volking.
NEPAL STAAT met zijn interessan
te historie en zijn rijke culturele er
fenis op de drempel van de heden
daagse wereld. De tot 1951 gevolgde po
litiek van isolatie en afzijdigheid is
niet langer meer vol te houden. De
vraag of de bevolking na het over
schrijden van deze drempel gelukkiger
zal worden, is niet te beantwoorden en
is in feite ook niet belangrijk. De klok
kan nu eenmaal niet meer worden te
ruggedraaid. De problemen die deze
aanpassing met zich meebrengt, zijn
echter onvoorstelbaar groot, want de
economie staat nog op de onderste tre
de van de ontwikkeling.
Bijna de gehele bevolking van Nepal
(92 percent) leeft van de landbouw,
maar produceert nauwelijks genoeg om
zichzelf te voeden. Er blijft maar wei
nig over om te verkopen en de land
bouwer krijgt daarom maar een ge
ring bedrag aan geld in handen.
Uit het instructieve en mooie boek
„Nepal" van Arthur Dürst citeer ik:
het volgende: „Een dorpsoudste in
West-Nepal, die het naar zijn zeggen
beter heeft dan de meeste van zijn
buren, heeft samen met zijn broer een
familiegemeenschap van tien personen.
Zijn eigen akker is twintig are groot
en belast met een kleine schuld. Deze
akker levert per jaar op: 420 kilo
gram graanprodukten en 850 kilogram
aardappelen.
Hiervan blijft niets over om te verko
pen. Van zijn dertien waterbuffels, ze
ven koeien en vijftien geiten geven
slechts drie buffels, twee koeien en de
geiten melk. Jaarlijks worden één of
twee buffels geslacht en een deel van
het vlees wordt verkocht, evenals de
geproduceerde boter. In totaal levert
dit 005 roepies op. De uitgaven voor
zaaigoed, rente en kleren (tien perso
nen!) bedragen ongeveer 510 roepies.
Voor alle andere uitgaven als suiker,
zout, lucifers, zeep en dergelijke blij
ven dus slechts 95 roepies over d.w.z.
nog geen vijftig gulden! Voor schoe
nen, petroleum, groente of zelfs huis
raad is nooit geld.
EEN TWEEDE probleem van Nepal
is het ontbreken van wegen. Bijna al
le transport vindt nog plaats op de
rug van de mens. En hoe laag het loon
van de drager ook is, namelijk vijf tot
zeven roepies per dag voor een last
van dertig kilo, het is nog steeds de
duurste wijze van vervoer.
Het antwoord op de vraag, hoe de
levensstandaard te verbeteren is dus:
verhoog de opbrengst van de boeren
en zorg bovendien voor een goedkope
transportmogelijkheid van het produc
tie-overschot door de aanleg van we
gen. En dit laatste nu is een bijna
onmogelijek taak.
Nepal wordt doorkruist door een
dicht net van voetpaden, die dikwijls
eeuwenoud zijn. Deze paden lopen
soms over de kammen van de heu
vels. De door de dalen lopende paden
zijn als regel in de moesson onbruik
baar, omdat de bergbeken dan plotse
ling tot woeste stromen aanzwellen.
Een groot deel van de houten brug
getjes wordt dan weggeslagen. Ieder
jaar opnieuw, na de moesson, moeten
deze bruggen worden hersteld. De pa
den over de heuvelruggen zijn bijna
steeds zo steil, dat er zelfs geen ge
bruik kan worden gemaakt van pony's
of muildieren.
Alleen de geduldige en vlijtige Ne-
palees op zijn blote voeten is in staat
houvast te vinden op de scherpe en
gladde stenen en hierop dagen lang
voort te lopen met een zware last op
zijn rug in de hoop zijn produkten voor
delig te kunnen verkopen op een markt
plaats, die soms zestig kilometer ver
weg is. En zo komt men onderweg
dagelijks honderden lastdragende men
sen tegen, die allen de moeite nemen
om de vreemdeling vriendelijk te groe
ten „Namaste, sahib" en soms belang
stellend te vragen: „Kahan Aune?"
(„Waar komt u vandaan?").
Pas in 1936 kwam de eerste weg ge
reed. Deze verbindt Katmandoe met In
dia en is het hele jaar door voor au
to's bereikbaar. Het is een echte „Al-
penstrasse", die zich met tientallen
bochten door het Mahabarata- geberg
te slingert.
Vorig jaar kwam de door de Chine
zen dwars door de Himalaya gebouwde
weg gereed, die via een meer dan vier
duizend meter hoge pas bij Kodari, de
Nepalese hoofdstad verbindt met Lha
sa in Tibet. De kosten van dergelijke
ondernemingen zijn echter enorm en
Nepal zelf heeft hiervoor alleen maar
goedkope arbeidskrachten beschik
baar. Belangrijk voor de economie zal
het gereed komen zijn van de honderd
kilometer lange weg van Katmandoe
naar Pokhara, de belangrijkste stad in
het westelijke heuvelland.
Een gigantische onderneming is de
aanleg van de Paschim Purba Raya
Marga (oost-west koningsweg) langs
de gehele zuidgrens, als een onderdeel
van de grote Aziatische autosnelweg,
die van Vietnam naar Perzië moet
lopen.
Het gereedkomen van deze oost-west
verbinding (gefinancieerd door bui
tenlandse hulp) zal nog wel vele jaren
duren. De grootste hinderpaal voor de
aanleg van wegen is natuurlijk de acht
duizend meter hoge wal van de Hima
laya, die Nepal over zijn gehele lengte
bedekt. Daarbij komt nog, dat talrijke
grote en vooral in de moesson onvoor
stelbaar woeste rivieren het land
dwars doorkruisen. Deze stromen heb
ben diepe dalen in het gebergte uit
geslepen, die op sommige punten letter
lijk duizenden meters diep zijn. Aan de
aanleg van bruggen en tunnels in een
dergelijk gebied valt niet eens te den
ken.
SCHUCHTER komt in Nepal enige
industrialisatie op gang. Voor industri
alisatie is echter scholing een eerste
vereiste, maar ook het onderwijs is een
knelpunt in de ontwikkeling van Nepal.
Het bewind van de Rana's heeft gedu
rende honderd jaar niets aan het on
derwijs gedaan. Ruim tachtig percent
van de bevolking kan lezen noch schrij
ven.
Koning Mahendra heeft ook dit pro
bleem met voortvarendheid aangepakt
en vele honderden scholen zijn er de
laatste jaren opgericht. Dikwijls zijn
het vroegere Goerkha-soldaten, die als
onderwijzer worden aangesteld. Deze
genieten een Brits pensioen en hebben
dus maar weinig salaris nodig. Ook vol
wassenen worden in de gelegenheid ge
steld om alsnog lezen en schrijven te
leren. Hierbij doen zich soms humo
ristische moeilijkheden voor. Een vol
wassene neemt namelijk geen genoegen
met leerboekjes voor kinderen. Een
mededeling als: „De koe eet gras" of
„de buffel trekt de ploeg", irriteert
hem. Dit soort dingen uit zijn hoofd
leren, vindt hij, terecht, zonde van zijn
tijd. i
De Nepalese regering probeert het on
derwijs over de hele breedte te bevor
deren, maar vooral bij het middelbaar
onderwijs bestaat een vrijwel onover
komelijk tekort aan enigszins gekwali
ficeerde leerkrachten. Maar in Kirti-
poer wordt toch met ijver gebouwd aan
een universiteit, waarvan de eerste la
boratoria al in gebruik zijn genomen.
Ook hierbij is buitenlandse hulp on
misbaar. Jonge intelligente Nepale-
zen worden in de gelegenheid gesteld
om in het buitenland vooral in In
dia ervaring op te doen. Ook in
ons land is een Nepalese student aan
wezig.
DE MAHARAJADIRAJA (koning
der koningen) Mahendra Bir Bikram
Shah Deva, de huidige heerser over de
tien miljoen inwoners van Nepal,
stamt in rechte lijn af van Prithvi
Narayan Shah, die tweehonderd jaar
geleden het land ongeveer zijn tegen
woordige grenzen gaf. Van deze twee
honderd jaar heeft het vorstenhuis
echter ongeveer de helft een onderge
schikte rol gespeeld. De macht was na
melijk van 1846 tot 1950 in handen
van de Rana familie. In 1846 werd de
opperbevelhebber van het leger Jung
Bahadur Rana ook nog bekleed met
het ambt van eerste minister, nadat
door een reeks bloedige intriges de po
sitie van het koningshuis ernstig was
verzwakt
Als teken van hun macht en rijkdom
bouwden de Rana's een reeks van enor
me paleizen, waarvoor zij Franse ar
chitecten lieten overkomen. Het huidig
regeringscentrum, het Singhe Durbar
(leeuwenpaleis), dat meer dan 1400 ver
trekken heeft, is een goed voorbeeld.
Maar in 1951 kwam er aan de macht
van de Rana's een einde. Het begrip
democratie begon ook in Nepal door te
dringen en gesteund door het pas onaf
hankelijk geworden India, plaatste ko
ning Trihubhan zich aan het hoofd van
een volksbeweging, die maharadja Mo
han Shamsher Rana tot aftreden dwong.
De koning begon toen met de bijna
bovenmenselijke taak om voor zijn nog
volledig in de middeleeuwen levende
bevolking, aansluiting bij de moder
ne tijd te zoeken. De staatsinstellingen
werden gedemocratiseerd en algeme
ne verkiezingen werden voorbereid
evenals een landhervorming. Vanzelf
sprekend ging dit met grote moeilijk
heden gepaard en tot overmaat van
ramp overleed de zeer geziene vorst
vrij plotseling in 1955.
HIJ WERD opgevolgd door zijn zoon
Mahendra, de huidige koning. Deze
ging energiek voort op de door zijn
vader ingeslagen weg en in 1959 wer
den de eerste algemene verkiezingen
in de geschiedenis van Nepal gehou
den, die de naar Indisch voorbeeld
opgerichte Congrespartij aan de macht
brachten. Onderlinge ruzies van poli
tici, die partijbelang, landsbelang en
persoonlijk belang niet steeds uit el
kaar wisten te houden, remden de po
litieke en economische ontwikkeling.
In december 1960 ontbond de koning
de volksvertegenwoordiging en hief de
politieke partijen op. Tegelijkertijd
echter beloofde hij een nieuwe consti
tutie. Deze werd in 1962 van kracht.
Deze grondwet voorzag in het hou
den van getrapte verkiezingen. De be
woners kiezen in eerste instantie de
zogenaamde „panchayats", deze kun
nen beschouwd worden als een soort
gemeenteraden. Via districts- en pro
vincieraden wordt tenslotte de Nationa
le Vergadering gekozen, waarin ook
vertegenwoordigers van het leger, de re
ligie, de jeugd en nog enkele organi
saties zijn opgenomen, evenals een
klein aantal door de koning aangewe
zen deskundigen.
Dit parlement heeft in feite alleen
wetgevende macht. De uitvoerende
macht berust bij de door de koning be
noemde ministerraad, die ook alleen
aan hen verantwoording schuldig is.
Er wordt echter in belangrijke mate
met de wensen van de Nationale Ver
gadering rekening gehouden.
In 1963 werd een grote landhervor
ming ingevoerd, waarbij werd bepaald,
dat geen familie meer dan 4-13 hecta
re land kan bezitten, afhankelijk van
de kwaliteit. Voor een agrarisch land
Nepalees spreekwoord dat zegt, dat een
vader zijn kinderen pas leert kennen
na hun achtste jaar als zij oud genoeg
zijn om mee te helpen op het land.
Het centrale dal van Katmandoe kan
worden beschouwd als 't hart van Ne
pal. Sinds 1768 is Katmandoe ook de
hoofdstad van het rijk der Goerkhas.
DEZE BEHOREN tot de volksstam
der Chetris, een oorspronkelijk uit In
dia stammende groep. Zij hadden zich
gevestigd in een gebied ten westen van
Katmandoe met als centrum het stad
je Goerkha. Hun vorsten hadden allang
het oog gericht op het rijke en wel
varende centrale dal en na enkele ver
geefse pogingen slaagde Prithvi Nara
yan Shaha er in 1768 in, om Katman
doe en de andere Newar-steden Patan
en Badgaon te veroveren. De daar heer
sende Malla-vorsten werden verdreven,
en hiermee nam ook de bloei van een
hoogst merkwaardige kuituur een ab
rupt einde.
Aanvankelijk trad Prithvi Narayan op
als een echte overheerser. Zo liet hij
van alle mannelijk inwoners boven de
twaalf jaar van het stadje Kirtipoer
de neuzen en de lippen afsnijden, om
dat zij geweigerd hadden om zich over
te geven. Hij liet de naam van de stad
in Jaskatipur veranderen: stad van de
afgesneden neuzen.
Over het algemeen echter lieten de
Goerkhas de bewoners van de verover
de gebieden een grote mate van vrij
heid en daaraan is het zeker te dan
ken, dat ook nu nog weinig valt te be
merken van vijandigheden tussen de be
volkingsgroepen.
De macht van de Goerkhas reikte
spoedig tot ver in India en Tibet en
hun taal het Goerkhali (Nepali) is nu
de officiële taal van het land. Deze
taal stamt evenals het Hindi en het
Oerdoe, de talen van India, af van het
Sanskriet.
DE GOERKHAS gelden als de beste
soldaten ter wereld en zij hebben in
beide wereldoorlogen op vele fronten
gevochten onder Britse leiding. Opge
merkt moet worden, dat alle in Nepal
gerecruteerde soldaten Goerkhas ge
noemd worden, ook al behoren zij tot
geheel andere bevolkingsgroepen, zoals
de Tamangs, de Goeroengs of de Sher-
pas, waarin Mongoolse invloeden sterk
overheersen.
De salarissen en pensioenen van deze
soldaten vormen nog steeds een belang
rijke bron van buitenlandse betaalmid
delen voor de Nepalese regering en
men ziet in Katmandoe dan ook met
zorg de voorgenomen vermindering
van het aantal Goerkha-regimenten in
Britse dienst tegemoet.
Hoezeer de Britten gesteld zijn op
de Goerkha's blijkt wel uit de volgen
de (verkorte) karakteristiek in een
boekje van het Engelse ministerie van
Defensie: „de Goerkha is luchthartig en
vrolijk en heeft veel zin voor humor.
Hij heeft een open karakter en daar
door is hij gemakkelijker in de om
gang met Europeanen dan de meeste
oosterlingen, zodat dikwijls wederzijds
gevoelens van vriendschap ontstaan.
Hij lacht graag en veel, houdt van sar
castische opmerkingen en is niet bang
voor zelfspot. Hij is zelfverzekerd en
onafhankelijk van geest en heeft abso
luut geen last van minderwaardigheid-
gevoelens."
„Aanvankelijk is hij terughoudend ten
aanzien van mensen die hij niet kent,
maar hij sluit zich gemakkelijk bij an
deren aan. Zijn dapperheid komt tot
uiting in de vele militaire onderschei
dingen, die aan de Goerkha's zijn ver
leend. Hij is correct en gedisciplineerd
in zijn optreden. Bovendien is hij zin
delijk en schoon. De Goerkha is lang
geen geheelonthouder en hij is handig
in het distilleren van sterke drank.
Maar zelfs wanneer hij wat teveel op
heeft, blijft hij nog wat hij van nature
is: een gentleman."