De wind kan niet lezen
Hervormde synode geeft
richtlijnen voor het
gemengde huwelijk
Limburg en de Achterhoek
hebben meeste onweersdagen
PANDA EN DE MEESTER*DRINKER
POLLE, PELLI EN PINGO
ngestipt
RECHTER TIE EN HET ANDERE ZWAARD
RAMMETJE FOK
Mulo-examens
11
0
WOENSDAG 21 JUNI 1967
Een romantisch
Mason
-1
Kernpunt
Geen
mis
Kees Stip
„ISsL-a i
73) Hij ver
klaarde, dat wij door Sabby hadden
geleerd, dat de taal tot een bescha
ving en een maatschappij behoorden,
die men niet anders dan bewonde
ren kon, en dat zodra de lelijke din
gen voorgoed uit de weg waren ge
ruimd, wij het tot onze taak reken
den, een rol te spelen in het herstel
len van al wat goed was.
Sabby bloosde diep en keek op
haar bord neer, zodat we haar ge
zicht niet konden zien. Ik wist dat
zij dit uit bescheidenheid deed, maar
ook omdat ze zich schaamde voor
haar land. Iedereen juichte haar toe
en wilde met haar toasten, maar ze
schudde alleen haar hoofd zonder op
te kijken, en ze bleef nog een hele
tijd met gebogen hoofd zitten. Ik
denk dat ze wachtte totdat haar tra
nen waren opgedroogd.
Hierna werd iedereen luidruchti
ger. Peter stond op en maakte de
verloving van Mario en Dorcas be
kend. Mario deed alsof hij boos was,
omdat hij had gezegd dat hij er nog
geen ruchtbaarheid aan wilde geven.
Daar zaten ze naast elkaar, het uit
gelezen mooie paar uit een society-
tijdschrift en ze keken alsof ze de
hele wereld aan hun voeten zouden
brengen. Dorcas' blonde haar was
in een prachtige nonchalante golf
achterovergekamd en haar gezicht
was delicaat blank en Engels en
mooi gevormd en op dat ogenblik
kon ik me levendig voorstellen, dat
ze de rest van hun leven zouden
doorbrengen in restaurants en loges
en landhuizen, met paarden en hon
den en fijne flessen wijn. We toastten
allemaal op hen. En toen stond er
weer een ander op en zei: „Nóg een
verloving. Dit keer zijn het Lamb en
Sandra".
Er was een penibel ogenblik van
stilte, omdat niemand dit had ver
wacht en de meesten van ons wisten,
dat Sandra één van Rosies vriendin
nen was. Maar toen herinnerden
we ons plotseling,- da ze ook nog
goedhartig en humoristisch was en
er volgde nog meer lawaai en gebons
op tafel en Lamb, die blijkbaar zelf
had aangedrongen, op het bekend
maken van de verloving, stond op
en hield een toespaak, terwijl zijn
ogen achter zijn bril mét hoornen
randen straalden. Hij sprak over
Sandra alsof ze een Vestaalse maagd
was en alsof wij dat óók allemaal
vonden; en we voelden ons nu. zo ge
lukkig als het maar kon en we lach
ten uitbundig.
En tenslotte stond ik op, om te
zeggen dat Peters boek zou worden
uitgegeven. Hij had het twee dagen
tevoren per telegram gehoord.
De driehonderdenzeventig tele
gramformulieren hadden veilig hun
bestemming bereikt en onmiddellijk
indruk gemaakt. Het was alweer een
belangrijk feit, dat gevierd moest
worden.
We zaten om de tafeltjes met de
overblijfselen van het diner en we
bleven uren doorpraten. Er was geen
tekort aan drank, omdat we alle
maal geld hadden bijgedragen; de
brigadier had bovendien tweehonderd
rupees gegeven. Onze meeste kleine
vetes werden vergeten in een roes
van broederlijkheid, maar ik kwam
met opzet niet in de buurt vpn Fen-
wick; ik wilde niet riskeren, dat ik
- V;
hem de hand zou schudden en alles
zou vergeven. Ik wist, dat als ik hem
vergaf, ik er de volgende dag spijt
van zou hebben, en het was belache
lijk iemand te vergeven, omdat je
zelf te veel had gedronken en je ge
lukkig voelde.
Mervyn zat aan mijn ene kant. Hij
was vrolijker dan ik hem ooit had
gezien en veel meer dronken dan een
der anderen.
„Jullie zijn uilskuikens", zei hij.
„Jullie zijn allemaal verschrikkelijke
uilskuikens. Als je in de wildernis
zit, denk dan maar eens aan mij in
Chelsea".
„Misschien willen we niet allemaal
naar Chelsea".
„Iedereen wil naar Chelsea".
„Maar ik niet", zei ik.
„Dan ben jij een leugenaar, of an
ders een idioot. In ieder geval ben je
een uilskuiken".
„Waarom?"
„O, klets niet. 't Is een prachtige
plaats. Chelsea. Binnen twee maan
den ben ik er. Ik zal gaan eten bij
Leopard en absint drinken en dan
naar huis gaan en een fijne avond
hebben".
„Je kunt nu geen absint krijgen in
Londen".
„Kan me niet schelen. Ik zal in
ieder geval toch een fijne avond
hebben. En waar ben jij over twee
maanden?"
„Ergens ver achter de gevechtsli-
jiie, in Burma, denk ik."
„Nou, ik hoop het voor je. 't Is je
verdiende loon, omdat je een uils
kuiken bent en niet terug wilt naar
Chelsea".
„Ik heb nooit in Chelsea gewoond".
„Is er dan geen andere plaats waar
je naar terug wilt? Je zou Bayswa-
ter best fijn vinden, 't Is wel niet zo
fijn als Chelsea, maar toch heel ge
schikt om naar terug te gaan".
„Ik wil nergens naar terug. Vroe
ger wel, maar nu ben ik eraan ge
wend".
,,'t Komt alleen maar omdat je een
domoor bent, dat je aan de dingen
gewend kunt raken, 't Is enkel lui
heid. Als je niet lui was om de ze
nuwen te krijgen van een bepaalde
plaats waar je naar terugwilt, dan
zou je wel met me meegaa. 't Is het
gemakkelijkste wat er bestaat".
„En je bent zelf bijna voor goed
in het gekkenhuis beland".
„Ik heb 'n risico genomen. Je moet
nou éénmaal risico's' némen.
Ik ben er goed doorheen gekomen
en dat zou jij ook kunnen als je geen
uilskuiken was. Je bent eens door de
wildernis heen gekomen en nou gaan
ze je er wéér naar toe sturen. Deze
keer zul je 't niet overleven".
„Onzin; tolken worden niet ge
dood".
„In de wildernis gaat iedereen
dood. Je zult weer malaria en ko
gelgaten in je vuile zweren krijgen".
„Dan zal ik eraan denken, hoe jij
voor de deur van Leopard eer* taxi
aanroept en intellectuele gesprekken
houdt met schildersmodellen. En dan
besef ik pas goed, dat het de moei
te waard is om de oorlog te winnen".
„Je hoeft niet zo'n houding aan te
nemen, held die je bent!"
„Ik kan je verzekeren, dat er vol
strekt geen heldendom in zit".
(Wordt vervolgd.)
Mulo-examens Haarlem. Geslaagd
voor diploma A: S. M. Kessens en W. de
Vries, Haarlem; J. A. Kluijt, Vijfhuizen;
G. B. v. d. Wal, G. v. d. Merwe en R.
Severijnse, Haarlem; D. Verhoef, Velsen;
H. L. Posthumus en J. A. P. Rumping,
Beverwijk; M. E. de Groot, IJmuiden; R.
van Zoomeren*, J. C. Wout en IJ. Ver
schuur, Badhoevedorp; P. A. Tanis*,
Hoofddorp; L. G. ten Bokum* en W. L.
Brouwer, Heemskerk; N. L. Drenth*, E.
Eelman*, D. L. Joosten*, L. v. d. Linde*
en S. Tesselaar*, Beverwijk.
Mulo-examens Haarlem. Geslaagd
voor diploma A de dames: M. Stigter,
Badhoevedorp; G. Blom en C. Bruijnes te
Santpoort; L. R. Derksen, Y. v. d. Hoeff,
N. J. Nieuwstraten*, W. Peper*, A. van
Petten, L. C. E. Planting*, F. Plantinga*
te Haarlem; M. E. Scherpenzeel en E. M.
G. Siebers te Zandvoort; W. A. v. d.
Merwe*, Velsen; M. J. Jansen*. Zwanen
burg, J. A. de Raadt*, Halfweg. De
heren: J. G. Gerbranda, J. C. Jelles, M.
W. R. Jordan, A. M. Kollerie, A. J. Plomp,
Haarlem; F. E. de Cock Buning en L.
Salomons, Heemstede; J. de Bruin en P.
J. Faber, Haarlemmermeer; M. G. de
Vries, Amsterdam; F. Schiltmeijer, J. U.
van Staveren en R. L. W. Weiiers, Zand
voort; N. W. Boersma, Bennebroek; J. W.
Hoefakker* en T. R. Kooij, Velsen; G. J.
van Loo*, Bloemendaal; S. A. Hoogeveen*,
Zwanenburg.
Uit dit overzichtskaartje van het
jaarlijkse gemiddelde aantal on-
weersdagen in ons land blijkt dat de
maxima in Limburg en de Achter
hoek worden waargenomen.
(Van qnze correspondent)
Driebergen. Wanneer de circa 1200 Her
vormde kerkeraden in Nederland binnen
kort richtlijnen ontvangen hoe te handelen
bij de kerkelijke inzegening van bepaalde
gemengde huwelijken, met name tussen
hervormde en rooms-katholieke part
ners, dan zal dat geen werkstuk zijn dat
met grote vreugde door de generale sy
node is aanvaard. Integendeel, het is een
stuk, waarvan men zou kunnen zeggen,
dat het uit de nood is geboren. De synode
leden wilden, toen de door professor dr. A.
J. Bronkhorst opgestelde richtlijnen met al
gemene stemmen aanvaard werden, de
duizenden jongeren die jaarlijks in 't wan
kele gemengde huwelijksbootje stappen
niet in de steek laten. Vandaar de nieuwe
richtlijnen, waarvan men van harte zei
te hopen dat ze maar tijdelijk zullen zijn.
Ze houden in dat kerkeraad en predikant
in bepaalde gevallen medewerking aan
een huwelijksdienst met een rooms-katho
lieke priester kunnen verlenen.
Van rooms-katholieke kant wordt van
de partners sinds 1917 de belofte geëist
de eventuele kinderen rooms-katholiek te
dopen en op te voeden. Dat is voor pro
testantse partners in kerkelijk gemengde
huwelijken een onverdraaglijke zaak, in
toenemende mate ook voor rooms-katholie
ke partners, zo is wel gebleken. In de
grote steden in het westen van het land
kan van de gemengd gehuwden ongeveer
97 percent door de rooms-katholieke kerk
worden afgeschreven.
Waarom dan nu toch deze hervormde
richtlijnen? In de eerste plaats blijken de
trouwlustige jongeren zich niet heel veel
aan te trekken van hetgeen de geïnstitu-
tioneerde kerken hen in de weg leggen.
Wat dat betreft had de nieuwe secreta
ris-generaal van de Nederlands Hervorm
de Kerk, ds. F. H. Landsman, gelijk toen
hij zei dat er een nieuwe generatie op
groeit die wel christen wil zijn, maar zich
weinig wil bemoeien met traditionele kerk
vormen.
(Van onze weerkundige medewerker)
Op elke willekeurige plaats in Neder
land mag men gemiddeld in de drie zo
mermaanden op 12 tot 15 dagen on
weer verwachten, dus ongeveer eens in
de zes a zeven dagen. Dit cijfer mag
wat meevallen, opvallend £Eóter het
aantal dagen waarop in 'ae zomer on
weer in ons land wordt waargenomen.
Dit is vrij nauwkeurig na te gaan. Het
KNMI heeft een vast aantal waarne
mingsposten in ons land. Naast deze vas
te posten zijn er veel vrijwillige on
weerwaarnemers die op speciale on-
weerskaarten van elke bui die er 'vlak
bij of op afstand (hoorbaar- of zichtbaar)
met onweer passeert melding maakt.
Aan de hand van deze gegevens, ver
vat in de jaarlijkse' overzichten „On-
weders en Optische verschijnselen in
Nederland", een uitgave die helaas te
veel jaren achterop is, blijkt dat nor
maal in juni, juli en augustus (de drie
zomermaanden) op 47 dagen (van de
92!) ergens in ons land ongeveer wordt
waargenomen.
In een overzicht van de laatste tien
jaren staat de zomer van 1960 met 60
onweersdagen bovenaan, onderaan 1959
met 31 dagen onweer. Bekijken wij de
78. Joris Goedbloed draafde opgewonden met de fles
tomatensap naar de scooter, om zijn gestolen goederen
weer zichtbaar te maken. Maar toen hij zoekend rond
tastte over het voertuig, ontdekte hij tot zijn ontstel
tenis dat de zak met rijkdommen was verdwenen. „O
ramp!" prevelde hij. „Ik heb onderweg mijn kapitaal
verloren! Het moet van dit mobiel afgevallen zijn!"
Hij stapte op de tweewieler om te gaan zoeken, juist
toen Panda met professor Kalker naar buiten trad. „Ik
moet nu afscheid nemen. Pancho!" verklaarde de ge
leerde. „Bedankt voor je hulp! Hoe gaat hoteh
tot ziensbedoel ik!" „Wacht even, professor!" riep
Panda. „Daar is Joris! En hij is weer zichtbaar!"
„Juist, ja!" hernam de wetenschapsman, Hobbeldonk
weer binnentredend. „Aardig! Maar nu ga ik op zoek
naar een laboratorium! Eh waar ben ik hier?" Hij
kreeg echter geen antwoord op zijn vraag, want zijn
gastheer was intussen naar Joris gesneld. „Wat ga je
doen?" vroeg hij. Waarom heb je zo'n haast? Moet
je de professor niet bedanken omdat hij je heeft ge
holpen om weer gewoon te worden?" Inderdaad
mompelde de aangesprokene gejacht. ..Breng hem mijn
groeten over! Maar nu moet ik mij even reppen! Ik
heb iets verloren Goedendag!"
mAR SA JE NAAR
TOE, potte?
MISSCHIEN BIJT ER
VERDEROP IN 2EE
EENTJE J\
MAAR WAARVOOR HE8 JE EEN V06EL-
KOOI NODIG? Wit JE DAN GEEN VlS
pi B
2J77-A
TOCH WEt, VOEGENDE
VISSEN
verschillende delen van Nederland waar
niet alleen in de zomer maar gemiddeld
over feen heel jaar de meeste onweers
dagen voorkomen, dan springen de Ach
terhoek en een deel van Limburg met
33 onweersdagen naar voren, gevolgd
door Zeeuws Vlaanderen en noord-west-
Friesland met} 30 onweersdagen. Mid
den-Brabant, westelijk Zeeland en de
Waddeneilanden hebben het kleinste an-
tal.
Het grote aantal onweersdagen in Lim
burg, de Achterhoek en Zeeuws Vlaan
deren is een gevolg van warmteonwe-
ders. Friesland en noord-Groningen heb
ben hun vrij hoge cijfers aan de herfst-
en kustonweders te wijten, welke in sep
tember en oktober bij onstabiele lucht
boven het dan relatief warme zeewater
ontstaan.
De andere kant van de zaak is, dat er
aan roorps-katholieke zijde iets verandert,
ook al gaat het de reformatorische chris
tenen weliswaar veel te langzaam. Er
kwamen allerlei voorbeelden op tafel hoe
star de standpunten in de praktijk vaak
nog zijn, maar een zeker optimisme kan
daardoor toch niet worden weggenomen.
Wat houden de richtlijnen in?
Kernpunt is artikel 10:
„Wij menen in die gevallen, waarin van
rooms-katholieke zijde van de niet rooms-
katholieke geen beloften worden geëist,
die voor hem in geweten onaanvaardbaar
zouden moeten zijn en op een verlooche
ning van een eigen christelijke belijdenis
zouden neerkomen, die te mogen advise
ren om aan een verantwoorde regeling
van een gezamenlijke huwelijkssluiting
uw medewerking niet te onthouden".
De synode zegt dan dat het haar ge
wenst voorkomt in dit verband te onder
strepen dat het niet de predikant, maar
de hier bevoegde kerkeraad, respectieve
lijk wijkkerkeraad is, die hier een beslis
sing heeft te nemen. De plaats waar de
huwelijksdienst zal worden gehouden en
de vaststelling van het aandeel van de
predikant enerzijds, de priester anderzijds
in deze dienst, blijkt op verschillende ma
nieren te kunnen worden geregeld, zo
meent de synode. Een dergelijke regeling
dient in onderling overleg tot stand te
komen. Gebleken is dat hierbij weinig
moeilijkheden behoeven te rijzen, indien
er wederkerig respect voor de normale re
gels en gebruiken van de andere kerkge
meenschap mag worden verondersteld.
Het komt de synode echter ongewenst
voor dat de huwelijksdienst zal worden
besloten met een viering van de mis, ze
ker indien daaraan ook door de aanwezige
leden van de hervormde kerk zal worden
deelgenomen. Deze mis, die vroeger bij een
gemengd huwelijk vrijwel nooit aan de or
de placht te komen, is niet noodzakelijk
verbonden met de rooms-katholieke huwe
lijksplechtigheid.
Van hoogkerkelijke zijde werd nog wel
geprobeerd een regeling te treffen voor
invoering van een eucharistie c.q. avond
maalviering bij huwelijksdiensten. Met
name ds. L. Brink uit Velsen van het
convent voor hervorming en katholiciteit
zag hier een kans om de intercommunie
aan de orde te stellen, maar professor
Bronkhorst vond het onjuist de toch al
moeilijke regeling van de gemengde huwe
lijken te belasten met de intercommunie.
Professor Bronkhorst zei dat hij het stuk
in de oecumenische commissie van het
roqms-katholiek pastoraal concilie heeft
besproken De algemene reactie van
rooms-katholieke kant in deze commissie
was zeer positief, aldus professor Bronk
horst. De rooms-katholieke „St. Willibrord
vereniging" bereidt richtlijnen voor over
het gemengde huwelijk, die aan de pas
toors in Nederland zullen worden gezon
den. De rooms-katholieke richtlijnen liggen
volgens de inleidingen van professor
Bronkhorst in dezelfde lijn als de her
vormde aanwijzingen. Een commissie uit
de rooms-katholieke kerk en de hervorm
de kerk zal de problematiek rond het ge
mengde huwelijk uitwerken.
Toen ik hoorde dat de Chinezen een
eigen waterstofbom hadden laten ont
ploffen ben ik dadelijk naar een klein
roodchinees eethuisje aan de Amstel
gegaan, waar mijn kennissen niet dur
ven komen. Ze zijn er niet zeker van
of ze als klant of als menu zullen wor
den behandeld.
Breng mij het rode boekje", zeg
ik tegen de dienstdoende Chinees. Want
alleen tegen Chinezen kunnen we nog
op een toon spreken alsof we koloniën
hebben.
De man overhandigde mij met een
lichte buiging het menu en even later
zat ik aan de haaievinnensoep.
Mijn bedoeling was de omringende
gesprekken af te luisteren, waar ze
luid genoeg voor waren. Maar helaas
vonden ze plaats in het Chinees. Mid
den in mijn loempia kwam er echter
een kleine corpulente Chinees het in
middels volle lokaal binnen en vroeg
mij in perfect Nederlands verlof aan
mijn tafeltje te komen zitten. Op mijn
toestemmend antwoord zette hij zich
hijgend neer.
„Hebt u het warm"? vroeg ik, om
iets te vragen.
„Ja", zei de Chinees. Ik ben een
beetje te ver gezwommen. Juist toen
ik meende de bovenloop van de Jang-
tse te bereiken, viel ik bij Lobith in
uw land".
Nu herkende ik Mao Tse Toeng. Ik
liet dit echter niet merken en vroeg
onnozel: „Bent u Chinees?"
Deze vraag, die de grote leider zich
kennelijk nog nooit had horen stellen,
beviel hem buitengewoon en nadat hij
een biefstuk met gebakken aardappels
had besteld zette hij mij ongevraagd
zijn zienswijze uiteen.
„U wilt zeggen", zegt hij, „wat
moeten de Chinezen met die bom. Het
antwoord luidt: Precies hetzelfde als
de Amerikanen, de Russen en de En
gelsen die hem al hebben, en de Fran
sen die er mee bezig zijn. Wij maken
die bom om te voorkomen dat een
ander hem gebruikt. Daarom moet u
ook zo'n bom maken. De vrede zal
pas verzekerd zijn wanneer elke staat
tot de kleinste toe, over een eigen wa
terstofbom beschikt".
Als dat zo is", zei ik, „waarom
geeft u ons dan het recept niet?"
De heer Mao lachte fijntjes. „Heb
ben ze ons het recept gegeven?"
vroeg hij. „De Amerikanen hebben het
hun eigen vrienden opnieuw laten uit
dokteren. Een oud Chinees spreek
woord zegt: Zaai geen twist in een
wijnhuis en geen mais op uw buur-
mans akker. U moet die bom zelf uit
vinden".
„Maar dat kost zoveel miljarden dat
we dan niets meer te eten zullen heb
ben" riep ik uit.
..Precies", sprak de volksleider ter
wijl hij zijn maaltijd beëindigde en
opstond. Voordat hij in de Amstel
sprong, voegde hij daar nog aan toe:
„Dat komen wij u dan wel brengen".
ADVERTENTIE
8. Op de bovenverdieping van het Ijs
vogel Paviljoen laat de hoofdman de twee
huilende vrouwen en de oude trommelaar
plaats nemen aan een hoektafeltje. Seah
en de rijsthandelaar blijven staan. Nu ze
uit het gedrang zijn, heeft Tsjiao Tai
gelegenheid om vragen te stellen. Hij
wendt zich allereerst tot Lau en vraagt
hoe de zaak zich volgens hem moet heb
ben toegdragen. De rijsthandelaar is een
expert op het gebied van toneel. „Zoals
ik al zei, is er een ongelukkige vergis
sing in het spel", begint Lau. Het is dui
delijk dat het gebeurde hem diep heeft
aangegrepen. Zijn anders zo blozend ge
zicht is bleek en ontdaan. ,,U hebt natuur
lijk weieens von truczwaarden gehoord",
vervolgt hij. „Daarmee wordt een nummer
als U zoëven zag altijd uitgevoerd". Lau
neemt het andere zwaard van de kist met
requisieaen, en zegt: „Dit was het goede
zwaard. Het lemmet is hol en gevuld met
varkensbloed. De punt zit los en glijdt in
het lemmet als er ergens tegenaan wordt
gestoten. Het varkensbloed spuit dan naar
buiten óm het effect te verhogen. Als het
zwaard wordt teruggetrokken, springt de
ingedrukte punt weer naar buiten, door
een rotan veer die in het lemmet is aan
gebracht. Een steek met dit truczwaard
lijkt dus net echt, maar is geheel gevaar
loos. Dit maal werd helaas door een nood
lottige vergissing het echte zwaard ge
bruikt.
861. Het viel niet mee om de dam op te
ruimen, want de bevers maakten bezwaren
en het vlechtwerk was stevig. Toch slaag
den Bram en zijn vrienden erin vooral
door de kracht van Tutu om de ver
sperring weg te werken. De bevers pak
ten hun koffers en zochten rustiger stre
ken op.
Teruggekeerd in het dorp van het Bos-
volk was Bram er getuige van hoe blij
de bewoners waren toen het zakken van
het water geconstateerd werd. En Bram
was ook blij.
..Alles is goed afgelopen", zei hij tegen
het dorpshoofd.
„Dank. zij het witte olifantje", zei de an
der. Bram liet het maar en al vond hij
wel, dat hijzelf ook wel wat eer zou heb
ben verdiend.
„Nu kunnen we dus het olifantje weer
meenemen, u hebt het niet meer nodig",
zei Bram opgewekt.
De ander keek eensklaps lelijk.
„O, nee", zei hij driftig, „daar is nog
geen sprake van".