Ds. Mallan en de uitverkiezing Een gesprek over principes Boeken over geestelijk leven Krisjnamoerti en het denken ZATERDAG 3 JUNI 1967 Erbij 14 Prof. Smelik Wereldperspectief Sjaloom diensten Jehova's getuigen congresseren Bisschop Luther-bijbel In de serie discussie-interviews met vooraanstaande kerkelijke figuren bezocht onze medewerker Rik Valkenburg ds. F. Mallan in Kerkwijk, docent bij de Gereformeerde Gemeente in Nederland groep dr. Steen blok). Er werden stevige noten gekraakt, maar toch verliep het gesprek in goede harmonie, want ds. Mallan toonde zich een sympathiek debater. Zo verliep het interview: Dominee, kunt u ons in een korte biografische schets verhalen hoe u tot uw kerkgenootschap kwam. Ik ben op 18 april 1925 te Rotter dam geboren. Ik was dooplid bij de „Gereformeerde Gemeenten in Neder land en Noord-Amerika". Wijlen ds. G. H. Kersten stond toen in Rotter dam. Bij hem volgde ik dus de catechi satie. Toen ik zes jaar was openbaarde God zich reeds aan mijn hart. Ook kreeg ik toen geloof dat ik eens op de kansel zou komen. Nu bent u zelf docent, waarin doceert u In dogmatiek, homiletiek, kerk recht, exegese, etc. Het is echter aan de eenvoudige kant. Wij spreken ook niet van Theologische Hogeschool. Wij hebben het over opleiding Een een voudige, praktische opleiding. Vindt u dat ideaal Persoonlijk betreur ik het, geen gymnasiale en universitaire opleiding gehad te hebben. Dat is heus geen overbodige luxe. Staat u dan geen extra-ordinaire roeping voor. Wel terdege. Maar de kerk heeft tot taak óm te zien naar mannen die deze roeping ondergaan om hen tijdig fe laten studeren. Ik wou tenminste dat men mij toentertijd zo opgevangen had. Gaat dit tekort zich op den duur niet wreken In het algemeen bestaan onze leden uit eenvoudig kerkvolk. Maar zoals ik al gezegd heb, ben ik vóór universi taire opleiding. Zou u voorkeur hebben voor R.U. of V.U Geen voorkeur. Het curatorium behoudt toch het laatste woord. Een eigen universiteit lijkt me niet nodig. Wat vindt u het kemdogma van uw kerk. Alle dogmatische waarden zijn van grote betekenis. In deze tijd echter moet zeer zeker de leer van de souve- reiniteit Gods, zoals hij die Zelf open baart in verkiezing en verwerping, met klem worden verdedigd. U bedoelt dus de predestinatie. Inderdaad. Onze vaderen hebben in de vijf artikelen tegen de remonstran ten daarover een zuiver geluid laten horen. Wat verstaat u eigenlijk onder de predestinatie Deze voorverordinering omvat de eeuwige staat der redelijke schepselen. Naar Zijn welbehagen beschikt God een deel der schepselen tot eeuwig heil en het andere deel tot eeuwige verdoemenis. En de verantwoordelijkheid van de mens dan. De mens draagt de volle verant woordelijkheid van zijn daden. Want de mens is door God goed en naar Zijn evenbeeld geschapen, en gesteld in de staat der Rechtheid. De mens heeft zich vrij en moedwillig van God afgewend. Daardoor werd hij onmach tig ten goede. God echter blijft van hem de volmaaktheid eisen. Als de mens dus verloren gaat gaat hij door eigen schuld verloren. Is het dan niet onbillijk dat God een machteloze mens Zijn genade voorstelt en daardoor zijn oordeel verzwaart God heeft de mens toch goed ge schapen? Hij heeft dus recht van spreken Komt het aanbod van genade de zondaar hierin dan niet te gemoet. Het aanbod van genade is een on gelukkige, onschriftuurlijke term. De uitdrukking is in de hele bijbel niet te vinden. Er bestaat ook geen on voorwaardelijk genade-aanbod. Dat is een dwaling V durft veel te zeggen, de oude schrijvers, en vooral de Erskines leren dat wel anders. Ik stem toe dat Erskine deze term gebruikt. Hierin gaat hij mij ook te ver, al heb ik waardering voor hem. Er is echter onderscheid tussen de En gelse oude schrijvers vóór en na 1650. Erskine preekte na 1650. Owen daar voor. Die lees ik liever. Maar de verzoening dan? In Cor. 5 20 staat: Wij bidden van De hervormde Amsterdamse hoog leraar prof. dr. E. L. Smelik heeft, zo meldt Trouw, besloten gebruik te ma ken van het recht vóór de leeftijd van zeventig jaar met emeritaat te gaan. Prof. Smelik, die nu 66 jaar is, is aan de Universiteit van Amsterdam zowel gewoon hoogleraar als ook hoogleraar vanwege de hervormde kerk. Hij gaat per 1 september als zodanig met eme ritaat. Prof. Smelik doceert bijbelse theolo gie, christelijke ethiek, praktische theo logie en kerkrecht. Naast de theologie is van hem bekend zijn daadwerkelijke belangstelling voor het kerklied, waar van de neerslag in verschillende bun dels te vinden is> Christus wege, laat u met God verzoenen, en vers 19, Want God was in Christus de wereld met zichzelf verzoenende, hunne (Dominee interrumpeert). Daar wordt de uitverkoren wereld mee bedoeld...! In de grondtekst staat het woord kosmos, verder niets. Dan mag u er toch geen woord tussen para fraseren. Het is duidelijk dat als in het Nieuwe Testament op deze wijze sprake is van het woord wereld, uit verkoren wereld bedoeld wordt. Dat lijdt geen twijfel. Dus ook in Johannes 3 16....? Alzo lief heeft God de wereld ge had, dat. Zeer beslist! Ook hier moeten we lezen uitverkoren wereld. Hoe kan het immers anders? God zegt toch zelf overduidelijk: Jacob heb ik liefgehad en Ezau heb ik gehaat. En dit terwijl de kinderen nog niets goeds of kwaads gedaan hadden. Christus heeft niet voor alle mensen voldaan, zoals tegen woordig zovelen leren. De verzoening geldt alleen de uitverkorenen. Die al len, maar die ook alleen! Algemene verzoening is ondenkbaar, vanuit bij bels standpunt. En de algenoegzaamheid van Christus' offer dan. Dat betekent dat, als de hele we reld was uitverkoren, Christus niet méér had behoeven te lijden. Hebt u dan niets voor de onbe- keerden. Zeker wel. In mijn prediking druk ik hen de noodzakelijkheid van de waarachtige bekering op het hart en stel hen Gods genade voor. Dat kunt u toch niet doen, vanuit uw gezichtspunt. Zeker wel. Niemand weet of hij verworpen is. De grootste zondaar kan genade deelachtig worden, door de bearbeiding van Gods Geest. Ergens knelt het toch in uw rede nering. Waarom. (Dominee interrumpeert vol vuur). Juist, meneer. Zeer juist. Dat, is ook mijn oogmerk! De mensen moeten in de knel komen. En flink ook. Ook Pau- lus spreekt over de schrik des Heeren. Als ze in de knel komen, kan ze dat uitdrijven in de engte. Dan komen ze bij God terecht. Of in een zenuwinrichting. Dat gebeurt tenminste nogal eens in uw kerkgenootschap, naar men zegt, of is dat overdreven. Natuurlijk komen er mensen van ons daar terecht. Maar ook anders denkenden. Het percentage blijft ge- Ds. Mallan lijk. Ik weet dat velen ons dit ver wijten, daar hebt u gelijk in, maar het is onbillijk Hoe tuur. staat u tegenover de cul- Een uitvinding kan niet tot stand komen zonder de kracht van Gods medewerking. De meeste uitvindingen echter worden ten dienste gesteld aan de Vorst der duisternis. Een duidelijk voorbeeld daarvan zijn radio en tv Staat u wat dat betreft achter ds. Verhoef uit Barneveld. Zeer beslist. Als een lid van onze gemeente een t.v.-toestel zou aan schaffen, zouden wij hem stellig onder censuur stellen. Ook als iemand een radiotoestel aanschaft. Nu wordt u moeilijk, maar ik zal de vraag toch niet uit de weg gaan. Het kwaad van de radio is al zo in geworteld, dat verscheidene van onze leden zo'n apparaat in huis hebben. Wij stellen ze echter niet onder cen suur. Is dat dan niet inconsequent. Toch niet. De oud-vaders maakten onderscheid tussen vermanend en han delend optreden. Tegen de radio tre den wij vermanend en tegen de t.v. handelend op. Voelt u niet voor samenwerking met anderen, bijvoorbeeld het Ge reformeerd Convent. Toch niet. Het geeft alleen maar botsingen. Wij zijn niét beter,* maar wij denken nu eenmaal anders Bent u voor de nieuwe vertaling van hét Bijbelgenootschap. Sterk tegen. Vertalen moet geschie den onder leiding van Gods Geest. Wijst u alle gezangen af. Vast niet. Sommige gezangen vind ik erg mooi. Neem „Een Vaste Burcht" dat zing ik graag in de huiskamer met mijn vrouw en kinderen. En zo zijn er nog wel meer liederen Maar niet in de kerk. Wat we in de huiskamer zingen is nog niet geschikt voor de kerkelijke liturgie. Daar houden we ons aan de psalmen Dominee, u kunt er nogal tegen, mag ik u ook een paar ondeugen de vragen stellen. Ga gerust uw gang. Men zegt dat u gespecialiseerd bent in het preken van hel en ver doemenis? Is dat waar. Ik predik wet en evangelie. Eeuwig wel en eeuwig wee! Hoe dieper men blikt in zijn verdoemelijke staat, des te heerlijker wordt de rijkdom van het evangelie. Dan wordt het een ruim evangelie voor een groot zondaar! Nog zo'n vraag. Stel voor, u laat zingen psalm 81 2: „Zingt een psalm en geeft trommels aan de reien", is dit lied dan in overeen stemming met het ritme waarmee uw gemeente zingt. In het Oude Testament lag dat an ders dan nu. Toen had men trommen en klapte men in de handen. Nu niet meer. Bij het Leger des Heils nog wel. Dat is waar. Wij vinden het beter om in een langzaam tempo te zingen. Als het vlug gaat kan men er niet bij nadenken en maakt het geen indruk. Dominee, men zegt dat u in het vuur van uw rede steeds sneller gaat praten, klopt dat. Dat klopt inderdaad. Wat bedoelt u daarmee. Welnu, als u zo vlug spreekt, maakt het dan geen indruk en denkt u daar dan niet bij na. (Even zit de rappe spreker vast. Dan echter schiet hij joviaal en sportief in de lach). Daar hebt u me te pak ken Niettemin blijven we een rustig tempo prefereren. Ik vind het ook veel gewijder klinken Het Nederlandse Leger des Heils heeft dezer dagen het tachtigjarig bestaan gevierd. De foto geeft nog een herinnering: de internationale leider generaal Frederick Coutts (tweede van rechts) spreekt op de Dam. De Soefibeweging heeft een nieuw werk van Hazrat Inayat Khan het licht doen zien: „De mens: meester van zijn lot" 1). Een van de leidende gedachten fn het werk is wel dat in elk mens de goddelijke volmaaktheid sluimert. Over Christus wordt gezegd dat hij zich ver eenzelvigde met die geest van vol maaktheid, die leefde vóór Jezus en zal voortgaan te leven tot het einde der wereld in eeuwigheid. „Wie ook de boodschap aan de wereld brengt, welke verlichte zielen ook dui zenden en miljoenen mensen in de we reld op hebben geheven, zij kunnen niet anders zijn dan diezelfde Christus die de ene bij deze naam noemt en de an dere bij een andere naam". Dr. J. Th. Giesen schreef het boek „God mens en wereld" 2). In zijn boek schouwingen valt op hoeveel aandacht dr. Giesen besteedt aan de elitevor ming. Wij citeren een enkele passage: In de congreszaal van de R.A.I. heeft Krisjnamoerti, in de twintiger jaren be kend als leider van de theosofische Or de van de Ster in het Oosten, een come back gemaakt met een voordracht, die in hoofdzaak handelde over de crisis in het denken. Het eigenaardige van zijn betoog trant is wel dat hij de besproken be grippen niet duidelijk omschrijft meest al begint hij met 'n negatieve begren zing. Zo zegt hij dat de liefde geen be geerte of genot is. Maar wat dan wel, dat wordt alleen indirect aangeduid. Het denken over onze levensproble men vindt Krisjnamoerti maar 'n on nutte en zelfs schadelijke zaak. In dienst van het streven naar zelfhand having zal dit denken de bestaande chaos in de wereld niet kunnen orde nen. Denken is altijd gebonden aan het oude, het is een reactie op het verle den. En wegens die binding aan het verleden kan de menselijke geest zich niet vernieuwen. We zijn al eeuwen lang zo gewend aan chaotische toe standen, dat we er niet eens meer van af willen. We zijn bang van orde, aldus de. meester. Als een soort remedie tegen het den ken predikt Krisjnamoerti 't afsterven Afsterven van onze problemen, van wat wij genoten, ja van het hele ver leden, dat onze vernieuwing in de weg staat. Dit afsterven noemt hij dan ook een psychologisch fenomeen. Den ken is altijd het oude. Alleen in het heden bestaat vernieuwing. Denken streeft genot na en probeert het leed te vermijden. Maar het kweekt smart, die men wil ontvluchten in ideologieën, of in kloosters en zo. De tijd is wel grotendeels voorbij, dat men kon spreken van de wereld van de Islam, de wereld van het boeddhisme, de wereld van het hin doeïsme en de wereld van het chris tendom als van aparte werelden, die slechts bij uitzondering iets met elkaar te maken hadden. Samen leven alle godsdiensten nu in één grote wereld, waarin zij strijden tegen de secularisatie of tegen elkaar of tegen de vermenging of tegen diver se nieuwe godsdienstvormen. Zijn wij getuigen van de eerste wer kelijke mondiale godsdienstcrisis of zijn wij op weg naar de eerste werke lijke wereldreligie of gaat alle gods dienst in medemenselijkheid, gevoelig heid of zakelijke instelling op? Het vormingscentrum „Den Aler- dinck" organiseert over het onderwerp godsdienstig wereldperspectief een weekend op zaterdag 10 en zondag 11 juni 1967, waaraan o.a. medewerken: de heer Hafiz van de Ahmadiyya Be weging in Den Haag, professor Hoens uit Utrecht, mejuffrouw dr. M. C. Jon geling en dr. J. D. Pienter, terwijl de film „Pather Pancali" via 'de ambas sade van India ter beschikking werd gesteld oor het Instituut voor Cultu rele Antropologie en Sociologie der niet-westerse volken van de Rijksuni versiteit te Leiden. Reeds na enkele weken blijkt dat zowel de „diensten" als vooral ook de gesprekken na afloop van de bezin ningsbijeenkomsten van de Sjaloom- groep in motel Bunnik in een behoefte voorzien. Ook het aantal bezoekers is voor een inloopperiode bevredigend en loopt langzaam op. De capaciteit van het zalencomplex van het motel is echter zodanig dat zeker het dubbele aantal van nu mee zou kunnen doen. Het blijkt dat men graag én het halve uur dienst én het gesprek onder leiding van de voor gangers als een geheel wil meemaken en dat er weinig mensen komen voor de aanvankelijk als tweede dienst ge plande bijeenkomst van een uur. Daarom is het „programma" als volgt gewijzigd: 10.00 - 10.30 inloop, ontvangst, 10.30 - 11.00 themastelling in een „dienst" van voordracht, lezing, woord, 11.00 - 11.15 koffiepauze, 11.15 - 12.00 gesprek. De oud-Heemstedenaar ir. E. A. Bierdrager, die Krisjnamoerti in het verleden meermalen heeft ge- gehoord, heeft ook bij het bezoek, dat Krisjnamoerti de afgelopen weken aan Nederland heeft ge bracht, aandachtig naar diens toe spraak geluisterd. Zijn mening, die u in bijgaand stuk aantreft, sluit goed aan bij de voorbeschouwing, die wij vorige week van onze Am sterdamse correspondent plaatsten. Onder het motto „Het maken van discipelen" belegt het Wachttorenge nootschap deze zomer in ons land drie congressen. Deze congressen, waarop ongeveer twintigduizend belangstellen den worden verwacht, worden gehou den in Tilburg, Enschede en Utrecht. De afgevaardigden uit onze omgeving gaan naar Utrecht, waar het congres van 10 tot 13 augustus in de Utrechtse Jaarbeurs' zal worden gehouden. Er worden hier dertienduizend afgevaar digden verwacht. Het programma, dat gebaseerd zal zijn op het voornaamste leerboek van Jehovah's getuigen, de bijbel, zal een afwisselend karakter dragen. Lezingen zullen afgewisseld worden door aan schouwelijke voorstellingen en bijbel se toneelstukken. Het hoogtepunt valt op zondag in Utrecht met de openbare toespraak „Een grote schare van ver nietiging in Armageddon redden". Het aantal getuigen van Jehovah in Ne derland is thans uitgegroeid tot meer dan vijftienduizend. In Iran (Perzië) heeft aartsbisschop Ardak Manookian van de Armeense orthodoxe kerk de plaats gezegend, waar de nieuwe kerk van Vahidieh zal worden gebouwd. De oude ktrk werd door een aardbeving verwoest. De paus heeft pater Theodore Moors (56 jaar), die reeds sinds 1947 missio naris in Indonesië is, benoemd als ti tulair bisschop van Coba en hulpbis schop van de bisschop van Menado. Het Württembergse bijbelgenoot schap in Stuttgart heeft bij gelegenheid van de 450ste verjaardag van de re formatie een „grote Luther-bijbel" uit gegeven die niet alleen Luthers her ziene bijbeltekst, maar ook zijn deels critische aantekeningen bij diverse de len bevat. Sinds het begin van de acht tiende eeuw zijn dergelijke bijbels met voorwoord van Luther niet meer ge drukt. Tussen de bedrijven van zijn betoog door deelde de spreker nog terloops enkele klappen uit, Zo noemde hij de ascese van de monnik hardvochtig en zinloos. Alle ideologieën zijn idioot. De reincarnatie en de wederopstanding zijn verzinsels uit angst voor de dood. Ter adstructie van zijn beschouwing over het denken ging de spreker in op de betekenis van dood, schoonheid, liefde, deugd en discipline. Allemaal natuurlijk op zijn eigen, weinig gede finieerde manier, en zonder een merk bare logische opbouw of conclusie. Het komt mij voor dat hij zulks onge wenst zou vinden. Op het kantoor moet men logisch denken, hoorde ik hem zeggen. Op ander niveau functioneert het denken totaal niet. Het was samenvattend heel belangwek kend de nu bejaard geworden voor ganger van de Ster uit het Oosten na zo veel jaren weer eens te horen. Jam mer vindt ik, dat Krisjnamoerti die toch zijn opvoeding en ontwikkeling in de westerse wereld heeft genoten, niet be reid was die wereld toe te spreken in een voor haar begrijpelijke taal. In de foyer was de klacht van: „Ik snap er niets van" herhaaldelijk te be luisteren. Het was eigenlijk nog steeds het geluid uit de twintiger jaren met Annie Besant, dat wij hoorden, maar dan met een ondertoon van teleurstel ling, en zonder elan, bijna school- meesterig. Met z'n critiek op 't denken ging Krisj namoerti ten enmale voorbij aan het de verdiensten en de resultaten van 't westerse wetenschappelijk denken, waarbij vooral intuïtie en imaginatie, naast 't logisch denken als instrument of werktuig, de stoot hebben gegeven tot 'n ongekende technische ontwikke ling. Geen woord over dit alles. En tenslotte zou men van een leer meester naast critiek tenminste het aangeven van een weg mogen ver wachten, die voor de westerling be gaanbaar zou zijn en zou kunnen lei den uit de crisis van zijn denken. Het ontbreken daarvan vond ik het ernstigste manco van de tamelijk ego centrische voordracht van Krisjnamur- ti „Zowel de derde vormgeving van ge loof als de huidige dynamische cultuur vorming worden heden ten dage ver traagd door te kort schieten van elite vorming, die door de massacultuur der sterk-groeiende onderlagen der bevol king wordt afgeremd. Eerst wanneer de elitevorming op waarde komt, kun nen de komende vormgevingen van ge loof en cultuur op adequaat peil ko men". Het bestaan van zovele godsdiensti ge vormgevingen wordt door de schrij ver zo verklaard dat de schepper van deze wonderlijke wereld zich aan ons mensen naar draagkracht onzer evo lutiefase heeft geopenbaard. „In de komende evolutionaire fase, waarvan de voortekenen zich overdui delijk in onze gehele wereld reeds ma nifesteren, zullen de godsdiensten hun onderlinge variaties zien verkleinen en uiteindelijk zien opheffen om te komen tot één wereldgeloof, dat slechts een symbolische vormgeving zal voeren, in de zin zoals de vrijmetselarij deze heden ten dage reeds kent". In de serie Horstcahiers van Kerk en Wereld vertellen buitenlandse gas ten van „Kerk en Wereld" over hun apostolaire experimenten 3). Gasten uit Italië, Spanje, Iindia, Korea, Amerika en Ierland zijn de medewerkers aan dit aardige door Jac. Roos samengestelde boekje. Voor degenen, die geïnteresseerd zijn in het Nederlandse humanisme heeft dr. A. L. Constandse een zeer informatief boek geschreven, een „Ge schiedenis van het Humanisme in Ne derland 4). Hij behandelt daarin voor gangers als Geert Grote, Erasmus, Spinoza en Junghuhn. Tal van belangwekkende aspecten komen in het boek naar voren. De „communistische" trekken in het werk van Spinoza bijvoorbeeld. Veel aan dacht is besteed aan de „Dageraad", maar Constandse geeft ook een heel objectief exposé van het christendom en zijn ontwikkelingsgang in deze con treien. Deze verdraagzaamheid is overi gens niet alleen een kenmerk van Con standse, maar hij maakt duidelijk hoe het een van de grondprincipes van het humanisme is. Een principe, dat zowel binnen als buiten de humanisti sche beweging is te vinden. Dat huma nisme een geestesgesteldheid is, die dwars door alle bewegingen en partij en heen kan lopen komt dan ook on miskenbaar naar voren. Een duidelijk voorbeeld van deze verdraagzaamheid mag ook het boekje „Jezus v. Nazareth" 5) worden genoemd dat door de humanistische verzorging van de strijdkrachten is uitgebracht. De onvermoeibare hoofdraadsman H. J. J. Lips is trots op dit boekje, en daar heeft hij alle recht toe. Want hier zijn tal van visies op de figuur van Jezus samengebracht. Protestanten en rooms-katholieken, humanisten (waar onder dr. Constandse) en vertegen woordigers van jodendom, moham medanisme en boeddhisme laten hier hun licht schijnen. Zonder dat tegen stellingen worden verdoezeld worden toch exposés gegeven, die veel onder ling begrip en waardering verraden. Een boekje als dit verdient om ver dere verbreiding te krijgen dan alleen onder de strijdkrachten. Onder redactie van Michael de la Bedoyere zijn een tiental beschou wingen verschenen onder de ritel „Da toekomst van het rooms-katholicis- me" 6). Een onderwerp, dat al aanleiding ge geven heeft tot honderden boeken. De ze bloemlezing van bijdragen van voor aanstaande deskundigen uit de Angel saksische wereld voegt weer een klein facetje toe aan het beeld van de vele gedachtengangen en stromingen, die momenteel in de rooms-katholieke kerk heersen. Het vormt opnieuw materiaal voor alle gesprekken die worden ge voerd. Daarbij is van belang, dat het hier niet alleen om theologische kwes ties gaat. De economische planning van de kerk speelt evengoed een rol als de positie die de vrouw in de kerk zal moeten innemen. 1) „De mens: meester van zijn lot" door Inayat Khan. Uitg. Servire-Den Haag. 2) „God. mens en wereld" door dr. J. Th. Giesen. Uitg. Servire-Den Haag. 3) „De gang van het evangelie in de wijde wereld". Horstcahier, uitg. Kerk en Wereld, Driebergen. 4) „Geschiedenis van het humanisme in Nederland" door dr. A. L. Constandse. Uitg. Kruseman, Den Haag (Parthenonreeks). 5) „Jezus van Nazaret", samengesteld door H. J. J. Lips Uitgave bureau hoofdraads man humanistische verzorging. Driebergen. SI „De toekomst van het Rooms Katholi cisme", samengesteld door Michael de 1» Bedoyere. Uitgave A. W. Bruna en Zoon, Utrecht-Antwerpen. Vertaling Maarten Rie».

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1967 | | pagina 14