De wind kan
Nieuwe staatssecretaris:
„Het moet nog wennen'
PANDA EN DE MEESTER-DRINKER
r.
1
POLLE, PELLI EN PINGO
1
i
Met een luchtballon
in de middernachtzon
ngestipt
RECHTER TIE EN HET ANDERE ZWAARD
KAMMETJE FOK
Koude droom
Ons vervolgverhaal
MAANDAG 19 JUNI 1967
15
Een romantisch verhaal door Richard Mason
H. J. de Koster, van meel naar politiek
Ander leven
119-9
Nieuw systeem voor
NS-abonnementen
Kees Stip
iMMMWMMwmyyu
s*
71)
„Ja, ik dacht wel, dat u me dat
zou vertellen".
„Draagt het uw goedkeuring weg?"
Hij stak een sigaar op en bleef
er een poosje aan trekken, terwijl
ik in spanning op zijn antwoord
wachtte.
„Het is eigenlijk geen kwestie van
goedkeuring. Ze wil niet met u trou
wen, omdat ze bang is voor uw ge
luk. Ik geloof dat u dient te beden
ken, dat ze misschien gelijk kan
hebben".
„Ik wil het erop wagen", zei ik.
„Daarmee zou u dus de galante
weg volgen".
„Het is helemaal niet galant; het is
het enige wat ik wil".
„Als ik u was, zou ik wachten", zei
hij. „Dat is het allerbeste. Wacht af
wat er gebeurt. Er kunnen alle mo
gelijke factoren bestaan, die u nog
niet duidelijk kunt overzien".
„Ik had gehoopt, dat u mijn bond
genoot zou zijn".
„Ik ben uw bondgenoot ook, en
ik zou willen dat u dat niet vergat.
Ik ben uw bondgenoot en ik ben er
zeer op gesteld dat u de mijne bent.
Ik wil graag het gevoel hebben, dat
ik me op u verlaten kan".
„In welk opzicht?"
„U wist toch dat ik Hanako's voogd
ben? Ik heb me vaak afgevraagd of
ik er goed aan had gedaan haar naar
India te laten vertrekken. Maar er
was geen sprake van mijn toestem
ming. Ze had besloten dat ze wil
de gaan en ze is een koppig klein ding
met een eigen wil. Ik heb ja gezegd,
omdat ze niet wilde, dat ik iets an
ders zou zeggen. Het betekende dat
ze heel alleen naar het andere eind
van de wereld zou gaan en op haar
eigen houtje haar baantje ter hand
zou nemen. Ze was eenzamer dan
wie ook, omdat ze een Japanse was
tussen mensen, die de Japanezen
haatten. Op mijn aandringen nam ze
een Chinese naam aan. Ze zei dat ze
het niet eerlijk vond tegenover de
Chinezen en dat ze zich niet anders
moest voordoen dan ze was, maar ik
verbond die voorwaarde aan haar
vertrek. Nu is ze niet meer alleen,
en omdat mijn werk niet toelaat dat
ik hier lang blijf, ben ik u daar heel
dankbaar voor. Binnen enkele dagen
vertrek ik naar Delhi en daarna
vlieg ik naar Engeland terug. Ik zal
niet meer in de gelegenheid zijn,
haar nog ooit te zien en het is een
grote verlichting voor me, te weten
dat ze het komende jaar u heeft".
„En hoe staat het met mr. Scaife?"
vroeg ik.
„Mr. Scaife is in vele opzichten
een uitstekend man Hij is zowel in
telligent als bekwaam, en hij is een
vriend van me.' Maar zijn geest is
door een massa omstandigheden ver
troebeld en nu is het een heel vreem
de geest geworden. Ik zou hem niet
graag de zorg voor Hanako toever
trouwen".
„Binnen twee maanden is mijn
speciale training achter de rug", zei
ik, „en ik weet niet waar ik dan heen
zal moeten".
„Dat is niet zo erg moeilijk", zei ik
,,U kunt niet weten. U zou een har
de tijd voor de boeg kunnen hebben".
„Ik houd van haar."
„Ja zei hij, „dat maakt verschil.
'tt
U houdt heel veel van haar en ik
verlaat me volkomen op u."
HOOFDSTUK 8
Tegen eind oktober verzocht de
brigadier de onderwijzers van iedere
student een rapport op te maken.
„Help me alsjeblieft, lieveling", zei
Sabby. „Ik ben niet goed in rappor
ten."
We zaten na het eten op het ter
ras onder de staande lamp. De re
gens waren opgehouden en Bombay
genoot zijn beste jaargetijde. De
avonden waren heerlijk. We zaten
buiten zonder ons warm of kleverig
te voelen, en Bahadur bracht ons kof
fie en voor mijzelf een glas Madei
ra, en behalve de gedachte dat we dit
huig nog maar weinige weken zou
den bewonen, waren we wonderbaar
lijk gelukkig.
Ik nam haar bundeltjes blaadjes
met potloodnotitie op. Ze had allerlei
papiertjes volgekrabbeld met zinnen
die ik overal als die van Sabby zou
hebben herkend. Over mij had ze
geschreven:
„Deze student is de beste van al
lemaal. Ik vond hem buitengewoon
knap en hij spreekt heel goed Ja
pans. Alleen zijn accent is een beetje
grappig, maar dat is niet belangrijk,
want ik kan alles verstaan wat hij
zegt. Hij kan zich geheel in het Ja
pans uitdrukken."
„Zeg, dat stuur je toch zeker niet
in?" vroeg ik.
„O ja, dat doe ik wel. En ik ga
aan het eind schrijven: „Hij is ook
heel lief en af en toe vind ik het pret
tig hem in zijn oren te bijten."
„Dat behoef je er heus niet achter
te zetten. Iedereen kan hieraan wel
zien, dat je me graag in mijn oren
bijt".
„Dat kan mij niet schelen.'
„Maar mij wel. Je kunt dit niet
laten staan, want het is niet waar.
Ik kan maar tot op zekere hoogte
Japans spreken en de meeste dingen
die ik zeg, zijn geschikt voor dit ter
ras, maar niet tegenover krijgsge
vangenen".
„Dat doet er niet toe. Jij bent de
beste".
„Dat behoor ik ook te zijn. Ik
heb tienmaal zoveel Japans gespro
ken als de anderen. Maar dat kun
je niet zeggen".
Ik keek de andere rapporten door.
De meesten waren „behoorlijk" en
„heel goed" en één luidde: „Vrij
goed". Dat van Fenwick was het
slechtste van allemaal.
„Deze persoon is niet half zo goed
als hij zelf denkt. Hij vindt het
prettig, moeilijke lange woorden te
gebruiken, maar hij spreekt ze nooit
goed uit. Hij is niet zo goed als hij
behoort te zijn en als hij op deze
manier doorgaat, voorzie ik niet dat
hij ooit gemakkelijk zal leren spre
ken".
„Al deze rapporten zijn erg door
zichtig", zei ik.
„Als raam?"
„Ja, je kunt er precies doorheen
lezen, hoe je over de mensen denkt."
„Lieveling, ik heb zo mijn best ge
daan om goed rapport te maken".
„Dat weet ik wel, liefste, maar je
bent soms nog zo'n kind".
„Je bent verschrikkelijk onaardig".
(Wordt vervolgd.)
(Van onze correspondent)
LEIDEN „Het leven van een poli
ticus, ook al neemt hij daaraan dan nog
maar kort deel, is zeer wisselvallig.
Woensdag zou ik in de Tweede Kamer
mijn maiden-speech als kamerlid houden.
De voorzitter had mij als derde spreker
genoteerd. Als woordvoerder van de VVD
zou ik spreken over Vietnam. Mijn mai-
den-speech blijft echter in portefeuille. Ik
zal haar niet houden. In de Staten-Gene-
raal neem ik thans een andere positie
in".
Dit vertelt ons de heer H. J. de Koster,
oud-voorzitter van het Verbond van Ne
derlandse werkgevers, die nu staatssecre
taris van Buitenlandse Zaken is. In deze
kwaliteit volgt hij de huidige minister van
Economische Zaken, mr. L. de Block, op.
De heer De Koster, die ruim 25 jaar
de leiding van de meelfabriek „De Sleu
tels" in Leiden in handen had, is met
deze benoeming een andere sleutel in
handen gegeven. Het is de Nederlandse
sleutel tot de Europese politiek, welke hij,
uiteraard onder hoogste verantwoordelijk
heid van minister Luns, te behartigen
krijgt. Zo mogelijk zal hij er vele Euro
pese deuren wij denken onder andere
aan het toetreden van Engeland tot de
E.E.G mee moeten openen.
De heer De Koster, die ons in het
kantoor van „De Sleutels" ontving, is
nog maar kort geleden van „het meel"
naar de politiek overgeschakeld. Bij de
Tweede Kamerverkiezingen van 15 febru
ari stond hij kandidaat voor de V.V.D.
„Op een nog niet eens volledig zekere
plaats", zo zegt hij. „De V.V.D. kwam
met zeventien zetels uit de bus. Het is
met mij in de politiek eigenlijk te snel
gegaan. 15 februari gekozen tot lid van
de Tweede Kamer, nu al staatssecretaris"
In tegenstelling tot zijn vele functies in
het bedrijfsleven, waar hij zich rustig
kon inwerken, heeft de heer De Koster
in te korte tijd parlementaire ervaring
moeten opdoen. „Het moet", zo vertrouwt
hij ons toe, „allemaal nog een beetje
wennen". Voor minister Luns („Ik vind
het prettig in zijn schaduw te mogen
werken") is de heer De Koster echter
geen vreemde. „Onze kennismaking da
teert reeds van 35 jaar geleden. In het
zelfde jaar begonnen wij aan de gemeen
telijke universiteit van Amsterdam onze
studie. Luns ging rechten studeren en ik
economie. We zijn dus jaargenoten".
Na zijn benoeming tot staatssecretaris
is de heer De Koster een kantoorboek
handel binnengestapt om zich daar van
een nieuwe zakagenda te voorzien. Zijn
oude, vol met afspraken en data van
buitenlandse vergaderingen, brengt geen
lijn meer in zijn leven. Zij ligt ergens,
verscholen in een hoekje, in zijn bureau.
Vrijwel alle afspraken zijn geannuleerd,
terwijl de heer De Koster zich gaande
weg uit alle nationale en internationale
functies en dat waren er vele heeft
teruggetrokken. Zijn laatste functie die
van voorzitter van het Verbond van Neder
landse Werkgevers stelde hij daags na
zijn verkiezing als lid van de Tweede
Kamer ter beschikking.
Als staatssecretaris wacht hem een
nieuw en geheel ander leven. Een geluk
kige omstandigheid is daarbij dat de heer
De Koster reeds op zeer jeugdige leeftijd
internationaal leerde denken en dat hij
met oud-minister Mansholt aan de wieg
van de E.E.G. heeft gestaan. Geheel
vreemd tegenover de diplomatieke dienst
staat de heer De Koster niet. In zijn
jonge jaren hoorde hij er thuis veel over
spreken. Zijn vader oud-consul-gene-
raal in Singapore was jarenlang in
diplomatieke dienst en vervulde onder
andere tijdens de eerste wereldoorlog tal
rijke functies in 's lands belang.
De problemen welke zich thans op bui
tenlands terrein aandienen, denk maar
aan het Nabije Oosten en Vietnam, zijn
V.X3 -
COA MAfttfN T.iOsiO&K
76. „Ik kan echt niets voor je doen, Joris!" zei Panda
„Ik weet niet hoe je weer zichtbaar kan worden!"
„Neen, jongske - dat begrijp ik!" prevelde de ander,
zijn tranen drogend. „Maar wellicht weet uw geleerde
vriend raad. Komaan, breng mij naar hem toe, wat
ik u bidden mag!" Afkeurend nagekeken door Jollipop
verlieten ze het vertrek en betraden de keuken, waar
professor Kalker zich bevond. „Merkwaardig mom
pelde deze, nadat hij Panda had aangehoord. „Onzicht
baar Hoe komen sommige lieden er bij om onzicht
baar te wordenMaar je stelt me voor een aardig
probleem, ehPimpa! Eens kijken!" Hij pakte een
stuk krijt en begon daarmee prevelend formules op een
schoolbord te krassen. „De dissolventie-gradatie is te
stellen op éénverklaarde hij. „Zodat we nu
weten dateh wat weten we? Ach ja de apparen-
tie dient dus twee te zijn om in het equilibrium te
komen! En daarvoorHij vervolgde zijn bereke
ningen en stopte toen tevreden zijn geschrijf. „Toma
tensap!" sprak hij. „To- tomatensap?" herhaalde
Panda. „Wat is daarmee?"
POOte, HEB JIJ MISSCHIEN
ONS PINó-PONö BAUETJe
6EZIEN
NEE-IK WEET
WAT - IK BR060
HET ZEEF OIT
ARM V0661TJ6 - ER
IS EEN El UIT ZUN
♦JEST GEVAU/EN
MISSCHIEN KAN IK DB
BOOM INKl/IMMEN EN HET
HEEt VOORZICHTIG TERU6
LEGGEN
(CD PI»
H. J. de Koster
overstelpend groot. De heer De Koster
noemt het tragisch dat wapens moeten
beslissen over het voortbestaan van Is
rael. „Er is nu wel een wapenstilstand,
doch dit betekent nog geen vrede. De VN
zullen nu met een oplossing moeten ko
men voor een staat die men zelf in het
leven heeft geroepen. Een oplossing die
in de toekomst iedere oorlogsdreiging
wegneemt".
Vraagt men de heer De Koster of de be
noeming tot staatssecretaris het „eind
station" van zijn succesrijke carrière be
tekent dan is hij realist genoeg om daar
op ontkennend antwoord te geven. „De
politiek is altijd nog zeer wisselvallig. Een
meningsverschil tussen kabinet en Kamer
kan zo gemakkelijk tot een crisis leiden.
En dan moet men maar weer afwachten
wat er gebeurt".
Om te komen tot uniformiteit, vereen
voudiging en eenvoudiger controle op het
persoonlijk gebruik van abonnements-
en vastrechtkaarten wordt bij de Neder
landse Spoorwegen geleidelijk een nieuw
systeem voor abonementen- en vastrecht-
kaarten ingevoerd. Voor wat betreft for
maliteit en indeling zal het mede gericht
zijn op het gebruik van het kasregister.
Met ingang van het nieuwe schooljaar
(vanaf half augustus dus) zal het nieu
we abonnementensysteem worden inge
voerd voor de scholierenkaart. Daarna
volgen successievelijk de andere abonne
menten en vastrechtkaarten. Voor de
abonnementen en vastrechtkaarten zal
voortaan eenzelfde model N.S.-identi
teitsbewijs worden gebruikt. Het is gratis
verkrijgbaar en wordt pas geldig nadat
het door de betrokkene is ingevuld en
aan het loket van een stationsstempel is
voorzien. Het invullen van formulieren is
niet meer nodig en bovendien is de over
gang van de ene abonnementssoort naar
de andere vereenvoudigd.
Himig(|WI|||||W|||fWIAAIWIflflMWIfWUWUWWWIAIW«MtA<WWUWWIfllWWWIAAAAIWWWWWllUIMWIAA4WUMAAAAAAMWWIfWWIMWIMWII
INCASSO WEEKABONNEMENTEN
De incasso van het abonnementsgeld
iedere week kost veel tijd en moeite,
aan u en aan onze bezorgers.
Er zijn twee mogelijkheden om het
ongemak in dit opzicht te vermijden
a. Overgang op een kwartaalabonne
ment.
b. Betaling aan de bezorger voor een
periode van 4—5 weken. U krijgt
dan een door de bezorger onder
tekend ontvangstbewijs. Misver
stand over de betaling is daardoor
uitgesloten.
Het resultaat voor u Minder geloop
naar en gebel aan de deur; in uw wijk
daardoor een vlottere bezorging. Voor
de bezorger minder last. Probeert u
het eens.
DE ADMINISTRATIE.
De Nederlandse ballon-
vaarders Jan en Nini
Boesman willen eind juni
een tocht ver over de
poolcirkel maken bij het
licht van de midder-
nachtszon boven Zweeds
Lapland. Ze willen de
tocht maken in een bijna
twee eeuwen oude ballon.
Ze hebben het gemeen
tebestuur van het mijn-
bouwcentrum Kiruna
dat zegt naar oppervlak
te de grootste gemeente
ter wereld te zijn om
toestemming en hulp ge
vraagd via de plaatselijke
vliegclub. In Kiruna heeft
men nog nooit een ballon
gezien.
Het echtpaar Boesman
zegt in zijn brief dat het
de vlucht zo lang moge
lijk wil volhouden, ook
tijdens de nachtelijke
uren. Het is echter aan
het einde van deze maand
in de nacht even licht als
overdag. Het echtpaar
denkt aan een vlucht van
minimaal twaalf uur over
minstens 120 kilometer.
De ballon zal volgens de
brief dezelfde zijn als die
waarmee professor Char
les 184 jaar geleden zijn
eerste tocht maakte in
Parijs. Mevrouw Nini
Boesman, die in 1937 haar
eerste ballonvaart maak
te, zal de leiding hebben
van de vlucht.
Een bestuurslid van de
vliegclub Kiruna heeft
meegedeeld dat men de
vlucht wil helpen finan
cieren door middel van
een speciale stempeling
van poststukken die de
ballon zal meenemen. De
enveloppen zullen dan als
curiositeit worden ver
kocht.
Het echtpaar Boesman
zal vandaag uit Neder
land vertrekken en op 21
juni de langste dag
per trein uit Stockholm
arriveren. De ballon reist
over land en zal op 20
juni in Kiruna aankomen.
De vlucht zal afhankelijk
van het weer plaatsvin
den tussen 21 juni en 3
juli.
AAMMAWVVVVVUMAn/VVVMA/VVVVVVVVVWVVWU\MAA(VVVVUVVWMnWVVVWVWW«VVWVVVVVVWnWVVWWVUWWI
Een paar maanden geleden heb ik
een kort bezoek gebracht aan Cura
sao. Niet door in een vliegtuig te
stappen, maar door het betreden van
een klein donker zaaltje met wat stoe
len, asbakken en heren.
Die heren hadden een film meege
bracht van Peter Creutzberg. Toen het
licht weer aanging had ik het gevoel
dat ik lijfelijk op Curasao was ge
weest. Zo mooi vond ik die film.
Ik ben dus blij dat de jury voor de
staatsprijs hem ook mooi vond en er
de prijs aan toekende. Ik heb evenwel
de andere films die ingezonden waren
niet gezien, zodat ik niet weet of ik
het met die beslissing eens zou zijn
geweest.
Maar een aantal critici die de ande
re films wel hebben gezien is het
er niet mee eens.
En daar ben ik ook alweer blij om,
want critici zijn er niet om mooi te vin
den wat een ander mooi vindt, maar
om, zodra ze iets niet mooi vinden, een
waarschuwende vinger op te heffen te
gen de maker van het werk en tegen
het publiek.
De critici in kwestie zijn echter zo
ver gegaan dat ze die vinger
hebben uitgestrekt naar de minister
van Cultuur, mejuffrouw dr. Klompé.
Ze hebben een telegram gestuurd waar-
•n stond dat de regering door het ad
vies van de jury te volgen zich op
het verkeerde pad zou begeven. Om
aanschouwelijk te maken wat de con
sequentie van deze redenering is, heb
ik mij veroorloofd een kort scenario
te ontwerpen voor een zeer lange film.
Hier is het:
Een aantal critici zit om een ta
fel in het ministerie van Cultuur. Mi
nister Klompé treedt binnen, zwaait
met een telegram, en zegt: „Heren,
ik heb uw terechtwijzing ter harte ge
nomen en mijn beslissing inzake de
staatsprijs herzien. De jury is zonder
eten naar bed gestuurd, en ik benoem
u hierbij tot mijn nieuwe jury. Hier
komen de te beoordelen films". Zij
drukt op een knop, het licht gaat uit
en wij zien alle ingezonden films in
hun volle lengte. Dit duurt een week.
Daarna zien wij de jury in dezelfde
zaal, terwijl de voorzitter bekend
maakt, dat een andere film dan die
van Creutzberg voor de staatsprijs aan
bevolen wordt. Minister Klompé treedt
weer binnen, zwaait weer met een tele
gram en zegt: „Heren, met verwijzing
naar uw telegrafisch advies heb ik be
sloten uw advies niet op te volgen.
Ik ken de staatsprijs toe aan Peter
Creutzberg".
Dan krijgt hij de staatsprijs dus
toch. Tenzij ik hem krijg voor dit sce
nario.
KIEL (DPA). Een opvarende van
de Westduitse kustvaarder „Mary
Both" drrtomde dat het schip aan het
zinken was. Met de wonderbaarlijke
zekerheid van een slaapwandelaar
opende hij een patrijspoort en sprong
in pyjama de zee in. Aan boord, van
de „Mary Both" bemerkte niemand
iets en het schip voer met onvermin
derde snelheid verder.
De dromer lag ongeveer drie kwar
tier in het water. Toen werd hij door
de Oostduitse kotter „Seiwal" opge
pikt.
6. Tsjiao Tai en de hoofdman rennen de
trap af en stormen naar buiten. Er moet
een ongeluk gebeurd zijn, als het niet
erger is. Hardhandig banen ze zich een
weg door de troep omstanders, die zich
verdringen om te zien wat er gebeurd
ik. De kleine jongen ligt nog steeds op de
grond. Zijn borst is rood van het bloed.
Naast hem ligt zijn moeder op haar
knieën en snikt hartverscheurend, terwijl
ze zijn stille, bleke gezichtje streelt. Seah
staat nog steeds sprakeloos van ontzet
ting met het bebloede zwaard in zijn
hand. Tsjiao Tai heeft maar één blik no
dig om te zien dat de jongen niet meer
te redden is. Hij is dood, het zwaard heeft
hem midden in het hart getroffen „Ik
ben van het gerecht", zegt Tsjiao Tai
met luide stem. Iedereen achteruit die
hier niets te maken heeft. Hoofdman,
waarschuw de wijkmeester, hij moet met
een komen!" Met een ruw gebaar rukt hij
Seah het zwaard uit de handen en bijt
hem toe: „Hoe heb je dat ooit kunnen
doen! Je eigen zoontje neersteken als een
hond". „Maar het kan niet!" stamelt Seah
verbijsterd. „Ik had toch het bovenstt
zwaard genomen! En dit is het ander
zwaard, het echte! Dit zwaard moest on
derop liggen in plaats van bovenop!"
859. Karo en Tutu sprongen een gat in
de lucht, Tutu natuurlijk wat hoger dan
Karo.
„Bram, je lééft", riep Karo uit.
Een mirrrrrrrakel," kraste Tutu.
Grijnzend kwam Bram de struiken uit.
„Ik heb inderdaad een heleboel geluk
gehad, jongens, want ik dacht dat mijn
laatste uurtje geslagen had" Hij ver
telde, hoe hij tijdens zijn gedwongen
luchtreis door een zwaan was gered. „Het
dier daalde snel om me kwijt te raken
en was alweer verdwenen, voordat ik
dankje kon zeggen".
„Wonderlijk", zuchtte Karo.
„Zeg dat wel", zei Bram. „Want het
mooiste komt nog. Toen ik daar zo hoog
door de lucht zweefde aan de hals van
die zwaan zag ik plotseling iets.
Hij hield op en schudde het hoofd.
„Jullie zullen het wel zien. We gaan
meteen op pad. Maar eerst gaan ook wij
bloemen brengen aan het geluksolifant-
je".
En zo gebeurde het.