WATERWEGENWACHT Welkome nieuwe zomergast op de drukke Friese meren V' Pfennigske" van de kleine man moet Duitse speelfilms redden OOK voor gemotoriseerde spelevaarders daagt er nu gratis hulp op bij „pech onderweg", dankzij nieuwe service van de ANWB de voorlopig nog experiment in maar later wellicht ook in andere watersportcentra. slechts als Friesland, I ifeisfcgir ZATERDAG 17 JUNI 196 7 Erbij 14 öiiöi INDS KORT is er in de bonte mengeling van boten, die gedurende de zomermaan den de Friese meren bevolken, een opvallende nieuwkomer te ontdek ken. Het is een fel-geel gelakt vletje, uitgerust met een 15 pk buitenboordmotor en tevens met een paar andere zaken aan boord die het vijf meter lange bootje een heel aparte plaats doen innemen te midden van al die andere pret- vaartuigen. In plaats van met een of andere fantasierijke naam wordt de flank van de vlet opgesierd met de zakelijke mededeling: „ANWB Waterwegenwacht". De man achter het stuur is dan ook niet, zoals de opvarenden van de hem omringen de boten, een pret-zoeker, maar een professionele pech-zoeker. En net zoals zijn collega's in de gele auto- tjes langs de weg vormt hij met zijn boot een welkome hulp-in-nood die men door het opsteken van een hand groet en dan tevens dank zegt voor het simpele feit van zijn aan- DE GELE VAARDERS" van de ANWB-Waterwegenwacht zijn al volop in actie. Ze opereren in een miniem vletje dat echter dankzij zijn 15 pk buitenboordmotor heel wat mans is. Zo nodig kan deze David zelfs (foto hierboven) een Goliath naar veilige haven slepenwanneer een motorstoring niet ter plaatse te verhelpen is. - wezigheid. Want het is prettig te weten dat er zo'n gele rijder (of vaarder) in de buurt is wanneer dat brok techniek, dat onze voort stuwing pleegt te verzorgen plot seling begint te sputteren, nog even moppert „doe het zelf maar", en dan de geest geeft. Nieuwe filmwet stimulans voor hoger niveau Onno Reitsma s EN DAT natuurlijk nooit voor een garage of bij een jachtwerf, maar uitgerekend op een stille weg of op een kilometers brede plas. Dan is dat technisch juweeltje plotseling een vijand geworden, waar je vriendelijk of ruw tegen kunt gaan praten, maar dat helemaal geen asem terug geeft. Op zo'n moment heeft een man met een geel autootje of met een dito bootje iets engelachtigs, die hoeft maar één toverformule te mompelen en alles loopt weer als het bekende naaimachientje. Op de weg zijn we gewend geraakt aan deze magische mannen, maar op het water zijn ze nog helemaal nieuw. Hun aanwezigheid daar ver keert namelijk nog in het experimen tele stadium, en hoe ze zich in de toe komst op de Nederlandse waterwegen zullen gaan manifesteren is nog vol slagen onbekend. Maar in welke vorm dan ook, de gele boot zal wel een blijvertje worden. „EIGENLIJK praten we liever nog helemaal niet over de Waterwegen wacht", vertelt de ANWB-persdienst - man de heer Van Straten, „omdat al les nog in het kader van een experi ment draait. De boot die nu op de Friese meren in bedrijf is moet ons eerst allerlei gegevens verschaffen, bijvoorbeeld over de capaciteit van de motor, over de gereedschappen die aan boord moeten zijn, over de be manning en over de behoefte aan een dergelijke service op het water. VORIG JAAR zijn we met deze proefneming gestart, en dat was ei genlijk op een te laat tijdstip, toen za ten we al midden in het seizoen, zodat we nu nog eens een vol seizoen willen draaien voor we conclusies gaan trekken. Dat er een werkruimte is voor de Waterwegenwacht hebben we vorig jaar trouwens al kunnen mer ken, toen er in anderhalve maand vijf tig maal een beroep op ons is gedaan. Niet veel? Je moet bedenken dat anders dan bij de Wegenwacht niet met de boot gepatrouilleerd wordt. Er wordt alleen assistentie verleend, wanneer daar om gevraagd wordt. Vroeger gebeurde het nog al eens dat een wegenwachter met zijn motor of auto aangehouden werd door een wa tersporter, die vlak bij de autoweg panne aan zijn motorboot gekregen had en zich zo wist te verzekeren van gra tis hulp. Maar tegenwoordig kunnen de mensen dus ook het WW-station in Jou- re bellen, waar de boot op een trailer klaar ligt om uit te rukken. Die trai ler wordt achter een auto gekoppeld en gereden naar een plaats, die zo dicht mogelijk ligt bij de plek waar de boot met panne zich bevindt. De trailer wordt naar de oever gereden, en daar glijdt de boot dan het water in. Deze werkwijze is aanmerkelijk sneller dan wanneer men de hele af stand per boot af zou leggen. De boot vaart misschien vijftien ki lometer per uur, en de auto kan met een aangekoppelde trailer toch altijd nog zestig rijden. Bij pechgevallen op het water gelden overigens precies de zelfde voorwaarden als op de weg: Wil men hulp krijgen van de wegenwacht dan moet men daar lid van zijn, of dat anders ter plaatse worden. Een bedrag van vijfentwintig gulden in to taal. Maar onze ervaring leert dat de meeste mensen, betrokken bij panne, op het water, voor hun auto al lid wa ren van de ANWB en de WW. Die worden dus gratis geholpen". 7///////////////////////////////////////////////^^ TOT VOOR KORT is het met de film in West-Duitsland volop narigheid geweest. Pas vorig jaar vond de lange na oorlogse periode van artistieke onvruchtbaarheid een einde, toen Duitse regisseurs als Schamoni, Schlöndorff en Kluge op internationale festivals bijval en erkenning oogstten in een mate die zij beslist niet verwacht hadden. Het ont brak echter niet alleen aan bezieling, maar ook aan finan ciële middelen. Het maken van speelfilms is namelijk een riskant métier. „Doet" een film het niet, dan zijn alle daarin gestoken miljoenen reddeloos verloren. Bovendien is het bio scoopbezoek ook bij onze Oosterburen de laatste jaren aan zienlijk teruggelopen, overigens een universeel verschijnsel. Daarom zagen de Duitse producenten zich gedwongen, voor namelijk „publiekfilms" te maken, met veel concessies aan de smaak (of wansmaak?) van de massa, die er altijd wel „in gaan". Van artistiek-verantwoorde rolprenten, laat staan van avantgardefilms, kon onder die omstandigheden wel haast geen sprake zijn. GELUKKIG gaat nu de Bondsrege ring zich het lot van. de filmindustrie aantrekken. Zij heeft zojuist een nieu we filmwet bij het parlement inge diend, die het volgende beoogt. Elke bioscoopbezoeker moet aan de kassa, van iedere cinema, behalve zijn en treegeld ook nog een extratax van 10 pfennig (plus minus 9 cent) neertel len. Op die manier zullen ieder jaar circa 30 miljoen mark bijeen gebracht kunnen worden en dat zou een unie ke kans voor de Duitse filmindustrie betekenen om nu eindelijk eens aan haar trekken te komen. TOTNOGTOE heeft die industrie het moeten doen met een schriele subsidie van circa 4 miljoen mark per jaar, „te veel om de hongerdood te sterven, te weinig om iets van belang te pres teren", zoals de insiders zeggen. De bevordering van de filmproduktie is echter ook een staatsbelang en dat niet alleen vanwege de verdiensten (EEG-filmmarkt!) maar ook om re denen van „gezichtsbehoud". „De Bondsrepubliek kan het zich eenvoudig niet langer permitteren, op dit gebied voor derderangs-natie door te gaan, want ook de film is een cultuurgoed, waaraan men de status van een land kan afmeten", aldus een der verdedi gers van het wetsontwerp in de Bonds dag. HET ONTWERP wordt door alle drie de in het parlement vertegenwoordig de politieke partijen gesteund en zal dan ook wel zonder moeite de eind streep halen. Het is een schoolvoor beeld van Duitse „Gründlichkeit" dat tot in details bepaalt, hoe de pfennig- kens van de bioscoopbezoekers ver deeld dienen te worden. Van de ver hoopte 30 miljoen mark zullen na tuurlijk eerst de administratiekosten worden afgetrokken. Twee miljoen mark zal ten goede komen aan He be vordering van de produktie van korte jeugd- en kinderfilms. Rond 7 miljoen gaan naar de bioscoopeigenaars die een aanvraag hebben gedaan tot mo dernisering en verbetering van hun theater-inrichting. Het leeuwedeel van de poet echter is bestemd voor de filmproducenten. Zij krijgen per speelfilm een basissubsidie van 150.000 mark, plus nog eens 100.000 mark voor de televisierechten, alsmede een aan vullend bedrag dat varieert met de omvang van het „inspeel" -resultaat en gemiddeld nog eens 100.000 mark belopen zal. Voegt men daarbij nog de vrijstel ling van vermakelijkheidsbelasting die in Duitsland verleend wordt aan films die van een (particuliere) keu- ringsraad het kwaliteitspredicaat der z.g. „Freiwillige Selbstkontrolle" ver werven, dan wordt het duidelijk dat er nu eindelijk voor de serieuze Duit se filmkunst en haar beoefenaars be tere tijden gaan aanbreken. Temeer, daar er ook nog prestatie-premies tot een maximum van 400.000 mark te verdienen zijn via de „cultuurpot" van het ministerie van Binnenlandse Za ken. TOCH IS NOG LANG niet alles koëk en ei in de Duitse filmwereld. Een hevig twistpunt vormen vooral in de kringen der jonge filmers, de voorwaar den waaraan moet worden voldaan om voor de genoemde subsidies in aanmer king komen waarvan de bruto-verhuur- o.m. dat alleen die films in aanmer king komen waarvan de bruto-verhuu inkomsten minstens 300.000 mark bedragen. Bovendien moeten de film makers, casu quo hun geldschieters, een waarborgsom van 100.000 mark op tafel kunnen brengen en dat is vaak een moeilijke zaak. EEN ANDERE steen des aanstoots is de zogenoemde „zedelijksheids- clau sule". Deze bepaalt dat alleen subsidie verleend kan worden voor de vervaar diging van films die naar vorm en in houd niet strijdig zijn met de grondwet en die geen zedelijkheidsnormen of re ligieuze gevoelens kwetsen. Dit wordt door vele filmers ervaren als „een on- Scène uit „Moord en doodslag", een nieuwe kleurenfilm van de jonge Duitse regisseur Schlöndorff, wiens werk in Cannes zeer de aan dacht trok en die nu door Holly wood zou zijn „weggekocht". Anita Palmberg hanteert het geschut op de foto. duidbare inbreuk op de vrijheid van de kunstenaar", ja: zelfs als een vorm van overheidscensuur die meer in Hitiers Derde Rijk thuis hoort dan in het vrije democratische West-Duits- land anno 1967." Maar de soep wordt nooit zo heet gegeten als zij is opge diend en over het algemeen is men van mening dat ook op deze punten wel overeenstemming te bereiken is, tussen alle betrokkenen. „De culture le speelfilm, die lang geleden haar ba kermat op Duitse bodem had en er eens haar grootste glorie bereikte, staat aan de vooravond van een we dergeboorte, een nieuwe bloeitijd", Zo verzekeren, met Wagneriaans pathos - de voorstanders van de nieuwe film wet. Wel, wij zijn benieuwd OOR DE BOOT heeft men geen speciale schipper aangesteld. Wel bracht een viertal wegenwach ters een paar dagen in Amsterdam door, waar ze bekend gemaakt werden met vaartechniek en de verschillen tussen een auto- en een bootmotor. Vooral dat laatste onderdeel bleek weinig geheimen te hebben voor deze vakbekwame monteurs, maar proble men blijven er. „Een scheepsmotor is over het alge meen gemakkelijker te repareren, maar je kunt er vaak zo moeilijk bij, vooral bij die ingebouwde en volledig weggewerkte motoren van kruisers en jachten. En met buitenboordmotoren heb je het probleem dat je maar moet zorgen in evenwicht te blijven in zo'n schommelend bootje. Plus het feit, dat wanneer je op het water een vitaal schroefje laat vallen, je wel dag met je handje kan zeggen DE WATERWEGENWACHT komt pas in werking wanneer men daar om vraagt, meestal telefonisch. Maar je kunt ook midden op een meer pech krijgen, en dan valt het niet mee om ter plaatse even een telefoongesprekje te plegen. Wat doet zo'n pechvogel dan? „U moet niet vergeten, dat de onderlinge hulpvaardigheid op het wa ter vele malen groter is dan op de weg. Op het water hebben de mensen geen of minder haast, en daar zijn ze heus wel bereid om je even een sleep naar de kant te geven, of, indien de boot te zwaar is om te slepen, het Wegen wachtstation even voor je te bellen. Nee, dat is nog nooit een probleem geweest." WANNEER NA een oproep voor as sistentie de auto-trailer-boot-combina tie zich naar het Tjeukemeer heeft ge spoed, wordt, daar aangekomen, de boot met een lier van de trailer getrok ken. Het hoogteverschil van meer dan een meter tussen kade en waterspiegel veroorzaakt geen enkele moeilijkheid. Wanneer straks, aan 't eind van de tocht, de boot weer uit het water ge haald moet worden volgt de demon stratie van een leuke uitvinding van de Wegenwachters. Die hebben name lijk ontdekt, dat een gewoon startmo tortje uit de auto wonderen verricht. Waren er vroeger twee man voor no dig om die boot tegen de wal op te zeulen met behulp van 'n liertje, nu heeft die startmotor gemonteerd op de trailer en aan te sluiten op de accu van de auto, die taak overgenomen. Het is een dóódsimpel systeem, en zou doer iedere trailer-boot-bezitter te imi teren zijn. Een startmotor, voor een tientje bij een sloperij verkrijgbaar, twee wielen, nodig voor de vertraging en een eind kabel is in combinatie met een liertje alles wat je nodig hebt om zonder zweetdruppeltjes je boot weer op de kant en op de trailer te krijgen. DE WATERWEGENWACHT is nog een experiment. Maar wanneer dat ge durende het komende seizoen goed uit valt, dan zal Nederland het eerste land zijn ter wereld dat behalve op de weg ook pechservice op het water kent Voorlopig alleen op de Friese meren, later wellicht ook op de andere plas sen elders in ons land waar het ge motoriseerde spelevaren beoefend wordt.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1967 | | pagina 14