FILATELIE
Kil
If) 3D $g
ï3-
MKi
m m
m p
Kinderkrant
fi
r\'i e t
1
m
Dammen
w m
mm.
De stoel wil wat anders
Prikken, borduren
ZATERDAG 27 MEI 1967
Erbij
17
ril
SCHAKEN, KUNST EN KRACHT
M. Wfo 8
W Wt& 'Wfr
W WH// Wm
'ma 'wm
z
SEklISfïf Bias»!®.:.
j«|
Mj!
iïï mi u lin.iMjtsH uttts1
WEST-DUITSLAND. Ter gelegen
heid van de dertiende Duitse evangeli
sche Kerkendag 1967, die van 21 tot
25 juni in Hanover wordt gehouden,
zal op 21 juni een postzegel van 30 pf.
(rood en zwart) worden uitgegeven.
De zegel toont in het midden het uit
vijf kruisen bestaande embleem van
de Kerkendag, waaromheen bijbelse
figuren waarmee de vrede wordt ge
symboliseerd (afbeelding).
ITALIë heeft een serie van vier ge
wijd aan zijn nationale parken: 20 lire
gems op de Gran Paradiso, 40 lire
bruine beer in de Abruzzen, 90 lire
edelhert in Stelvio en 170 lire herten
bij een boom in het Circeopark.
MALI. De dertigste verjaardag van
de vlucht van de Amerikaanse avia-
trice Amelia Earhart (1898-1937) naar
Goa is herdacht door de uitgifte van
een luchtpostzegel van 500 fr. Op de
zegel ziet men haar portret en een
kaart van Mali, waarop de plaats Goa
is aangegeven.
FRANKRIJK. Op 29 mei zal een
postzegel van 0.25 fr. (afbeelding) ver
krijgbaar worden gesteld voor het
tweehonderdjarig bestaan van de vee
artsenijschool van Alfort. De zegel
toont de toegangspoort van het gebouw
en het portret van de bioloog en vee-
artsenijkundige Gaston Ramon (1886-
1963) die aan deze instelling heeft ge
studeerd.
ADEN-QUAITI. Ter gelegenheid van
de internationale postzegeltentoonstel
ling Amphïlex 67 te Amsterdam is een
luchtpostzegel van 75 f. uitgekomen.
Afgebeeld zijn een tulpenveld met mo
lens op de achtergrond, het portret van
de heerser en de in 1918 in de Ver
enigde Staten uitgegeven luchtpostze
gel van 24 cents.
OPPER VOLTA heeft een serie van
vier gewijd aan de Franse ruimte
vaart: 5 fr. de Diamantraket, 20 fr. de
satelliet FR 1, 30 fr. de D 1-C en 100 fr.
de D 1-D.
DE VERENIGDE STATEN geven op
29 september voor het eerst twee sa
menhangend gedrukte postzegels, bei
de in de waarde 5 cents uit. De ene
zegel toont wijlen Edward White, wan
delend in de ruimte en de andere zegel
de Gemini-4. (Afbeelding)
CANADA. Voor het vijftigjarig be
staan van „De Canadese Pers" zal op
31 augustus een postzegel van 5 cents
(afbeelding) worden uitgegeven. „De
Canadese Pers" is een coöperatieve
vereniging van dagbladondernemingen
die in 1917 werd opgericht met het
doel nieuws aan de leden te verstrek
ken. Thans zijn er 103 dagbladen bij
aangesloten. Op de zegel is het weste
lijk halfrond afgebeeld, waarop het
opschrift „Anniversary - 50 - Anni-
versaire". Hieronder staat „The Cana
dian Press" en „La Presse Canadien-
ZWEDEN heeft een serie van vier
waarden in circulatie gebracht waar
van de ontwerpen zijn ontleend aan
afbeeldingen op bronzen plaatjes uit
de zesde eeuw, gevonden in Torslun-
da, Oland: 10 ore een man met een bijl
en een geketend ondier, 15 ore een
man, vechtend met twee beren, 30 öre
een als wolf verklede krijger die zijn
zwaard tegen een vluchtende vijand
heft en 35 öre (afbeelding) krijgers in
helmen met zwaard en lans. De zegels
zijn uitsluitend verkrijgbaar in boek
jes, bevattende twee zegels van 15, 30
en 35 öre en vier zegels van 10 öre.
De prijs bedraagt 2 kr. per boekje. De
boekjes zijn zowel met een Zweedse
als een Engelse tekst op het omslag te
koop.
SPANJE. Het gouden jubileum van
de internationale monsterjaarbeurs in
Valencia is gevierd met een postzegel
van 1.50 pta. (groen), waarop de voor
zijde van het jaarbeursgebouw voor
komt.
URUGUAY. Ter herdenking van
wijlen dokter Albert Schweitzer (1875-
1965) is een zegel van 6 p. verschenen
met diens portret.
Een van de jongste nummers van de
„Schach-Echo" bevat een interessant
interview met Michail Tal. Van de vele
daarin behandelde aspecten willen wij er
hier twee aanstippen. Het eerste is Tals
antwoord op de vraag, welk beroep zijns
inziens het meest verwant is aan dat van
de schaakmeester. Antwoord: dat van de
kunstenaar! Echt iets om eens fel over
te polemiseren. Maar met wie? De moei
lijkheid is, dat er om ons tot Neder
land te beperken wel enkele tiendui
zenden zijn die passief oprecht van
kunst kunnen genieten en daar een rede
lijk oordeel over kunnen vellen. Men
denke aan de massa's bezoekers van con
certen, musea, tentoonstellingen, de lezers
van goede boeken en gedichten en der
gelijke.
Om echter een schaakpartij van formaat
werkelijk te kunnen doorgronden op de
essentiële punten moet men zelf vak
man zijn en dat zijn er in ons land enkele
tientallen tot enkele honderden (al naar
de maatstaven welke men aanlegt), al
zijn er meer dan een miljoen schaakspe
lers, dat wil zeggen lieden die de stukken
volgens de spelregels op het bord ver
zetten.
De, laat ons zeggen, 50.000 regelmatige
Nederlandse concertbezoekers horen allen
aanstonds het verschil als Arthur Rubin
stein het vijfde pianoconcert van Beet
hoven speelt, of die Jan Pietersen, de
ogen bezorgt en op het HBS-feest als
jongen die in de huiskamer vader, moeder
en tantes tranen van bewondering in de
beste van de school solist mqg zijn.
Maar wie kan zonder diepgaande studie
vaststellen of een schaakpartij werd ge
wisseld tussen twee gewone Nederland
se hoofdklassers dan wel tussen Petrosian
en Botwinnik? Slechts een handvol ken
ners.
Daarom is ieder debat over Tals ge
citeerde stelling a priori zinloos. Vage al
gemeenheden als: „Kunst raakt de ziel
(wat dit dan ook is) en bij schaken staat
het exact calculerende intellect op de
eerste plaats, brengen de door Tal op
geroepen problematiek geen stap verder.
In één opzicht echter kan men met
zekerheid zeggen dat kunstenaars en
schaakmeesters worstelen met dezelfde
moeilijkheid, namelijk die om zich te
handhaven op zodanig niveau dat rij van
hun vak kunnen bestaan, althans op hun
terrein in de running blijven. In vrijwel
elk beroep kan een ieder, die is voorzien
van een redelijke vakkennis en een pas
sende dosis vlijt, zich maatschappelijk be
hoorlijk redden. De hoogleraar en de huis
schilder, de dokter en de dokwerker, de
koopman en de klerk, zij allen kunnen
zich staande houden mits zij slechts vol
doende toewijding geven aan hun werk.
Doch de schaakmeester en de kunstenaar
moeten het niet alleen maar „goed" doen.
„Beter", „mooier", zijn onmisbare ver
eisten voor een bestaansminimum.
Dit brengt ons tot het tweede aspect uit
Tals interview. Hij wijst op het eeuwige
conflict in de schakers-„ziel". Enerzijds
zoekt de schaker naar avontuur en
schoonheid, maar anderzijds worden zijn
prestaties slechts gehonoreerd door de
nuchtere enen, halven en nullen op de
scoretabel.
In de strijd om zijn schakersbestaan
moet hij contre coeur concessies doen aan
het eerste omdat het tweede nu eenmaal
prevaleert, daar het om de puntjes gaat
als men wil blijven meetellen.
Wij kwamen tot deze bespiegelingen
bij het bezien van de partij Petersen
(Denemarken)Hort (C.S.S.R.) uit het
zonetoernooi te Halle. Van de twintig
deelnemers konden slechts drie promo
veren naar de interzonale. Wat dit vereist
aan vakmanschap, inspanning en durf te
midden van de beste representanten uit
zestien Europese landen is nauwelijks
voorstelbaar. En ook nauwelijks af te
lezen uit de kille tabel welke leert dat
Hort no 2 werd met vijftien uit negentien
zonder één verliespunt.
In werkelijkheid betekent het weken
lang spitsroeden lopen, hetgeen kort moge
worden geïllustreerd door het volgende
partijtje, te karakteriseren als volgt:
a) ook de goden op de Olympus slapen
wel eens, maar als ze schaakgrootmeester
zijn, blijft er sprake van een hazeslaap.
Hort behandelt de opening slecht, komt
zeer passief te staan, versmaadt niettemin
remise door eeuwig schaak en slaat plot
seling terug als zijn tegenstander even
verslapt.
b) Petersen vertoont een uiterst frisse
kijk op het spel. Hij offert zo-maar-op-
gevoel twee pionnen om de zwarte ko
ning in het midden te kunnen belagen.
Op het kritieke moment mist hij echter
de kracht van de grootmeester om zijn
fraaie opzet af te ronden.
c) De kunstenaarsziel zal zeggen dat
de Deen geen loon naar werken krijgt.
Op de glasharde tabel krijgt de Tsjech
tenslotte 100, de Deen nul percent. Zo
cru contrasteert het zelfs in de wereld
van de kunst niet.
Wit: Petersen. Zwart: Hort.
1) d2-d4 d7-d5. 2) c2-c4 d5xc4. 3) Pffl-f3
Pg8-f6. 4) e2-e3 Rc8-g4. 5) Rflxc4 e7-e6.
6) h2-h3 Rg4-h5. 7) Pbl-c3 a7-a6. 8) g2-?4
Rh5-g6. 9) Pf3-e5 Pb8-d7. 10) Pe5xg6
h7xg6. 11) Ddl-f3 c7-c6(?) Te passief;
beter b5 c5. 12) Kel-fl Ta8-c8. 13) Rc4-
b3 Dd8-b6. Beter b5. 14) Kfl-g2 Rf8-b4<?)
Beter bijvoorbeeld Re7. 15) h3-h4! Tc8-d8.
16) Rcl-d2 Rb4-e7. 17) Tal-dl Hb6-a7.
Zwart staat abominabel met zijn koning in
het midden. Deze factor rechtvaardigt het
volgende offer van twee pionnen om het
centrum te openen. 18) h4-h5! g6xh5. 19)
g4-g5! Pf6-h7. 20) g5-g6! f7xg6. 21) Pc3-e4
Nog niet Re6: wegens Pg5. 21)
Ph7-f8. 22) Rd2-c3 Da7-b6. 23) Df3-g3
Nu dreigt Re6: Dg6:f De6:. 23)
Pd7-f6. 24) Pe4-g5 Pf6-d5. 25) e3-e4
Pd5xc3. 26) b2xc3 Re7xg5. 27) Dg3xg5
Db6-c7. 28) d4-d5! Het centrum moet
open, de materie it bijzaak. 28)
Dc7-e7. 29) Dg5-g3 h5-h4. 30) Dg3-g4
Th8-h5. 31) f2-f4 De7-c5. 32) Thlxh4
Th5xh4. 33) Dg4xh4 Dc5-e3. 34) f4-f5
Nog steeds: stelling openen. Objectief ge
zien had zwart thans met De2f remise
door eeuwig schaak moeten nastreven.
Maar de ijzeren wet van „slechts de eer
ste drie zijn uitverkorenen" laat geen
remise toe tegen een outsider. Welk een
lef om met zwart toch maar „auf's
Ganze" te blijven spelen! 34) g6-g5.
35) Dh4-g4 e6-e5. 36) f5-f6ü g7xf6.
HORT
XXXXX500C<XXXXYVXX> XXXVX*} V VTCVOOOOOOOOOOOO
V. MORSELD (KNC)
OCOOOOOOOOt000000* K> x>*/"x^<XXr5000CXXDO(> <X)OOOOC
//////a
Mi. "Mt Wm Mk
OOOOOCXXXDOOOOOOOOOOOOOOOCKXIOOOOOOOOOOOOOOOOOOO
PETERSEN (aan zet)
37) d5xc6?7 Hoe jammer. Met het
simpele 37) Dh5f had Petersen zijn royale
aanpak kunnen bekronen. Na Ke7 wint
38) d6f Df7t, na Kd7 38) dc6:tt. Ken
nelijk een black out in hoge tijdnood, een
factor met welke Hort stellig zal hebben
rekening gehouden bij zijn brutale beslis
sing op de 34ste zet. Na de foute tekstzet
kan zwart op platvloerse wijze het olad
wenden. 37) Td8xdl. 38) Dg4-c8f
Tdl-d8. 39) c6xb7 De3-d2f. 40) Kg2-fl
Dd2-d3t De tijdnood is voorbij en de par
tij uit. Wit speelde nog 41) Kf2 maar gaf
het vervolgens op, daar 41) Dd7 af
doende is.
Er bestaat in de wereld geen gerechtig
heid, alleen het recht van de sterk
ste!
Mr. Ed. Spanjaard
Van de vele toernooien en wedstrijden
die de districtsbond Kennemerland jaar
lijks organiseert, is de wedstrijd om de
persoonlijke damtitel het allermooiste. Na
het voortoemooi volgen de spannende fi
nales; de hoogste plaatsen geven recht tot
deelneming aan het toernooi om de pro
vinciale titel.
Hieronder enkele spelgedeelten uit de
finale hoofdklasse 1967.
J. BIERMAN (DCIJ)
^ÓC/XX)00C30O0CXXa00C<XX)00rj00Ó0000^'x)CCi000tXK3^^^O00CXXXX>
B. DUKEL (DCIJ)
Zwart: 6, 11, 12, 13, 16, 18, 19, 20, 23, 24.
Wit: 26, 27, 28, 32, 33, 38, 40, 43, 48, 50.
Met wit aan zet vervolgde ik 40-34.
waarna 20-25 zwart in voordeel. Na 50-45
breekt zwart steeds door met 24-29 33x24
19x39 28x17 11x31 43x34 31-36 48-42 36-41
met voordeel. In de partij verloor wit met
het volgend spel. 1) 40-34 20-25. 2) 27-21
16x27. 3) 32x21 23x32. 4) 38x27. Nu kan
de dam m et 24-29 en 13-19 18x49 niet
wegens 21-16. Zwart vervolgt sterk 4)
11-16. 5) 34-29 en wit verliest later in de
positie. Hoewel het ogenschijnlijk lijkt of
wit beter staat, moet wit bijna altijd na
deel accepteren.
Of vinden de lezers een spelgang voor
wit, die in gelijk spel of voordeel uitvalt?
Voor onze probleemliefhebbers een
vraagstuk van J. H. H. Scheyen. Het is
gebouwd op de prachtige slotstand: zwart
12, 17, 45; wit 6, 44; zwart is aan zet.
XXXX(OÜOOOOOOC^
«3oeoocoooooooooooooooooooocx300oooooooooooooöocooGQoo(»0'
Zwart: 1, 9, 10, 20, 26, 29, 33, 34, 36, 39.
Wit: 6, 16, 17, 21, 22, 27, 40, 41, 42, 47, 49.
Wit speelt en wint.
B. Dukel
Oplossingen en correspondentie te zen
den aan het adres van de damredacteur:
B. Dukel, Wijk aan Zeeërweg 125, IJmui-
den.
OOOOOOOOOOOOOOOOOOOOCXXXXXXXXXXDOOOOOODOOOOOOOOOOOOOOOOCI
K. PIPPEL (DCIJ)
Zwart: 2, 8, 10, 13, 16, 20, 21, 24, 29.
Wit: 22, 28, 35, 36, 37, 38, 43, 44, 45.
Wit aan zet lokt de foutzet uit met
1) 36-31 21-27? Er volgt verrassend dam
door 2) 31-26 27x18. 3) 26-21 16x27. 41
38-32 27x40. 5) 45x3 en zwart kan direct
opgeven.
In de partij tussen N. v. Hal Abbenes
en J. Bierman (wit) deed zich een Wol-
douby-stelling voor, met een tempovoor
deel voor wit. Nu is tempovoordeel veelal
beslissend in dit spelgenre. Voor liefheb
bers van deze standaardposities is er stof
genoeg voor een grondig onderzoek.
N. v. HAL (Heemstede)
XXXXX)OOC)COCOCOOOCOOOOOOOC»OOOCOOOOOOOOOCCCOCOOCOCCCCOOO
HET NOORDEN
Sinds vele jaren onderhoud ik de pret
tigste bridgebet rekkingen met onze
Noordelijke provincies. Er wordt daar
hoe langer hoe meer enthousiast wed-
strijdbridge gespeeld en wij zitten in de
NBB verlangend uit te kijken naar het
ogenblik waarop het Noorden weer met
een team in de meesterklasse vertegen
woordigd zal zijn.
Onlangs, in Emmen alwaar de bloeien
de plaatselijke bridgeclub liefst ruim 170
leden telt, speelde ik mee in een gezellig
kort wedstrijdje. Wat mij daarbij opviel
en wat ik ook reeds bij vroegere bezoeken
aan de stad Groningen, Delfzijl en Assen
constateerde is, dat de biedtechniek er
een aanzienlijke voorsprong heeft gekre
gen op de speeltechniek. Zolang men in
ongeveer een redelijk contract zit blijkt
telkens weer dat het spelresultaat geheel
afhankelijk is van meestal door beide
partijen begane foutjes en fouten in
speeltechniek. Wéér komt daarbij een
oude schaak-wijsheid, die ook op bridge
van toepassing blijkt te zijn, om de prop
pen: hij die de laatste blunder maakt ver
liest de partij! In Emmen werd de waar
heid hiervan nog eens gedemonstreerd in
onderstaande partij
10 9 7 3
10 8 4
OH972
A 3
N
W O
J. BIERMAN (DCIJ)
Zwart: 13, 14, 16, 17, 18, 19, 23, 24, 26.
Wit: 25, 27, 28, 32, 35, 37, 38, 39, 40.
Wit aan zet vergooide het tempovoor
deel om 39-33 te spelen, waarna 17-21
40-34 24-30 35x24 19x39 28x10 39x28 32x12
een gelijkwaardige remise opleverde. Een
vrijwel zekere winst is het volgend spel.
1) 38-33 dwingt tot 23-29. Op 17-21 is
40-34 direct uit. Op 24-29 33x24 19x30
28x10 17-22 35x24 22x42 10-4 42-48 moet
40-34 uit. Na 38-33 23-29 wint wit een
stuk door 28-23 en daarna de partij.
Tegen Varna Morseld kreeg ik de vol
gende stelling.
V 4
C? A H 9 5 2
O 5
4 H V 6 5 4
West was gever, niemand kwetsbaar.
West één klaver (géén conventie)
noord pas oost één ruiten zuid twee
harten west pas noord vier harten
einde.
Met zuids twee-hartenbod stem ik niet
geheel in: hoewel de hand 14 punten telt
zijn er enkele factoren die een bod van
één harten voldoende doen zijn: a) de
hartenkleur is niet zo erg best; b) beide
tegenstanders boden positief en met name
wests klaverbod devalueert enigszins de
waarde van het zuidspel; c) zuid heeft
veel directe verliesslagen en, royaal ge
teld, ten hoogste 5 a 6 zekere speelslagen.
Noords vier-hartenbod is aan de opti
mistische kant, doch hij veronderstelde
dat zuid tenminste een aas sterker zou
zijn dan zuid in werkelijkheid was..
Overigens deed het bieden er betrek
kelijk weinig toe en ik leg u de vraag
voor, hoe u dit partijtje gaat afspelen
tegen een uitkomst van ruiten drie door
west?!
Het lijkt feitelijk een nogal kinderach
tige vraag, maar toch kan het nuttig zijn
een dergelijk probleem eens in de krant
te behandelen, daar minder sterke spe-
Bah, wat vervelend, iedereen
gaat altijd op mij zitten. Ik ben
toch al zo oud; mijn stoelveren
vliegen straks alle kanten uit. Zo
mopperde de stoel elke dag. Laatst
gaf de stoel mevrouw een schop en
meneer een hele harde klap. Op
Annelies liet hij een veer los en
met Kees deed hij hetzelfde. Daar-
Vier verschillende prettige werk
jes bij elkaar krijg je met deze
borduurkaart. Je begint de plaat op
dun karton te plakken. Daarna uit
knippen, je priknaald en je priklap
opzoeken. Eerst een dikke krant op
de tafel anders komen er putjes in
het hout, daarop het vilt en dan
pas mag je je gang gaan. Als alle
gaatjes doorgeprikt zijn vraag je
je moeder om een stopnaald en
restjes verschillende kleuren bor-
duurzij. Als je het netjes doet heb
je een prachtig schilderij gebor
duurd om boven je bed te hangen.
Het is een werkje voor meisjes,
maar ik zou niet weten waarom de
jongens het ook niet zouden pro
beren.
F-
bij schoten Annelies en Kees een
heel eind de lucht in. Vader vond
het genoeg: „Ik zet hem bij de vuil
nis".
„Lieve help, daar heb ik niet aan
gedacht"!, zei de stoel. Maar men
sen kunnen de stoelentaal niet ver
staan. De stoel gilde het uit toen
Paps de stoel bij de vuilnisbak zet
te. Wim, die net langs liep, zag de
stoel. Hij dacht „Voor het club
huis van ons kunnen we hem goed
gebruiken". Hij pakte de stoel op
en nam hem mee. Zijn drie vrien
den, Dirk, Piet en Jean, vonden de
stoel prachtig. Maar de stoel be
gon te huilen; hij wilde niet meer
wat anders. Hij voelde zich niet
meer te hoog om mensen op zich te
laten zitten. O, nee. Vader zat in
hem vaak zijn pijpje te roken. Maar
wat geeft die rook? Moeder schilt
aardappelen en dan spat er wel
eens wat water tegen hem aan,
maar wat geeft het eigenlijk. Kees
speelt altijd dat de stoel zijn auto
is, dat is toch niet zo heel erg, al
wiebelt het een beetje.
Zo dacht de stoel huilend.
En Annelies speelde poppenmoe-
dertje en ^dan kwam zij met haar
pop op hem zitten. Ook is het niet
waar dat mijn veren bijna uit de
stoel springen; ik ben een heel goe
de stoel en vader heeft me al twee
keer mooi laten maken en hij zou
het vast nog een keer hebben ge
daan als ik niet zo vervelend was
geweest.
's Avonds hield de stoel het niet
uit en liep weg. Hij ging weer voor
zijn huis staan. Annelies kwam op
blote voetjes het bed uit. „Kees
Pappa, Mamma, kijk eens,' de stoel
staat voor de deur". Vader snapte
er niets van maar haalde de stoel
binnen. Alles nog in de nacht, va
der liet hem overtrekken door de
buurman die het altijd al gedaan
had. De stoel vond het fijn dat hij
nieuwe kleren aankreeg; zo lekker
warm. En toen moeder de stoel
had schoongemaakt was hij Zo
dankbaar. En nooit heeft hij
iemand nog pijn gedaan. Iedereen
was blij dat de stoel terug was.
MIEKE BAART, 13 jaar Driehuis
-«ft*
t
»-Vv.
4 f
>WW*AAIIAIUWIAAIWIAAAAIWWWV>AAAIWWIft<WWMWWWWVAIWWWWWWVyWI<WWWIIMWWI/l»yHWWWWWWWWWWWWMWW
Iers met de oplossing blijkens de er
varing grote moeite blijken te hebben.
Het eerste wat gebeuren moet is het leg
gen van de ruitenheer in noord. Het mag
onwaarschijnlijk lijken dat west onder
ruitenaas uitgekomen is, vele spelers doen
dat tóch. Bovendien kan zuid niets winnen
door ruitenheer niet (in noord) te leggen.
De westspeler bleek volgend spel gehad
te hebben: 4AB829V6OA10 3
B 10 9 2. Na ruitenheer is de rest een
voudig: bijvoorbeeld twee maal hoog troef
twee hoge klaveren, een kleine klaver in
noord troeven en de tien slagen zijn er.
Wests uitkomst was een blundertje, maar
ook dat deed er niet toe, want de spellei
der maakte de laatste: hij legde ruiten
zeven in noord. Eén down. Het verschil
tussen de top en de nul!
Filar ski
Bridgevraag dezer week: Noord is ge
ver, niemand kwetsbaar. In de parenwed
strijd krijgt zuid volgend spel:
AH 9 5 2 6 3 OV 8 7 5 2
Noord past oost past zuid een schop
pen west twee ruiten noord twee
schoppen oost past zuid past
west drie ruiten noord doublet
oost past wat moet zuid doen? Ant
woord elders op deze pagina.
'OH uep jajaq jaaAv
si iep ua do (pjaaiqnopag) uaiund 00S
saauuut iSuajq UAiop uag uassed uauunq
pinz peq uep 'ueejsaS 'uaqqaq jeeqsiaA\q
MO uapnoz qadsuaSa} jooa iqfq iqiqosag
oz laiu iads uagia jaq jaauueM uauiau
a) lin )aiqnopjer;s u,oz uaqqaq ai paoui
ap irooqaq uap^ qsaaAvag aroos arajaq uaa
sbm (OH) uaddoqos aup qoop 'uAvop uaa
-leeui peeprapui Suig uaimr auq 6 H v
9 1 6 V O i 6 01 6 8 9 :peq pjoo^;
'leeg uMop aaMi jaqaz uaqnj aup iep
uaqqaq jaaAoz qoou ueq 'pooq uaddoqos
aaMl siqoajs ja'iei ua ajsed jsaaa aip
'prooN uaqeux uauunq uaqnz uaddoqos
arrp ptaqraqaz aiorg (ua jaui reep
'Saouag iatu si (OOI) poastqnopag UMop
uag iuagfuq UMop aaM} [8A\ [jijeduaSaj
op ZN uaqnz aeeui 'MnoJAuaimo raqaz
si tadsuagai jooa luessajaiuj seejaAeiq
ua §e[suaddoqos uaa ubp aaaui iaiu do
uauaqaa jadsuagai óq pinz laoui 'apunais
uaddoqos 'pjoou jbbq 'qaads [oj uaa piaq
-jeeqs}9A\q ap uijbbm 'jeAag gtpjee Jap
-uozfiq uag :SecjAagpuq do pjooai)uv