De wind kan niet lezen
Leraren werken niet mee
aan het plan-Drewes
RECHTER TIE EN HET ANDERE ZWAARD
POLLE, PELLI EN PINGO
AMMETJE FOR
«gestipt
Ons vervolgverhaal
Invitatie van ministerie afgewezen
Veel critiek op
voorstellen
Kalveren heen
en weer de
grens over
Overladen van
explosieven in
Amsterdam
PANDA EN DE BOZE WARAPURI-
Nieuw gemaal houdt
de Zaan schoon
Plan voor fusie
tussen ABC en ITT
goedgekeurd
i
Een romantisch verhaal door Richard Mason
ïyjifjfe
B. en WGevaar tot
het minimum beperkt
1
f/W n
Vaticaan geeft nieuwe
diaconaat-voorschriften
Examens
Kees Stip
Vlucht boven Poolcirkel
in 184-jarige ballon
V-mj
mt&l z&A
winAfwwwwwwwwwiiww
s 'rS/Z
- T«:"Jy i i --- S--dL:~- i
-= -=-f_-pï~" '4' "1:= -==•-
79)
„Schei in 's hemelsnaam uit met
die opgeschroefde onzin", zei ik. „Als
je gaan wilt, krijgen we het voor el
kaar, en als je niet wilt, dan ga ik
zelf hoewel ik liever hier zou blij
ven."
„Je moet gaan, zoals je bevolen is.
„Nu, vertel me dan niet weer, dat
je graag zou willen dat je in mijn
plaats was."
„Ik ben niet schuw voor een beetje
roerigheid, zoals jij schijnt te zijn."
„Roerigheid!" zei ik. ,,'t Zal er
plensen van de regen en we zullen
in basha's moeten leven en er zal 't
hele seizoen geen Jap meer zijn om
mee te praten. Jij hebt alle pret
hier."
„Ik ben niet van plan, om een
verandering te vragen."
„Dat weet ik", zei ik. „ik zou het
evenmin doen, als ik jou was.
Het zag ernaar uit, dat ik Sabby
in zes maanden niet zou zien. Er was
geen tijd meer om naar Delhi te
gaan, omdat ik de volgende avond al
moest vertrekken. Mijn enige hoop
was, haar in Agra te ontmoeten, hal
verwege Bombay en Delhi. Maar ik
had geen tijd, haar een telegram te
sturen en het antwoord af te wach
ten. Ik probeerde te telefoneren,
maar het was hopeloos. Ik verspilde
er een half uur mee en schoot er
niets mee op. Ik was razend en wist
niet wat te doen, zodat ik Peter om
raad vroeg.
„Telegrafeer haar en ga naar Agra
op hoop van zegen", zei hij.
„Maar ze moet voor de radio spre
ken."
„Als ze kan, zal ze er zeker zijn.
Het is het risico best waard."
Ik verliet Peter en mijn bediende
om de dingen in te pakken die ik
naar Imphal zou moeten meenemen,
zodat ik ze bij mijn terugkomst al
leen maar behoefte op te halen. Ik
nam een truck naar Cawnpore en
was precies op tijd aan het station.
Het was één uur. Peter had het tele
gram verzonden en Sabby zou het om
drie uur ontvangen, vooropgezet
dat het Indische postkantoor niet
trager zou werken dan gewoonlijk.
Haar trein zou om vier uur vertrek
ken. Natuurlijk zou ze haar radio-
uitzending niet in de steek laten, dat
wist ik, maar er waren nog anderen
behalve zij, die het lezen van de
nieuwsberichten konden waarnemen.
Als ze maar een van die invallers te
pakken kon krijgen dat was het
enige waar ik om bad.
En ik bad de hele middag. Om
zeven uur was ik in Agra, waar ik
een tonga naar het Cecil hotel nam.
Er was een keurige kamer vrij, wat
een geweldige buitenkans mocht he
ten, omdat me verteld was, dat er
in Agra onmogelijk kamers te krij
gen waren. Ik vroeg me af, of het
buitenkansje misschien te groot was
en ik de hele nacht door die grote
kamer zou worden bespot en ik in
wanhoop en ellende alleen zou moe
ten slapen. Ik ging naar het terras
om wat te drinken en er de trein
uit Delhi af te wachten, die om half
negen moest aankomen. Bij de re
ceptie ontmoette ik de eigenares van
het hotel.
„U bent een geluksvogel", zei ze.
.-5, -
„Vanavond is de maan op haar best."
„De maan?" vroeg ik.
„Bent u dan niet gekomen om het
Taj te zien?"
„Het Taj Mahal?"
„Dat is hier in Agra, ziet u?"
„Och ja, natuurlijk dat was ik
vergeten. Ik zal er zeker naar toe
gaan."
Ik had helemaal de bedoeling niet
zeker niet met opzet voor uit de trein
om erheen te gaan en ik zou er zijn
gestapt. Ik heb er een hekel aan, we
reldwonderen te zien, omdat het
moeilijk is, ze gescheiden te houden
van hun vulgaire beroemdheid; het
is veel beter, je eigen kleine won
deren te ontdekken, die de wereld
over het hoofd heeft gezien. Maar
nu wilde ik naar het Taj gaan kij
ken, omdat het toevallig op de plaats
was, waar ik Sabby misschien zou
treffen en het dus met de bijbehoren
de maan tot achtergrond kon dienen.
Om kwart over acht was het dag
licht verdwenen en de maan ver
scheen boven de daken, een geheel
volle maan, nog een beetje geel,
maar gaandeweg werd ze witter. Ik
ging met de tonga naar het station
en begon het perron op en neer te
lopen, zonder ophouden sigaretten
rokend. Indische marskramers pro
beerden me afgrijselijke modellen
van het Taj te verkopen en waaiers
van pauweveren. Ik zei „Challo,
challo", maar ze gingen niet weg en
dus zei ik ongeduldig „Jaow!" en
keerde me om. Ik bleef steeds langs
de spoorlijn kijken.
De trein was iets minder dan vijf
minuten over tijd. De koelies met
hun rode tulbanden zwermden naar
de deuren, toen hij arriveerde, en de
derde-klasse-passagiers sprongen uit
hun wagons. Toen begonnen er ook
anderen tevoorschijn te komen, maar
er was geen teken te bekennen van
Sabby. Ik baande me een weg door
de menigte, maar zag Sabby nergens.
Mijn hele lichaam werd er ziek van.
Én toen opeens kreeg ik haar in
het oog; ze stond in de deur van een
wagon vrolijk te wuiven. Een grote
vreugde ging warm door me heen.
Binnen een paar minuten zaten we
al met haar bagage in de tonga en
draafden we naar Cecil en ik wist
dat dit ons noodlot was en dat het
niet anders had kunnen zijn dan zo.
„Heb je het gemakkelijk gedaan
gekregen?" vroeg ik.
„Maar natuurlijk, lieveling. Ik heb
eenvoudig dagen gewisseld, dat was
alles. Ze zijn allemaal zo lief voor
me".
„We gaan vanavond het Taj bekij
ken bij maanlicht", zei ik.
„Wat is Taj, lieverd?"
„Wat ben ik blij, dat je het niet
weet. Ik geloof dat het alleen maar
een graftombe is".
„Is het prettig om graftombe te
zien?"
„Misschien wel", zei ik. „We kun
nen het eens gaan proberen".
We dineerden eerst in Cecil en
dronken daarna op ons gemak koffie
op het overdekte terras: de tonga lie
ten we wachten. Toen we weer ver
trokken, stond de maan hoog aan de
hemel als een verblindende witte
schijf, en de lucht was fris en zoel.
(Wordt vervolgd.)
(Van onze correspondent 1
DEN HAAG. De vakgroepen uit de
lerarenorganisaties voor het VHMO heb
ben de staatssecretaris van Onderwijs en
Wetenschappen, mr. J. H. Grosheide, la
ten weten niet te zullen meewerken aan
een nadere uitwerking van de suggesties,
die de commissie-Drewes voor een ver
betering van de lerarenopleiding heeft
gedaan. De Raad van Leraren, het over
koepelend orgaan van de docentenver
enigingen, noemt de plannen van de com
missie volstrekt onaanvaardbaar. Realise
ring ervan zou volgens de raad een on
toelaatbare devaluatie van het onderwijs
ten gevolge hebben. De raad heeft daar
om de aangesloten verenigingen verzocht
iedere medewerking aan het tot stand
komen van de plannen in het rapport-
Drewes te weigeren.
Volgens het plan-Drewes wordt de le-
rarenbevoegdheid gesplitst in een eerste,
tweede en een derde graad. De opleiding
zal worden gegeven aan een nieuw te
creëren opleidingsinstituut en zal vijf
jaar duren. Na drie jaar is men derde-,
na vier jaar tweede- en na vijf jaar eer
stegraads bevoegd. Tot de eerstegraads
opleiding hebben uitsluitend eindexami-
nandi van het voorbereidend wetenschap
pelijk onderwijs (VWO) en van het
HAVO toegang. De kandidaten moeten
naast een hoofdvak tenminste één bijvak
studeren. De cursus begint met een ge
meenschappelijk basisjaar en eindigt na
de vakstudie met een pedagogisch-didac-
tisch jaar.
Een van de grootste bezwaren van de
Raad vaii Leraren is dat HAVO-leerlin-
gen toegang hebben tot de eerstegraads
opleiding. Leraren met een eerste graad
mogen namelijk les geven aan het VWO,
het onderwijs dat voorbereidt op een uni
versitaire studie. De raad is van mening,
dat iemand die les wil geven aan een in
stituut dat toegang geeft tot een univer
siteit, zelf een universitaire opleiding
moet hebben. Anders krijgt men de sche
ve figuur, dat een HAVO-leerling, die
niet in staat was VWO te volgen, wel
In Limburgse grensgebieden bedrijven
Duitsers en Nederlanders thans een clan
destiene grenshandel in kalveren en big
gen. Het merkwaardige bij deze grens
handel is, dat de smokkel zich naar ge
lang van het prijsniveau in beide landen,
van Nederland naar Duitsland en omge
keerd beweegt. De douane heeft gemerkt
dat dezelfde dieren binnen twee weken in
beide richtingen over de grens werden ge
smokkeld. Ook worden Duitse nuchtere
kalveren naar Nederland gebracht om te
worden gemest. Als die dieren slachtrijp
zijn wordt beslist waar ze gezien de vlees
prijzen, het voordeligst op de markt kun
nen worden gebracht.
Fiscaal bestaat tegen deze illegale grens
handel weinig bezwaar, omdat de invoer
van kalveren vrij van rechten is. Er wordt
echter streng opgetreden omdat de ille
gale invoer van kalveren groot gevaar op
levert voor de ziektenvrije Nederlandse
runderstand.
leraar aan die VWO-opleiding kan wor
den.
De Raad van Leraren heeft ook ernsti
ge critiek op de voorgestelde docenten
opleiding, onder meer op de vaststelling
van een opleidingsduur van vijf jaar zon
der dat eerst de aard en omvang van de
te bestuderen vakken zijn bepaald. De ge
middelde studieduur van docenten is
thans bijna twee jaar langer. Men staat
ook afwijzend tegenover een gemeen
schappelijk basisjaar. Voor leerlingen die
eerstegraads-docent willen worden bete
kent het een jaar verlies: zij behoeven
niet meer geselecteerd te worden. In de
basisklas komen leerlingen van VWO en
HAVO te zitten. Dat principe negeert het
niveauverschil, dat oorspronkelijk qua
opleiding bestond.
Bezwaar bestaat ook tegen de vorm
van de didactisch-pedagogische opleiding
tijdens een speciaal daarop gericht jaar
aan het eind van de cursus. Kandidaten
zouden na het slagen voor de vakstudie
nog kunnen zakken op pedagogie. Het
vak dient een integrerend bestanddeel
van de cursus te vormen.
In de commissie-Drewes hadden lera
ren, noch vertegenwoordigers van lera
ren-opleidingsinstituten zitting. De Raad
van Leraren heeft daar meermalen tegen
geprotesteerd. Thans zijn echter de in de
commissie-Drewes ontbrekende organisa
ties uitgenodigd deel te nemen aan de
programma-commissie, die de plannen
van het rapport inhoud moet gaan geven.
Die uitnodiging hebben de vakorganisa
ties van de lerarenverenigingen van de
hand gewezen, daar het ministerie van
Onderwijs had meegedeeld dat over de
grondslagen van het rapport-Drewes niet
meer gediscussieerd kon worden.
„In een wereldhaven als Amsterdam kan
een overslagmogelijkheid voor ontplofbare
stoffen niet worden gemist. Een verbod op
het overladen van explosieve stoffen in de
gemeente Amsterdam wordt niet mogelijk
geacht". Dit antwoorden B. en W. van Am
sterdam op vragen van het P.S.P -gemeen
teraadslid mej. S. Boerlage over het over
laden en opslaan van explosieven in de
gemeente Amsterdam. Nu in Utrecht ge
bleken is, welke risico's aan het overladen
van deze explosieven zijn verbonden wilde
het raadslid van B. en W. weten of dit in
een dichtbevolkt gebied als de Randstad
Holland niet vermeden moet worden.
In Amsterdam, aldus B. en W., worden
uitsluitend explosieven aangevoerd en
overgeladen bestemd voor de mijnbouw,
voornamelijk in Zuid-Amerika.
Gelijktijdig vervoer van ontplofbare stof
fen en de daarbij behorende ontstekings
middelen heeft niet plaats, zodat het ont
ploffingsgevaar tot het minimum beperkt
is. Bovendien heeft de overlading plaats
onder toezicht van ambtenaren van het
Korps Controleurs Gevaarlijke Stoffen uit
Den Haag. Sleepboten met lichters met ex
plosieve stoffen worden door de rijkspolitie
te water of de havendienst begeleid naar
de kruithaven Buitenhuizen in de gemeente
Velsen.
3. Zodra Aal de Glibber en Henkie zijn zaak hadden
verlaten, deed Kleine Klaasje de ingang op slot en
staarde zoekend in zijn boekenkast. „Diamanten van
deze aarde!" las hij prevelend op een kaft, en trok
het boek tevoorschijn. „Juist wat ik zocht! Eens kijken
de Warapuri-diamant. Juist.hier! Deze steen
heeft steeds ongeluk gebracht aan de bezitter. In 1678
bijvoorbeeld viel de eerste eigenaar.Kleine Klaas
je sloot het boek tevreden en knikte. „Dat zal ze leren
om me te bedreigen!" mompelde hij. „Laat ze maar
flink in moeilijkheden komen!" Maar tot nu toe was
alles voorspoedig gegaan voor de beide inbrekers. Zon
der enige moeite waren ze er in geslaagd om het
Nationaal Museum door te dringen en nu stonden
ze met begerige blik bij de Warapuri-steen. „Laat mij
hem dragen!" zeurde Henkie. „Hè toe! Ik vind die
glinsterdingetjes zo leuk!" „Lijm niet zo!" fluisterde
Aal. „Dit is geen speelgoed! Dit is een vermogen
Met die woorden duwde hij zijn kameraad terug. Maar
dat had hij niet moeten doen.
De commissaris der koningin in Noord-
Holland, mr. F. J. Kranenburg, heeft in
Zaandam het nieuwe Zaangemaal in
dienst gesteld. Het heeft een waterver
plaatsing van 1 miljoen kubieke meter
per dag. Dit betekent dat de gehele Zaan
in' drie dagen ververst kan worden.
Tot de bouw van het Zaangemaal werd
in 1960 besloten toen de Zaan een on
draaglijke stank ging verspreiden. Hon
derden Zaankanters kregen daar hoofd
pijn van en werden misselijk. Verf be
gon te bladderen, zilverwerk werd zwart-
De stank werd veroorzaakt doordat het
zelfreinigend vermogen van het water
niet meer opgewassen was tegen de hoe
veelheden afwal en vuil die door in
dustrie en woonwijken in de Zaan wer
den geloosd.
Behalve voor het schoonhouden van de
Zaan dient het gemaal voor de beheer
sing van het waterpeil in de Schermer
boezem en de bestrijding van de verzil-
ting.
Het gemaal staat in het centrum van
Zaandam. Dat was de enige plaats die
ervoor in aanmerking kwam. Om er ruim
te voor te maken moesten het haven
kantoor van Zaandam en een aantal wo
ningen worden afgebroken. Het gemaal
heeft 6 miljoen gulden gekost.
VATICAANSTAD (Reuter en AFP)
Paus Paulus heeft vandaag een document
gepubliceerd dat voorschriften bevat voor
de herleving van het diaconaat in de r.k.-
kerk. Diakens, rooms-katholieken die de
wijding van het diaconaat hebben ontvan
gen, helpen de priesters. Zij mogen pre
ken, dopen en de sacramenten toedienen,
maar niet het misoffer opdragen of biecht
horen.
Het diaconaat stamt uit de oudste tij
den van het christendom, maar de bete
kenis ervan is in de loop van de eeuwen
sterk gedaald. Men wil het nu weer meer
reliëf geven, hoofdzakelijk wegens het
stijgende tekort aan priesters.
Het document herinnert eraan dat het
concilie het beginsel heeft goedgekeurd
van instelling van een permanent diaco
naat waartoe zowel gehuwde als onge
huwde mannen kunnen toetreden. Een
tot diaken gewijde ongehuwde mag echter
niet meer trouwen. De minimumleeftijd
voor een diaken is gesteld op vijfentwin
tig jaar.
WASHINGTON (Reuter) De Ame
rikaanse Federale Commissie voor de
communicatie heeft vorige week het plan
voor een fusie tussen American Broad
casting Company en International Tele
phone and Telegraph Company goedge
keurd.
Het Amerikaanse ministerie van Justi
tie had bezwaar gemaakt tegen goedkeu
ring van overneming van ABC door ITT
tegen 2,8 miljard dollar door de commis
sie eerder dit jaar, daar volgens het mi
nisterie de antitrustaspecten, die aan de
fusie zouden kunnen vastzitten, niet vol
doende waren onderzocht.
Amsterdam. Geslaagd voor het accoun
tantsdiploma G. Streefland, Bennebroek.
Utrecht. Geslaagd voor het tandarts
examen E. Cancrinus en H. W. Casteren
van Cattenburgh, beiden Haarlem, en J.
W. van Eeken, Santpoort.
„Rukwinden hadden ze voorspeld,
meneer, geen windhozen of cyclonen.
Ze wisten dat er een cycloon in aan
tocht was, maar ze waren bang voor
paniek. Hadden ze maar gewaar
schuwd, dan hadden de mensen maat
regelen kunnen nemen. Maar wat doe
je nou tegen rukwinden. Je stuur goed
vasthouden. En dan moet je nog net
in een auto zitten ook."
Deze woorden werden uitgesproken
door een heer tegen een andere heer in
een lift op weg van de vijfde verdie
ping naar de begane grond. Daar de
andere heer niet aan het woord kwam,
kwam ik het als derde man helemaal
niet. Ik zet wat ik hierover te zeggen
heb dus maar in liftkokervorm neer,
in de hoop dat hij het van boven naar
beneden zal lezen.
Graag zou ik namelijk iets zeggen
ten gunste van het KNMI in De Bilt,
dat door deze heer verweten werd dat
het, misschien voor het eerst, bewust
had gejokt. Onbewust gebeurt het ook
wel eens, maar wie het waagt daarvan
iets te zeggen, is een regelrechte bruut.
Het KNMI is een instituut dat, zeker
door mannen, met schroom benaderd
dient te worden omdat het dagelijks in
verwachting is van het weer van mor
gen. Wie zelf kinderen heeft, weet dat
ze niet allemaal volledig aan de ver
wachting voldoen. De vraag is echter:
Mag het KNMI ons rukwinden voor
cyclonen verkopen? Mijn antwoord is:
In principe niet, wat dus betekent:
Als het nodig is wèl. En het lijkt mij
werkelijk nodig dat wij niet met cy
clonen worden geconfronteerd zolang
we niet weten wat we ertegen moeten
doen. In Amerika, waar verwoestende
wervelstormen onder liefelijke meisjes
namen regelmatig die landstreken
teisteren waar iéderen zijn droomhuis
bouwt, bestaat een degelijke organisa
tie die erop gericht is zoveel mogelijk
dromen te redden. Bij ons zijn dromen
reddeloos.
Maar wacht eens even. Hebben wij
niet een organisatie die tot doel heeft
de bevolking te beschermen? Ja zeker,
maar laten we dit natuurverschijnsel
er liever buiten latenwant onze B.B.
is er organisatorisch alleen op bere
kend om ons de gevolgen van
's werelds grootste onnatuurv er schijn
sel, de atoomoorlog, te laten overleven.
Aan cyclonen doen ze niets. Deze zijn
er trouwens organisatorisch op bere
kend ons land gemiddeld niet meer
dan eenmaal in de dertig jaar te be
zoeken. Bravo borsten van de B.B.
verzekeren mij dat ik slechts geringe
kans heb door een cycloon te worden
getroffen voordat er een atoomoorlog
uitbreekt. Gebeurt het toch, dan heb
ik pech gehad. Het is geen pech waar
ik mijn pechlamp voor uit de koffer
haal.
Het Nederlandse ballonvaarders-echtpaar
Jan en Nini Boesman hebben in een 184
jaar oude ballon een vlucht van 80 km in
de middemachtszon boven de Poolcirkel
gemaakt. De vlucht van het Zweedse mijn-
bouwcentrum Kiruna naar een plaats op
22 km ten noordwesten van Gaellivare
duurde negen uur. Als derde man zat in de
ballon de 64-jarige Nederlander Piet Var-
seveldt. De rode ballon was dezelfde als die
waarmee in 1783 de Franse professor Char
les in Farijs is opgestegen.
14. Het is avond geworden. De winke
liers halen hun voorraden binnen en zet
ten de luiken voor de ramen. „Laten we
beginnen met een werkplan", zegt Tsjiao
Tai, terwijl ze de stenen trap aflopen,
die hen sneller naar het gerechtsgebouw
brengt. „De Rechter begint altijd met de
vraag wie de gelegenheid heeft gehad de
moord te plegen, en wie er een reden
toe had. Nu lijkt het me uitgesloten dat
iemand het jochie genoeg haatte om hem
uit de weg te willen ruimen. Waarschijn
lijk heeft de moordenaar op deze manier
zijn vader willen treffen". Maar wie kan
dat zijn?" vraagt de hoofdman. „Seah en
zijn gezin traden hier voor het eerst op
en kenden niemand". „Dat is waar", zegt
Tsjiao Tai. „Daarom moeten we de da
der zoeken onder de mensen met wie Seah
conctact heeft gehad sinds hij hier is
gekomen. Tenzij het om iemand gaat die
Seah van vroeger kent. „Hij zwijgt even
en vervolgt dan: „Aan de andere kant
is het toch niet zo zeker dat niemand
iets tegen het jongetje kon hebben. Dat
kleine grut scharrelt overal rond, en zon
der dat je er erg in hebt komen ze van
alles te weten. Misschien heeft de moor
denaar hem wel uit de weg geruimd, om
dat hij bang was dat de jongen een ge
heim zou verraden".
WUIEN JULLIE NIET 10 TEKEER GAAN
IK ZAL JULLIE wet ZE66EM WAT JE i
Moer DOEN 1
EEN SNEEUWPOP MET JA, EN WAAROVER
TWEE GEZICHTEN - A 6AAN WE NU EENS Kl8
ONZE SNEEUWPOP moét EEN WORTEt /US
NEUS HEBBEN
NEE, EEN AARDAPPEL
BEIEN, BROERTJE
2
DAT STAAT SJIEK
IS VEEL LEUKER
r pi b
2J85
867. Het gebeurde niet elke dag. dat
het goede schip Kokanje bij het begin
van een nieuwe reis werd nagewuifd.
Maar ditmaal waren er twee mannen, die
op de kade stonden om Bram en zijn
vrienden uitgeleide te doen.
Het waren de kaashandelaren Plus. een
goede veertiger, en Komijntje, die Bram
een zware lading kaas hadden toever
trouwd voor vervoer naar verre landen.
Zij neurieden zachtjes: „Als de tros wordt
losgesmeten en ze zwaaiden uitbundig
naar Bram, die er erg dankbaar voor
was.
„Aardige lui", zei Bram opgewekt.
Misschien zou hij een andere indruk
hebben gekregen, als hij even later zou
hebben gehoord, wat de beide mannen
elkaar schaterend vertelden:
„Die sufferd, hij zwaait nog terug ook.
Hij denkt, dat-ie kaas vervoert hij
moest eens weten, wat-ie in werkelijkheid
aan boord heeft".
Maar daar had Bram geen vermoeden
van