VLUCHT NAAR DE VRIJHEID LANGS DE „DUTCH-PARIS" Jean Weidner in moeilijkheden Door Duitsers en ook door zijn eigen landgenoten maim uimmxigp j lm> 1967 APRIL ZATERDAG \c;( wn Het werk van Jean Weidner en zijn vrienden was in het verslagen Frankrijk begonnen uit menslievend heid, als hulpbetoon aan joden en andere vluchtelingen in doodsnood. Geleidelijk aan raakte de organisatie van de vluchtwegen, die bekend werd onder de naam Dutch-Paris (over het ontstaan schreven wij onlangs in het eerste deel van deze serie)echter ook betrokken bij het directe verzetswerk. Ook toen echter trachtte Dutch-Paris zich zoveel mogelijk te beperken tot het verzorgen van de vluchtroutes. Van die vluchtroutes werd echter allengs meer gebruik gemaakt met medeweten en goedkeuren van de organisatoren voor het verzenden van berichten, het versterken van de geallieerde strijdkrachten en de steun aan het di recte verzet tegen de nazi's, die het grootste deel van Europa in hun greep hadden. In handen van de SD Martelingen Retour Duitsland In het water GERMANY mm - WËmÊÊËMm. Telefoontje Engelandspiel Het drama begint »w** Eén van de gevallen, waarin direct steun werd verleend aan de organisa tie van het verzet, was de tocht van graaf Francois de Menthon naar Zwit serland. Deze verzetsman van-het- eerste-uur, die in een sprookjesachtig kasteel hoog boven het meer van An- necy woonde en de voorman was van de illegale organisatie Liberté, zocht medio 1943 contact met Jean Weidner. Jean stemde er in toe de graaf naar Zwitserland te brengen, zodat deze van daar uit contact op kon nemen met generaal De Gaulle. Na een avontuurlijke tocht door een riool onder de bewaakte grens door be reikte graaf de Menton Zwitserland, waar hij enige dagen besprekingen voerde alvorens naar zijn Franse kas teel terug te keren. Een paar dagen later landde enkele tientallen kilome ters van Annecy in het nachtelijk duis ter een geallieerd vliegtuig, dat de graaf naar Engeland bracht. In Londen werd hij als minister van Justitie aan de voorlopige regering in ballingschap van De Gaulle toegevoegd. In die functie heeft hij bovendien nog een groot aandeel gehad in de verdere activiteiten van het Franse verzet en in de verbindingen tussen bezet Frank rijk en Engeland. Na de bevrijding zou diezelfde graaf de Menthon Frankrijk officieel vertegenwoordigen bij het be faamde proces van Neurenberg, waar in de grootste oorlogsmisdadigers te recht stonden. Jean Weidner hielp later ook de fa milie van de graaf naar het veilige Zwitserland en ook Xavier de Gaulle, een broer van Charles de Gaulle, toen de Duitsers represailles dreigden te ne men tegen allen, die familie waren van de Londense leider van het Fran se verzet en zijn helpers. Het was ongeveer in die tijd, dat Weidner door onvoorzichtigheid van een van zijn beschermelingen, een be rooide arts die naar Zwitserland ge smokkeld moest worden, in handen van de SD viel. De arrestatie verliep weinig opwindend: Duitsers in burger stapten de zaak van Jean Weidner in Lyon binnen en bevalen hem mee te gaan. In het hoofdkwartier van de SD in Lyon bleken de nazi's zich vooral te interesseren voor de hulp die Jean aan landgenoten in moeilijkheden had gegeven. Jean gaf toe en bekende ook, dat hij daarbij samenwerkte met het Ne derlandse consulaat, want het werd hem al spoedig duidelijk dat de Duit sers over vrij betrouwbare gegevens in die richting beschikten. Later zou blijken, dat die gevolgtrekkingen juist waren geweest, en dat inmiddels de Nederlandse consul-generaal Jacquet „onder handen" werd genomen. Bij zonderheden liet Jean echter niet los. Hij gaf vage antwoorden, zei van al lerlei details niet op de hoogte te zijn, en noemde naaste medewerkers toe vallige kennissen die hij wel eens had ontmoet zonder iets naders van ze te weten. Urenlang duurde het verhoor, tot diep in de nacht. Toen werd Jean in een martelkamer uitgekleed en met op de rug gebonden handen in een bad kuip met ijskoud water gelegd en on dergedompeld tot hij bijna stikte toen werd zijn hoofd boven water getild. „Ben je nu van plan, behoorlijk ant woord te geven?" „Neen", hijgde Jean, en weer ging zijn hoofd onder water. „Die groep in Parijs,' ken je daar iemand van?" luidde de vraag. Toen hij weer bijna buiten bewustzijn naar boven werd gehaald. De Duitsers geloofden weinig van die „onschuld" en onderwierpen hem aan allerhande martelingen. Reeds eer der was Jean in handen van Franse gendarmes gevallen, en hoewel ook die het hem niet makkelijk maakten, wa ren zijn ervaringen bij de Fransen slechts kinderspel bij wat hij onder Duitse handen te verduren kreeg. Om tien uur des ochtends werd hij weer uit zijn cel gehaald voor een nieuw verhoor. Urenlang dezelfde mo notone vragen, urenlang het ontken nen. Terug in zijn cel viel Jean flauw. Laat in de avond ging de celdeur weer open. „Meekomen". Traag slofte Jean één brok pijn en ellende, achter de cipier aan. In het gevangenisbureau kreeg hij zijn pa pieren en geld terug. De buitendeur ging open. „We zijn klaar met je, je kunt gaan Jean kon zijn oren nauwelijks gelo ven maar strompelde door Lyon te rug naar zijn zaak, naar huis, zijn bed. Na hersteld te zijn, althans in .zo verre dat hij zich weer met redelijk gemak kon bewegen, zoch hij de con sul-generaal Jacquet op, die hem ver telde ook verhoord maar met het oog op zijn diplomatieke status niet ge marteld te zijn. Jacquet wist te ver tellen dat de onbemiddelde dokter, die weggesmokkeld moest worden, toeval lig gegrepen was en de namen van Jean en Jacquet had laten vallen. Hij was weer vrijgelaten en had langs de vluchtweg van Weidner toch nog het vrije Zwitserland weten te bereiken zonder te weten hoeveel ellende zijn stommiteite veroorzaakt had. Niet lang daarna werd Jean in een tram opgepakt, toen de Duitsers alle jongemannen beneden de 35 jaar oppakten voor vervoer naar fabrieken en werkkampen in de „Heimat". Met honderden anderen werd hij in een trein geladen en op transport gesteld. Jean wist uit de trein te springen toen deze iets langzamer reed. Hij meende in de buurt van Bazel te zijn Skiën was vaak Weidners veiligste methode om te reizen tussen de bergdorpen langs de Frans-Zwit serse grens. „Neen", kon Jean nog net uitbrengen. Zo ging het door, en op het laatst kon Weidner zelfs geen antwoord meer geven, alleen maar ontkennend het hoofd schudden. Jean bad sterk te mogen blijven. Tot dusver had hij getracht zoveel moge lijk de waarheid te zeggen zonder or ganisatie en vrienden in gevaar te brengen. Hen verraden mocht hij niet, al zou het hem zijn leven kosten. De marteling duurde voort, een uur, twee, drie uren. Daarna werd hij in een andere hoek van de kamer ge schopt en geslagen. Hij bleef zwijgen. Hij moest elders in het vertrek knielen op een plaats waar twee puntige pen nen uit de grond staken, die hem vlak onder de knie in zijn benen drongen. In steeds nieuwe golven schoot de mar telpijn door hem heen. Vaag besefte hij nog, dat de SD niet al te veel over hem wist, anders zouden zij wel andere methoden gebruiken en wat la ten doorschemeren om hem op een hel lend vlak te brengen. Wel bleken zij te weten dat hij in contact stond met Franse ondergrondse organisaties. Vroeg in de ochtend kwam er een eind aan het verhoor. Terwijl Jean niet goed meer wist wat er met hem gebeurde werd hij naar een cel ge sleept. Uitgeput viel hij in slaap. David Verloopde briljante jonge Nederlander, die mede de leiding had van Dutch-Paris in Brussel. Verloop pleegde zelfmoord door van de zesde etage van het trappenhuis in de gevangenis van St. Giles naar beneden te springen. Hij voorkwam daardoor, dat hij bij verhoren zou doorslaan en namen zou verraden. de trein bij een klein dorpje. De bewakers, de redeneerden dat hun gevangenen zo diep in Duits land toch niet meer zouden ont snappen, stapten even uit om in de stationsrestauratie een biertje te gaan drinken. Toen Jean dat merkte, stapte hij heel eenvoudig ook uit. Doodbe daard wandelde hij over het perron naar het eind van de trein. Daar ge komen volgde hij het smalle pad langs de rails totdat hij de eerste kruising met een weg bereikte. Hij volgde die en kwam in een ander dorpje waar hij zich van enig eten en een kaart van de omgeving kon voorzien. Die nacht en nog twee dagen liep Jean wederom naar de Zwitserse vrijheid. Op de derde dag bereikte hij de Rijn. Het kasteel De Menthon !V- Na even te hebben uitgerust om zo veel mogelijk krachten te verzamelen dook hij het water in. Al vrij spoedig hadden de Duitse grenswachten de zwemmer in de gaten en werden felle schijnwerpers op hem gericht. Geweer kogels floten om hem heen, en in doodsnood probeerde Jean zoveel mo gelijk onder water gedoken en tegen de sterke stroom worstelend de ande re oever te bereiken. Juist toen hij dacht dat zijn krachten het zouden be geven voelde hij de modderige bodem van de Zwitserse oever onder zijn voe ten. De lichten doofden, het vuren staakte Vriendelijke Zwitsers brachten hem weer op zijn verhaal. Pas toen hij geheel hersteld was van emoties en uitputting reisde hij verder, via Genè- ve en langs vertrouwde sluikwegen naar Annecy. Zwaar drukte in de koude winter van 1943 de last der bezetting op heel Frankrijk. Hoezeer de terreur echter ook toenam, steeds groeide Weidners hulpbetoon aan vluchtelingen. In het begin van die winter beschikte zijn or ganisatie over driehonderd leden, en werkte zij met zeven andere belang rijke groeperingen samen. Toulouse en Lyon waren de centra van waaruit vluchtelingen, piloten, verzetslieden en koeriers in grote regelmaat naar Spanje en Zwitserland trokken. Weid ners medewerkers verrichtten belang rijke koeriersdiensten voor niet-mili- tair nieuws uit het bezette gebied naar de vrije wereld en omgekeerd. In dit laatste bekleedde dr. Visser 't Hooft in Genève een belangrijke rol. De meer op het militaire toegespitste ac tiviteiten van Dutch-Paris kregen de steun van generaal A. G. van Tricht, de Nederlandse militaire attaché in Bern. Morsiné jï'.v,: V 1 W> liy>r£ -V-i.j r-.cn ei' e» Tqtilyn Op zekere dag werd Jean, toen hij zich in zijn winkel in Annecy bevond, door een medewerker uit Lyon opge beld: in bedekte termen werd hem duidelijk gemaakt dat de Duitsers een inval in zijn zaak in Lyon hadden ge daan en dat Jacquet en andere mede werkers opnieuw waren gearresteerd. Vijf minuten later was Jean uit zijn zaak weg. Die middag kreeg hij een nieuw persoonsbewijs, op naam van Jean Cartier. Het was zijn eerste schuilnaam. H- zou zich de rest van de oorlog van nog dertien andere schuilnamen bedienen, hoezeer dat ei genlijk ook tegen zijn geloof en prin cipes inging. Van die dag af was Jean ondergedoken en kreeg zijn werk een volledig illegaal karakter. Als onderduiker had Jean weer al lerlei extra moeilijkheden voor zijn werk op te lossen. Het reizen werd al door moeilijker. Men moest over sta pels papieren beschikken om een enigs zins verre reis te maken zelfs in Frank rijk laat staan van Frankrijk naar Bel gië en Nederland. Naar mate de sabotage door Franse verzetsgroepen toenam werd ook het reizen per trein gevaarlijker. Daarvan getuigde onder meer een zeer ernstig treinongeval door het opblazen van een spoorbrug, waarbij Jean ais door een wonder aan de dood ontsnapte. De verwarde toestanden waaronder onbekenden elkaar nooit konden ver trouwen, brachten Jean zelfs eens in moeilijkheden met de maquis, de Franse gewapende verzetsgroepen, die vanuit bergen en bossen aansla gen pleegden en verwarring onder de Duitsers stichtten. Hij raakte in de bergen aan de Zwitserse grens tussen groepen schietende verzetstrijders en Duitse patrouilles en wist met veel moeite de maquis te bereiken. Men vertrouwde hem daar echter niet en rekende met de mogelijkheid dat hij een Duitse spion was. Slechts radio-in lichtingen uit Londen konden aantonen dat Weidner niet alleen volkomen be trouwbaar was, maar zelfs een uitste kend vechter voor de geallieerde zaak. Via de vluchtroutes van Jean ont kwamen in die tijd ook Dourlein en Ubbink, de twee in Nederland gedrop te agenten die uit Haaren wisten te ontsnappen en na grote moeilijkheden de Engelsen konden overtuigen dat het Engelandspiel van de Duitsers (waar over wij onlangs uitvoerig schreven) in Holland een onvoorstelbare ramp had veroorzaakt. Het wonderlijke verhaal van dit „spel" kon Jean, toen hij er over hoor de nauwelijks geloven. Weidner hielp de twee vluchtelingen over de Pyre neeën waarna zij Engeland wisten te bereiken. Een ander incident uit die tijd was, Eén van Weidners valse persoons bewijzen. De voornaamste ontsnappingsrou tes van Dutch-Paris. dat Weidner in Parijs de Nederlandse verzetsman en avonturier-bluffer Christiaan Lindemans ontmoette, die beruchtheid verwierf onder de naam King Kong. Jean weigerde in te gaan op diens voorstellen, dat hun beider or ganisaties zouden samenwerken. La ter heeft hij God gedankt voor zijn wei gering toen bleek, dat Lindemans on der druk naar de vijand was overge lopen en zeer veel verzetsgroepen had verraden, waardoor hij de dood van zeer velen op zijn geweten had. en makkelijk te voet naar Zwitserland te kunnen komen. Na de sprong uit de trein, die door de Duitse bewakers niet was opgemerkt, had hij geruime tijd bewusteloos langs de spoordijk ge legen. Tenslotte ontwaakte hij in de duisternis en die nacht strompelde hij in de richting van de Zwitserse grens. Hij zag kans onder de grensversper- ring van prikkeldraad door te kruipen en hoorde een eind verderop stemmen. Vol vertrouwen liep hij naar de twee mannen toe. „Ik ben net uit een trein met sla venarbeiders gesprongen en hier heen gevlucht. Ik ben Hollander. Brengt u mij naar de politie dan kan ik verder naar Genève en dan terug naar Frank rijk". „Dat zullen we met genoegen doen, u naar de politie brengen", was het antwoord van het tweetal. Opgewekt volgde hij de mannen die hij had aan gesproken, om even later één van de grootste schokken van zijn leven te krijgen: op het politiebureau waaide de hakenkruisvlag. Jean begreep tot zijn ontzetting, dat er op deze plaats twee grensversper- ringen geweest moesten zijn, en dat hij zich nog altijd op Duits gebied bevond. De volgende ochtend ging Jean weer in gevangenschap met een nieuwe sla- ventrein verder oostwaarts, dieper Duitsland in. Tegen de middag stopte 0. V..V. V T-vrim /«v WM '.'mi- raSmfetti Tot de tientallen mannen en vrou wen, die voor Dutch-Paris werkten, behoorde er één die meer dan alle an deren langs de vluchtroutes heen en weer reisde: in Weidners boek heet zij Else, maar dat is niet haar werkelij ke naam. Zij verrichtte uitstekend werk, onvervaard, onvermoeibaar en naar aller oordeel tot het uiterste te vertrouwen. Midden 1943 begon het haar tegen te lopen. Tegen Weidners advies in had zij getracht een tocht over de Pyrenee- en te maken. Zij viel in handen van de Duitsers en pas na maanden gelukte het, haar in november te bevrijden. Zij keerde terug naar Lyon en hervat te haar werk. Op een gegeven dag kreeg Else op dracht naar Nederland te gaan om daar een familie op te halen voor een vlucht naar Zwitserland. Op de terug tocht werd zij aan de Frans-Belgi sche grens gearresteerd doch na een intensief verhoor vrijgelaten. De der de keer, dat zij in moeilijkheden kwam, zou de afloop heel wat ernstiger zijn! Bij een volgende tocht, die kort daarna ondernomen werd om Ameri kaanse piloten in veiligheid te bren gen, werd zij in Parijs gegrepen. Schijnbaar voor een routine-onderzoek zonder dat men ernstige verdenkingen tegen haar koesterde. Tegen alle instructies in had zij een boekje met namen en adressen van le den van de organisatie en andere ge heime gegevens bij zich. Op straat, dadelijk na haar aanhouding, trachtte zij het te laten verdwijnen door het uit haar tasje op straat te laten vallen. Een gedienstige Fransman raapte het op en holde achter haar aan om het haar terug te geven Daardoor vie len de levensgevaarlijke gegevens in handen van de gendarmes, die haar hadden aangehouden. Bij het eerste verhoor en in de da gen daarna kreeg Else de indruk dat de Franse gendarmes het niet zo heel kwaad meenden. Zij beging toen de onvergeeflijke stommiteit, iets te be kennen over haar werk, zij het dan ook daardoor haar vrienden niet di rect gevaar liepen. Zij meende dat er met de Fransen nog wel te praten viel. Na een paar dagen bleek echter, dat het allemaal heel anders zou lopen en dat ze zich hopeloos in de nesten had gewerkt. Op maandag 13 februari 1944 werd zij samen met een andere medewer ker van Dutch-Paris, die inmiddels was gearresteerd, overgeleverd aan de SD en ondergebracht in een gevange nis te Fresnes. Tot haar ontsteltenis werd daar haar een portret van Weid ner getoond met de vraag, of zij wist wie deze man was. Else ontkende. Toen de Duitsers evenwel later zei den, dat het Weidner was, die aan het hoofd van Dutch-Paris stond, en dat Else heel goed van die organisa tie af wist, bekende zij Weidner te hebben gezien toen zij na haar gevan genschap als gevolg van de mislukte Pyreneeëntocht weer was vrijgelaten en naar Lyon was teruggekeerd, en ook gaf zij toe, daarna in Parijs, Brus sel en Nederland te zijn geweest. (wordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1967 | | pagina 15