Geniet menig maal met
tnmaat
PANDA EN DE MEESTER*DRINKER
POLLE, PELLI EN PINGO
C
RECHTER TIE EN HET ANDERE ZWAARD
RAMMETJE FOK
BW
igestipt
Ons vervolgverhaal
W
Meubelfabriek
Van Rooyen in
IJsselstein dicht
Goud - Zilver - Kristal
J A C Q. FRANK
VRIJDAG 16 JUNI 1967
15
Een romantisch verhak
li door Richard Mason
Mimi
Vraag uw groenteman naar de gratis folder vol
handige,feestelijke, hartige tomaatmogelijkheden
>-
mSÊSsm
fl™»
GENEVER-VEENDAM
AOW-OP-N-RE-ATE
ls-v-ierland-mi
J-REKEL-O-SfET-K
OKER-KADER-R-LE
ELK-R-NON-ADDER
N-STAND-SOBER-S
120 man op straat
Twaalf miljoen mensen
zagen Expo in Canada
Kees Stip
Kerkelijk nieuws
uinnnnnn"-"*"-
vÉ"_
- -- -ji" -T
69)
Samen liepen we naar de
oprijlaan. Hij bleef steeds doorpraten,
ditmaal tegen de sterren. De wegen
op de heuvel waren verlaten en nog
nat van de laatst gevallen regen: ze
weerkaatsten de gele straatlantaarns.
De opgefriste bladeren van 'de bo
men, die langs de weg stonden, glin
sterden en hingen stil en er was geen
enkel geluid te horen dan onze voet
stappen en Scaifes stem. Hij had het
nu over mystieke zaken.
We kwamen aan de hoek waar de
bazaar begonnen; de heldere lichten in
de winkels schenen naar buiten op
straat.
„Hier moet ik de_ andere kant uit",
zei ik. „Gaat u te voet naar Malabar
Hill?"
„Ja", zei ik vaag.
Ik probeerde van hem af te ko
men, maar hij hield me tegen, niet
in letterlijke zin, maar door zijn con
versatie, die geen betrekking op mij
leek te hebben. En toch was hij zich
scherp van mijn aanwezigheid be
wust, als iemand die tegen een twee
de persoon praat en intussen probeert
een derde vast te houden.
Toen we eindelijk uiteengingen, nam
ik de weg door de bazaar. Ik bracht
een kwartief door met kijken naar
cafés en winkels die nog open wa
ren. Langs de trottoirs werden alle
soorten eetwaren verkocht, vreemde,
beschui.tachtige, gedraaide oranje din
gen en honderd verschillende soor
ten snoepgoed, hoog opgestapeld op
blikken bladen.
Er waren veel mensen in de stra
ten, maar niemand lette op mij; nie
mand bedelde. Ik droeg in hun ogen
andere kleren en ik kon hun taal niet
spreken; ik voelde me alsof ik on
zichtbaar tussen hen door wandelde.
Ik drentelde een zijstraat in, in de
richting van een dichte menigte, die
de hele breedte van de straat in
beslag nam; over hun hoofden heen
ving ik af en toe een glimp op van
dansende gestalten. Er werd iets ge
zongen en het monotone, nadrukkelij
ke ritme van de trom weerklonk
hetzelfde geluid dat we iedere nacht
een uur lang hoorden als we in bed
lagen. Ik draaide me om en ging naar
de bazaar terug en vandaar de heu
vel op naar het huis terug naar
die andere kleine wereld, die van
Sabby en mij wbs.
Bij het hek stond een gestalte. Ik
wist onmiddellijk, dat het Scaife
v as. Eerst wist ik het door een of
ander instinct en daarna omdat de
gestalte lang was en de houding be
kend. Hij stond daar roerloos te wach
ten.
Ik was in het lantaarnlicht de weg
opgekomen en het had geen zin terug
te gaan. Hij stond met zijn gezicht
naar me toe en zou me stellig al ge
zien hebben en daarom liep ik lang
zaam door; mijn voetstappen wer
den gedenpt door het zachte asfalt.
Hij bewoog zich niet. Het licht scheen
vol op me; even verdween ik in de
schaduwen en toen kwam ik weer in
het licht. Ik preinsde wat er nu zou
gebeuren. Ik voelde me verontrust;
dit had ik kunnen verwachten. Ik
wist dat, wat er ook zou gebeuren,
ik mijn zelfbeheersing niet zou ver
liezen en ook niet bang zou zijn
Het hek was maar zwakjes ver
licht. Het silhouet van zijn gestalte
tekende zich in dofgele gloed tegen
het duister af; zijn gezicht was als
een donker ovaal. Zijn handen, waar
aan de ringen geel schemerden, hin
gen slap langs zijn zijden. Hij stond
daar niet in een vechtlustige hou
ding, maar met een soort van log
geduld en hij deed geen moeite, mij
de weg te versperren.
Ik kwam opzij van hem en bleef
staan. Hij wendde alleen zijn boven
lijf om, zodat ik zijn gezicht kon
zien. Zijn ene brilleglas flikkerde in
het licht, het andere bleef in de scha
duw, zodat het leek als hij een mo
nocle droeg. En het zichtbare oog was
zonder uitdrukking.
„Waarom wacht u hier?" vroeg ik.
Hij begon te glimlachen. Het was
een trage, spottende glimlach, recht
streeks tegen mij en niet tegen de
lucht of de sterren, zoals tevoren.
Hij antwoordde niet voordat ik her
haalde „Waarom?"
„Ik wilde zien of het waar was."
„Het is waar."
„Ik was een dwaas om dit te laten
gebeuren," zei hij.
We bleven elkaar aankijken; ik had
er geen flauw idee van, waar hij aan
dacht of wat hij van plan was.
„Ik zou naar Malabar Hill terug
gaan, als ik u was," zet ik.
„Zou u dat doen?"
,,U hebt een prachtig huis."
Hij zei niets. Hij bleef daar maar
staan, half naar me toegekeerd met
dat ene glinsterende brilleglas en die
waanzinnige, bittere glimlach op zijn
lippen. Ik begon medelijden met hem
te voelen, omdat hij vijftien jaar ou
der was dan ik en zijn leven fout was
gelopen.
„Goedenavond," zei ik.
Ik wachtte even om te horen of
hij antwoordde, maar hij zweeg en
ik liep op het huis toe en toen ik in
het donkere portiek was, kon hij me
niet meer zien.
Ik ging naar binnen en vond de zit
kamer in duister, maar er was een
lichtstreep onder Sabby's deur. Ze
zat overeind in bed en wachtte op
me met slaperige ogen. Toen ik
haar kuste, was haar huid glad en
zacht en er hing een zoete geur van
parfum om haar heen. Ze leek zo
zeer op een fijne, tere, mooie bloem,
dat ik haar maar heel licht durfde
aanraken. Ik nam haar klein, zacht
neusje tussen mijn tanden en schudde
het zachtjes waarna zij datzelfde neus
je opkringelde, welk voorbeeld ik pro
beerde te volgen, maar het lukte mij
niet zonder de rest van mijn gezicht
afschuwelijk te verwringen.
Toen ik ook in bed lag en de lichten
uit waren, kon ik nog altijd het mo
notone dreunen van de trom horen
en het gezang dat leek op de kreten
van woeste volksstammen in de wil
dernis.
Het telegram over Lord Durwes-
ton was te laat aangekomen, zodat
hij al een week daarna in Bombay
arriveerde. Hij had zich in het Taj
geïnstalleerd, toen hij Sabby opbel
de. Ze ging naar hem toe om met
hem te lunchen. Toen ze terugkwam
zei zij: „Hij wil je ontmoeten. Hij is
heel lieve man en hij heeft gevraagd
of we alsjeblieft morgenavond met
hem eten."
(Wordt vervolgd.)
ADVERTENTIE
i
^AMMAAAMIMAA/IAMAAAAAAAAAAfWWWWWMAAAAAfWWM/UWWWWWUUUWUUWWUWWWWWWWWWWWWWMIWWWUIAAIUIIWWWWWtf
57 58
PUZZEL NO. 24
Horizontaal: 1. vogel; 4. voor; 7. het
boven de grond gebouwde; 13. Ned. onder
wijzers vereniging; 14. plaats in Egypte;
16. eiland in de West; 17. kledingstuk; 19.
oorzaak; 21. vogel; 22. jongensnaam; 23.
rein; 25. bazige vrouw; 26. U edele (afk.);
28. ontvangt; 30. meervoud; 32. ter'ge
dachtenis; 33. ijskoud; 36. Leger des Heils;
37. huidopening; 39. vochtopnemend soort
weefsel; 40. meisjesnaam; 42. zoals de
akten getuigen; 43. naschrift; 45. soort
stof; 46. persbureau; 48. opera; 50. bestaat;
51. kledingstuk; 52. bijwoord; 54. titel;
55. costuum; 57. omslag; 60. meisjesnaam;
62. familie; 64. Gedeputeerde Staten (afk.)
65. Amerikaans radiostation; 67. matroos
(Eng.); 69. Ind. handweefwerk; 71. vogel;
73. koffierat; 74. familielid; 75. uitstekend;
76. bouwland; 77. jongensnaam.
Verticaal: 1. grootte; 2. straf; 3. in ver
band met; 4. olierijke noot; 5. ruim; 6.
jongensnaam; 8. godheid; 9. de oudere;
10. muziekinstrument; 11. Friese jongens
naam; 12. land in Azië; 15. hoefdier; 18.
eenh. v. geluidsintensiteit; 20. oorlogs-
ADVERTENTIE
74. Joris Goedbloed haastte zich onzichtbaar op zijn
scooter naar Hobbeldonk, en snelde daar naar binnen.
De eerste die hij aantrof, was de bediende Jollipop.
Deze had een trapleer, een verfkwast en een pot wit
kalk gepakt, en was nu doende om de onzichtbare muur
en haard te pleisteren, teneinde het huis weer een dui
delijk aanzien te geven. „Excuseer, goede vriend",
sprak Joris. „Waar )can ik de geleerde Kalker vinden?
Het betreft een dringende zaak!" „W-wie..w-wat?"
stamelde de huisknecht, zich schrikkend omdraaiend
om de eigenaar van de stem te zoeken. Zodoende ver
loor hij zijn greep op de kalkbus, en die tuimelde nu
over het hoofd van de bezoeker. „Kijk toch uit, onge
lukkige!" riep Joris, die plotseling zichtbaar werd
door het witte druipsel. Op het zien van de bekende
gestalte herstelde de bediende zich snel van de schrik.
„Juist!" sprak hij, „Jij bent Joris Goedbloed! En wij
zijn niet gediend van Uw bezoek! Verdwijn!"
NOU JA, WAT MIJ BETREFT
JE DIE OOK WEL AAN HOUDEN
NEE, IK WIU
NIET, IK WIL
KOM HIER EN TREKJE
BROEK AAN
r/ff',
ctW/A
r' "ffff 'f
winst; 24. vreemde munt; 25. groep; 27.
R.K. geestelijke; 29. radskrans; 30. ten
honderd; 31. zoon van Priamus; 33. Ame
rikaans soldaat; 34. voorzaal v.e. Romein
se woning; 35. oorveeg; 36. vliegen op ge-
luidsseinen; 38. vorstin (Ind.); 40. Aziaat;
41. plaats in Gelderland; 44. paardedek-
kleed; 47. oude maat; 49. voorvoegsel; 53.
stoepje; 55. ranonkelachtige plant; 56. Ko
ninklijk Besluit (afk.); 58. trompetvogel;
59. handvast; 60. telwoord; 61. ongeveer;
62. water in Zeeland 63. uitroep; 66. meis
jesnaam; 67. vreemde munt; 68. ter plaat
se; 70. witte vlek op paardehoofd; 72. dub
belklank.
Oplossingen, uitsluitend per briefkaart,
dienen uiterlijk woensdag a.s. in ons bezit
te zijn.
OPLOSSING PUZZEL NO. 23
-ST^DE-IE-IC-
L-OVALE-VREDE-G
AKKER -,M AL-L-TEA
VA-E-AMPEL-DAAR
E-PRO-E-EIFEL-N
RK-TOERIST-E-AA
EMS-SR-K-EN-VLA
NALATEN-BR.UTAAL
De namen der prijswinnaars vindt u el
ders in dit blad.
De directie van de N.V. Stoel- en Meu
belfabriek v.h. Gebr. Van Rooyen in
IJsselstein heeft besloten het bedrijf bin
nenkort te sluiten. De 120 werknemers
hebben gisteren om kwart over vijf deze
onheilstijding vernomen nadat directie en
vakbonden de laatste hand hadden ge
legd aan een afvloeiingsregeling. De vak
bonden noemen de afvloeiingsregeling en
de daarbij te verstrekken financiële tege
moetkoming „vrij redelijk".
De N.V. Stoel- en Meubelfabriek v.h.
Gebr. Van Rooyen is ongeveer zeventig
jaar oud en behoort tot de oudste meu
belbedrijven van Nederland. Het was een
familie n.v. De gemiddelde leeftijd van
de werknemers is vrij hoog. Er zijn
werknemers bij met 30 tot 40 dienst
jaren.
De vakbonden zijn niet verrast door
de sluiting van Van Rooyen. Reeds eer
der werd een bedrijf in IJsselstein (meu
belfabrieken G. van der Voort) gesloten,
waardoor vorig jaar 30 werknemers op
straat kwamen. De situatie in de sector
van de gestoffeerde zitmeublelen is op het
ogenblik, beslist niet rooskleurig. De bui
tenlandse fabrikanten brengen hun over
schotten vaak tegen kostprijs op de Ne
derlandse markt. Er zijn flinke voorra
den bij de Nederlandse meubelfabrieken
ontstaan. Bovendien is er sprake van een
kopersmoeheid. De consument houdt even
de adem in, zo karakteriseerde men van
vakbondszijde de situatie in de meubel
industrie.
MONTREAL (Reuter) Gisteren heeft
de wereldtentoonstelling in de Canadese
stad Montreal haar twaalfmiljoenste be
zoeker ontvangen.
ADVERTENTIE
Geef vader iets wat blijft
VAN JUWELIER
GROTE HOUTSTRAAT 109
HAARLEM TELEF. 1 37 00
De klap van het Utrechtse kruit
schip heeft hardhandig aangetoond
dat wij, als wij de vrede willen be
waren door ons voor te bereiden op
de oorlog, toch wel moeten zorgen
dat er tussen deze twee toestanden
een merkbaar verschil blijft bestaan.
Overigens is er door de ontploffing
een stuk folklore blootgewoeld dat tot
nog toe op het rondvaartprogramma
van de deltawerken ontbrak: het stor
ten van afgedankte munitie in een
vrijwel bodemloze put in de Ooster-
schelde. Een duidelijk symbolisch ri
tueel, waartegen men, zolang het nog
niet op burgemeesters wordt toege
past, op zichzelf weinig bezwaar kan
hebben. Waar misschien wel bezwaar
tegen zal worden gemaakt, is tegen
de afdankdatum. In dit geval betrof
het munitie van de jaren 1956-'60. die
toch nergens bekend staan als bijzon
der slechte munitiejaren. Minder dan
tien jaar oude granaten, die ik toch
niet meer dan licht belegen zou noe
men, moesten uit de circulatie wor
den genomen wegens ouderdomszwak
te. In plaats van zich in een gestrek
te baan naar de vijand te spoeden,
zouden ze met een slap boogje zijn
neergeploft tussen de eigen troepen.
Zulke granaten zijn gevaarlijk, tenzij
men ze tijdig aan de tegenstander
overdoet. Lukt dat niet, dan zijn ze
inderdaad het best op hun plaats in
de Oosterscheldeput.
Waarover ik echter in de put zit, is
de vraag: hoe komen ze er achter
welke granaten nog geschikt zijn en
welke niet meer? Want zo'n goed on
derhouden granaat ziet eruit als
nieuw, behalve dat misschien vanwege
de schokveiligheid het prijsje eraf is
gehaald, en hij verspreidt dezelfde
pittige mannelijke lucht van poetska
toen en geweervet als een kanonnier
op vaderdag. Om zijn prestaties te
beoordelen moet men hem echter af
schieten, zodat er pas zekerheid is
als er geen granaten meer zijn.
Dit is een onhoudbare toestand, die
alleen houdbaar kan worden ge
maakt door uit de aanvaarde begin
selen de uiterste consequentie te trek
ken. Geen leger of een goed leger,
geen munitie of goede munitie. Daar
om aan minister Den Toom dit ad
vies: koop ieder jaar voor alle ka
nonnen de nieuwe modéllen granaten,
met tien percent meer stroomlijn,
twintig percent meer accelleratiever-
mogen en dertig percent meer glas
oppervlak dat erdoor aan diggelen
gaat. Dat het begrotingstekort met
veertig percent zal stijgen is een bij
komstige omstandigheid. Demp met
al die oude rommel de put. Het gou
den kalf is toch verdronken.
Aangenomen naar Oudemirdum
Mouw te Middelharnis.
G.
4. Al gauw staat de menselijke pyrami-
de overeind: mevrouw Seah op de schou
ders van haar man, haar zoontje en doch
ter met één arm en been vrij in de lucht.
De oude trommelaar laat een krachtige
roffel horen. „Inderdaad een pracht van
een meid, die dochter," zegt Tsjiao Tai,
die nu alle gelegenheid heeft om haar eens
goed op te nemen, „maar de moeder mag
er ook zijn. Niet veel ouder dan twee-,
drieëndertig, zou ik zo zeggen". De
trommelaar staakt zijn roffel en me
vrouw Seah springt met haar zoon en
dochter weer op de grond. De menigte
applaudisreert luid, wie het missen kan
gooit wat kleingeld op de mat, en Tsjiao
Tai werpt zelfs een halve streng koper
stukken naar beneden, die door het jonge
meisje handig wordt opgevangen. Ze be
dankt hem met een lieve glimlach. „We
zitten hier op een galaplaats," zegt Tsjiao
Tai tot de hoofdman, „dus moeten we
ook niet krenterig zijn." Een geroezemoes
van spanning gaat door de menigte als
de troep aan het nieuwe nummer begint.
De kleine jongen is midden in de kring
gaan staan. Vader Seah grijpt het boven
ste zwaard uit het rek op de bamboekist,
en begint er vervaarlijk mee te zwaaien,
onder het uitstoten van woeste strijdkre
ten. Zwaardnummers zijn a Itijd zeer ge
liefd bij het publiek.
857. „Wat een geluk" dacht het dorps
hoofd, „dat ik hier nu net een touw moet
vinden. Daarvoor zal ik straks het oli
fantje bedanken. Het lijkt warempel wel,
of dat touw hier opzettelijk voor mij is
klaargelegd". Hij haalde uit met zijn
vlijmscherpe mes. en meteen vloog de
strakgespannen boom recht als een ont
spannen veer. Hoe goed Bram zich ook
had vastgehouden, hier kon hij niet tegen
op. Zijn handen trokken de bast van de
boom, toen hij werd weggeslingerd als
een steentje uit een katapult.
Pijlsnel vloog hij door de lucht.
De start was goed en de vlucht voortref
felijk. Maar over de landing maakte
Bram zich zorgen.
..Ach", flitste het door hem heen, „als
ik nu maar éénmaal eens net zo'n gelukje
had als dat Bosvolk.