CIRCUIT VAN ZANDVOORT
ook van economisch belang
Heerlijk
werk
DRIE FEITEN:
DRAF- EN RENSPORT
HEBBEN ER DE VAART IN
DE SCOW TEMPO
GAAT WERELD ROND
HUGENHOLTZ:
1. Snelheid liep van 1948 tot
1967 op van 125 tot 175 km/u
2. In 1949 had men 43 exploitatie
dagen en in 1967 281
3. Toevoerwegen naar Zandvoort
in 1967 dezelfde als in 1948
nieuwe tweemans-boot
PAARDESPORTACENDA
ZEILACENDA
APRIL
1967
DONDERDAG
mnnr
In de openingsrace van het circuit van Zandvoort in 1948 haalde prins
Bira van Siam een gemiddelde snelheid van 124 km per uur in een
Maserati. Enkele dagen geleden, om precies te zijn op woensdag 19 april,
joeg de Italiaan Bandini in een helrode Ferrari met een gemiddelde
snelheid van 175,111 km per uur over het veiligste circuit ter wereld.
Een ander feit. In 1949, het eerste volledige „circuit-jaar", had men
43 exploitatiedagen. Vorig jaar, in 1966, kon circuit-directeur J. B. Th.
Hugenholtz met trots de boeken afsluiten op 281 exploitatiedagen.
„Wanneer we niet zes weken hadden moeten sluiten in verband met
verbreding van het tracé bij de pits, zouden we zeker boven de 300 da
gen zijn gekomen", aldus deelde de heer Hugenholtz bij vlagen mee
tussen het huilende motorgeweld van Bandini's Ferrari en Clarks Lotus
door. Nog een ander feit, maar dan een die in mineur geschreven staat. In
1948 waren er twee toevoerwegen naar Zandvoort, naar het circuit dus,
de Zandvoortselaan en de Zeeweg. Nu, in 1967 zijn dat precies dezelfde
wegen. En dat met de enorme groei van het wagenpark in Nederland.
Zuigkracht
Belangrijk
Hans Rombouts
(Van onze paardesportmedewerker)
Draf- en rensport in ons land heb
ben er de vaart in. De ontwikkeling
gaat zelfs zo snel dat die vaart en
vooral in de draf sector nauwelijks
of niet is bij te benen. Het is sinds
1949 een sport geworden, waarin nu
meer dan 42 miljoen gulden per jaar
omgaan en plannen zijn gerealiseerd
en op stapel staan, waarmee tegen de
zes miljoen gulden is gemoeid. Des
ondanks blijven er verlangens en
eisen, afkomstig van de deelnemers,
de eigenaren en vooral van het pu
bliek, dat urenlang op de banen ver
toeft en behandeld wil worden op de
voet van „de klant is koning". Over
dekte, glasdichte en verwarmde tri
bunes en totalisatorgelegenheden,
startboxen voor de volbloeds, auto
starts voor de dravers, de modernste
foto-finishapparatuur, kortom alles
wordt gedaan in het raam van het fi
nancieel mogelijke om het de kijker
naar de zin te maken, pogingen die
al beginnen door leiding geven aan
fokkerij, cursussen voor jonge rijders
en het zoeken naar courses drave
rijen en rennen waarin het maxi
mum aan spanning en strijd wordt
geboden.
HHiiniiHiiiiininmuiiimiiimunniiiiiinnnHiiiimiuniHintiniunniiuinuu
m.
T'ëmm
Promotor Visser met zijn eigen Scow Tempo.
Hans Rombouts
HAMMMWWWMMIMVWWIAMWIAMMMWMWWtfMAAIMA
Hugenholtz, ook directeur van Tou
ring Zandvoort (VVV), heeft er geen
goed woord voor over: „we zijn nu al
jaren aan het praten over de weg De
Ranitz, maar er komt maar niets. Die
weg hadden we tien jaar geleden al
kunnen en moeten hebben. Het zal
als het nog eens ooit zo ver komt
een zesbaansweg moeten zijn, want nu
nog een vierbaansweg aanleggen is
waanzinnig. Met zo'n grote toevoer-
weg zouden Zeeweg en Zandvoortse-
1 laan dusdanig ontlast worden, dat die
weer geschikt zouden zijn voor locaal
verkeer, voor de mensen, die rustig
naar het strand willen. Maar ja, zucht-
te de er als een real Englishman uit
ziende directeur: „de regering zal wel
weer het eerst bezuinigen op het ver
keer. Maar we kunnen het ons niet
permitteren. Het kan niet".
Hugenholtz, sinds 1949 aan het cir-
cuit en Touring Zandvoort verbonden
en nog bepaald niet van plan er mee
te stoppen: „ik vind het heerlijk werk.
Vooral die combinatie van VVV-man
en auto-man bevalt me uitstekend. Ik
ben pas 52 jaar en kan dus nog een
flinke tijd meedraaien", heeft cijfers
voldoende bij de hand om de dreigen
de en verstikkende verkeerschaos te
preciseren: „er zijn nu 1,8 miljoen au-
to's in Nederland, februari volgend jaar
zijn dat er 2 miljoen. Het werkt als
een sneeuwbal. Binnen niet al te lange
tijd zitten we hier met 8 miljoen auto's
te kijken, of je het nu wilt of niet".
toch weer op 20.000. Over het jaar
genomen is het gewoon door het
circuit een miljoenenzaak wat ver
teringen in Zandvoort betreft".
De heer Hugenholtz, die behalve het
beheer en exploitatie van het circuit
en het VVV-werk ook nog het toezicht
heeft op de sportaccommodaties van de
gemeente, heeft in het VVV-gebouwtje
in het centrum van de badplaats zijn
hoofdkwartier. Het bruist er van le
ven aan de balie (waar knappe en
vriendelijke meisjes alle inlichtingen
geven over logies tot aan zaken als
heeft geadviseerd bij de bouw van het
circuit) heeft directeur Hugenholtz
weer enige verbeteringen aan laten
brengen. Er zijn weer wat nieuwe hek
ken aangebracht. Het puntdraad dat er
nog was is vervangen door harmoni
ca-gaas. Er zijn nog wat vangnetten
bijgekomen. Een zeer lichte verzakking
bij de tunnel west alleen merkbaar
voor de formule I-wagens, die een snel
heid van 240 kilometer halen is weg
gewerkt. En tenslotte wordt er een
hulptribune van 1500 plaatsen aan de
noordzijde van de grote tribune bijge
zet.
Men heeft wel eens gezegd: dat cir
cuit in Zandvoort heeft een veel te gro
te zuigkracht in het toch al zo volle
westen van het land. Directeur Hugen-
holtz komt weer direct met cijfers aan
dragen: „van het totale bezoekersaan
tal in Zandvoort trekt het circuit slechts
4 percent. Bovendien vallen de toppen
van het circuit in het voor- of nasei
zoen. De Grand Prix is altijd in be
gin juni (dit jaar 9 juni, volgend jaar
4 juni). Dan is er nog geen enorme
toeristenstroom. Bovendien is het maar
één keer in het jaar, dat er zo'n 50.000
mensen komen kijken. Bij de andere
wedstrijden ligt dat wat minder, zij
het toch wel uit VVV-oogpunt ge-
i zien ook zeer aardig. Zo waren er
bij de eerste NAV-races. twee weken
geleden, 12.000 man. Maar ik wil maar
zeggen: die verkeersdrukte voor het
circuit is in feite maar een klein deel
van de grote toeristische verkeers-
stroom, die normaal naar Zandvoort
gaat".
Er is echter iets anders. „Het circuit
is gewoon economisch verschrikkelijk
belangrijk voor Zandvoort. En nu", al
dus Hugenholtz. „kruip ik weer in de
huid van de VVV-man. Er komt %lA
ton aan inkomsten binnen. De exploi
tatie beloopt V-A ton. Touring Zand
voort wordt voor 4/5 gerund uit in
komsten van het circuit. En ik kan
er wel bijzeggen, dat sommige men-
sen (de middenstand) de minste bijdra
gen leveren voor het VVV-werk, ter
wijl ze er toch het meest belang bij
hebben. Maar die lieden zeggen: de
mensen komen toch wel naar het
strand. Nou, er komen altijd natuur
lijk wel toeristen naar het strand,
maar zonder propaganda komen er
aanmerkelijk minder. Bovendien wordt
de concurrentie van het buitenland
steeds groter. Je moet er iets voor
doen om de mensen te houden of te
trekken. Dat is toch duidelijk."
„Gelukkig heeft het gemeentebestuur
alle oog voor de belangen van o.a.
het circuit. Ik ben ook erg gelukkig
j met de nieuwe burgemeester, die de
lijn van zijn voorganger op dit punt
doorzet. Trouwens", en hij gaat door
met waarderingspluimen rond te strooi
en ook de politie in Zandvoort is ge
weldig. Want die kerels leven het hele
seizoen onder hoogspanning met al die
drukte".
Directeur Hugenholtz komt nog even
terug op de Zandvoortse middenstand
en hotellerie: „Ik noemde net een be
drag van 3% ton aan inkomsten voor
de gemeente (en Touring Zandvoort,
dat een semi-gemeentelijk orgaan is).
Dat staat helemaal los van het geld, dat
door bezoekers en gebruikers van het
circuit in Zandvoortse zaken en hotels
wordt uitgegeven. Om een voorbeeld te
noemen: in een „verloren" weekeinde
in het voor- of naseizoen of zelfs in de
winter hebben we veel Westduitse au
toclubs (het circuit is bij de Duitsers
zeer in trek, omdat het in tegenstelling
1 met de Nürburgring, niet te lang is,
niet te duur en vooral veilig). Wel
1 zo'n autoclub komt met een man of
200. Dat zijn dan altijd wel 400 of 600
overnachtingen met alles wat er bij
komt. Als je stelt, dat ze toch min
stens 100 uitgeven per man, zit je
wasserettes e.d.) en op zijn kantoor,
waar de telefoon bijna niet zwijgt en
post met inlichtingen en verzoeken uit
alle windstreken wordt aangedragen.
„Ik heb nu al verzoeken uit Montevideo,
Canada, Australië en Amerika gekregen
om kaarten te reserveren voor de Grand
Prix. Dat wordt weer wat". Er zijn
ook brieven bij van jongens, die auto
coureur willen worden of autotester
(Hugenholtz heeft al 408 wagens getest
in 300.000 km). Ze krijgen allemaal een
vriendelijk briefje terug met advies.
Wat het circuit betreft („ik ben er
zeer tevreden mee, slechts een paar de
tailpunten zou ik misschien anders ge
daan hebben dan wat de (beroemde)
oud-coureur Sammy Davis niet te
verwarren met de showman Davis
Natuurlijk is Hugenholt.z die advi
seur en tekenaar was van de circuits
van Suzuka (Japan), Zolder (België),
Oregon (V.S.) en Jarama (Spanje), ver
heugd over het feit, dat „zijn" circuit
op Zandvoort goed exploitabel is. „Dat
kan echter alleen bij de gratie van het
feit, dat het circuit indertijd maar
één miljoen gulden heeft gekost. Te
genwoordig zou de bouw op rond de
tien miljoen gulden komen. En op die
basis is geen fatsoenlijke exploitatie
meer mogelijk". Waarmee de heer Hu
genholtz dan meteen in feite plannen
voor de bouw van een ander circuit
(bij Tilburg) ook op andere gronden
trouwens naar het land van de on
mogelijkheden heeft verwezen.
Hiervoor moeten zorgen 140 volbloeds
en 1200 dravers, die aan de hoede van de
over het gehele land verspreide trainers
zijn toevertrouwd. Reizen en trekken van
de ene naar de andere baan en met dat
alles in zich de stille hoop van iedere trai
ner eens die nauwe landsgrenzen te kun
nen overschrijden met een absolute crack
als Theo Messidor, Mac Kinley, Hairos
II, Quicksilver S, Jour de Java en vele
anderen waren en mee te doen aan de
grote internationale wedstrijden. Een lan
ge gouden keten, waarin ook de Neder
landse drafsport haar gouden schakels
heeft gesmeed met de Grote Prijs der
Lage Landen (Duindigt, zondag 25 juni)
met bijna 58.000,- aan prijzen en pre
mies, Merevelds Mijlrecord-prijs op zon
dag 13 augustus, de Gold Cup's voor de
dravers en volbloeds (resp. Hilversum
dinsdag 13 juni en Duindigt zondag 9
juli) de draversinterland Nederland-Bel-
gië op zondag 24 september op Duindigt,
waarvoor de snelste 4-benige atleten naar
ons land komen, omdat de Nederlandse
drafsport in de rijen der groten geaccep
teerd is als een volwaardige partner.
De Nederlandse draf- en rensport ken
nen behalve deze grote internationale ont
moetingen nog hun grote klassieke ver-
richtingsproeven voor hun eigen paarden:
de sweepstakes te Groningen, zondag
11 juni, het H. van Wickevoort Cromme-
lin Memoriaal op Mereveld (zondag 24
september), de St. Leger op Duindigt
(zondag 3 september) en de beide Derby-
dagen voor volbloeds en dravers (resp.
op 4 juni en 6 augustus) die de fokkers
en eigenaren niet alleen de eer, maar ook
kleine kapitaaltjes brengén.
Derby's gelden als het hoogst bereik
bare ideaal, een ideaal slechts^no^ ,bena-s
derd door de Gouden/Zweep, waarvan.de
geschiedenis als een rode draad door de
drafsport loopt. Op zondag 16 juli, Hil
versum is de Gouden Zweep na de oor
log steeds verreden in aanwezigheid van
Prins Bernhard weer de inzet voor
een machtig veld paarden, dat tegen de
moderne coulissen op een moderne baan
even fel strijdt om die trofee als twee
jaar geleden de beroemde „Malle Jan."
Een eeuwenoude sport in een nieuw mo
dern kleed gestoken blijkt nog niets van
haar aantrekkingskracht te hebben verlo
ren en boeit de mens van nu nog in
minstens dezelfde mate als zoveel jaren
her.
Honderden dravers en volbloeds, veer
tien banen, bijna 250 wedstrijddagen,
groeiende belangstelling, betere presta
ties, het is in kort bestek een beeld van
,een spojj., die da va^rt erin heeft gn
erin hoiidt.
jf
13 - 15 mei Reeuwijkse plassen: Goud
se zeilweek.
4 - 10 juni Medemblik: Zuiderzee-re
gatta.
8-11 juli: Braassemweek.
15 - 20 juli: Kaagweek.
22 - 27 juli: Nieuw Loosdrechtweek.
28 juli - 1 augustus Loosdrecht: Hol-
landweek I.
1-4 augustus Toronto: W.K. Draken.
3-6 augustus IJsselmeer (Muiden):
Hollandweek II.
5-10 augustus: Sneekweek.
10 -13 augustus Rudolfzell: W.K. Vau-
rien.
26 -27 augustus Spaarne: Open nat.
wedstrijden.
26 - 27 augustus: Kralingse Zeilweek.
9-10 september: Nationale kampioen
schappen wedstrijdzeilen.
16 en 17 september: Nationale kam
pioenschappen wedstrijdzeilen.
1 mei Amsterdam: Springconcours.
10 mei: Duindigt Derby.
13 juni Hilversum: Gold Cup.
24 en 25 juni Amsterdam: Springcon
cours.
9 juli Duindigt: Golden Cup.
12 juli Hoofddorp: Concours Hippique.
16 juli Hilversum: De Gouden Zweep.
22 juli Duindigt: Kampioenschap van
Nederland voor dravers.
29 juli Santpoort: Concours Hippique.
6 augustus Duindigt: Derby F.
13 augustus Mereveld: Merevelds Mijl-
record.
26 augustus Rotterdam: CHI.
29 augustus Hilversum: Kampioen
schap Nederlandse paarden.
17 september Mereveld: H. v. Wicke
voort Crommelin Memorial,
(drav.).
27 - 30 oktober Amsterdam: Concours
Hippique Indoor.
Voorts elke week draverijen en ren
nen op Duindigt, Mereveld en Hilver
sum.
Je vraagt je af: moet dat nou? Moet
er nu wéér een type wedstrijdzeilboot
toegevoegd worden aan de grote serie, die
er al is. Maar als je dan het enthousias
me ziet, waarmee zo'n nieuw type zeil
boot, in dit geval de Scow Tempo, wordt
gepropageerd, dan zeg je: ja, het moet
wel. Voor de half-ingewijden wordt het
een moeilijke zaak om alle soorten boten
uit elkaar te houden, want er zijn momen
teel niet minder dan 22 erkende en ge
meten wedstrijdklassen aan boten. De
jongste dan is de Scow Tempo, die van
uit Haarlem z(jn verspreidingsgebied
gaat vinden over de gehele wereld. Het
is practisch een geheel Haarlemse zaak,
want de boot werd door een naar Zuid-
Afrika geëmigreerde Haarlemmer, Jack
Köper, ontworpen en werd daarna vervol
maakt door de Haarlemmer Visser, de
promotor van het nieuwe type tweemans
boot, en de Bloemendaler Sebregts.
Het is trouwens toch een opmerkelijke
zaak, dat Haarlem ook bij de verspreiding
van andere typen boten een grote rol ge
speeld heeft, zoals van de twaalf-voetsjol-
len en de OK-jollen (de Haarlemse Jacht
Club was hierbij actief). En nu dan de
Scow (afkomstig van het woord schouw)
Tempo, een platte boot, waarvan men in
grote versie de lark de voorvader zou kun
nen noemen. De lengte is 4.73 meter en
de breedte 1.52 meter. Het grootzeil en de
genua zijn samen 12,4 meter groot, de
spinaker 10 meter. Een groot voordeel van
de Scow Tempo is, dat het gewicht rond
de 85 kg ligt. Daardoor is het schip ge
schikt voor trailervervoer en gemakkelijk
in en uit het water te brengen.
Dat alles zijn zaken waarover de heer
Visser, in het maatschappelijk leven be
drijfsleider in de Werkplaats tot herstel
van antiek textiel, met gloed kan vertel
len. Hij legt er de nadruk op, dat de Scow
Tempo een geheel eigen plaats in het
gamma van zeilschepen inneemt en geen
concurrent is van welke boot dan ook. En
hij somt nog wat voordelen van zijn Scow
op: het is een tweemansboot, pittiger dan
de Schakel, de FJ of De Stern, die ge
schikt is voor plezier- of wedstrijdvaren.
Niet voor een trektocht.
„Een groot pluspunt voor de Scow Tem
po", aldus de heer Visser, „is, dat de
boot voornamelijk in amateurbouw wordt
gemaakt.. De Scows zijn wel compleet op 'n
werf te koop is (voor de prijs van 3.700),
maar de meeste zeilliefhebbers geven er
de voorkeur aan de boot zelf te maken.
In de goedkoopste uitvoering komt de prijs
dan op 1700. Dat zelf bouwen geeft een
enorme voldoening". De Scow Tempo, waar
van de wat amateuristische bouwte
kening in de „Waterkampioen" verscheen
in 1964 en waarvoor onmiddellijk flinke be
langstelling was bij o.a. de JV Watervrien-
den, werd datzelfde jaar al in Neder
land gepousseerd. Ze voer op 19 decem
ber voor 't eerst op de Binnenliede. Jacht
bouwer Jan. D. Schooneveldt uit Aalsmeer
fervent FD-zeiler had er direct gein in.
Ook Köper, de ontwerper, was overgeko-
men voor de proefvaart. Al snel kreeg de
Tempo de officiële erkenning van 't Ver
bond. En sindsdien groeide de Tempo-
vloot in Nederland tot 70 boten (waarvan
er al 40 gemeten zijn) aan en zijn er veel
in aanbouw.
Maar niet alleen in Nederland had men
interesse voor de Tempo. Vooral in Duits
land, waar men in clubjes van tien poly
ester boten zelf ging vervaardigen, is de
animo groot. Al twee keer z\jn er in de be
kende Essener Segelwoche wedstrijden
voor de Scow Tempo gehouden. Er is een
internationale Tempo-organisatie op touw
gezet en overal ter wereld al kan men
het ranke scheepje, dat in Nederland
schertsenderwijze vanwege zijn platte bo
dem en het materiaal (hechthout) „de
voordeur van Bruynzeel" wordt genoemd,
tegenkomen. Er zijn leden in Nieuw-Zee
land, Verenigde Staten, Australië, Zuid-
Afrika, Engeland, enz. De Scow Tempo
gaat met volle zeilen de wereld rond.