Er is veel veranderd, vindt botenbouwer Van Zonneveld „JE MOET ER MAAR EENS STAAN MET EEN FASTBOWLER VOOR JE" De mensen worden langer, de boten dus ook Burger-roeiverenigingen KWEEKSCHOOL VOOR STUDENTENROEIERS Mark Flohil naar Engelse cricketschool Niet slecht Ervaring 27 CRICKETAGENDA ROEIACENDA WIELERACENDA DONDERDAG 27 APRIL 1967 Hans Rombouts Nico Goebert Bootsman Van Zonneveld van de Ko ninklijke Roei- en Zeilvereniging Het Spaarne kijkt vanuit zijn luchtige lichte werkplaats naar de kabbelende golfjes van het Spaarne. Er zijn wat jongens en meisjes aan het roeien. Het is mooi voor jaarsweer. Van Zonneveld draait zich om en gaat weer aan de slag. Hij is bezig aan de restauratie of zeg eigenlijk maar totale vernieuwing van een ranke gladde vier. Het is een jeugdvier met historie. Het was zo'n veertig jaar terug het vlag- geschip van de vereniging. De „Pijl" was moeilijk te bevaren. Het schip was gril lig maar had snelheid en klasse. Na die veertig jaar is het versleten. Maar de Pijl mocht niet weg. Bootsman Van Zon neveld sinds 1933 in volledige dienst bij Het Spaarne heeft het schip van huid en ribben ontdaan en bouwt het nu hele maal nieuw op. Een karwei dat er tus sendoor wordt gedaan want er is bij een botenhuis als van Het Spaarne met zijn zeshonderd leden en zo'n zestig boten enorm veel te doen. Het was vroeger voor de oorlog praktisch ondenkbaar dat men zelf een wedstrijd- of toerboot bouwde. Men ging naar de professionele botenbouwers van wie er thans nog twee in Nederland zijn. Tijdens de oorlog toen de toeloop naar de roeiverenigingen bijzonder groot was het Spaarne moest zelfs een ledenstop in voeren toen de 1000 bereikt was gin gen Van Zonneveld en ook bootslieden van andere roeiverenigingen zelf repareren en bouwen. Van Zonneveld werd er een spe cialist in. Nu kan hij zeggen een vijftien tal boten te hebben gebouwd: 6 werries 1 oefengiek, 2 tweeën, 2 vieren en enke le toerwerries. Het materiaal betrekt hij bij een inkoopcommissie die door de Am sterdamse Roeibond in het leven geroepen is. Dat is voordeliger. De bootslieden die elkaar bij alle grote wedstrijden zien ko men één keer per jaar bij elkaar om ge gevens uit te wisselen. Er is in de loop van de 34 jaar dat bootsman v. Zonneveld nu zijn werk aan de oever van het Zuiderbuitenspaarne doet veel veranderd in veel opzichten. „Vroeger werkte ik de hele dag en de he le avond en daar kwamen dan ook de weekends dan vaak bij. Nu heb ik een normale werkdag, van acht tot vijf uur. Mijn collega Purmer gaat met de ploe gen mee naar de wedstrijden. Ik heb het lang genoeg gedaan. Zo langzamerhand gaat de overnaadse boot er uit. Het zijn allemaal gladde boten tegenwoordig. Het spijt me niets, want dat is een karwei, zo'n overnaads schip bouwen. Dat gaat latje voor latje. Alles klinken. Vroeger was het ook allemaal cederhout, dat ge bruikt werd voor de huid van het schip. Tegenwoordig is het meestal hechthout voor de huid. Ceder is te duur geworden. Je moet een hele ceder kopen en dan loop je het risico, dat het op 1.8 mm. ge zaagd voor is of hol of dat er valbreuken in zitten. Verder gebruik ik mahonie, essen en struce met nog iets aan ceder bij de binnenkiel". Er is ook een andere opmerkelijke zaak naar voren gekomen. „De mensen wor den langer en dat betekent, dat ook de boten iets langer moeten worden. Neem nu deze „PIJL". Ik heb 'm een aantal centimeters groter moeten maken. Die 10 en II juli Den Haag: Bondselftal tegen Izangary. 12 en 13 juli Utrecht: Flamingo's tegen Izangary. 3 augustus Uxbridge: Combined Servi ces tegen Bondselftal. 5 en 6 augustus Woolwridge: Three Foresters tegen Ned. XI-tal. 7 augustus Londen: MCC tegen Ned. XI-tal. 14 en 15 augustus Schiedam: Bonds elftal tegen Three Foresters. 16 en 17 augustus Amstelveen: Fla mingo's tegen Three Foresters. 19 en 20 augustus Haarlem: Ned. XI-tal •tegen Three Foresters. 2 en 3 september Den Haag: Ned. XI- tal tegen Worchester. verlenging is nodig, anders kunnen de roeiers hun benen niet goed meer kwijt". Bootsman Van Zonneveld gaat weer aan de slag. Hij hoeft niet meer zo als vroeger aanwezig te zijn bij elke boot, die in of uit het water gaat. De jonge lui doen alles nu zelf. Dat is even an ders dus. Vandaar, dat de bootsman zich nu ook bezig kan houden met het bouwen van boten. En dat is een voldoe ning gevend werk, zoals oud-timmerman Van Zonneveld duidelijk demonstreert En voor de vereniging is het een finan- cieel-voordelige zaak, want zo'n gladde acht bijvoorbeeld komt toch altijd nog op een slordige 4.000 guldens. 23 april: Districts wedstrijden Westelij ke roeibond. 24 en 25 juni: Duisburg tweelanden- toernooi West-Duitsland Neder land. 28 juni - 1 juli: Henley. 1 en 2 juli: Nationale Jeugdkampioen schappen. 10 - 23 juli: Nationale kampioenschap pen voor dames, heren en lichte ploegen. 1-3 september: Vichy Europese kam pioenschappen voor dames. 7-10 september: Vichy Europese kampioenschappen voor heren. „Cricket is heus geen oude mannetjes-sport", zegt Mark Flóhil. Hij kan het weten. Flóhil is een van de 6.500 ac tieve cricketers in Nederland. En een goede. De twintig jarige scholier maakte in het eerste team van Bloemendaal een van de twee A-eerste klassers uit Haarlem en om geving als batter zo veel furore, dat het Leo van der Karfonds hem een veertien daags verblijf in Engeland waar anders dan in Engeland aanbood om zijn onmisken bare crickettalenten verder te ontwikkelen. Twee weken lang zal hij aan de Londense Alf Goverschool zo on geveer het walhalla van elke cricketer profiteren van de eeuwenlange ervaring, waar op de Engelsen met betrek king tot de „King of Sports" kunnen bogen. Hier in Nederland is het be slist niet zo als in de Engelsspre kende landen, waar cricketwed strijden bomvolle stadions trek ken. In de sportieve belangstel ling van het grote publiek was tot voor kort geen plaats voor cricket. Nu is deze sport in Ne derland langzaam in opmars. „Men krijgt nu pas in de gaten hoe fascinerend het eigenlijk is. Je moet er maar eens staan met een fastbowler voor je, die bal len met een snelheid van zo'n honderd kilometer per uur op je loslaat. Dan moet je die bal ook nog eens een keer zien te raken met elf van die grimmige kerels om je heen. Het is heus niet zo'n tamme sport, als de meeste men sen denken." Maar voorlopig dringen exa- menzorgen, waar Flohil als leer ling van het Kennemer Lyceum nu midden in zit, alle gedachten aan trips en wedstrijden naar de achtergrond. „Het is wel jam mer, dat ik door dat examen voorlopig niet kan trainen. In de vakantie doe. ik dat vijf keer in de week. Dat moet je wel. Je doet er jaren over voor je de techniek een beetje onder de knie hebt. Als cricketer bereik je dan ook pas de top als je te gen de dertig loopt. Conditie is niet zo belangrijk. In de tijd dat de competitie stil ligt, doe ik aan hockey in BMHC, dat is wel voldoende om fit te blijven." Mark Flohil heeft dus nog tien jaar de tijd om aan de top te komen. De lessen aan de Alf Goverschool zullen hem daarbij wel van pas komen. „Vooral met batten hoop ik er mijn voordeel mee te doen. Op die school heb ben ze vier pitchers. Je krijgt dus alle mogelijke ballen te be spelen. Vooral met batten is dat belangrijk, omdat je dan bewe gingen moet maken, die eigen lijk onnatuurlijk zijn. Dat is juist het moeilijke." Mark Flohil is een begaafd cricketer, hij wil ook een goede propagandist voor deze sport zijn. Want aan propaganda is volgens hem behoefte. „Het is jammer dat het publiek zo wei nig van cricket hoort-. De wed strijden die in de loop van de jaren op de televisie zijn uitge zonden zijn op de vingers van één hand te tellen. Bij Bloemen daal verzorgen we de propagan da zelf maar. Mensen van ons gaan de lagere scholen af en proberen die jongens daar voor cricket te interesseren. Zelf ben ik ook zo begonnen. Een jaar of zes geleden heb ik me ook door vriendjes over laten halen om eens te gaan kijken. Nou, dan vind je het leuk en ga je het zelf doen. We krijgen tegenwoordig ook veel jongens die er wat voor voelen. Het is te merken dat het spelpeil vooruit gaat. Die over winning van het Nederlands elf tal op Australië twee jaar gele den is daar wel een bewijs van. Flohil is een beetje terughou dend als het gesprek op het Ne derlands elftal komt. „De andere vier cricketers, die door het Van der Karfonds zijn uitgezonden, zijn allemaal in het nationale team terecht gekomen. Ik zou de traditie natuurlijk voort moeten zetten. Maar na mijn eindexa men moet ik eerst nog in dienst. Nou, dan zal er van trainen ook niet zo veel komen, denk ik". In het Nederlands jeugdelftal was Mark Flohil wel van de partij. Vooral aan de trip naar Enge land, die hij met dit team maak te, bewaart hij beste herinnerin gen. „We speelden daar tegen allerlei schoolteams, maar we hadden natuurlijk ook wel tijd om eens naar een wedstrijd te gaan. Dat was een geweldige be levenis. Daar komen zo'n hon derdduizend mensen, die geen woord zeggen. Alleen applaus. Engelsen zijn helemaal gek van cricket. Die blijven een hele dag in het stadion". Verklaart dat misschien het feit dat cricketers allemaal een beetje meer anglo fiel zijn dan de doorsnee Neder lander? Mark Flohil zou het niet weten. Hij heeft zijn boekentas al weer bij de hand. Eerst blok ken voor het examen, daarna wil hij wel weer praten over cricket. Op de grote roeievenementen komt men bij de uitslagen van de hoofdnummers de achten en vieren nooit een naam van een burgerroeivereniging aan de top tegen. Daar domine ren Laga, Nereus, Njord, Triton, de studententeams. De ploe gen van de „gewone" verenigingen komen niet aan bod. Heb ben die verenigingen eigenlijk wel achten? En als ze die hebben werkt het dan niet ontzettend deprimerend, dat ze tevoren weten toch kansloos te zijn tegen het studentenge- weld? Verder redenerend zou men zelfs kunnen gaan zeggen: heeft het nog wel zin, dat de burgerroeiverenigingen aan wed strijden deelnemen? Natuurlijk is die laatste vraag wat reto risch, want natuurlijk heeft het wel zin, dat de burgerroeiers acte de présence geven, al is het het klinkt wat ironisch wellicht alleen maar om de jongens ervaring te laten op doen voor hun latere studentenjaren. Dat is namelijk een moeilijkheid bij de burgerroeivereni gingen: men heeft veel jeugdleden en men heeft veel oudere leden, maar de categorie twens is zeer dun. Als de jongens (en meisjes) negentien, twintig jaar zijn gaan ze studeren. En dan verdwijnen ze naar de studentenverenigingen, zodat er een „gat" valt in de wedstrijdroeiers van de burgerroeivereni ging. Een vereniging als Het Spaarne bijv., die tot de grootste en bekendste van Nederland behoort, ziet elk jaar een honderdtal leden vertrekken. Daar komen er dan weer hon derd anderen voor terug, meestal jonge leden en wat ouderen, die na hun studiejaren weer op het „oude nest" terugkeren. De helft van de leden van Het Spaarne (in totaal heeft Het Spaarne er zo'n 600) bestaat uit jeugdige roeienthousiasten. stuurman, die derde werd bij de wereldkampioenschappen in Bied een ex-Spaarne-lid zat, Roel Luynenburg. Zo zag men met genoegen, dat verscheidene ex-Spaarne-roeiers in de bo ten zaten bij de Head of the River zoals Takkenberg bij Triton, Stefels bij Laga en Van Zanten bij Nereus. Men hoopt wel, dat de studenten later weer terug zullen komen naar hun oude club. Dat ligt natuurlijk ook aan de omstandigheid of ze een maatschappelijke functie in Haarlem of de naaste omgeving krijgen. Bij Het Spaarne heeft men o.a. de oud-praeses van Laga, die een functie heeft bij de Hoogovens, H. Busser de slag bij de Head-acht als lid kunnen inschrijven. Men moet nu niet veronderstellen, dat het contact met de studentenroeiverenigingen slecht is. Integendeel, de situatie zoals ze nu is, is vanaf de aanvang al als normaal geaccep teerd. De burgerroeiverenigingen zijn er zelfs trots op, dat ze goede leveranciers voor de studententeams zijn. Zo vindt Het Spaarne het beslist leuk, dat in de vier van Nereus zonder De oud-studentenroeiers nemen een schat aan ervaring mee en die geven ze weer door aan de burgerverenigingen als coaches of hulpcoaches. Dat is natuurlijk een plezierige wissel werking. Het contact „burgers"-studenten is ook vrij hecht. Zo traint Van Ernst, die deel uitmaakt van de acht van Nereus, de zg. Wartena-acht, de roeiers van Het Spaarne op conditie. Ze gaan 's winters de zaal in en in het voorjaar de duinen. Waar de burgerroeiverenigingen wel aan de weg timmeren zijn de „kleinere" nummers. Die zijn kennelijk iets minder in teressant voor de studenten. Skiffeur Jan Wienese is bijv. geen universiteitsstudent. Ook bij de tweeën vindt men sterke „gewone" equipes. Kortom, het is wel duidelijk, dat de bur gerroeiverenigingen wel degelijk recht van (wedstrijd-) bestaan hebben. En dan spreken we nog niet eens van de zo prettig recreatieve zaken als het toerroeien, dat uitbundig beoefend wordt. Trouwens, clubs als De Hoop, Willem III en Het Spaar ne enz. hebben in het verleden ook roemruchte wedstrijdwa penfeiten behaald. Zo heeft eens een herenacht van Het Spaar ne triomfen geboekt in Henley en bereikte een damesacht bij de Europese kampioenschappen een vierde plaats. Veel Spaar- neleden ook hebben in nationale vertegenwoordigingen geze ten. Nogmaals, de burgerroeiverenigingen mogen er zijn Hans Rombouts 27 april 14 mei: Ronde van Spanje. (Profs). 28 april: Waalse Pijl. (Profs). 1 mei Luik - Bastenaken - Luik. (Profs). 2-4 mei: Vierdaagse van Duinker ken. (Profs). 20 mei: Ronde van Zuid-Holland. (Amateurs). 20 mei - 11 juni: Giro van Italië (Profs). 27 mei: Grote Prijs van Haarlems Dagblad (Amateurs). 28 mei: Bordeaux - Parijs. (Profs). 24 - 30 mei: Olympia's Tour. (Ama teurs). 2 - juni: Ronde van Oostenrijk (Ama teurs). 30 juni - 23 juli: Tour de France. (Profs). 1 en 2 juli: Provinciale kampioen schappen te Heemskerk. 13 - 23 juli: Tour de l'Avenir (Ama teurs). 22 juli: Kampioenschappen op de weg voor Adspir anten, Nieuwelingen en selectie voor amateurs. 26 juli: Acht van Chaam (Profs). 27 juli en 3 aug.: Baankampioenschap- pen 1967. 29 juli: Kampioenschappen op de weg voor amateurs en dames. 30 juli: Kampioenschappen op de weg voor professionals. 23 - 29 augustus: Wereldkampioen schappen op de baan Amsterdam. 31 augustus: Ploegentijdrit Heerlen. 2 september: Wereldkampioenschap pen op de weg voor dames en ama teurs te Heerlen. 3 september: Wereldkampioenschap pen voor professionals op de weg te Heerlen. 8 oktober: Parijs - Tours (Profs). 21 oktober: Ronde v. Lombardije (Profs).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1967 | | pagina 27