DE KEERZIJDE DER BESCHAVING 5
STEEDS MEER DIERSOORTEN MET
TOTALE UITROEIING BEDREIGD
Wekelijks
faarlems Dag
IJmuider
Een onthullende
tentoonstelling
ZELFS DE KIKKERS
ZIJN NIET VEILIG
MEER VOOR ONZE
TOTALE GIFOORLOG
AMSTERDAM.
daait het aantal
Dc vleermuizen
sterven uit. Zelfs
Van jaar tot jaar
zwaluwen in ons land.
(Erbij van 11 maart)
de groene kikkers die
met hun gekwaak generaties onzer
voorouders uit de slaap hielden, nemen
snel in aantal af. Over twintig of der
tig jaar zullen vele diersoorten uit onze
omgeving zijn verdwenen. De natuur
wordt ernstig bedreigd door de explo
sief toenemende vergiftiging van water
en lucht.
S s I
■Bill
Chemische dood
NATUUR en MEI
one'*"-*
w>m
Apen „doen" het vrijwel altijd goed in dierentuinen; zij passen zich
uitstekend aan, krijgen moeiteloos nakomelingen en hebben kenne
lijk enorm veel plezier zoals blijkt uit deze kwajongenslol in Artis:
een lid van de apenrotskolonie voelt voorzichtig de temperatuur van
het zwembadje, wordt dan door twee soortgenoten in de plomp
geduwd: tout comme chez nous
„HET IS ONTSTELLEND te moeten constateren dat
wij niet weten wat de veiligheidsgrens van schadelijke
afvalstoffen in lucht en water is. Telkens weer worden
die grenzen overschreden. Voorlopig sterven alleen de
vogels, de vleermuizen en de kikkers. Hun „veilig
heidsgrens" ligt blijkbaar wat lager dan die van de
mens". Dit sombere geluid tekenen wij op uit de mond
van de bekende bioloog dr. D. Hillenius, conservator
van het Zoölogisch Museum van de universiteit van
Amsterdam. Onder zijn leiding is een van de meest
interessante tentoonstellingen samengesteld die sinds
lang in dit, op het terrein van Artis staande museum
te zien zijn geweest. „Natuur en mens" is de titel van
de expositie, die lot het najaar zal blijven.
mm
-
HET WORLD Wildlife Fund had dr.
Hillenius gevraagd of hij ter gelegen
heid van het congres van dit natuur-
fonds dat onlangs in Amsterdam is ge
houden, een expositie kon maken. „Het
onderwerp lag voor de hand en het is
triest dat wij de opgezette dieren die
zijn uitgestorven of in hun bestaan be
dreigd worden, zó voor het grijpen
hadden in onze eigen collecties. Als
je in deze materie duikt ga je vre
zen dat de wereld op de duur alleen
maar door kennelijk onverwoestbare
dieren als ratten, muizen en duiven
zal worden bevolkt.
„Natuur en mens" is eigenlijk geen
juiste titel. „Natuur en mens beli
chaamt namelijk een soort tegenstelling.
Zolang de mens zich nog uitsluitend
bezig hield met de jacht kon men nog
van een natuurlijke situatie spreken.
Hij was van dezelfde rang en stand als
de grote roofdieren. De jagende mens
was in evenwicht met de omringende
natuur. Wanneer de roofdieren teveel
prooidieren doden, zullen er na enige
tijd roofdieren sterven, omdat er wei
nig prooi is. Datzelfde gold voor de
primitieve menselijke jager. Er be
stond in die tijd in de natuur een be
weeglijk evenwicht.
DE MENS ging dat evenwicht ver
storen toen hij met landbouw en vee
teelt begon. Aanvankelijk was dat nau
welijks merkbaar, maar allengs werd
een groot deel van de aarde in cul
tuur gebracht. Een weelde van bossen
is voorgoed verdwenen, evenals een
enorme aantal van elkaar afhankelij
ke planten en dieren. De grote ver
woestingen in de natuur zijn aange-
richt door de eisen van de landbouw
en de veeteelt.
BEHALVE de dierenwereld die ver
loren ging werden ook andere die
ren bedreigd. De plantenetende die
ren werden voedselconcurrenten van
het door de mens gehouden vee en
vleesetende dieren waren zonder meer
concurrenten van de heeersende mens.
Dr. Hillenius: „De mens heeft op
agrarische grond een eigen opvatting
gecreëerd over wat schadelijk is en
wat niet. Alles wat niet tot de eigen
veestapel en de zelfgeplante en gezaai
de gewassen behoort is in zijn visie
„schadelijk". Toen het normale men
selijke voedsel van de akker kwam,
werd de natuurlijke rem om de jacht
te matigen opgeheven. Toen men nog
van de jachtbuit afhankelijk was voor
het eigen bestaan, wachtte men er zich
voor, diersoorten uit te roeien. Maar
toen kwam de jachtsport tot ontwik
keling. Eén van de eerste diersoorten
die door de mens werd uitgeroeid was
de Zuidafrikaanse blaubok, die in 1800
reeds was verdwenen. In 1858 werd
de laatste wilde quagga geschoten door
de toen in Zuid-Afrika nog erg dun
gezaaide boeren".
's Werelds laatste quagga, een fraai
zebra-achtig dier, stierf in 1884 in Ar
tis. Hij staat nu, opgezet, in een vi
trine op de tentoonstelling „Natuur en
mens".
IN ANDERE DELEN van de wereld
hebben zich soortgelijke dingen afge
speeld, of zij spelen zich nog af. Bij
voorbeeld in Tibet, waar de yak, een
soort wisent, zich veilig waande door
de ontoegankelijkheid van zijn gebied.
De yak wordt thans bedreigd door de
moderne wapens die het Chinese leger
heeft meegebracht.
Het besef dat men bezig is, onher
stelbare schade toe te brengen, leidt
er gelukkig toe dat nu met veel in
spanning wordt getracht, de resten van
diverse zeldzaam geworden diersoorten
in leven te houden. Veelal gebeurt dat
in dierentuinen, doch deze zijn meest
al niet in staat om een diersoort weer
te doen uitbreiden. Zo heeft iedere
dierentuin ter wereld wel enkele oli
fanten, maar toch worden er jaarlijks
wilde olifanten gevangen om het be
stand in de dierentuinen op peil te
houden.
DE NEUSHOORN wordt om andere
redenen met uitsterven bedreigd. Zelfs
in gebieden waar dit dier beschermd
is, wordt er door stropers jacht op ge
maakt, omdat Chinese handelaars hoge
bedragen betalen voor de hoorns,
waaruit zij een in Azië als onfeilbaar
geldende „liefdesdrank" bereiden.
Neushoorns, systematisch uitge
moord omdat men aan hun tot poe
der vermalen horens onfeilbare
liefdeskracht toekent in het Verre
Oosten, hebben alleen in dieren
tuinen nog een kans op voortbe
staan als soort. Doch slechts zelden
wordt er, zoals hier in de Zoo van
Hannover, een levensvatbare neus
hoornbaby geboren.
DE GROOTSTE bedreiging van het
dier is echter nog steeds het in cul
tuur brengen van woeste gronden. In
Europa is dat een eeuwenlang proces
geweest, waaraan de meeste diersoor
ten zich geleidelijk hebben kunnen
aanpassen. In Amerika en vooral in
Australië is deze ontwikkeling zo snel
gegaan, dat er grote schade aan de fau
na is aangericht.
EEN UITERMATE gevaarlijke ont
wikkeling is de insectenbestrijding met
chemische middelen geweest, die uit
roeiing van insectenetende vogels tot
gevolg heeft gehad. Er zijn miljoenen
kinderen in Europa die nog nooit een
vlinder hebben gezien. Nadat men twin
tig jaar geleden alles deed om de vlin
ders te bestrijden, is er nu in Enge
land een groot bedrag beschikbaar
gesteld om vlinders te kweken.
De sterfte onder de dieren als ge
volg van insectenbestrijdingsmiddelen,
giftige zaaizaden en water- en lucht
verontreiniging, neemt van jaar tot jaar
in ontstellende mate toe. De prach
tige kolonie van grote sterns op onze
Waddeneilanden, die in 1955 nog 40.000
paren omvatte, is in tien jaar tijds
teruggevallen tot 700 paar. Analyse
van weefsels bracht aan het licht dat
de sterfte van deze vogels is veroor
zaakt door een afvalprodukt van be
paalde oliën, die wijd verspreid en zeer
verdund worden uitgestoten in de at
mosfeer. Met de regen daalt deze gif
stof in het zeewater en wordt opge
nomen door algen en dierlijk plankton.
Garnalen en zandspieringen zijn de
schakels in de voedselketen, die van
microscopische algen aan het begin,
tot de grote stern aan het einde loopt.
In 1956 kon men rondom Vlieland
nog tienduizenden eidereenden aan
treffen; in 1966 is er niet één eider-
eend meer volwassen geworden. De
broedende wijfjes bleken alle een te
grote dosis gifstoffen in het bloed te
hebben.
NEDERLAND zal straks geen sterns,
geen zwaluwen, geen kikkers, geen ei
dereenden en geen vleermuizen meer
hebben. En ook geen buizerds, die aan
de lopende band sterven na het eten
van aan giftige zaaizaden overleden
duiven. „Over tien jaar zullen er trou
wens geen roofvogels meer in ons land
leven", meent dr. Hillenius. Zijn ont
hullende tentoonstelling „Natuur en
mens" verdient een grote, feitelijk ons
aller belangstelling.