FILATELIE Kil If) 3D $g ï3- MKi m m m p Kinderkrant fi r\'i e t 1 m Dammen w m mm. De stoel wil wat anders Prikken, borduren ZATERDAG 27 MEI 1967 Erbij 17 ril SCHAKEN, KUNST EN KRACHT M. Wfo 8 W Wt& 'Wfr W WH// Wm 'ma 'wm z SEklISfïf Bias»!®.:. j«| Mj! iïï mi u lin.iMjtsH uttts1 WEST-DUITSLAND. Ter gelegen heid van de dertiende Duitse evangeli sche Kerkendag 1967, die van 21 tot 25 juni in Hanover wordt gehouden, zal op 21 juni een postzegel van 30 pf. (rood en zwart) worden uitgegeven. De zegel toont in het midden het uit vijf kruisen bestaande embleem van de Kerkendag, waaromheen bijbelse figuren waarmee de vrede wordt ge symboliseerd (afbeelding). ITALIë heeft een serie van vier ge wijd aan zijn nationale parken: 20 lire gems op de Gran Paradiso, 40 lire bruine beer in de Abruzzen, 90 lire edelhert in Stelvio en 170 lire herten bij een boom in het Circeopark. MALI. De dertigste verjaardag van de vlucht van de Amerikaanse avia- trice Amelia Earhart (1898-1937) naar Goa is herdacht door de uitgifte van een luchtpostzegel van 500 fr. Op de zegel ziet men haar portret en een kaart van Mali, waarop de plaats Goa is aangegeven. FRANKRIJK. Op 29 mei zal een postzegel van 0.25 fr. (afbeelding) ver krijgbaar worden gesteld voor het tweehonderdjarig bestaan van de vee artsenijschool van Alfort. De zegel toont de toegangspoort van het gebouw en het portret van de bioloog en vee- artsenijkundige Gaston Ramon (1886- 1963) die aan deze instelling heeft ge studeerd. ADEN-QUAITI. Ter gelegenheid van de internationale postzegeltentoonstel ling Amphïlex 67 te Amsterdam is een luchtpostzegel van 75 f. uitgekomen. Afgebeeld zijn een tulpenveld met mo lens op de achtergrond, het portret van de heerser en de in 1918 in de Ver enigde Staten uitgegeven luchtpostze gel van 24 cents. OPPER VOLTA heeft een serie van vier gewijd aan de Franse ruimte vaart: 5 fr. de Diamantraket, 20 fr. de satelliet FR 1, 30 fr. de D 1-C en 100 fr. de D 1-D. DE VERENIGDE STATEN geven op 29 september voor het eerst twee sa menhangend gedrukte postzegels, bei de in de waarde 5 cents uit. De ene zegel toont wijlen Edward White, wan delend in de ruimte en de andere zegel de Gemini-4. (Afbeelding) CANADA. Voor het vijftigjarig be staan van „De Canadese Pers" zal op 31 augustus een postzegel van 5 cents (afbeelding) worden uitgegeven. „De Canadese Pers" is een coöperatieve vereniging van dagbladondernemingen die in 1917 werd opgericht met het doel nieuws aan de leden te verstrek ken. Thans zijn er 103 dagbladen bij aangesloten. Op de zegel is het weste lijk halfrond afgebeeld, waarop het opschrift „Anniversary - 50 - Anni- versaire". Hieronder staat „The Cana dian Press" en „La Presse Canadien- ZWEDEN heeft een serie van vier waarden in circulatie gebracht waar van de ontwerpen zijn ontleend aan afbeeldingen op bronzen plaatjes uit de zesde eeuw, gevonden in Torslun- da, Oland: 10 ore een man met een bijl en een geketend ondier, 15 ore een man, vechtend met twee beren, 30 öre een als wolf verklede krijger die zijn zwaard tegen een vluchtende vijand heft en 35 öre (afbeelding) krijgers in helmen met zwaard en lans. De zegels zijn uitsluitend verkrijgbaar in boek jes, bevattende twee zegels van 15, 30 en 35 öre en vier zegels van 10 öre. De prijs bedraagt 2 kr. per boekje. De boekjes zijn zowel met een Zweedse als een Engelse tekst op het omslag te koop. SPANJE. Het gouden jubileum van de internationale monsterjaarbeurs in Valencia is gevierd met een postzegel van 1.50 pta. (groen), waarop de voor zijde van het jaarbeursgebouw voor komt. URUGUAY. Ter herdenking van wijlen dokter Albert Schweitzer (1875- 1965) is een zegel van 6 p. verschenen met diens portret. Een van de jongste nummers van de „Schach-Echo" bevat een interessant interview met Michail Tal. Van de vele daarin behandelde aspecten willen wij er hier twee aanstippen. Het eerste is Tals antwoord op de vraag, welk beroep zijns inziens het meest verwant is aan dat van de schaakmeester. Antwoord: dat van de kunstenaar! Echt iets om eens fel over te polemiseren. Maar met wie? De moei lijkheid is, dat er om ons tot Neder land te beperken wel enkele tiendui zenden zijn die passief oprecht van kunst kunnen genieten en daar een rede lijk oordeel over kunnen vellen. Men denke aan de massa's bezoekers van con certen, musea, tentoonstellingen, de lezers van goede boeken en gedichten en der gelijke. Om echter een schaakpartij van formaat werkelijk te kunnen doorgronden op de essentiële punten moet men zelf vak man zijn en dat zijn er in ons land enkele tientallen tot enkele honderden (al naar de maatstaven welke men aanlegt), al zijn er meer dan een miljoen schaakspe lers, dat wil zeggen lieden die de stukken volgens de spelregels op het bord ver zetten. De, laat ons zeggen, 50.000 regelmatige Nederlandse concertbezoekers horen allen aanstonds het verschil als Arthur Rubin stein het vijfde pianoconcert van Beet hoven speelt, of die Jan Pietersen, de ogen bezorgt en op het HBS-feest als jongen die in de huiskamer vader, moeder en tantes tranen van bewondering in de beste van de school solist mqg zijn. Maar wie kan zonder diepgaande studie vaststellen of een schaakpartij werd ge wisseld tussen twee gewone Nederland se hoofdklassers dan wel tussen Petrosian en Botwinnik? Slechts een handvol ken ners. Daarom is ieder debat over Tals ge citeerde stelling a priori zinloos. Vage al gemeenheden als: „Kunst raakt de ziel (wat dit dan ook is) en bij schaken staat het exact calculerende intellect op de eerste plaats, brengen de door Tal op geroepen problematiek geen stap verder. In één opzicht echter kan men met zekerheid zeggen dat kunstenaars en schaakmeesters worstelen met dezelfde moeilijkheid, namelijk die om zich te handhaven op zodanig niveau dat rij van hun vak kunnen bestaan, althans op hun terrein in de running blijven. In vrijwel elk beroep kan een ieder, die is voorzien van een redelijke vakkennis en een pas sende dosis vlijt, zich maatschappelijk be hoorlijk redden. De hoogleraar en de huis schilder, de dokter en de dokwerker, de koopman en de klerk, zij allen kunnen zich staande houden mits zij slechts vol doende toewijding geven aan hun werk. Doch de schaakmeester en de kunstenaar moeten het niet alleen maar „goed" doen. „Beter", „mooier", zijn onmisbare ver eisten voor een bestaansminimum. Dit brengt ons tot het tweede aspect uit Tals interview. Hij wijst op het eeuwige conflict in de schakers-„ziel". Enerzijds zoekt de schaker naar avontuur en schoonheid, maar anderzijds worden zijn prestaties slechts gehonoreerd door de nuchtere enen, halven en nullen op de scoretabel. In de strijd om zijn schakersbestaan moet hij contre coeur concessies doen aan het eerste omdat het tweede nu eenmaal prevaleert, daar het om de puntjes gaat als men wil blijven meetellen. Wij kwamen tot deze bespiegelingen bij het bezien van de partij Petersen (Denemarken)Hort (C.S.S.R.) uit het zonetoernooi te Halle. Van de twintig deelnemers konden slechts drie promo veren naar de interzonale. Wat dit vereist aan vakmanschap, inspanning en durf te midden van de beste representanten uit zestien Europese landen is nauwelijks voorstelbaar. En ook nauwelijks af te lezen uit de kille tabel welke leert dat Hort no 2 werd met vijftien uit negentien zonder één verliespunt. In werkelijkheid betekent het weken lang spitsroeden lopen, hetgeen kort moge worden geïllustreerd door het volgende partijtje, te karakteriseren als volgt: a) ook de goden op de Olympus slapen wel eens, maar als ze schaakgrootmeester zijn, blijft er sprake van een hazeslaap. Hort behandelt de opening slecht, komt zeer passief te staan, versmaadt niettemin remise door eeuwig schaak en slaat plot seling terug als zijn tegenstander even verslapt. b) Petersen vertoont een uiterst frisse kijk op het spel. Hij offert zo-maar-op- gevoel twee pionnen om de zwarte ko ning in het midden te kunnen belagen. Op het kritieke moment mist hij echter de kracht van de grootmeester om zijn fraaie opzet af te ronden. c) De kunstenaarsziel zal zeggen dat de Deen geen loon naar werken krijgt. Op de glasharde tabel krijgt de Tsjech tenslotte 100, de Deen nul percent. Zo cru contrasteert het zelfs in de wereld van de kunst niet. Wit: Petersen. Zwart: Hort. 1) d2-d4 d7-d5. 2) c2-c4 d5xc4. 3) Pffl-f3 Pg8-f6. 4) e2-e3 Rc8-g4. 5) Rflxc4 e7-e6. 6) h2-h3 Rg4-h5. 7) Pbl-c3 a7-a6. 8) g2-?4 Rh5-g6. 9) Pf3-e5 Pb8-d7. 10) Pe5xg6 h7xg6. 11) Ddl-f3 c7-c6(?) Te passief; beter b5 c5. 12) Kel-fl Ta8-c8. 13) Rc4- b3 Dd8-b6. Beter b5. 14) Kfl-g2 Rf8-b4<?) Beter bijvoorbeeld Re7. 15) h3-h4! Tc8-d8. 16) Rcl-d2 Rb4-e7. 17) Tal-dl Hb6-a7. Zwart staat abominabel met zijn koning in het midden. Deze factor rechtvaardigt het volgende offer van twee pionnen om het centrum te openen. 18) h4-h5! g6xh5. 19) g4-g5! Pf6-h7. 20) g5-g6! f7xg6. 21) Pc3-e4 Nog niet Re6: wegens Pg5. 21) Ph7-f8. 22) Rd2-c3 Da7-b6. 23) Df3-g3 Nu dreigt Re6: Dg6:f De6:. 23) Pd7-f6. 24) Pe4-g5 Pf6-d5. 25) e3-e4 Pd5xc3. 26) b2xc3 Re7xg5. 27) Dg3xg5 Db6-c7. 28) d4-d5! Het centrum moet open, de materie it bijzaak. 28) Dc7-e7. 29) Dg5-g3 h5-h4. 30) Dg3-g4 Th8-h5. 31) f2-f4 De7-c5. 32) Thlxh4 Th5xh4. 33) Dg4xh4 Dc5-e3. 34) f4-f5 Nog steeds: stelling openen. Objectief ge zien had zwart thans met De2f remise door eeuwig schaak moeten nastreven. Maar de ijzeren wet van „slechts de eer ste drie zijn uitverkorenen" laat geen remise toe tegen een outsider. Welk een lef om met zwart toch maar „auf's Ganze" te blijven spelen! 34) g6-g5. 35) Dh4-g4 e6-e5. 36) f5-f6ü g7xf6. HORT XXXXX500C<XXXXYVXX> XXXVX*} V VTCVOOOOOOOOOOOO V. MORSELD (KNC) OCOOOOOOOOt000000* K> x>*/"x^<XXr5000CXXDO(> <X)OOOOC //////a Mi. "Mt Wm Mk OOOOOCXXXDOOOOOOOOOOOOOOOCKXIOOOOOOOOOOOOOOOOOOO PETERSEN (aan zet) 37) d5xc6?7 Hoe jammer. Met het simpele 37) Dh5f had Petersen zijn royale aanpak kunnen bekronen. Na Ke7 wint 38) d6f Df7t, na Kd7 38) dc6:tt. Ken nelijk een black out in hoge tijdnood, een factor met welke Hort stellig zal hebben rekening gehouden bij zijn brutale beslis sing op de 34ste zet. Na de foute tekstzet kan zwart op platvloerse wijze het olad wenden. 37) Td8xdl. 38) Dg4-c8f Tdl-d8. 39) c6xb7 De3-d2f. 40) Kg2-fl Dd2-d3t De tijdnood is voorbij en de par tij uit. Wit speelde nog 41) Kf2 maar gaf het vervolgens op, daar 41) Dd7 af doende is. Er bestaat in de wereld geen gerechtig heid, alleen het recht van de sterk ste! Mr. Ed. Spanjaard Van de vele toernooien en wedstrijden die de districtsbond Kennemerland jaar lijks organiseert, is de wedstrijd om de persoonlijke damtitel het allermooiste. Na het voortoemooi volgen de spannende fi nales; de hoogste plaatsen geven recht tot deelneming aan het toernooi om de pro vinciale titel. Hieronder enkele spelgedeelten uit de finale hoofdklasse 1967. J. BIERMAN (DCIJ) ^ÓC/XX)00C30O0CXXa00C<XX)00rj00Ó0000^'x)CCi000tXK3^^^O00CXXXX> B. DUKEL (DCIJ) Zwart: 6, 11, 12, 13, 16, 18, 19, 20, 23, 24. Wit: 26, 27, 28, 32, 33, 38, 40, 43, 48, 50. Met wit aan zet vervolgde ik 40-34. waarna 20-25 zwart in voordeel. Na 50-45 breekt zwart steeds door met 24-29 33x24 19x39 28x17 11x31 43x34 31-36 48-42 36-41 met voordeel. In de partij verloor wit met het volgend spel. 1) 40-34 20-25. 2) 27-21 16x27. 3) 32x21 23x32. 4) 38x27. Nu kan de dam m et 24-29 en 13-19 18x49 niet wegens 21-16. Zwart vervolgt sterk 4) 11-16. 5) 34-29 en wit verliest later in de positie. Hoewel het ogenschijnlijk lijkt of wit beter staat, moet wit bijna altijd na deel accepteren. Of vinden de lezers een spelgang voor wit, die in gelijk spel of voordeel uitvalt? Voor onze probleemliefhebbers een vraagstuk van J. H. H. Scheyen. Het is gebouwd op de prachtige slotstand: zwart 12, 17, 45; wit 6, 44; zwart is aan zet. XXXX(OÜOOOOOOC^ «3oeoocoooooooooooooooooooocx300oooooooooooooöocooGQoo(»0' Zwart: 1, 9, 10, 20, 26, 29, 33, 34, 36, 39. Wit: 6, 16, 17, 21, 22, 27, 40, 41, 42, 47, 49. Wit speelt en wint. B. Dukel Oplossingen en correspondentie te zen den aan het adres van de damredacteur: B. Dukel, Wijk aan Zeeërweg 125, IJmui- den. OOOOOOOOOOOOOOOOOOOOCXXXXXXXXXXDOOOOOODOOOOOOOOOOOOOOOOCI K. PIPPEL (DCIJ) Zwart: 2, 8, 10, 13, 16, 20, 21, 24, 29. Wit: 22, 28, 35, 36, 37, 38, 43, 44, 45. Wit aan zet lokt de foutzet uit met 1) 36-31 21-27? Er volgt verrassend dam door 2) 31-26 27x18. 3) 26-21 16x27. 41 38-32 27x40. 5) 45x3 en zwart kan direct opgeven. In de partij tussen N. v. Hal Abbenes en J. Bierman (wit) deed zich een Wol- douby-stelling voor, met een tempovoor deel voor wit. Nu is tempovoordeel veelal beslissend in dit spelgenre. Voor liefheb bers van deze standaardposities is er stof genoeg voor een grondig onderzoek. N. v. HAL (Heemstede) XXXXX)OOC)COCOCOOOCOOOOOOOC»OOOCOOOOOOOOOCCCOCOOCOCCCCOOO HET NOORDEN Sinds vele jaren onderhoud ik de pret tigste bridgebet rekkingen met onze Noordelijke provincies. Er wordt daar hoe langer hoe meer enthousiast wed- strijdbridge gespeeld en wij zitten in de NBB verlangend uit te kijken naar het ogenblik waarop het Noorden weer met een team in de meesterklasse vertegen woordigd zal zijn. Onlangs, in Emmen alwaar de bloeien de plaatselijke bridgeclub liefst ruim 170 leden telt, speelde ik mee in een gezellig kort wedstrijdje. Wat mij daarbij opviel en wat ik ook reeds bij vroegere bezoeken aan de stad Groningen, Delfzijl en Assen constateerde is, dat de biedtechniek er een aanzienlijke voorsprong heeft gekre gen op de speeltechniek. Zolang men in ongeveer een redelijk contract zit blijkt telkens weer dat het spelresultaat geheel afhankelijk is van meestal door beide partijen begane foutjes en fouten in speeltechniek. Wéér komt daarbij een oude schaak-wijsheid, die ook op bridge van toepassing blijkt te zijn, om de prop pen: hij die de laatste blunder maakt ver liest de partij! In Emmen werd de waar heid hiervan nog eens gedemonstreerd in onderstaande partij 10 9 7 3 10 8 4 OH972 A 3 N W O J. BIERMAN (DCIJ) Zwart: 13, 14, 16, 17, 18, 19, 23, 24, 26. Wit: 25, 27, 28, 32, 35, 37, 38, 39, 40. Wit aan zet vergooide het tempovoor deel om 39-33 te spelen, waarna 17-21 40-34 24-30 35x24 19x39 28x10 39x28 32x12 een gelijkwaardige remise opleverde. Een vrijwel zekere winst is het volgend spel. 1) 38-33 dwingt tot 23-29. Op 17-21 is 40-34 direct uit. Op 24-29 33x24 19x30 28x10 17-22 35x24 22x42 10-4 42-48 moet 40-34 uit. Na 38-33 23-29 wint wit een stuk door 28-23 en daarna de partij. Tegen Varna Morseld kreeg ik de vol gende stelling. V 4 C? A H 9 5 2 O 5 4 H V 6 5 4 West was gever, niemand kwetsbaar. West één klaver (géén conventie) noord pas oost één ruiten zuid twee harten west pas noord vier harten einde. Met zuids twee-hartenbod stem ik niet geheel in: hoewel de hand 14 punten telt zijn er enkele factoren die een bod van één harten voldoende doen zijn: a) de hartenkleur is niet zo erg best; b) beide tegenstanders boden positief en met name wests klaverbod devalueert enigszins de waarde van het zuidspel; c) zuid heeft veel directe verliesslagen en, royaal ge teld, ten hoogste 5 a 6 zekere speelslagen. Noords vier-hartenbod is aan de opti mistische kant, doch hij veronderstelde dat zuid tenminste een aas sterker zou zijn dan zuid in werkelijkheid was.. Overigens deed het bieden er betrek kelijk weinig toe en ik leg u de vraag voor, hoe u dit partijtje gaat afspelen tegen een uitkomst van ruiten drie door west?! Het lijkt feitelijk een nogal kinderach tige vraag, maar toch kan het nuttig zijn een dergelijk probleem eens in de krant te behandelen, daar minder sterke spe- Bah, wat vervelend, iedereen gaat altijd op mij zitten. Ik ben toch al zo oud; mijn stoelveren vliegen straks alle kanten uit. Zo mopperde de stoel elke dag. Laatst gaf de stoel mevrouw een schop en meneer een hele harde klap. Op Annelies liet hij een veer los en met Kees deed hij hetzelfde. Daar- Vier verschillende prettige werk jes bij elkaar krijg je met deze borduurkaart. Je begint de plaat op dun karton te plakken. Daarna uit knippen, je priknaald en je priklap opzoeken. Eerst een dikke krant op de tafel anders komen er putjes in het hout, daarop het vilt en dan pas mag je je gang gaan. Als alle gaatjes doorgeprikt zijn vraag je je moeder om een stopnaald en restjes verschillende kleuren bor- duurzij. Als je het netjes doet heb je een prachtig schilderij gebor duurd om boven je bed te hangen. Het is een werkje voor meisjes, maar ik zou niet weten waarom de jongens het ook niet zouden pro beren. F- bij schoten Annelies en Kees een heel eind de lucht in. Vader vond het genoeg: „Ik zet hem bij de vuil nis". „Lieve help, daar heb ik niet aan gedacht"!, zei de stoel. Maar men sen kunnen de stoelentaal niet ver staan. De stoel gilde het uit toen Paps de stoel bij de vuilnisbak zet te. Wim, die net langs liep, zag de stoel. Hij dacht „Voor het club huis van ons kunnen we hem goed gebruiken". Hij pakte de stoel op en nam hem mee. Zijn drie vrien den, Dirk, Piet en Jean, vonden de stoel prachtig. Maar de stoel be gon te huilen; hij wilde niet meer wat anders. Hij voelde zich niet meer te hoog om mensen op zich te laten zitten. O, nee. Vader zat in hem vaak zijn pijpje te roken. Maar wat geeft die rook? Moeder schilt aardappelen en dan spat er wel eens wat water tegen hem aan, maar wat geeft het eigenlijk. Kees speelt altijd dat de stoel zijn auto is, dat is toch niet zo heel erg, al wiebelt het een beetje. Zo dacht de stoel huilend. En Annelies speelde poppenmoe- dertje en ^dan kwam zij met haar pop op hem zitten. Ook is het niet waar dat mijn veren bijna uit de stoel springen; ik ben een heel goe de stoel en vader heeft me al twee keer mooi laten maken en hij zou het vast nog een keer hebben ge daan als ik niet zo vervelend was geweest. 's Avonds hield de stoel het niet uit en liep weg. Hij ging weer voor zijn huis staan. Annelies kwam op blote voetjes het bed uit. „Kees Pappa, Mamma, kijk eens,' de stoel staat voor de deur". Vader snapte er niets van maar haalde de stoel binnen. Alles nog in de nacht, va der liet hem overtrekken door de buurman die het altijd al gedaan had. De stoel vond het fijn dat hij nieuwe kleren aankreeg; zo lekker warm. En toen moeder de stoel had schoongemaakt was hij Zo dankbaar. En nooit heeft hij iemand nog pijn gedaan. Iedereen was blij dat de stoel terug was. MIEKE BAART, 13 jaar Driehuis -«ft* t »-Vv. 4 f >WW*AAIIAIUWIAAIWIAAAAIWWWV>AAAIWWIft<WWMWWWWVAIWWWWWWVyWI<WWWIIMWWI/l»yHWWWWWWWWWWWWMWW Iers met de oplossing blijkens de er varing grote moeite blijken te hebben. Het eerste wat gebeuren moet is het leg gen van de ruitenheer in noord. Het mag onwaarschijnlijk lijken dat west onder ruitenaas uitgekomen is, vele spelers doen dat tóch. Bovendien kan zuid niets winnen door ruitenheer niet (in noord) te leggen. De westspeler bleek volgend spel gehad te hebben: 4AB829V6OA10 3 B 10 9 2. Na ruitenheer is de rest een voudig: bijvoorbeeld twee maal hoog troef twee hoge klaveren, een kleine klaver in noord troeven en de tien slagen zijn er. Wests uitkomst was een blundertje, maar ook dat deed er niet toe, want de spellei der maakte de laatste: hij legde ruiten zeven in noord. Eén down. Het verschil tussen de top en de nul! Filar ski Bridgevraag dezer week: Noord is ge ver, niemand kwetsbaar. In de parenwed strijd krijgt zuid volgend spel: AH 9 5 2 6 3 OV 8 7 5 2 Noord past oost past zuid een schop pen west twee ruiten noord twee schoppen oost past zuid past west drie ruiten noord doublet oost past wat moet zuid doen? Ant woord elders op deze pagina. 'OH uep jajaq jaaAv si iep ua do (pjaaiqnopag) uaiund 00S saauuut iSuajq UAiop uag uassed uauunq pinz peq uep 'ueejsaS 'uaqqaq jeeqsiaA\q MO uapnoz qadsuaSa} jooa iqfq iqiqosag oz laiu iads uagia jaq jaauueM uauiau a) lin )aiqnopjer;s u,oz uaqqaq ai paoui ap irooqaq uap^ qsaaAvag aroos arajaq uaa sbm (OH) uaddoqos aup qoop 'uAvop uaa -leeui peeprapui Suig uaimr auq 6 H v 9 1 6 V O i 6 01 6 8 9 :peq pjoo^; 'leeg uMop aaMi jaqaz uaqnj aup iep uaqqaq jaaAoz qoou ueq 'pooq uaddoqos aaMl siqoajs ja'iei ua ajsed jsaaa aip 'prooN uaqeux uauunq uaqnz uaddoqos arrp ptaqraqaz aiorg (ua jaui reep 'Saouag iatu si (OOI) poastqnopag UMop uag iuagfuq UMop aaM} [8A\ [jijeduaSaj op ZN uaqnz aeeui 'MnoJAuaimo raqaz si tadsuagai jooa luessajaiuj seejaAeiq ua §e[suaddoqos uaa ubp aaaui iaiu do uauaqaa jadsuagai óq pinz laoui 'apunais uaddoqos 'pjoou jbbq 'qaads [oj uaa piaq -jeeqs}9A\q ap uijbbm 'jeAag gtpjee Jap -uozfiq uag :SecjAagpuq do pjooai)uv

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1967 | | pagina 27