„Bond tegen het vloeken" 50 jaar
GOOS NAAM
LS UW
IrT
ZAKENMAN-DOMINEE COUDKAMP
IS MET VERLOF IN NEDERLAND
Congres over godsdienstige
opvoeding van het kind
Misbruik van Cods
vaak kwestie van
naam is heel
nonchalance
H
ZATERDAG 29 APRIL 1967
Erbij
14
f.<v'"" v0 J
(Van onze correspondent)
DEN HAAG. Voor de deur staat een Volkswagen met op de achter
ruit een transparant met de woorden „Vermijd, bestrijd het vloeken". Het
kan dus niet missen. Pal tegenover de Sporttoto in Den Haag zetelt het
secretariaat van de „Bond tegen het vloeken". Niet in een opvallend
kantoorgebouw, maar in een gewoon huisje-in-de-rij, want secretaris
N. J. Laarman (65 jaar) doet alles in zijn eentje, zowel het administra
tieve thuis- als het propagandistische buitenwerk, en hij heeft daar dan
ook een volledige gehonoreerde dagtaak aan. Al twintig jaar. In
1947 deed hij zijn twee kruidenierswinkels van de hand om beroepsmatig
deel te nemen aan de strijd tegen het vloeken in Nederland, die in sep
tember aanstaande al een halve eeuw wordt gevoerd.
Jan Baas
Weinig groei
I Am» I
80NÖ T£G£N BET
Veel belangstelling
voor Kirchentag
Hondenbaan
Verspreiden
Altijd dominee
Wereldcongres
Ontmoetingsdag
Den Alerdinck
- -f
De heer Laarman durft het niet zon
der meer te beamen. „Met dit werk
kun je niet zeggen: kijk, dit en dit
zijn de resultaten. Het is een feit dat
het publieke vloeken wel minder is ge
worden in die vijfitig jaar. Maar dat
kan ook andere oorzaken hebben. Mis
schien is het Nederlandse volk welle
vender geworden".
Aan de andere kant wil hij het nut
tig effect van de bond niet onder
schatten. „De mensen hebben wel be
langstelling voor ons werk. We krijgen
veel brieven met prettige reacties, zelfs
uit het buitenland. Daar kent men zo
iets niet, want de Nederlandse „Bond
tegen het vloeken" is uniek in de
wereld.
Secretaris Laarman heeft daar wel
een verklaring voor: „In andere lan
den wordt niet zo gevloekt als hier. Ze
zeggen niet voor niks: vloeken als een
Hollander".
De strijd tegen deze vaderlandse on
deugd werd indertijd aangebonden
door ene Jan Baas, leraar Engels aan
een middelbare school in Den Helder,
die in de avonduren privé-les gaf aan
toekomstige marine-officieren en daar
bij de pijnlijke ontdekking deed dat
„er in dienst zoveel werd gevloekt".
„Als ik op het postkantoor moet zijn,
leg ik zo ergens een paar van die
luciferboekjes (met de tekst „gebruik
Gods naam niet als uw stopwoord")
neer, niet overdadig natuurlijk, maar
net alsof ik ze heb verloren. En die
boekjes komen natuurlijk weer in
handen. Weggooien doet men ze niet,
om de lucifers die erin zitten".
Dat verspreiden op grote schaal is
natuurlijk een dure manier van wer
ken, geeft de heer Laarman toe. Het
hiervoor benodigde geld „komt met
kleine beetjes bij elkaar." Er zijn 640
gemeenten die de bond subsidiëren,
„maar die subsidies zijn meer een te
ken van waardering dan een daadwer
kelijke steun; het gaat gemiddeld om
een bedrag van vijftien gulden per
jaar". De kerken („maar lang niet alle
doen eraan mee") geven gemiddeld een
tientje. Het lidmaatschap van de bond
kost jaarlijks een rijksdaalder.
In 1947 waren er vijfduizend leden,
nu zijn het er krap zevenduizend.
„Er zit betrekkelijk weinig groei
in", zegt de heer Laarman. „Het is
een oude bond", duidt hij de gemiddel
de leeftijd van de leden aan. „We krij
gen veel overlijdensberichten en be-
SS'".Sfs
ï::-Sï si sssm»,
De heer Laarman zegt: „Ik neem
aan, dat er nu in militaire dienst niet
meer wordt gevloekt dan er buiten,
in fabrieken en kantoren bij voorbeeld.
Ik geloof wel, dat in een ruw bedrijf
als een scheepswerf ruwer wordt ge
sproken dan, laten we zeggen, in het
atelier van een horlogemaker, waar
men in alle rust predsie-arbied moet
verrichten. Ik geloof dat de omgeving
wel van invloed is".
Een halve eeuw geleden was het
militaire milieu kennelijk nogal ruw,
want de omgang met adelborsten
bracht Jan Baas ertoe om samen met
andere bezwaarden een bond op te
richten, die al ver voor de oorlog grote
bekendheid verwierf door de bordjes
en biljetten in trein, tram en bus met
de tekst „Gelooft gij in het bestaan
van een almachtig God? Misbruik dan
niet zijn naam. Gelooft gij niét in het
bestaan van een almachtig God? Mis
bruik dan ook niet zijn naam, want
gij kwetst daarmee anderen en bele
digt uzelf".
Een heel verhaal. Dat na de oorlog
toen de bond volgens de heer Laar
man niet alleen actiever werd maar
ook moderner dan ook drastisch
werd ingekort tot „Spreek vrijmoedig
over God, maar misbruikt nooit Zijn
naam". Daarnaast werden andere leu
zen geïntroduceerd: „Gebruik Gods
naam niet als uw stopwoord" en „Ver
mijd, bestrijd het vloeken" (de laat
ste in 7°s talen, met het oog op de
gastarbeiders en toeristen). Men ziet
deze teksten overal: op stations, langs
de weg, in fabrieken, kantoren, win
kels, wachtkamers, cafetaria's enzo
voorts. Nu eens met koeien van letters
geschilderd op gevelborden, affiches,
spandoeken, dan weer in bescheiden
formaat gedrukt op vloeibladen, kaar
ten en luciferboekjes.
dankjes van mensen die gepensioneerd
zijn en de contributie niet meer kun
nen betalen". Het is ook een overwe
gend protestantse bond, „maar we heb
ben toch nog zo'n vijf- a zeshonderd
rooms-katholieke leden, onder wie ver
scheidene pastoors".
„Wij zijn niet negatief. Wij zeggen
niet: wij vloeken niet, dus anderen
mogen het ook niet. U zult nooit een
bordje van ons zien met „vloek niet".
Wat wij met ons streven willen be
reiken. is de heiliging van des Heren
naam. Waarom moeten juist christenen
Gods naam misbruiken? Ik heb meer
malen gehoord, van zendelingen ook,
dat dit bij volkeren met andere gods
diensten helemaal niet voorkomt.
De here Jezus hing voor godslaste
ring aan het kruis. Wij vinden dood
slag erg, en diefstal. Maar vloeken? In
het Onze Vader staat de heiliging van
Gods naam voorop. „Uw naam worde
geheiligd Daarmee begint het en
dat is geen toeval! Daarom is onze
bond gericht op positieve bestrijding
van het vloekkwaad. Zo maakt onze
voorzitter (dr. Joh. H. Scheurer te
Voorburg) er nogal werk van om brie
ven te schrijven aan uitgevers en
auteurs van boeken, waarin men zich
te buiten gaat aan misbruik van Gods
naam. En daar krijgt hij heel prettige
reacties op".
Heeft hijzelf weieens gevloekt?
De heer Laarman zucht. „Ja. Voor
dat ik secretaris van de bond werd.
En de laatste twintig jaar misschien
ook weieens, in een heel boze bui,
maar dan had ik er onmiddellijk spijt
van".
„De ergste vloek vind ik het gee-
veedee, het godverdomme, dat is je
verdoemenis inroepen. Stel je voor,
dat God dat deed, je verdoemen, dat
zou je toch niet willen". Aan deze
vloek dacht de heer Laarman toen hij
enige tijd geleden zijn rhododendron
(„hetzelfde aantal lettergrepen") lan
ceerde in de uitzending „Mies-en-scè-
ne" voor de televisie.
Als hij in een gezelschap komt, waar
wordt gevoekt, reageert hij dan?
„Soms. Het kan ook wel tactisch
zijn het niet te doen. Is het in christe
lijke kring, dan zeker ja. Maar altijd
in de vragende vorm. Zo van: waarom
doet u dat?"
„Een tijd geleden zat ik in de trein
schuin tegenover iemand die zijn
vriend een leuk geschiedenisje vertel
de. Iedereen in de coupé zat te luiste
ren. Maar het was steeds God dit en
God dat. Toen hij was uitverteld,
vroeg ik: kent u God? Hij keek me
heel verbaasd aan: wat bedoelt u daar
mee?
Wel, zei ik, u zegt steeds God dit
en God dat en daarom vraag ik u:
kent u God? Hij keek een tijdje uit het
raam en zei toen: Ja, ik ken God, maar
doe ik dat dan, steeds God zeggen?
Ja, zei toen zijn vriend, dat is een
slechte gewoonte van je. Verder werd
er niet meer over gesproken. Maar in
Arnhem wachtte hij mij op het station
op en zei hij: Ik ben een trouw kerk
ganger en ik ben toch blij dat u mij op
v.
t.
Voorzitter Laarman
Het ziet er naar uit, dat de Neder
landse inbreng op de Duitse Kerken-
dag" van 21 tot 26 juni in Hannover
groter zal zijn dan ooit tevoren Met
het verwachte aantal van ruim drie
honderd zullen de deelnemers uit ons
land op deze dertiende tweejaarlijkse
manifestatie opnieuw het grootste con
tingent vormen van de in totaal om
streeks 1500 buitenlanders. Bovendien
verlangt de leiding van de Kirchentag
nadrukkelijk niet naar bezoekers (als
altijd van harte welkom), maar voor
al naar „medewerkers". En als zoda
nig heeft men dit jaar aan vijftien zo
genoemde vredesgroepen in ons land
gevraagd om mensen, die hun licht wil
len laten schijnen over het hoofdthe
ma, „De vrede is onder ons". Naar
hen zal geluisterd worden, temeer
waar er in Duitsland op dit gebied een
achterstand is in te halen, zo verzeker
de ds. Gerhard Schnath uit Fulda,
een van de mensen in de Kirchentag-
leiding.
Zoals bekend is heeft de leiding van
de orthodoxe beweging met de aan
duiding „Geen ander evangelie" de
medewerking aan de aanstaande Ker-
kendag opgezegd. De Kirchentaglei-
ding wilde tenslotte, niet onder welk
evangelie dan ook, buigen voor de toe
gespitste eis van die kant, bepaalde
sprekers te weren van het gebeuren in
Hannover. Men wil zoekers naar een
nieuw verstaan van de bijbel in deze
tijd, zoals de hoogleraren Kasemann
en Marxsen, evenzeer aan het woord
late.i als (gematigden onder) hun te
genstanders. Ds. Schnath en de zijnen
blijven het wederzijds gesprek voor
staan.
deze fout hebt gewezen, ik beloof u
dat ik erop zal letten".
„Ons werk moest eigenlijk niet no
dig zijp. Vloekep is dikwijls een kwes
tie van nonchalance. Negentig, vijfen
negentig percent van de mensen die
vloeken, doen dit onopzettelijk en on
doordacht, men weet vaak niet eens
dat men het doet. Ik vroeg eens aan
een vrouw: waarom vloekt u zo? Zij
keek me stomverbaasd aan en zei:
God, man, doe ik dat nou?"
(Van onze correspondent)
AMERSFOORT. „Ik ben nog
al wispelturig: Wat wil je. in De
Bilt geboren bij die weerfabriek en
dan ook nog in de maand maart".
Met dat „wispelturig" doelt de 56-
jarige ds. Maarten Goudkamp, pre
dikant van de Church of England
in Australië, op de verschillende
werkzaamheden die hij tot nu toe
heeft verricht. Werkzaamheden,
uiteenlopend van zielzorger voor
Nederlandse immigranten in Au
stralië tot en met het leiden van
een groot Australisch vakantie- en
conferentieoord.
Ds. Goudkamp, nu al zestien jaar in
Australië woonachtig en enkele jaren
terug tot Australische ingezetene gena
turaliseerd, brengt enkele maanden
verlof door in Nederland. Met vrouw
en twee kinderen heeft hij zijn intrek
genomen in een woning aan de Konin
gin Sophialaan in Amersfoort.
Goudkamp, komend uit een gezin
van vijftien kinderen, begon pas laat
aan zijn middelbare schoolopleiding.
Ziekten waren er de oorzaak van, dat
hij zich pas als zeventienjarige aan de
gymnasiumopleiding van het lyceum
in Harderwijk kon zetten. „Afschuwe
lijk was dat. Allemaal van die jonge
jochies, waarmee je in de klas kwam
te zitten", zegt hij.
Daarna ging Goudkamp in Utrecht
theologie studeren. „Wonderlijk ge
noeg dat ik het in die richting zocht,
want dat godsdienstige zat helemaal
niet in de familie". In 1941 werd hij
als Nederlands hervormd predikant ge
plaatst in Sas van Gent, na eerst
hulpprediker in Lunteren te zijn ge
weest. In Zeeuw-Vlaanderen nam hij
deel aan het werk bij de ondergrond
se, werd er na de bevrijding van Zee
land veldprediker bij de nieuw ge
vormde bataljons en ging in 1945 naar
Engeland. Vandaar als luchtmachtpre
dikant naar Australië.
In 1947 keerde ds. Goudkamp naar
Nederland terug. Tot 1951 maakte hij
hier deel uit van de directie van de
A.M.V.J. in Amsterdam, in welke hoe
danigheid hij verschillende activiteiten
ontwikkelde voor de bedrijfsjeugd, zo
als het stichten van een clubhuis in
Amsterdam-noord.
Op uitnodiging van de presbyteriaan
se kerk van Australië begon ds. Goud
kamp in 1951 in Sydney aan het be
geleiden van Nederlanders die waren
geëmigreerd. „Een ontzettende honde-
baan. Je kwam er altijd met de moei
lijkste gevallen in aanraking. Ga maar
Nog een leus van de bond, maar dan
alleen voor intern gebruik bedoeld, is
„verspreiden is bestrijden" Duizenden
bordjes, folders, kaarten en transpa
ranten gaan jaarlijks de deur uit. De
bond stuurt materiaal op verzoek en
verzoekt op zijn beurt, aan bedrijven
vooral, materiaal te mogen ophangen.
Daarvoor reist de heer Laarman het
hele land af. Zelfs in zijn privé-leven
kan hij het verspreiden niet laten.
Ds. Goudkamp
na, mensen die het goed ging, zag je
niet. Ik was in die tijd de enige die
dat werk onder de immigranten deed.
De meeste problemen vloeiden voort
uit aanpassingsmoeilijkheden. Het was
vooral het niet kennen van Engels, dat
tot die moeilijkheden leidde. Vooral de
vrouwen, die het Engels niet beheers
ten, dreigden te vereenzamen. De man
nen hadden hun werk, leerden de taal
haast automatisch, maar de vrouwen,
die thuis bleven, raakten meer en
meer geïsoleerd.
Vijf jaar heb ik dat werk volgehou
den. Ik had daarbij een enorme steun
aan mijn vrouw. Zonder haar had ik
het niet aangekund. We kwamen in '51
met vier kleine kinderen in Australië,
wisselden ons rijke bestaan in Amster
dam voor een armoedig leven zonder
enige luxe in Australië. Ik verdiende
er de helft van wat een predikant in
Nederland kreeg. Daar tegenover staat
dat ik enorm veel goed werk heb kun
nen doen, al ging ik er ook bijna zelf
aan ten gronde".
Op dokteradvies gad ds. Goudkamp
het werk op. Er was echter nog een
reden: „We leidden een armoedig be
staan, waren niet in staat om onze kin
deren een goede opleiding te kunnen
garanderen. Daarom ook ben ik toen
in de business gegaan".
Nabij Sydney ging Goudkamp een
vakantie- en conferentieoord leiden.
„Maar", zo zegt hij nu, „ik wilde toch
weer terug naar mijn kerkelijke werk.
Dat vakantieoord liep prima, één keer
dominee is echter altijd dominee, he?"
Vandaar, dat ds. Goudkamp twee
Ter gelegenheid van het vijftigjarig
bestaan van de vereniging voor gods
dienstige opvoeding (Westhill) wordt
voor de eerste keer in ons land een
wetenschappelijk congres gehouden
met als thema: de godsdienstige op
voeding van het kind in de wereld van
nu. Vijf protestantse en katholieke
deskundigen uit binnen- en buitenland
zullen hierover voordrachten houden
op het congres dat van 18-20 mei in de
Hildebrandzaal te Haarlem wordt ge
houden.
Een van de belangrijkste internatio
nale congressen op kerkelijk gebied,
die de laatste jaren in Nederland zijn
gehouden, wordt het achtste doops
gezinde wereldcongres, dat van 23 juli
tot en met 30 juli in het congres
centrum en enige zalen van het nieuwe
RAI-gebouw te Amsterdam zal wor
den gehouden.
Voor dit congres hebben zich reeds
drieduizend deelnemers aangemeld,
die de zittingen gedurende de gehele
week zullen bijwonen. Bovendien ko
men er nog enkele duizenden voor
één of meer dagen naar Amsterdam.
De congresgangers komen uit 32 ver
schillende landen, gelegen in vier we
relddelen, alleen Australië is niet ver
tegenwoordigd. Behalve uit Nederland
komt het grootste aantal deelnemers
uit Amerika en Canada (ongeveer
1200). Verder komen er vertegenwoor
digers van doopsgezinde gemeenschap
pen uit onder meer Zuidamerikaaanse
landen, de meeste landen van Europa,
waaronder de USSR, de DDR, verder
uit tal van Afrikaanse landen, uit In
donesië, Japan, India, Thailand en
Vietnam.
Het algemene thema van het con
gres is „Het getuigenis van de Heilige
Geest". Dit thema zal niet alleen theo
logisch benaderd worden, maar ook
aan de hand van lezingen en discus
sies, die op de praktijk van het leven
betrekking hebben, besproken worden.
Van de onderwerpen, die aan de orde
komen noemen wij: godsdienstige op
voeding, de universiteit, zending, de
beleving in cultuur en samenleving, in
ternationaal hulpwerk, overbevolking
en honger, christelijke ethiek in zaken-
en beroepsleven, maatschappelijk
werk, moderne evangelisatie, de vre
desbeweging, moderne revolutionaire
stromingen.
Verwacht worden verder rapporten
over de toestand van de gemeenten
en over de politieke situatie in Ber
lijn, Vietnam, de rampgebieden van
India, de Gran Chaco (Indianen in
Paraguay) enzovoorts.
jaar geleden in dienst van de Church of
England opnieuw het ambt van predi
kant ging vervullen, eerst als hulppre
diker in Murwillumbah, daarna als pre
dikant van een eigen gemeente in
Woodenbomg, een dorp, 750 kilometer
ten noorden van Sydney.
In Woodenbomg, een echte platte
landsgemeente, strekt de pastorale
zorg van ds. Goudkamp zich uit over
450 gezinnen. „Ik moet er met mijn
auto wel heel wat afrijden. Wooden
bomg heeft een middellijn van zo'n
150 kilometer. We hebben er zeven
kerkjes, waar ik beurtelings preek. Ie
dere zondag ga ik er voor in vier
kerkdiensten. Dat betekent tevens iede
re zondag zo'n 250 km rijden met de
auto. Rijden over zoveel slingerende
wegen, dat je er duizelig van zou wor
den. Niet anders dan klimmen en da
len. Hier in Nederland ben ik de afge
lopen weken al menig bordje met „ge
vaarlijke helling" tegen gekomen. Ik
kan daar slechts om lachen. Hellingen
hier? Je ziet niet eens bergen!"
Eind mei keert de familie Goudkamp
die het verlof in Nederland grotendeels
besteedt aan het bezoeken van kennis
sen en familie, naar Australië terug.
Prof. dr. H. W. F. Stellwag (hoogle
raar pedagogiek aan de universiteit
van Amsterdam), die het congres don
derdagavond 18 mei opent en leidt,
geeft op de slotdag een samenvatting
van het besprokene. Prof. dr. R. Bijls-
ma (hoogleraar in de praktische theo
logie aan de protestants theologische
faculteit te Brussel) spreekt over:
theologische grondlijnen voor de gods
dienstige opvoeding. Dr. Ronald J.
Goldman (lector in de pedagogische
psychologie aan de universiteit van
Reading-Engel) over: de godsdienstige
vorming op school.
Probst dr. Karl Hauschildt (tweede
voorzitter van Gesamt Verband für
Kindergottesdienst in de evangelische
kerk'Van Duitsland) oVer': de gods
dienstige vorming via de kerk. Het on
derwerp van drs. J.J. van Haaren (we
tenschappelijk medewerker aan het
rk pedagogisch instituut te Nijme
gen) is: de godsdienstige vorming van
kinderen in het gezin.
De voorzitter der vereniging, ds W.
L W. Schoch, heeft meegedeeld dat
alle protestantse kerken en zondags
schoolverenigingen in ons land voor het
najaar tezamen een oecumenisch in
stituut voor de wetenschappelijke stu
die over de godsdienstige vorming voor
het kind zullen oprichten. Waar dit ge
vestigd zal worden is nog niet vastge
steld. De taak van de vereniging zal
dan zijn om op aanwijzing van dit in
stituut te gaan experimenteren opdat
de bijbelse boodschap beter ingang kan
vinden bij de kinderen.
Het jubileum der vereniging wordt
in Haarlem gevierd. Zaterdag 20 mei
spreekt ds. Schoch op een samenkomst
in de Bavo de lustrumrede uit, waarna
een receptie volgt. Zondagochtend 21
mei gaan de voorzitter en ds. E. Snel
ler voor in een feestdienst in de Bavo
en met een feestelijk samen zijn in het
concertgebouw wordt de lustrumvie
ring zondagmiddag besloten.
Op Hemelvaartsdag 4 mei wordt op
vier plaatsen in Noordhollands Noor
den (Schagen, Noord-Scharwoude, Den
Helder en Den Burg op Texel) een oe
cumenische ontmoetingsdag gehouden
rond het thema van de vrede, onder
het motto „Onderweg naar de vrede
toe" (Jules de Corte).
Sprekers zijn prof. dr. J. Verkuyl,
pater S. Jelsma, dr. C. P. van Andel
en pater I. Oudejans. Zij willen het
begrip „Vrede" uitwerken in de volle
bijbelse zin van „Sjaloom", het goe
de samenzijn van mensen, die alles
met elkander delen.
In Schagen is er bovendien een jon
gerendag in geheel eigen stijl, JK '67,
waar het nieuwe kerkelijke cabaret
„Podevein" zal optreden.
Den Alerdinck te Laag-Zuthem (Ov.)
is bezig één der grootste vormingsin
stituten van ons land te worden. De
rond vierduizend ouderen en jongeren,
die vorig jaar het centrum bezochten,
blijken uit allerlei kerkelijke groepe
ringen afkomstig te zijn: naast ruim
tweeduizend hervormden bijna duizend
gereformeerden, bijna driehonderd ka
tholieken en bijna duizend deelnemers,
afkomstig uit kleinere kerken of niet
behorend tot een kerk.
Met Pinksteren organiseert Den Al-
derdinck in samenwerking met de Sja-
loomgroep een oecumenische pinkster
ontmoeting met het thema: „Pinkste
ren na „de-dood-van-God" bedoeld
voor katholieke en protestantse gezin
nen en alleenstaanden, die zich graag
eens op een bevattelijke manier willen
oriënteren in nieuwer kerkelijk en
theologisch denken in een programma
waaraan onder meer wordt meege
werkt door prof. dr. J. T. Bakker,
hoogleraar aan de Theologische Hoge
school te Kampen en pater drs. P. van
Dongen van de Norbertijnerabdij van
Berne te Heeswijk (N.B.).