Ds. Mallan en de uitverkiezing
Een gesprek over principes
Boeken over geestelijk leven
Krisjnamoerti en het denken
ZATERDAG 3 JUNI 1967
Erbij
14
Prof. Smelik
Wereldperspectief
Sjaloom diensten
Jehova's getuigen
congresseren
Bisschop
Luther-bijbel
In de serie discussie-interviews met vooraanstaande kerkelijke figuren
bezocht onze medewerker Rik Valkenburg ds. F. Mallan in Kerkwijk,
docent bij de Gereformeerde Gemeente in Nederland groep dr. Steen
blok). Er werden stevige noten gekraakt, maar toch verliep het gesprek
in goede harmonie, want ds. Mallan toonde zich een sympathiek debater.
Zo verliep het interview:
Dominee, kunt u ons in een korte
biografische schets verhalen hoe
u tot uw kerkgenootschap
kwam.
Ik ben op 18 april 1925 te Rotter
dam geboren. Ik was dooplid bij de
„Gereformeerde Gemeenten in Neder
land en Noord-Amerika". Wijlen ds.
G. H. Kersten stond toen in Rotter
dam. Bij hem volgde ik dus de catechi
satie. Toen ik zes jaar was openbaarde
God zich reeds aan mijn hart. Ook
kreeg ik toen geloof dat ik eens op de
kansel zou komen.
Nu bent u zelf docent, waarin
doceert u
In dogmatiek, homiletiek, kerk
recht, exegese, etc. Het is echter aan
de eenvoudige kant. Wij spreken ook
niet van Theologische Hogeschool. Wij
hebben het over opleiding Een een
voudige, praktische opleiding.
Vindt u dat ideaal
Persoonlijk betreur ik het, geen
gymnasiale en universitaire opleiding
gehad te hebben. Dat is heus geen
overbodige luxe.
Staat u dan geen extra-ordinaire
roeping voor.
Wel terdege. Maar de kerk heeft tot
taak óm te zien naar mannen die deze
roeping ondergaan om hen tijdig fe
laten studeren. Ik wou tenminste dat
men mij toentertijd zo opgevangen
had.
Gaat dit tekort zich op den duur
niet wreken
In het algemeen bestaan onze leden
uit eenvoudig kerkvolk. Maar zoals ik
al gezegd heb, ben ik vóór universi
taire opleiding.
Zou u voorkeur hebben voor R.U.
of V.U
Geen voorkeur. Het curatorium
behoudt toch het laatste woord. Een
eigen universiteit lijkt me niet nodig.
Wat vindt u het kemdogma van
uw kerk.
Alle dogmatische waarden zijn van
grote betekenis. In deze tijd echter
moet zeer zeker de leer van de souve-
reiniteit Gods, zoals hij die Zelf open
baart in verkiezing en verwerping, met
klem worden verdedigd.
U bedoelt dus de predestinatie.
Inderdaad. Onze vaderen hebben in
de vijf artikelen tegen de remonstran
ten daarover een zuiver geluid laten
horen.
Wat verstaat u eigenlijk onder de
predestinatie
Deze voorverordinering omvat de
eeuwige staat der redelijke schepselen.
Naar Zijn welbehagen beschikt God
een deel der schepselen tot eeuwig
heil en het andere deel tot eeuwige
verdoemenis.
En de verantwoordelijkheid van
de mens dan.
De mens draagt de volle verant
woordelijkheid van zijn daden. Want
de mens is door God goed en naar
Zijn evenbeeld geschapen, en gesteld
in de staat der Rechtheid. De mens
heeft zich vrij en moedwillig van God
afgewend. Daardoor werd hij onmach
tig ten goede. God echter blijft van
hem de volmaaktheid eisen. Als de
mens dus verloren gaat gaat hij door
eigen schuld verloren.
Is het dan niet onbillijk dat God
een machteloze mens Zijn genade
voorstelt en daardoor zijn oordeel
verzwaart
God heeft de mens toch goed ge
schapen? Hij heeft dus recht van
spreken
Komt het aanbod van genade de
zondaar hierin dan niet te
gemoet.
Het aanbod van genade is een on
gelukkige, onschriftuurlijke term. De
uitdrukking is in de hele bijbel niet
te vinden. Er bestaat ook geen on
voorwaardelijk genade-aanbod. Dat is
een dwaling
V durft veel te zeggen, de oude
schrijvers, en vooral de Erskines
leren dat wel anders.
Ik stem toe dat Erskine deze term
gebruikt. Hierin gaat hij mij ook te
ver, al heb ik waardering voor hem.
Er is echter onderscheid tussen de En
gelse oude schrijvers vóór en na 1650.
Erskine preekte na 1650. Owen daar
voor. Die lees ik liever.
Maar de verzoening dan? In
Cor. 5 20 staat: Wij bidden van
De hervormde Amsterdamse hoog
leraar prof. dr. E. L. Smelik heeft, zo
meldt Trouw, besloten gebruik te ma
ken van het recht vóór de leeftijd van
zeventig jaar met emeritaat te gaan.
Prof. Smelik, die nu 66 jaar is, is aan
de Universiteit van Amsterdam zowel
gewoon hoogleraar als ook hoogleraar
vanwege de hervormde kerk. Hij gaat
per 1 september als zodanig met eme
ritaat.
Prof. Smelik doceert bijbelse theolo
gie, christelijke ethiek, praktische theo
logie en kerkrecht. Naast de theologie
is van hem bekend zijn daadwerkelijke
belangstelling voor het kerklied, waar
van de neerslag in verschillende bun
dels te vinden is>
Christus wege, laat u met God
verzoenen, en vers 19, Want God
was in Christus de wereld met
zichzelf verzoenende, hunne
(Dominee interrumpeert). Daar wordt
de uitverkoren wereld mee bedoeld...!
In de grondtekst staat het woord
kosmos, verder niets. Dan mag u
er toch geen woord tussen para
fraseren.
Het is duidelijk dat als in het
Nieuwe Testament op deze wijze
sprake is van het woord wereld, uit
verkoren wereld bedoeld wordt. Dat
lijdt geen twijfel.
Dus ook in Johannes 3 16....?
Alzo lief heeft God de wereld ge
had, dat.
Zeer beslist! Ook hier moeten we
lezen uitverkoren wereld. Hoe kan het
immers anders? God zegt toch zelf
overduidelijk: Jacob heb ik liefgehad
en Ezau heb ik gehaat. En dit terwijl
de kinderen nog niets goeds of kwaads
gedaan hadden. Christus heeft niet
voor alle mensen voldaan, zoals tegen
woordig zovelen leren. De verzoening
geldt alleen de uitverkorenen. Die al
len, maar die ook alleen! Algemene
verzoening is ondenkbaar, vanuit bij
bels standpunt.
En de algenoegzaamheid van
Christus' offer dan.
Dat betekent dat, als de hele we
reld was uitverkoren, Christus niet
méér had behoeven te lijden.
Hebt u dan niets voor de onbe-
keerden.
Zeker wel. In mijn prediking druk
ik hen de noodzakelijkheid van de
waarachtige bekering op het hart en
stel hen Gods genade voor.
Dat kunt u toch niet doen, vanuit
uw gezichtspunt.
Zeker wel. Niemand weet of hij
verworpen is. De grootste zondaar
kan genade deelachtig worden, door
de bearbeiding van Gods Geest.
Ergens knelt het toch in uw rede
nering. Waarom.
(Dominee interrumpeert vol vuur).
Juist, meneer. Zeer juist. Dat, is ook
mijn oogmerk! De mensen moeten in
de knel komen. En flink ook. Ook Pau-
lus spreekt over de schrik des Heeren.
Als ze in de knel komen, kan ze dat
uitdrijven in de engte. Dan komen ze
bij God terecht.
Of in een zenuwinrichting. Dat
gebeurt tenminste nogal eens in
uw kerkgenootschap, naar men
zegt, of is dat overdreven.
Natuurlijk komen er mensen van
ons daar terecht. Maar ook anders
denkenden. Het percentage blijft ge-
Ds. Mallan
lijk. Ik weet dat velen ons dit ver
wijten, daar hebt u gelijk in, maar het
is onbillijk
Hoe
tuur.
staat
u tegenover de cul-
Een uitvinding kan niet tot stand
komen zonder de kracht van Gods
medewerking. De meeste uitvindingen
echter worden ten dienste gesteld aan
de Vorst der duisternis. Een duidelijk
voorbeeld daarvan zijn radio en tv
Staat u wat dat betreft achter ds.
Verhoef uit Barneveld.
Zeer beslist. Als een lid van onze
gemeente een t.v.-toestel zou aan
schaffen, zouden wij hem stellig onder
censuur stellen.
Ook als iemand een radiotoestel
aanschaft.
Nu wordt u moeilijk, maar ik zal
de vraag toch niet uit de weg gaan.
Het kwaad van de radio is al zo in
geworteld, dat verscheidene van onze
leden zo'n apparaat in huis hebben.
Wij stellen ze echter niet onder cen
suur.
Is dat dan niet inconsequent.
Toch niet. De oud-vaders maakten
onderscheid tussen vermanend en han
delend optreden. Tegen de radio tre
den wij vermanend en tegen de t.v.
handelend op.
Voelt u niet voor samenwerking
met anderen, bijvoorbeeld het Ge
reformeerd Convent.
Toch niet. Het geeft alleen maar
botsingen. Wij zijn niét beter,* maar
wij denken nu eenmaal anders
Bent u voor de nieuwe vertaling
van hét Bijbelgenootschap.
Sterk tegen. Vertalen moet geschie
den onder leiding van Gods Geest.
Wijst u alle gezangen af.
Vast niet. Sommige gezangen vind
ik erg mooi. Neem „Een Vaste Burcht"
dat zing ik graag in de huiskamer met
mijn vrouw en kinderen. En zo zijn er
nog wel meer liederen
Maar niet in de kerk.
Wat we in de huiskamer zingen is
nog niet geschikt voor de kerkelijke
liturgie. Daar houden we ons aan de
psalmen
Dominee, u kunt er nogal tegen,
mag ik u ook een paar ondeugen
de vragen stellen.
Ga gerust uw gang.
Men zegt dat u gespecialiseerd
bent in het preken van hel en ver
doemenis? Is dat waar.
Ik predik wet en evangelie. Eeuwig
wel en eeuwig wee! Hoe dieper men
blikt in zijn verdoemelijke staat, des
te heerlijker wordt de rijkdom van
het evangelie. Dan wordt het een ruim
evangelie voor een groot zondaar!
Nog zo'n vraag. Stel voor, u laat
zingen psalm 81 2: „Zingt een
psalm en geeft trommels aan de
reien", is dit lied dan in overeen
stemming met het ritme waarmee
uw gemeente zingt.
In het Oude Testament lag dat an
ders dan nu. Toen had men trommen
en klapte men in de handen. Nu niet
meer.
Bij het Leger des Heils nog wel.
Dat is waar. Wij vinden het beter
om in een langzaam tempo te zingen.
Als het vlug gaat kan men er niet bij
nadenken en maakt het geen
indruk.
Dominee, men zegt dat u in het
vuur van uw rede steeds sneller
gaat praten, klopt dat.
Dat klopt inderdaad. Wat bedoelt
u daarmee.
Welnu, als u zo vlug spreekt,
maakt het dan geen indruk en
denkt u daar dan niet bij na.
(Even zit de rappe spreker vast. Dan
echter schiet hij joviaal en sportief
in de lach). Daar hebt u me te pak
ken Niettemin blijven we een
rustig tempo prefereren. Ik vind het
ook veel gewijder klinken
Het Nederlandse Leger des Heils
heeft dezer dagen het tachtigjarig
bestaan gevierd. De foto geeft nog
een herinnering: de internationale
leider generaal Frederick Coutts
(tweede van rechts) spreekt op de
Dam.
De Soefibeweging heeft een nieuw
werk van Hazrat Inayat Khan het licht
doen zien: „De mens: meester van zijn
lot" 1). Een van de leidende gedachten
fn het werk is wel dat in elk mens de
goddelijke volmaaktheid sluimert. Over
Christus wordt gezegd dat hij zich ver
eenzelvigde met die geest van vol
maaktheid, die leefde vóór Jezus en zal
voortgaan te leven tot het einde der
wereld in eeuwigheid.
„Wie ook de boodschap aan de wereld
brengt, welke verlichte zielen ook dui
zenden en miljoenen mensen in de we
reld op hebben geheven, zij kunnen niet
anders zijn dan diezelfde Christus die
de ene bij deze naam noemt en de an
dere bij een andere naam".
Dr. J. Th. Giesen schreef het boek
„God mens en wereld" 2). In zijn boek
schouwingen valt op hoeveel aandacht
dr. Giesen besteedt aan de elitevor
ming. Wij citeren een enkele passage:
In de congreszaal van de R.A.I. heeft
Krisjnamoerti, in de twintiger jaren be
kend als leider van de theosofische Or
de van de Ster in het Oosten, een come
back gemaakt met een voordracht, die
in hoofdzaak handelde over de crisis
in het denken.
Het eigenaardige van zijn betoog
trant is wel dat hij de besproken be
grippen niet duidelijk omschrijft meest
al begint hij met 'n negatieve begren
zing. Zo zegt hij dat de liefde geen be
geerte of genot is. Maar wat dan wel,
dat wordt alleen indirect aangeduid.
Het denken over onze levensproble
men vindt Krisjnamoerti maar 'n on
nutte en zelfs schadelijke zaak. In
dienst van het streven naar zelfhand
having zal dit denken de bestaande
chaos in de wereld niet kunnen orde
nen. Denken is altijd gebonden aan het
oude, het is een reactie op het verle
den. En wegens die binding aan het
verleden kan de menselijke geest zich
niet vernieuwen. We zijn al eeuwen
lang zo gewend aan chaotische toe
standen, dat we er niet eens meer van
af willen. We zijn bang van orde, aldus
de. meester.
Als een soort remedie tegen het den
ken predikt Krisjnamoerti 't afsterven
Afsterven van onze problemen, van
wat wij genoten, ja van het hele ver
leden, dat onze vernieuwing in de weg
staat. Dit afsterven noemt hij dan
ook een psychologisch fenomeen. Den
ken is altijd het oude. Alleen in het
heden bestaat vernieuwing. Denken
streeft genot na en probeert het leed
te vermijden. Maar het kweekt smart,
die men wil ontvluchten in ideologieën,
of in kloosters en zo.
De tijd is wel grotendeels voorbij,
dat men kon spreken van de wereld
van de Islam, de wereld van het
boeddhisme, de wereld van het hin
doeïsme en de wereld van het chris
tendom als van aparte werelden, die
slechts bij uitzondering iets met elkaar
te maken hadden.
Samen leven alle godsdiensten nu in
één grote wereld, waarin zij strijden
tegen de secularisatie of tegen elkaar
of tegen de vermenging of tegen diver
se nieuwe godsdienstvormen.
Zijn wij getuigen van de eerste wer
kelijke mondiale godsdienstcrisis of
zijn wij op weg naar de eerste werke
lijke wereldreligie of gaat alle gods
dienst in medemenselijkheid, gevoelig
heid of zakelijke instelling op?
Het vormingscentrum „Den Aler-
dinck" organiseert over het onderwerp
godsdienstig wereldperspectief een
weekend op zaterdag 10 en zondag 11
juni 1967, waaraan o.a. medewerken:
de heer Hafiz van de Ahmadiyya Be
weging in Den Haag, professor Hoens
uit Utrecht, mejuffrouw dr. M. C. Jon
geling en dr. J. D. Pienter, terwijl de
film „Pather Pancali" via 'de ambas
sade van India ter beschikking werd
gesteld oor het Instituut voor Cultu
rele Antropologie en Sociologie der
niet-westerse volken van de Rijksuni
versiteit te Leiden.
Reeds na enkele weken blijkt dat
zowel de „diensten" als vooral ook de
gesprekken na afloop van de bezin
ningsbijeenkomsten van de Sjaloom-
groep in motel Bunnik in een behoefte
voorzien. Ook het aantal bezoekers is
voor een inloopperiode bevredigend en
loopt langzaam op.
De capaciteit van het zalencomplex
van het motel is echter zodanig dat
zeker het dubbele aantal van nu mee
zou kunnen doen. Het blijkt dat men
graag én het halve uur dienst én het
gesprek onder leiding van de voor
gangers als een geheel wil meemaken
en dat er weinig mensen komen voor
de aanvankelijk als tweede dienst ge
plande bijeenkomst van een uur.
Daarom is het „programma" als
volgt gewijzigd: 10.00 - 10.30 inloop,
ontvangst, 10.30 - 11.00 themastelling in
een „dienst" van voordracht, lezing,
woord, 11.00 - 11.15 koffiepauze, 11.15 -
12.00 gesprek.
De oud-Heemstedenaar ir. E. A.
Bierdrager, die Krisjnamoerti in
het verleden meermalen heeft ge-
gehoord, heeft ook bij het bezoek,
dat Krisjnamoerti de afgelopen
weken aan Nederland heeft ge
bracht, aandachtig naar diens toe
spraak geluisterd. Zijn mening, die
u in bijgaand stuk aantreft, sluit
goed aan bij de voorbeschouwing,
die wij vorige week van onze Am
sterdamse correspondent plaatsten.
Onder het motto „Het maken van
discipelen" belegt het Wachttorenge
nootschap deze zomer in ons land drie
congressen. Deze congressen, waarop
ongeveer twintigduizend belangstellen
den worden verwacht, worden gehou
den in Tilburg, Enschede en Utrecht.
De afgevaardigden uit onze omgeving
gaan naar Utrecht, waar het congres
van 10 tot 13 augustus in de Utrechtse
Jaarbeurs' zal worden gehouden. Er
worden hier dertienduizend afgevaar
digden verwacht.
Het programma, dat gebaseerd zal
zijn op het voornaamste leerboek van
Jehovah's getuigen, de bijbel, zal een
afwisselend karakter dragen. Lezingen
zullen afgewisseld worden door aan
schouwelijke voorstellingen en bijbel
se toneelstukken. Het hoogtepunt valt
op zondag in Utrecht met de openbare
toespraak „Een grote schare van ver
nietiging in Armageddon redden". Het
aantal getuigen van Jehovah in Ne
derland is thans uitgegroeid tot meer
dan vijftienduizend.
In Iran (Perzië) heeft aartsbisschop
Ardak Manookian van de Armeense
orthodoxe kerk de plaats gezegend,
waar de nieuwe kerk van Vahidieh
zal worden gebouwd. De oude ktrk
werd door een aardbeving verwoest.
De paus heeft pater Theodore Moors
(56 jaar), die reeds sinds 1947 missio
naris in Indonesië is, benoemd als ti
tulair bisschop van Coba en hulpbis
schop van de bisschop van Menado.
Het Württembergse bijbelgenoot
schap in Stuttgart heeft bij gelegenheid
van de 450ste verjaardag van de re
formatie een „grote Luther-bijbel" uit
gegeven die niet alleen Luthers her
ziene bijbeltekst, maar ook zijn deels
critische aantekeningen bij diverse de
len bevat. Sinds het begin van de acht
tiende eeuw zijn dergelijke bijbels met
voorwoord van Luther niet meer ge
drukt.
Tussen de bedrijven van zijn betoog
door deelde de spreker nog terloops
enkele klappen uit, Zo noemde hij de
ascese van de monnik hardvochtig en
zinloos. Alle ideologieën zijn idioot. De
reincarnatie en de wederopstanding
zijn verzinsels uit angst voor de dood.
Ter adstructie van zijn beschouwing
over het denken ging de spreker in
op de betekenis van dood, schoonheid,
liefde, deugd en discipline. Allemaal
natuurlijk op zijn eigen, weinig gede
finieerde manier, en zonder een merk
bare logische opbouw of conclusie.
Het komt mij voor dat hij zulks onge
wenst zou vinden. Op het kantoor moet
men logisch denken, hoorde ik hem
zeggen. Op ander niveau functioneert
het denken totaal niet.
Het was samenvattend heel belangwek
kend de nu bejaard geworden voor
ganger van de Ster uit het Oosten na
zo veel jaren weer eens te horen. Jam
mer vindt ik, dat Krisjnamoerti die toch
zijn opvoeding en ontwikkeling in de
westerse wereld heeft genoten, niet be
reid was die wereld toe te spreken in
een voor haar begrijpelijke taal.
In de foyer was de klacht van: „Ik
snap er niets van" herhaaldelijk te be
luisteren. Het was eigenlijk nog steeds
het geluid uit de twintiger jaren met
Annie Besant, dat wij hoorden, maar
dan met een ondertoon van teleurstel
ling, en zonder elan, bijna school-
meesterig.
Met z'n critiek op 't denken ging Krisj
namoerti ten enmale voorbij aan het
de verdiensten en de resultaten van 't
westerse wetenschappelijk denken,
waarbij vooral intuïtie en imaginatie,
naast 't logisch denken als instrument
of werktuig, de stoot hebben gegeven
tot 'n ongekende technische ontwikke
ling. Geen woord over dit alles.
En tenslotte zou men van een leer
meester naast critiek tenminste het
aangeven van een weg mogen ver
wachten, die voor de westerling be
gaanbaar zou zijn en zou kunnen lei
den uit de crisis van zijn denken.
Het ontbreken daarvan vond ik het
ernstigste manco van de tamelijk ego
centrische voordracht van Krisjnamur-
ti
„Zowel de derde vormgeving van ge
loof als de huidige dynamische cultuur
vorming worden heden ten dage ver
traagd door te kort schieten van elite
vorming, die door de massacultuur der
sterk-groeiende onderlagen der bevol
king wordt afgeremd. Eerst wanneer
de elitevorming op waarde komt, kun
nen de komende vormgevingen van ge
loof en cultuur op adequaat peil ko
men".
Het bestaan van zovele godsdiensti
ge vormgevingen wordt door de schrij
ver zo verklaard dat de schepper van
deze wonderlijke wereld zich aan ons
mensen naar draagkracht onzer evo
lutiefase heeft geopenbaard.
„In de komende evolutionaire fase,
waarvan de voortekenen zich overdui
delijk in onze gehele wereld reeds ma
nifesteren, zullen de godsdiensten hun
onderlinge variaties zien verkleinen en
uiteindelijk zien opheffen om te komen
tot één wereldgeloof, dat slechts een
symbolische vormgeving zal voeren,
in de zin zoals de vrijmetselarij deze
heden ten dage reeds kent".
In de serie Horstcahiers van Kerk
en Wereld vertellen buitenlandse gas
ten van „Kerk en Wereld" over hun
apostolaire experimenten 3). Gasten uit
Italië, Spanje, Iindia, Korea, Amerika
en Ierland zijn de medewerkers aan dit
aardige door Jac. Roos samengestelde
boekje.
Voor degenen, die geïnteresseerd
zijn in het Nederlandse humanisme
heeft dr. A. L. Constandse een zeer
informatief boek geschreven, een „Ge
schiedenis van het Humanisme in Ne
derland 4). Hij behandelt daarin voor
gangers als Geert Grote, Erasmus,
Spinoza en Junghuhn.
Tal van belangwekkende aspecten
komen in het boek naar voren. De
„communistische" trekken in het werk
van Spinoza bijvoorbeeld. Veel aan
dacht is besteed aan de „Dageraad",
maar Constandse geeft ook een heel
objectief exposé van het christendom
en zijn ontwikkelingsgang in deze con
treien.
Deze verdraagzaamheid is overi
gens niet alleen een kenmerk van Con
standse, maar hij maakt duidelijk hoe
het een van de grondprincipes van
het humanisme is. Een principe, dat
zowel binnen als buiten de humanisti
sche beweging is te vinden. Dat huma
nisme een geestesgesteldheid is, die
dwars door alle bewegingen en partij
en heen kan lopen komt dan ook on
miskenbaar naar voren.
Een duidelijk voorbeeld van deze
verdraagzaamheid mag ook het boekje
„Jezus v. Nazareth" 5) worden genoemd
dat door de humanistische verzorging
van de strijdkrachten is uitgebracht. De
onvermoeibare hoofdraadsman H. J.
J. Lips is trots op dit boekje, en daar
heeft hij alle recht toe. Want hier zijn
tal van visies op de figuur van Jezus
samengebracht. Protestanten en
rooms-katholieken, humanisten (waar
onder dr. Constandse) en vertegen
woordigers van jodendom, moham
medanisme en boeddhisme laten hier
hun licht schijnen. Zonder dat tegen
stellingen worden verdoezeld worden
toch exposés gegeven, die veel onder
ling begrip en waardering verraden.
Een boekje als dit verdient om ver
dere verbreiding te krijgen dan alleen
onder de strijdkrachten.
Onder redactie van Michael de la
Bedoyere zijn een tiental beschou
wingen verschenen onder de ritel „Da
toekomst van het rooms-katholicis-
me" 6).
Een onderwerp, dat al aanleiding ge
geven heeft tot honderden boeken. De
ze bloemlezing van bijdragen van voor
aanstaande deskundigen uit de Angel
saksische wereld voegt weer een klein
facetje toe aan het beeld van de vele
gedachtengangen en stromingen, die
momenteel in de rooms-katholieke kerk
heersen. Het vormt opnieuw materiaal
voor alle gesprekken die worden ge
voerd. Daarbij is van belang, dat het
hier niet alleen om theologische kwes
ties gaat. De economische planning
van de kerk speelt evengoed een rol
als de positie die de vrouw in de kerk
zal moeten innemen.
1) „De mens: meester van zijn lot" door
Inayat Khan. Uitg. Servire-Den Haag.
2) „God. mens en wereld" door dr. J. Th.
Giesen. Uitg. Servire-Den Haag.
3) „De gang van het evangelie in de wijde
wereld". Horstcahier, uitg. Kerk en Wereld,
Driebergen.
4) „Geschiedenis van het humanisme in
Nederland" door dr. A. L. Constandse. Uitg.
Kruseman, Den Haag (Parthenonreeks).
5) „Jezus van Nazaret", samengesteld door
H. J. J. Lips Uitgave bureau hoofdraads
man humanistische verzorging. Driebergen.
SI „De toekomst van het Rooms Katholi
cisme", samengesteld door Michael de 1»
Bedoyere. Uitgave A. W. Bruna en Zoon,
Utrecht-Antwerpen. Vertaling Maarten Rie».