De wind kan w HAAR JOURNAAL Weer modesensaties op Ascot-rennen ngestipt POLLE, PELLI EN P IN G O RECHTER TIE EN HET ANDERE ZWAARD RAMMETJE FOK THEEDOEK???? DE DOEK DIE DIRECT DROOGT schut PANDA EN DE BOZE WARAPURI-DIAMANT stap niet verder, stap binnen bij DINSDAG 27 JUNI 1967 Een romantisch verhaal d -ï'-M Britse huisvrouwen worden spionnen v.a.12 a.6.95 j 13.90 I Kees Stip Kerkelijk nieuws vogelverschrikker; 78) „Ja", zei ik, „maar Sabby niet". „Wat ga je dan doen?" ,,Ik heb er geen idee van. En ik denk er ook niet meer aan. Ik denk alleen, maar aan 't volgende week end, als ik Sabby weer zal zien, en aan de wildernis en aan al die klei ne Jappen, die daar beneden rijst zitten te eten in hun kooien. En waar denk jij aan?" „Ik denk aan die kamelen, daar ginds", zei Peter. „Ze kunnen het zo wonderbaarlijk lang zonder water stellen. Vind je het ook niet wonder baarlijk, dat menselijke wezens het zo lang zonder allerlei dingen kunnen stellen en toch niet gek worden?" In januari en februari zag ik Sab by drie keer. Een week nadat we uit Bombay waren vertrokken was ze naar Delhi gegaan om een begin te maken mét haar werk bij de ra dio, en Delhi lag maar driehonderd mijl van Cawnpore. Met de trein deed je er tien uren over. Als ik het weekeind vrij kon krijgen, vertrok ik vrijdagsavonds en op de terugreis zat ik de hele zondagnacht in de trein. Dat was niet zo erg, want er waren kooien in de wagons, maar ik had graag gewild, dat ik die twee nachten bij Sabby kon zijn in plaats van in de trein. Maar ik had toch in ieder geval nog twee dagen en een nacht met haar, en we zeiden herhaalde lijk tegen elkaar dat het tenminste nog een geluk was, dat we elkaar konden zien. Ze woonde in een hotel in het ge deelte van Old Delhi, waar de resi dentie is, achter de bazaar. Het was een goed hotel, veel beter dan haar vroegere Mayfair Hotel in Bom bay, maar stampvol oude douarières, die maar een zweetdruppeltje nodig hadden om dadelijk naar koelere plaatsen in de heuvels te tijgen. Het krioelde er ook van stafofficieren, om het hotel en het hoofdkwartier heen. Sabby werkte in New Delhi. Een paar weken lang had ze stemproeven moeten afleggen en bulletins moeten vertalen en nu had ze haar eigen vastgestelde tijden, waarop ze het nieuws in het Japans moest oplezen. Het tweede weekend dat ik er was, luisterde ik zaterdagsmiddags naar haar door de radio van het hotel. Het gaf me een buitengewoon vreemd gevoel, de stem, die zoveel liefs in mijn oor had gefluisterd, zp onper soonlijk door de radio te Koren. Ik was enigszins verlicht haar een half uur later vrolijk en volkomen onver anderd de kamer te zien binnen ko men. We kusten elkaar en waren zo opgewonden als was ze jaren weg geweest. Ik vroeg me af, of er Ja panse luisteraars zouden zijn, die pro beerden zich de persoon voor te stel len, die zich achter die stem ver school en ik zei tegen Sabby: „Ben je niet bang voor wat er na de oorlog met je zou kunnen gebeu ren, als ze ontdekken wie je bent?" „Het kan mij niet schelen", zei ze. Het kon haar niet schelen. Ze liep er luchtig overheen en als ze naar de studio trok, leek het alsof ze ging winkelen, en ze praatte er even wei nig over. Toen ik hier een opmerking over maakte, zei ze: „Zie je het komt omdat ik egoïstische vrouw ben. Ik moest eraan denken dat ik oorlogs baan heb en ernstig zijn, maar alles waaraan ik denk is, dat ik graag heb dat je nog van me houdt, lieveling. Ik wil niet dat je weer weggaat". „Maar over een paar weken kom ik terug". „Lieveling, als jij komt, is de tijd in een minuut verdwenen, maar als je er niet bent, zijn het grote eeu wen". „Ik schrijf je immers brieven". „Dat is beste ding, als ik jou niet heb". „Maar je hebt me nu nog", zei ik. We gingen in de weekeinden niet veel uit. Er viel in New of Old Delhi niets te beleven, behalve dat je naar de bioscoop of naar een dancing kon gaan, en we wilden liever al leen zijn. We konden nergens pick nicken; de vlakte, die zich mijlen in het ropd uitstrekte, bestond uit steni ge harde grond en de oevers van de Jumna waren grauwe modderbanken. En dus zaten we in de tuin van het hotel en 's avonds dronk Sabby li monade en ik jenever en we gingen vroeg naar bed. Sabby spande een wit muskieten net niet omdat er in februari muskieten in Delhi waren, maar om dat ze wilde, dat het een beetje op Bombay zou lijken. Ik bepreekte haar en zei dat ze niet moest pro beren de dingen hetzelfde te doen schijnen, maar ze smeekte om het muskietennet en we sliepen eronder en waren gelukkig. En de volgende avond kwam ze naar het station om me uitgeleide te doen, ondanks al mijn protesten, dat ik een hekel had aan een afscheid op het station. Ze maakte keurig mijn bed in de kooi op. Ik vertelde haar, dat ik niet vóór mei naar het binnenland zou ver trekken en dat verwachtte ik ook. Ik dacht dat ik de plaats zou innemen van een officier, die met zomerver- lof kwam, zodat ik midden in de moesson in de wildernis zou belan den, als het „jachtseizoen" voorbij was. Dat was tot dusver het plan geweest. Maar toen kwam plotseling het bericht, dat er iemand naar Imphal moest komen. Het was begin maart en de tocht zou tot september du ren. Ik werd aangewezen eg ^reeg opdracht mijn spullen te pakken. „Ik wou dat ik het was", zei Fen- wick. ,,'tls verd'érftp veel plezieri ger." „Je kunt gerust gaan", zei ik ijve rig. „Ik zou graag willen, 't Is jammer dat ze mij niet kozen." „Ze willen je best in mijn plaats laten gaan." „Jij hebt je orders gekregen", zei hij, „Ja, maar als jij zo graag wilt ,,'t Heeft geen zin om te proberen de zaak te veranderen." „Als je er zo hevig op gebrand bent, kan ik het best voor je ge daan krijgen", zei ik. „Ik keur het niet goed te vragen om eenmaal gegeven orders te her zien." (Wordt vervolgd.) ,/VWWUWWVWVWW%A/\^WUUUWWWWWWWVWVUWVWUVWVWKVW\A/WWWWVW\fUWUWUVWUWUUVU< VWWmfWWWWWWWWVWWWWWWWWWWIIWWWIfWIIIAIWWWWWWVWVWWWWWWWWWWIMWWVWWWIIMWWWWWIIWMMWW „Is het niet vreemd", zei juffrouw Durr, terwijl zij haar kaartje voor het gereserveerde stuk van de toeschou wersruimte ging afhalen. Ascot leek op deze dag weer eens de stoutste verbeelding te overtreffen. Ce cil Beatons Ascot scène in My Fair Lady was tot leven gekomen. FOTOMODEL JILL CRAWLEY ver scheen in een witte robe van Victo riaanse allure, die tot op de voet viel. Patricia Jackson, eveneens een bekend fotomodel, droeg een lange zwarte Vic toriaanse rok, een witte blouse met pofmouwen en een grote hoed van struisvogelveren. En wat de paarden betreft, drie paarden van de koninklijke stallen de den aan de races mee Right Wheel, Zaloha en Home Park maar zij heb ben geen kans gezien prijzen te win nen. Achtduizend Britse huisvrouwen zul len deze zomer als zij met vakantie op het vasteland van Europa vertoeven, spionagewerk verrichten. Gewapend met lijsten'zullen zij in de continenta le winkels de prijzen noteren, die ge vraagd worden voor boter, eieren, brood, instant koffie en lamsvlees. De huisvrouwen zijn lid van Boy cott, een nationale organisatie, die ten doel heeft de prijzen van het levens middelenpakket te verlagen. Het doel van de actie is aan de weet te komen in hoeverre een toetreding van Groot-Brittannië van invloed zal zijn op het huishoudelijke budget. Een van de opvallende hoeden op As- i cot, gedragen door mevrouw Ronald Shilling en ontworpen door haar zoon. ;KONINGIN ELIZABËtH II van En- ^el^nd was, zoals gewoorrll fk, nfet haar^ gezelschap op de beroemde races van Ascot, maar een 22 jaar oud Zuidafri kaans meisje stal vorige week de show van dit jaarlijkse hoogtepunt van mo de, elegantie en paardensport. Corette Durr, een lange slanke blon dine uit Cape Town, verscheen in het voor koninklijke gasten gereserveerde gedeelte in een „miniskirt to end all miniskirts", een geel jurkje dat van haar lange fraaie benen niets te raden overliet. Daarbij droeg zij groene schoenen met gespen, een gele som brero en een boa van witte veren. OP HET VOETPAD buiten het ter- i rein verwekte zij met haar opvallende I kleren sensatie. Een jonge agent zei dat zij „moest maken dat zij weg kwam", maar éen stem uit een Rolls Royce riep „veel geluk ermee." Een aparte manier van knipogen is in Japan mogelijk met deze „knipoog- ring". De ringen zijn niet duur en in allerlei vormen, kleuren en maten te koop. De ogen kunnen open en dicht door de hand te bewegen. ADVERTENTIE DDD DDIS HEDEMAN ALMELO Kinderverlamming. De regering van Nica- raguay heeft de noodtoestand afgekon digd in verband met de uitbreiding van een ernstige epidemie van kinderverlam ming in het land. ADVERTENTIE l HlHiiHiiinaiHmMntHMHinainiltliniH al 36-46 90 corduroy bootee, maten weekend sneeker, in alle modekleuren 1 sumatra-linnen freetimer, i voor sportieve heren Deze modellen zijn een keuze uit onze uitgebreide kollekde. Gaarne tonen wij U deze. GROTE HOUTSTRAAT 153 - HAARLEM t.o. Proveniershuis Amsterdam (f filialen) - Amstelveen Hilversum - Bussum - Alkmaar. Met een grote gezinsfles frisdrank heb ik mij dezer dagen uit een heli kopter in het oerwoud laten zakken. Aanleiding daartoe was de suggestie van het Tweede Kamerlid Mommer- steeg. Deze had voorgesteld accijns op frisdranken te heffen en de op brengst daarvan te gebruiken voor de ontwikkelingshulp. De frisdrank zou daardoor dus een soort ontwikkelaar worden. Van de kant van de fabri kanten en de caféhouders werd daar nogal tegen gesputterd. Ze waren bang dat door de hogere prijzen de belang stelling voor de frisdranken aanmerke lijk zou tekoelen. Niemand was nog op het idee gekomen om de ontwikkeling van de ontwikkelingshulp te combi neren met de uitbreiding van het afzet gebied voor de frisdranken. Alleen ik. Daar hing ik dus aan mijn helikop ter boven een open plek in het oer woud, waarvan de bewoners met. ste nen speren een opvangcentrum vorm den. Zodra zij echter de gezinsfles za gen stoven ze verschrikt uiteen. Ze hielden haar kennelijk voor een bom. Hoewel ze in het stenen tijdperk leef den, waren ze kennelijk toch al in aanraking geweest met de beschaving. Om mijn gastheren gerust te stellen liet ik mij voorzichtig op de grond zak ken. Ik gaf de helikopter een teken om honderd meter hoger te gaan han gen en zette het glas, dat ik in mijn zak had meegebracht, op een boom stronk, zo, dat ieder die mij uit het oerwoud beloerde, het duidelijk moest zien. Maar toen ik plechtig de fles wou openen, merkte ik dat ik dat ellendige wippertje had vergeten. Mijn onzichtbare vrienden schoten mij ech ter te hulp. De stenen punt van een pijl die uit de struiken kwam aange snord wipte de kroonkurk van de fles. Bruisend baande de frisdrank zich een uitweg. Ik vulde mijn glas, riep: Jon gens, daar gaan jullie!" en dronx het in één teug leeg. En daar had ik ze. Eén voor één kwamen ze uit het oerwoud tevoor schijn om kokosdoppen en kalebassen met het prikkelsap te laten vullen. Ik gaf een seintje naar boven, waarop de helikopter landde met een krat vol gezinsflessen. Want voor die ene fles alleen was hun gezinsplanning nog te onderontwikkeld. Een groot familiefeest volgde, waar bij frisdranken werden afgewisseld met gegiste klappermelk. De helikop terpiloot werd hierdoor dadelijk ge vloerd, waardoor hij ontdekte dat de bodem geheel bestond uit parapluto- nium, een kostbaar goedje. Eeuwen lang hebben deze mensen onder de primitiefste omstandigheden op on voorstelbare rijkdommen geleefd, net als wij op ons aardgas. Ik heb een bijzonder voordelige afspraak ge maakt: voor elke scheepslading fris dranken een scheepslading parapluto - nium. Ik hoop dat onze regering op mijn suggestie ingaat. Amerika. Rus land en China willen het spul graag afnemen. Wat ze er van maken weet ik niet. In geen geval frisdranken. Ned. Herv. Kerk Beroepen te Schoonhoven (vac. H. Jon- gerden) W. van Gorsel, kand. te Mont- foort; te Dordrecht (vac. A. L. v. d. Smit) G. van Estrik te Genemuiden. 2. „Zo vind jij dat die juwelen niets meer waard zijn!" riep Henkie dreigend. „Je vergist je makker! Je gaat er een mooi prijsje voor geven! Of wil je liever dat ik jou wat geef? Een timmer op je gedachtekistje, bijvoorbeeld?" De heler trok zich verschrikt van zijn toonbank terug en grijnsde beleefd. „Niet doenmeneer Henkie!" zei hij bezwerend. „Ik wilde alleen maar zeg gen, dat deze juwelen niets waard zijn in verhouding tot de Warapuri-diamant! Als u me die kon brengen, zouden we grote zaken kunnen doen! Maar die steen is zo kostbaar dat hij in het Nationaal Museum be waard wordt en daar kan niemand inbreken!" Dacht je dat jongen?" vroeg Aal de Glibber. „De Warapuri- diamant zei je? Hij komt voor de bakker! Morgen ko men we hem aan je leveren houd de poen vast maar klaar!" Met die woorden verliet hij het handelshuisje, gevolgd door zijn makker. Maar ze hadde\i geen van tweeën in de gaten dat de heler hen met een ongunstig lachje nakeek. rMAAR JE KUNT TOCH HEEL 60ED F (-UIT SPELEN - HET KLINKT ALSOF ER ALLEEN MAAR ECHTE MAAR JE LOKT 20- VOGELS FLUITEN VEEL VOGELS AAN.' IK WEET WAAR IK ONGESTOORD KAN OEFENEN! ONDER DE W- 2382-C II^É Kbifi 13. „Wat een lage, gemene moord!" zegt de hoofdman tot Tsjiao Tai, als ze weer buiten zijn, op weg naar het ge rechtsgebouw. „Een vader zijn eigen zoon tje te laten neersteken onder de ogen van zijn moeder! Kunnen we zelf niet probe ren om de schoft te vangen die dat op zijn geweten heeft?" „Dat is geen gek idee", zegt Tsjiao Tai. „Ik zat er zelf ook al over te denken. Maar ik weet niet of de Rechter het goed vindt als we op eigen houtje een onderzoek beginnen. Een moord is een ernstige zaak. Hij zou het ons nooit vergeven als we een fout maak ten". „Maar deze moord is gewoon ge knipt voor ons", zegt de hoofdman. „De lui die er mee te maken hebben, zijn zo'n beetje van ons eigen soort. Als we het nu precies zo aanpakken als de Rechter zelf altijd doet". Goed ik ben je man", zegt Tsjiao Tai. „Ik heb veel te veel zin om de ploert te grijpen die die zwaarden heeft omgeruild. Dan kunnen we meteen die burgers hier eens laten zien dat we zelf ook wel iets presteren. Want ze doen wel altijd heel vriendelijk tegen ons. maar achter onze rug zeggen ze dat wij maar domme kihchtpatsers zijn, die tot niets in staat zijn zonder de Rechter". „Precies", beaamt de hoofdman, „we zullen ze eens een keertje verbaasd laten staan". 866. Zo kwam het, dat Bram tenslotte toch het witte geluksolifantje kon over dragen aan de Grootvizier. De blijdschap van de. machtige man was niet te be schrijven. Hij beloonde Bram rijkelijk, knuffelde het olifantje en nodigde onze vrienden meteen uit voor een feestmaal om de terugkeer van het geluk te vieren. Aan tafel moest Bram nog eens uitge breid vertellen over zijn avonturen, en zij lachten schaterend toen hij beschreef, hoe het dorpshoofd door pech was achter volgd. Het mooiste was", grinnikte Bram, „dat het dorpshoofd nu ineens dacht dat het olifantje hem ongeluk bezorgde. Bij geloof natuurlijk." Op dat moment gleed een bediende uit met een schaal vol sappige vruchten. Het rijpe fruit smakte neer op het hoofd van de Grootvizier, wat de man naast hem zo deed lachen, dat hij met de elleboog in het oog van zijn buurman sloeg, die daarop gevoelig met zijn vork in de wang van zijn tafelgenoot prikte. „Bijgeloof natuurlijk", herhaalde Bram. maar het klonk niet meer. alsof hij zeker van zijn zaak was EINDE VAN DIT VERHAAL.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1967 | | pagina 9