Jaarverslag NDP In ons land worden dagelijks kranten 3.6 min. gelezen PANDA EN DE MEESTER-DRINKER POLLE, PELLI EN PINGO a RAIFFEISENBANK ngestipt AMMETJE FOK Ons vervolgverhaal Tegencomité steunt Grieks bewind „Werkplaatsen van vele garages leden verlies" spaarbank en alle bankzaken WOENSDAG 17 MEI 1967 15 Een romantisch verhaat door Richard Mason Prijs Bovag in verslag: met meer dan 1300 vestigingen Svetlana's memoires in „Boek van de maand club" 43) „Misschien is het dat", zei ze en ze snoof even op die aandoenlijk en toch humoristische manier, waardoor ik zoveel van haar hield en me zo flink en beschermend tegenover haar voelde. Het maakte, dat de avond me nog saaier leek. Maar ik kuste haar en vertrok en al gaf het me een leeg te toen ik haar alleen liet, toch vond ik ook dat ik hiermee toonde een sterke wil te bezitten en verstandig te zijn. In deze fiere gemoedsstem ming zou ik haar misschien voorgoed vaarwel kunnen zeggen. Scaife bewoonde een mooi huis met een zuilengang op Malabar Hill het stuk land, dat de ene kant van de baai en de fraaiste buitenwijk van de stad vormt. Toen mijn ghari de oprijlaan inreed, zag ik Scaife achter een raam zitten en hij zag mij ook, maar hij kwam niet naar buiten. Een bediende verscheen en terwijl mijn bezoek werd aangediend, bleef ik bij de deur wachten. Na een ogenblik trad hij op me toe. „Ah!" zei hij. „U bent er dus". Hij ging me voor naar de hall. „Mr. Munshi mr. Quinn". Ik schuddde een zachte, vriendelij ke hand. „Dit is een genoegen," zei mr. Munshi. Zijn dik, rond gezicht lach te breed en welgedaan. „Het ver heugt mij zo, dat wij elkander ont moeten." We gingen zitten. Scaife wuifde met de hand. Een bediende bracht ons whiskey en begon de gla zen vol te schenken. We wezen stil zwijgend aan, hoeveel we wilden hebben. Munshi nam enkel maar li monade en stak een vette vinger op om te tonen tot hoever zijn glas moest worden volgeschonken. Hij zat op het randje van een stoel en ik kon zijn bruine benen onder zijn dhoti zien. Zijn voeten in sandalen staken in buitenwaartse richting. Hij keek alsof hij zich verre van op zijn gemak voelde in een salon op Mala bar Hill. Scaife liet een sigaar tus sen zijn tanden hangen. De lenzen van zijn bril waren dik en zijn ogen zwommen erachter; het was alsof je iets door het glas van een aquarium zag. In zijn kantoor had ik niet op zijn ogen gelet; misschien waren het toen zijn zakelijke ogen ge weest, waarmee hij balansen bestu deerde. Dit waren vreemde, ver strooide onzakelijke ogen waarmee hij waarschijnlijk de boeken las, die op de plank naast hem stonden een mooie collectie, waarvan het fraaie papier en de leren banden aantoonden, dat het prachtige uitga ven waren over esoterische onder werpen. De bediende verwijderde zich ge luidloos naar een donker hoekje van het vertrek en bleef daar rondhan gen- Scaife staarde naar iets in het bij zonder. „Ik drink gastheer goede gezond heid toe", zei Munshi. „Ah!" Als hij „Ah!" zei, klapte Scaife als een vis zijn mond open en keek naai de zoldering. Daarna keek hij mij aan. „Mr. Munshi is zo vriendelijk geweest erin toe te stemmen ons vandaag iets interessants te laten De Indiër grijnsde bescheiden. Hij liet het hoofd zakken en keek neer op zijn handen. „Ik hoop dat u het interessant zult vinden. Ik hoop dat zeer." „Het is heel aardig van u," zei ik. „Praat er alstublieft niet van. Het is zo zelden dat bezoekers in dit land belang stellen in het spirituele India. Maar ik bezit niet dezelfde kennis als mr. Scaife. Hij bezit fijne kennis van al deze dingen. Hij heeft veel tijd besteed aan studie." „Helaas," zei Scaife, „ik kan slechts met stukjes en beetjes stude ren. Een gevaarlijk iets, heel gevaar lijk. Als u het goed vindt, zullen we nu gaan eten. We kunnen het best vroeg weggaan, vind je niet, Munshi? We namen een taxi. Het was een grote wagen met een verfomfaaide kap en geen zijschermen en we za ten met ons drieën achterin. Scaife aan mijn ene kant was mager en knokig; aan mijn andere kant kon ik voelen, hoe de vlezige Munshi zich plezierig met de bewegingen van de wagen liet meehobbelen. Hij hield de handen gevouwen in zijn schoot. Hij had nog steeds een glimlach op zijn gezicht en die verbreedde zich iede re keer ials we door een kuil gingen of opzij vlogen om een voetganger te ontwijken. Daarna nam zijn gelaat weer de gewone afmetingen aan. „Waar breng je ons heen, Munshi?" „Ik denk, dat we Lala'Vikrana wel een bezoek konden brengen." „Ah! Dan konden we evengoed bij Grand Road uitstappen, om hem de donkere wijk te laten zien." „Heel goed. Heel goed." De wegen werden nauwer en vol ler. We kwamen met een slakkegang vooruit en de hoorn toeterde zonder ophouden. De krioelende menigte vóór ons ging even uiteen, om zich vlak achter ons weer te sluiten. In het felle schijnsel van de koplampen zagen we ogen uit bruine gezichten staren. „Hier Munshi?" „Heel goed." We tuimelden naar buiten en ik volgde de twee anderen door de zij straten, lichtelijk vertegen met me zelf. Hier was iedereen inlander. Ze staarden naar Scaife en mij, de twee blanken, zodat ik blij was dat Mun shi ons vergezelde. Het gaf me min der het gevoel van een vreemde, een indringer. Toch leek het me alsof we een grens overschreden en we ieder ogenblik bevel konden krijgen te verdwijnen of dat de mensen zich plotseling op ons zouden werpen om ons aan stukken te scheuren. En toch leken ze erg dociel. Zelfs de be delaars trokken hun smekende han den terug, als je toonde dat je ont stemd was. Maar de kinderen pluk ten aan mijn broekspijpen. Ik zei: Jaow! Jaow!" maar ze bleven om me heen krijsen. Ze grabbelden naar mijn hand. Ik trok die haastig weg en veegde hem aan mijn shirt af. (Wordt vervolgd.) Belangrijk meer dan de groei van de bevolking (1,3 percent) was in 1966 de groei van de oplage in het Nederlandse dagbladbedrijf. Er was een stijging in de oplagegroei van 2,5 percent, resulteren de in het feit dat einde 1966 de 1214 mil joen Nederlanders meer dan 3.650.000 kranten per dag lazen. De oplagegroei is onder meer te danken aan de stijgende welvaart en aan de toenemende belang stelling voor het nieuws, die ook door an dere media, vooral de televisie, wordt beïnvloed. Aldus het vandaag verschenen jaar verslag 1966 van de Vereniging De Ne derlandse Dagbladpers. Hieruit blijkt ver der o.m., dat het aantal dagbladen dat in ons land per 1000 inwoners wordt gele zen steeg van 288 per eind 1965 tot 292 per eind 1966. Ultimo 1957 bedroeg dit aantal nog 262. Nog meer dan in de voorgaande jaren zo blijkt uit het jaarverslag, hebben de landelijke ochtendbladen in 1966 bijdra gen tot de groei van de dagbladpers. De groei van een aantal landelijke avond bladen behield echter geen gelijke tred met die van de overige dagbladen in ons land. De stijging van de oplage van deze bladen bleef het vorig jaar achter bij die van het aantal huishoudens in ons land. De omvang van de krant werd ook vorig jaar uitgebreid en wel met gemiddeld 3,3 percent. De prijs van de krant aldus het verslag, is op langere termijn gezien nog steeds minder gestegen dan de kosten van le vensonderhoud in het algemeen. Aange nomen moet evenwel worden, dat in 1967 de abonnementsprijs verder zal moeten worden verhoogd, waartoe noodzaken de verhoging van de papierprijzen en de be langrijke stijging van de PTT-tarieven. De advertentie-omzet steeg ten opzichte van 1965 met 8,8 percent en bedroeg in 1966 ongeveer 305 miljoen. Het adverten tie-volume steeg in de eerste drie kwar talen in 1966 ongeveer even snel als in het voorgaande jaar, terwijl de stijging in het laatste kwartaal aanzienlijk kleiner was. Dit wordt toegeschreven aan ener zijds de invoering van de televisie-recla me en aan anderzijds de minder gunstige economische toestand in ons land. Aangedrongen wordt op uitbreiding van de openbaarheid in ons land. „Te veel worden nog overheidsbeslissingen in het verborgene voorbereid en onvoldoende toe gelicht", zo wordt opgemerkt. Openheid is steeds meer geboden, niet alleen ge zien het recht van de burger daarop, maar ook omdat dat recht in rook dreigt op te gaan als de steeds ingewikkelder problemen van het landsbestuur hem niet voldoende duidelijk worden gemaakt „Aanzienlijk meer informatie door mi nisters en andere gezagsdragers omtrent hun standpunt en beslissingen, belangrij ke uitbreiding van de voorlichtingsactivi teiten van de verschillende ministeries en andere overheidsinstanties en ook publi- katie van de vele adviezen, die nog steeds als geheime stukken worden behandeld, zullen de dagbladpers in staat stellen haar rol in dit proces goed te vervullen". (Van onze correspondent) DEN HAAG. De kans is groot dat zich tegenover het „Comité Vrij Grie kenland" een comité gagt opstellen van Nederlanders, die vinden dat met name de grote politieke partijen zich bemoeien met een zaak die hen niet aangaat en waarover zij in het algemeen bovendien slecht geïnformeerd zijn. Het „Comité Vrij Griekenland", dat zich beijvert voor een zo spoedig moge lijk herstel van de democratie in Athene, vaart naar de mening van een der initia tiefnemers van de andere groepering, mr C. J. Hoek uit Leidschendam, te veel op het kompas van onze uitgewezen corres pondent Van Hasselt, wie een gebrek aan neutraliteit en objectiviteit wordt ver weten. 48. Als Joris Goedbloed had gedacht dat hij de enige was, die wakker was, had hij het mis. Geheim Agent 38 had grimmig de wacht betrokken bij de voordeur van Hobbeldonk, om op te passen dat niemand de proeven van professor Kalker kwam weghalen. „Die persoon zal mij ongetwijfeld een waardige doorgang weigeren!" prevelde Joris spijtig. „Ik zal mij helaas van een minder elegante manier moeten bedienen! Met die woorden vatte hij een regenpijp en begon ge ruisloos omhoog te klimmen. Nu wilde het toeval, dat het venster van Kalker's slaapkamer grensde aan deze pijp en aangezien de geleerde graag met een open raam sliep, had de insluiper geen enkele moeite om een h ouvast aan het raamkozijn te vinden. „Victoria! zoals de Ouden juichten toen ze de smalle weg naar de hemel hadden gevonden!" mompelde de in dringer, „Ik bevind mij op de goede weg!" Helaas had hij niet in de gaten dat de geleerde zich op zijn weg bevond en wel recht onder zijn voeten PI B O COPENHAGEN o „De meeste autobedrijven hebben het afgelopen jaar in de afdeling werkplaats zeer grote verliezen geleden. Mede daar om ook zouden wij het op prijs stellen dat het door de overheid gevoerde loon- en prijsbeleid in die zin wordt gewij zigd, dat de werkplaats wordt beschouwd als een afzonderlijk bedrijfseconomisch geheel." Dit zegt het jaarverslag van de Bond van Automobiel- Garage- en aan verwante bedrijven, dat vandaag is ver schenen. De verkopen van scooters gaven de spectaculaire daling te zien van 2875 tot 1700, de verkoop van motorrijwielen steeg van 2842 tot 3400. De gemiddelde prijs van motoren daalde van 2569 tot 2300. De motor en scooter ondervinden volgens het verslag veel concurrentie van de ge bruikte personenauto. In de bromfietssector had een ver schuiving plaats naar de goedkopere soorten. De gemiddelde verkoopprijs van de bromfiets liep hierdoor terug tot onge veer 600. De Bovag verwacht, dat in 1970 ruim 2 miljoen bromfietsen in ons land zullen rijden. Jaarlijks besteden de Nederlanders 150 miljoen aan het kopen van nieuwe bromfietsen. ADVERTENTIE IN HOIUND STAAT EfN HUIS Meer dan 1300 vestigingen van de Raiffeisenbank een vertrouwde instelling Ook in uw omgeving is er één ■mmxi* „Blijf af. 't Is van mij!" „Nietes, 't is van mij!" Een dergelijke dialoog tus sen twee kleine jongens eindigt meest al in een vechtpartijtenzij een slechte pedagoog er met een paar goedgerich- te tikken een einde aan maakt. Maar bij de grote jongens die wij mogend heden noemen hoeft niemand dat te proberen, want die tikken terug. In 't conflict tussen Spanje-Engeland over Gibraltar zal ik mij er dus toe beper ken beide partijen een goede raad te geven waarvan ze later zullen zeggen: „Hadden we daar maar naar geluis terd". De rots van Gibraltar zit vast aan Spanje, dat rotsen genoeg heeft. Hij is van Engeland, welk land hij een hoop geld kost. Engeland zou er misschien wel af willen als Spanje er niet op wou. Het is een pretigekwestie geworden. Daarom staan de Engelsen op de rots te zwaaien met een papier waarop de Spanjaarden zelf in 1704 hebben ge schreven dat het ding tot in eeuwig heid Brits bezit is.Weliswaar hebben ze de ondertekenaars met wapengeweld tot deze verklaring gedwongen, maar ze zwaaien ermee alsof ze een testa mentaire beschikking uitvoeren. Beneden in de verte, aan de Spaan se grens, staat de Spaanse regering, als wij de heer Franco zo mogen noe men. Hij zwaait terug. Maar heel an ders dan tegen de toeristen. Hij balt zijn vuist. Hij stampvoet. Maar de rots zinkt daardoor niet weg in zee, zo als hij misschien ook het liefst zou wil- lenVoor zijn prestige moeten de Engel sen weg. Omdat hij ze niet weg kan slaap, probeert hij ze weg te pesten. Dat was niet zo gevaarlijk toen hij alleen maar riep: „ik help jullie ner gens meer mee!" Maar nu heeft hij ze verboden met hun vliegtuigen boven zijn grond te komen als ze in Gibral tar landen. De Engelsen hebben geant woord dat ze dat bij slecht weer toch zullen doen. Als ze dus in een bui lan den, hangt alles ervan af in welke bui Franco dan is. Is het een slechte, dan heb je de apen aan het dansen. Over die apen bestaat een legende dat de Engelsen op de rots zullen blij ven zolang de apen er zijn. Dat is een misverstand. De apen zullen blijven zolang de Engelsen er zijn. Die zijn aardig voor apen. Spanjaarden niet. Die houden meer van stieren. Voor de toeristen zijn de apen de grote at tractie van Gibraltar, afgezien van de dranksmokkel. Beide attracties zullen verdwijnen als Gibraltar Spaans wordt. Wat de Engelsen dus moeten doen is met hun eigendomsbewijs blij ven zwaaien tot de apen het hun af grissen. Zij kunnen dan zonder prestigeverlies blijven als apenverzor- gers, dranksmokkelbevorderaars en toeristenlokkers. Ik hoop alleen dat er geen ruzie komt over die woorden. Kees Stip NEW YORK (AFP). De „boek van de maand club" in de Verenigde Staten heeft voor 325.000 dollar de verkooprech ten gekocht van de memoires van de doch ter van Stalin, Svetlana. «"•v A V 18. „Sta op en vertel me precies wie die geheimzinnige Fung is", zegt de Rech ter. „Hij is een knap schilder", zegt de kamenier, „maar hij is arm en zijn ge zondheid is heel slecht. Tien jaar geleden woonde hij niet ver van het huis van mevrouws familie. Een jaar of zeven ge leden had haar vader meneer Fung in dienst genomen om haar les te geven in het schilderen van vogels en bloemen. Ze was toen pas eenentwintig, en me neer Fung was zo'n knappe jongen! Ik dacht dadelijk dat die twee wel op me kaar verliefd zouden worden". „Wat was er precies tussen hem en mevrouw Ho?" vraagt de Rechter. „Niets dat niet door de beugel kon, Edelachtbare. Meneer Fung hoopte met haar te trouwen", zegt de kamenier. „Hij was wel niet rijk, maar behoorde tot een beroemde familie. Maar toen werd hij ziek en de dokters zeiden dat het ongeneeslijk was, dat hij jong zou sterven.Toen besloot Fung van het huwelijk af te zien. Het was alles maar een lentedroom geweest, zei hij. Maar mevrouw wilde dat ze vrienden zouden blijven". „We moesten die Fung maar eens een bezoek brengen", zegt de Rechter. Op dit moment komt de lijk schouwer terug om te melden dat hij voor een doodskist heeft gezorgd. „Prach tig, meneer Wang", zegt Rechter Tie, „gaat u dan maar vast terug naar het gerechtsgebouw. Ik ga een bezoek bren gen aan een jonge schilder, genaamd Fung. Ik denk dat die ons wel wat te vertellen heeft". 831. Daar hebben we jullie lelijk in angst laten zitten! Het kasteel in de golven ver dwenen, de Kokanje eenzaam dobberend Bram nog steeds als muisje: het is me een toestand. Maar Karo en Tutu waren er immers ook nog? Met één greep had de scheepskat alle muisjes, waarbij ook Bram zich bevond, in zijn pootjes genomen. Even had hij rondgekeken naar een mandje om ze ge makkelijk in te vervoeren. Maar net bij tijds had hij bedacht, dat er als het kasteel verdween ook van het mandje niets zou overblijven. De muisjes klampten zich aan hem vast Heel hun leven hadden zij voor katten de vlucht genomen, maar nu dankten zij hun vlucht aan een kat. Terwijl het kasteel onder hun pootjes wegzonk pakte Tutu Karo in het nekvel en zó verlieten zij de gevaarlijke plek, op zoek naar de Ko kanje. De heks, die nog steeds vastgebonden lag, zag hen met gemengde gevoelens ko men. Zij had de ondergang van het kas teel gezien en begrepen, wat er aan de hand was. En ze was niet erg in de stem ming om mee te werken

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1967 | | pagina 15