FILATELIE Kinderkrant Hansje Hebbes en het vliegtuig V/ B E L G 1 E BELGIOUE EUGENE O'NEUl PLAYWRIGHT Dammen Bridge k m A w.to m m 17 A?; ZATERDAG 1 JULI 1967 Erbij iï i I Éi Hü 'mé mé. ëëm -aim, m Tm WT m w/T -Tm 1^*1 B. Dukel Filarski m 'ëJM. I W™TW/. m fm Met grote ogen kijkt kabouter Hansje Hebbes naar de lucht. Een Vliegtuig een echt grote mensen vliegtuig Hoor het brommen brrrrrrrrrr. O, o, o, wat zou ik graag een vliegtuig willen hebben, zucht Hansje Hebbes- Een vliegtuig voor mij alleen „Kom kom" klinkt opeens een zilver stemmetje naast hem. „Meen je dat heus??" Verschrikt kijkt het kaboutertje opzij. Ach het is Agaasje Libel die naast hem staat. Ze kijkt óók naar de lucht. „Zou je écht een groot vliegtuig willen hebben?"- vraagt Agaasje verbaasd. -,Zo'n grote mensen ding? Waarom dan". „Ik wil alles hebben", zegt het kaboutertje brutaal. „Alles- En daarom ook een vliegtuig. Het lijkt me zo fijn om in de lucht rond te vliegen". Agaasje Libel, die net haar gro te, glanzende vleugels in de zon laat drogen, kijkt Hansje vrolijk aan. „Ik zal voor vliegtuig spelen. Klim maar op mijn rug. We gaan vliegen". Tegen een lieve-heers- beestje fluistert Agaasje, „Ik zal hem wel een lesje lerendat stoute hebbes kaboutertje". Juichend klimt Hansje op de rug van de Libelle. „Nou heb ik een vliegtuig", roept'ie naar beneden. Ja- want ondertussen staan er wel dertig kabouters te kijken naar dat brutale ventje dat zomaar in de lucht in vliegt. Op Agaasjes rugge tje- Laag vliegt de Libelle over de hoofden van de kabouters. ,-Dat kan nooit goed gaan", mop pert de kabouterkoning die ook is komen kijken. „Dat gaat mis. Wat ik je zeg". Hoger en hoger vliegt Agaasje over planten, bomen en bloemen. Nog hoger en nóg hoger. Je ziet maar een heel klein stipje. De kabouterkoning haalt een grote verrekijker te voorschijn. Hij kijkt er doorheen ha-ha-ha. Die Hansje kijkt niet erg vrolijk. Ha- ha-ha. De kabouters begrijpen niet, waarom de koning zo moet lachen. „Is het dan niet ernstig, sire?", vraagt een kabouterminister. „Niks erg", lacht de koning. „Let maar eens op wat er gaat gebeu ren". Het stipje héél hoog in de lijcht wordt groter en groter. Het komt dichter en dichterbij. Maar dacht je, dat Agaasje Libelle naar de aarde terugvliegt? Welnee. Ze vliegt hoog en laag en vlug en langzaam. Ze vliegt rondjes en rondjes zzzzjjjj zzzzzjjjj en dan weer récht omhoog. Dan rrrrrt .-.steil naar beneden. Alle kabou ters kijken verschrikkelijk angstig. Alleen de koning niet. Hij houdt zijn dikke buik vast van het lachen. „Ha-ha-ha-ha. Die domme Hansje Hebbes wil zo graag een vliegtuig. Ha-ha." Tjonge jonge. Wat kan die Agaasje goed vliegen. Ze maakt nog één duikvlucht en kijk daarna zweeft ze sierlijk naar beneden. Hoepla, ze staat weer op de grond. En kabouter Hansje Hebbes? Waar is nu zijn juichende stem? Draaierig zit hij op de rug van de libelle. Zijn neusje is wit van de schrik. Hij kijkt bibberend naar al die kabouters. En naar de ko ning die maar met moeite een ern stig gezicht kan trekken. -,Zo Hans je Hebbes. Wil je nu nóg een vlieg tuig hebben?" -,Nee, nee sire", stotterde Hansje. „Ik zal wel op mijn eikelfietsje naar school gaan". „Zo mag ik het horen", knikte de koning tevreden. „Laat het vlie gen maar aan de grote mensen over. En aan de vogels en aan de libelles. Wat kan jij mooi vliegen, Agaasje"- Vlug rent Hansje naar zijn pad destoelenhuisje om bij te komen van de schrik. ELKA. Trek een lijn van 1 naar twintig en er komt een verrassing tevoor schijn. 10 v Mr. Ed. Spanjaard BELGIë. Op 17 juli zullen twee toe ristische postzegels, beide in de waar de 1 jr., worden uitgegeven. De ene zegel toont de burcht te Spontin en de andere zegel de Menense Poort te Ieperen (afbeelding). OOST-DUITSLAND. Met afbeeldin gen van schilderijen die sinds het ein de van de tweede wereldoorlog uit de verschillende musea worden vermist is een serie van zes waarden uitge komen: 5 pf. Drie ruiters" van P. P. Rubens, 10 pf. Druivenplukster" van G. Dou, 20 pf., „Lente-idylle" van H. Thoma, 25 pf. „Portret van W. Schroeder-Devrient" van K. Begas, 40 pf. „Meisje met strohoed" van S. Bray en 50 pf. „De vier evangelis ten" van J. Jordaens. OOSTENRIJK. Ter gelegenheid van het tiende Europagesprek van de stad Wenen is een postzegel van 3 s. in omloop gebracht. De zegel geeft een gezicht op Wenen van de Kai- sermiilendamm af naar het zuidwes ten. NORFOLK EILAND. Het tweede deel van de serie, waarop schepen voorkomen (zie de rubriek van 4 maart 1967) zal op 19 augustus ver krijgbaar worden gesteld: 5 c. Nor folk (1798), 7 c. H.M. Mermaid (1825), 9 c. Lady Franklin (1853) en 10 c. Morayshure (1856). GROOT-BRITTANNIë. Op 10 juli zal een serie van drie worden uitge geven, waarop Britse schilderijen zijn gereproduceerd: 4 d. „Jongeheer Lambton" van Sir Thomas Lawren- ce, 9 d. „Merry's en veulens m een landschap" van George Stubbs en 1 sh. 6 d. (afbeelding) „Kinderen, ko mende uit school" van T. S. Lowry. HONGARIJE. Een serie van zeven waarden is verschenen ter gelegen heid van de vijfentwintigste bijeen komst van de DonaucommissieDe zegels tonen verschillende schepen van de Hongaarse scheepvaartmaat schappij Mahart en de vlaggen van Oostenrijk, Tsjechoslowakije. Honga rije, Joegoslavië, Roemenië en de Sovjet-Unie, alsmede toestellen en forten. De waarden zijn: 30, 60, 1, 1.50 1.70,2 en 2.50 ft. TSJECHOSLOWAKIJE. Ter gelegen heid van het negende congres van de Internationale architectenunie is een postzegel van 1 kr. uitgekomen, waar op architectonische motieven van Praag zijn voorgesteld. DAHOMEY. Voor de Wereldjambo ree 1967 zal op 7 augustus een serie van drie verschijnen: 30 fr. padvin ders beklimmen een berg, 70 fr. pad vinders met een opvouwbare boot en 100 fr. een wereldkaart en touwen. Al le zegels dragen bovendien het em bleem van de jamboree. De drie ze- komen ook in een blok. EGYPTE heeft een serie het licht doen zien ter gelegenheid van het In ternationale Jaar va.n het Toerisme (ITY): 10 mills Nubische monumen- PAR ten, Ramses en de koningin, 20 mills het hotel in El Alamein, 35 mills schieten op eenden (afbeelding)80 mills de maagdenboom en 115 mills vissen op de Rode Zee. ITALIë. De honderdste geboortedag van de toneelschrijver Luigi Piran dello (1867-1936) is herdacht door de uitgifte van een postzegel van 40 lire met diens prtret. FRANKRIJK geeft op 10 juli drie toeristische postzegels uit. Het zijn een 0.50 fr. met het stadhuis van Saint-Quentin, een 0.60 fr. met de stadspoort en klokketoren van Vire en een 0.95 fr. met een gezicht op de ha ven van Boulogne-sur-Mer. VERENIGDE STATEN. In de serie ter herdenking van prominente Ame rikanen zal op 16 oktober een zegel van 1 dollar (afbeelding) worden uit gegeven met het portret van de to neelschrijver Eugene O'Neill (1888- 1953). j In het internationaal damtoernooi Hoo- gezand-Sappemeer 1967 werd de Haitiaan Germain leuk verrast door een geestige damzet uitgevoerd door de 62-jarige Cana- HET OUDE PROBLEEM Oost is gever, NZ staan kwetsbaar. Oost opent het bieden met vier harten, dese meester M. Deslauriers. Het was in zuid doubleert, west past en noord heeft: V8J42 9 7 5 3 OHB65 +5 de stand na de 22e zet van zwart. M. DESLAURIERS JOOOOOO<pOCCOaOCCX3ppOCCXXXX>G^^^-OOOOC y - ooooloL3oo(»x>ooooDoooooooooaoooooóoodooocooJo§l!iLoooooc P. GERMAIN Zwart: 3, 5, 6, 8. 9. 11. 13, 14, 15. 16. 17, 18. 19, 23, 29. Wit: 25, 27, 28, 32, 35, 36. 38. 39. 40. 41, 42, 45, 48. 49, 50. Zwart dreigt met 18-22 een stuk te win nen, dus moet wit aan deze dreiging iets doen. Toen wit de ruil 40-34 29x40 45x34 speelde nam de 62-jarige meester uit Mont real dam door 16-21 27x7. 17-22 28x17. 18-22 17x28. 23-29 34x23. 8-12 7x18 13x44 50x39 19x46. en wit moest opgeven. Een zeer fraaie positiewinst behaalde de Russische kampioen Andreiko in het in ternationaal toernooi „Haagse Courant" 1967 tegen de sterke Haagse hoofdklasse speler F. C. H. Ivens (wit). In een betrek kelijk contactloze stelling was de stand na de 31e zet van zwart als volgt: ANDREIKO XOOOOOt^OOOOOOOOOOOOOOOOOOO^OOOOCXXJOOOpCOCOOOOOCpDOOCO V//////. JOOOOÖOOO v (>X)0OC ■T- WIOQOO VXJOOC v vw "hOOfXV Wat moet noord doen? Ziehier het pro bleem dat een lezer uit Gelderland mij voorlegt. Ik beschouwde zuids doublet natuurlijk als een strafdoublet, vertelt hij erbij, dus heb ik gepast. Ik hoopte natuur lijk ook dat mijn partner klaveraas had, zodat ik introevers zou kunnen maken. Bent u het hiermee eens? Alvorens een antwoord op die vraag te geven, zou ik willen voorstellen dat wij gaan bepalen op wat voor soort spel de zuidspeler in het algemeen zal double ren. In grote lijnen zijn er twee mogelijk heden: a) Zuid is sterk in harten, misschien iets ernaast en verwacht dat OW dus ge makkelijk down gespeeld kunnen worden. b) Zuid is niet sterk in harten, doch wel in de bijkleuren hij laat de beslis sing over eventueel verdere actie aan noord over. Om het doublet van zuid te kunnen „begrijpen" zal men moeten kiezen uit a) en b). Men kan niet beide willen, im mers het doublet kan maar één betekenis hebben. Om de beste keuze te maken, zullen wij ons moeten afvragen wat zal vaker voorkomen, situatie a) waarbij zuid dus sterk in harten is. of situatie b) waarbij zuid sterk in de bijkleuren is? Men heeft niet véél bridge-ervaring nodig om te bepalen, dat situatie b) zeker het meest zal voorkomen. Want wanneer zal het gebeuren, dat iemand met vier harten opent en dat de volgende speler óók nog sterk in harten is?! Zelden! Onze noord had dus niet moeten passen, temeer niet daar hij aan zijn drie kleine hartens wel kon zien, dat zuid onmogelijk óók nog sterk in harten kon zijn. Een dergelijk doublet is dus optioneel, d.w.z. „om schrijft" een bepaald spel (sterk in de meeste kleuren behalve in harten), doch de partner moet maar uitmaken wat er het beste gebeuren kan. Het zou ook dwaas zijn als het anders was: hoe kan zuid in één biedbeurt „uitmaken", wat het beste voor zijn partij is? Hij is geen helderziende! Het spel was: V 8 5 4 2 9753 OHB65 5 B 9 3 0? 10 4 O 10 2 A B 9 8 6 3 N W O Z 10 9 AH VB982 98 V 10 2 IVENS Zwart 6, 7, 8, 12, 13, 14, 15, 18, 19, 22, 25. Wit: 26, 29, 32, 33, 36, 38. 39, 40, 41, 43. 44. Een juweel van een dwangspel volgt van de Rus na de volgende ruil 32) 32-27 22x31, 33) 36x27 19-23, 34) 40-34 13-19. Nu heeft wit maar een zet 41-36 of 37 daarop 38-32 25-30 en 14- volgt. Het beste is 26-21 waarna eveneens 14-20 en 19-24 volgt. 35) 41-37 14-20, 36) 37-32 19-24. Wit heeft slechts een zet 26-21. Voor on derzoekers van het positiespel een fraaie stand om uit te puzzelen of wit na 26-21 nog houdbaar spel heeft. Op 6-11 21-16 moet 24-30 waarna 33-28 wit mogelijk spel ruimte biedt. Na 26-21 kan ook direct 24-30 waarna 33-28 is gedwongen omdat op 21-16 30-35 wint. In de partij vervolgde wit zwak met 37) 44-40 25-30, 38) 34x14 23x45, 39) 14-9 45-50. 40) 9-3 en na 15-20, 24-30 en 18-23 kon wit opgeven Voor het spel na de 36e zet nog de volgende doorbraak wat ook een onder zoek waard is. 37) 26-21 24-30, 38) 33-28 of 7-11, 39) 28x19 8-13. 40) 19x17 11x31, 41) 32- 27 31x22, 42) 38-33 enz. Voor liefhebbers van lichte kost in het oplossen van problemen, hier een drietal vraagstukjes welke alle slechts enkele zetten diep zijn. Ie. Wit drie stukken op 32, 40, 42. Zwart 33, 35. Voor alle drie telt: wit speelt en wint. 2e. Wit 26. 37, 38, 43, 49. Zwart 22, 31, 40. 3e vraagstuk: X500000000000000000000ü0f00000000>"*00000000000n00nc000000 Wit 23, 29, 32, 42, 43, 49. Zwart 7, 8, 9, 17, 28, 30, 35. Enige lezers: de partijen van het inter nationaal toernooi Hoogezand-Sappemeer 1967 zijn te verkrijgen bij de bondsadmini- strateur A. Paans, Rijnlaan 265, Utrecht. Partijen van het internationaal toernooi 1967, in Den Haag gespeeld, bij de heer Ivens, Frankenslag 69, Den Haag. Alle correspondentie te zenden aan het adres van de damredacteur B. Dukel, Wijk aan Zeeërweg 125, IJmuiden. JAN IïEIN EN HANS Aanstaande maandag begint te Zierik- zee het toernooi om het kampioenschap van Nederland. Even het geheugen op frissen: in 1963 won Kuypers toen nog Delfts student, inmiddels ingenieur de landstitel; twee jaren later moest hij deze afstaan aan Lodewijk Prins, al tientallen jaren misschien wel de meest spectacu laire schaker van ons land, maar aan de andere kant te bizar en soms te zeer spot tend met fundamentele schaakwetten om op de lange baan het nu eenmaal nodige aantal punten op de tabel te scoren. Helaas werd Prins' succes hoe dan ook respectabel voor een speler die de middelbare leeftijd begint te bereiken het onderwerp van een discussie, welke de sportieve en vriendschappelijke ver houdingen in de vaderlandse schaaktop onwaardig was. Des te meer valt het te betreuren dat Prins thans in Zeeland zijn litel niet zal verdedigen; koren op de molen van hen die spraken van een toe valstreffer. Wie wordt kampioen voor de komende twee jaren? De deelnemers zijn: groot meester Jan Hein Donner, de internatio nale meesters Hans Bouwmeester, ir. Kuypers, Van Scheltinga, Langeweg en Zuidema, de coming men Hans Ree (die onder andere twee maal Larsen versloeg), Scholl, de laatste tijd zeer succesvol, en de minder bekende grootheden P. G. Bak ker, Krabbé en Rosenthal. Zo op papier zou men zeggen: Donner wordt het. Hij is de enige grootmeester, heeft de meeste training op hoog niveau en kan zich ge heel aan het schaakspel wijden. Maar men vlakke de capaciteiten van een man als onze oud-stadgenoot Bouwmeester niet uit. Deze start met een belangrijke han- ir v,:- dicap: hij is leraar en heeft juist vandaag de vermoeiende eindspurt van het school jaar beëindigd. Men moet blijkbaar zelf docent zijn om te beseffen, hoe uitputtend dit is. Zonder de andere deelnemers te kort te willen doen zij het ons vergund om juist op deze twee antipoden eens het zoek licht te richten. Welk een verschil in per soonlijkheid tussen deze twee kandidaten voor de eerste plaats! Jan Hein Donner: lang, nonchalant, een vaak geziene gast in de avonduren op het Leidse Plein en gelieerd aan de nog on voldoende verklaarde agressie tegen de maatschappij van wat men aanduidt als de „provo's". Daartegenover Hans Bouwmeester: on opvallend postuur, de exactheid in per soon en als zodanig een typische volge ling van Euwe, die zo treffend werd ge noemd „het genie van de orde", niet-roker en geheelonthouder, een voorbeeldig huis vader. Jan Hein: de onverzadigbare, vlotte veredelde koffiehuisschaker, die ook na afloop van iedere wedstrijdpartij nog uren blijft vertoeven in het wedstrijdlokaal en ontelbare vluggertjes speelt met wie maar wil. Hans: eigenlijk iemand die de haast dwangmatige „Spielfreudigkeit" mist, er tegen op ziet, enige weken achtereen de inspanningen van datgene te ondergaan, wat toch zijn hobby is, die liefst terug- snelt naar de huiselijke haard, als hij weer een „verplichte" partij heeft beëindigd. Jan Hein: schakend gelijk een vis in het water zwemt, door zijn betrekkelijke on verschilligheid soms puntjes verspelend iuist tegen iets zwakkeren, zonder echter daardoor zijn evenwicht te verliezen. Hans: de schaakgeleerde zonder weer ga, met een onvoorstelbaar omvangrijke en systematisch geordende vakkennis, maar psychisch kwetsbaarder als het hem eens uit de hand loopt. Nu zou men kunnen denken dat Bouw meester het moet hebben van het strikt positionele vakwerk en Donner van het improviserende „koffiehuisschaak". Maar daarvoor is beider vorming te allround en het schaakspel te complex Een typisch staaltje vormt de partij, welke beide rivalen jaren geleden tegen elkander speelden en waarvan wij de nartverrukkende slotfase hier weergeven. BOUWMEESTER noonnootxx.:' \xnnor/X'Cr«/ooaccwooco A H 7 6 C? 6 O A V 7 4 3 H 7 4 Wat had zuid anders moeten doen, dan vier harten doubleren? Vier schoppen of vijf ruiten bieden? Draai de west- en noordspellen om en u ziet, hoe onzinnig dat zou kunnen zijn. Zoals u ziet, kunnen NZ vijf schoppen maken, en het was noords plicht geweest die kleur te bieden. De ramp in vier har ten gedoubleerd werd nog groter door het tegenspel: zuid die geen notie had van noords kracht, begon met schoppenaas en heer. Oost troefde de tweede schop pen en maakte twaalf slagen, daar kla verheer goed zat! Daarna dus harrewar ren over wie gelijk had. Een eenvoudig geval, mits u daarbij ook maar aan het volgende denkt. Indien het eens éénmaal per tien jaar voorkomt dat oost vier har ten opent en als zuid hebt u sterke har tens maar weinig daarnaast, u moet pas sen. Dat is de prijs die u betalen moet om in talloze andere gevallen het doublet te kunnen gebruiken als nuttig wapen. Een oude kwestie, die niettemin steeds weer jong blijkt te zijn! Bridge vraag dezer week: West gever, allen kwetsbaar, parenwedstriid Zuid heeft: A V 8 7 5 CAV -0 V 6 +B975 West past noord past oost opent één schoppen -wat moet zuid doen? Antwoord elders op deze bladzijde. oooocoooooooooooooaooooocnocoooooooocGoooooaooc DONNER Stelling na 30 c3-c4! Wit heeft, met louter positionele mid delen, zijn tegenstander strategisch vol komen overspeeld. Hij legt met zijn vol gende zet de zwakte van het zwarte spel bloot. Het ziet er voor zwart duister uit, bijvoorbeeld: 30) bc4:. 31) Pc4: Tal:. 32) Tal: met de krachtige dreiging Pd6:. Of: 30) cb4:. 31) cb5: en b5-b6-b7 wordt bijzonder gevaarlijk. Hier helpt geen encyclopedische kennis meer, slechts de slagvaardige „Schwindel", welke Bouwmeester evenzeer blijkt te be heersen, als het er op aankomt. 30) Rd7xh3. 31) c4xb5 Pg6-h4! Hans de koffie- nuisspeler! 32) g3xh4 Dd7-g4. 33) Tel-gl Dg4xh4. Dreigt Rfl mat! 34) Tgl-g3 Rh3- f5f. 35) Kh2-gl e5-c4. Zwart zet met een stuk achter zijn verwarringstactiek voort. En de Donnerse-vis-in-het-water raakt uit de koers. 36) Rd3-c2 Eenvoudiger 36) ef5:. 36) Rf5xe4. 37) Rc2xe4 Dh4xe4. 38) Tal-cl c4-c3. Zie de opmer king bij de 35ste zet. 39) Dd2xc3 De4xd5. 40) Dc3-c6 Dd5-e6. 41) b5-b6! Objec tief staat wit met zijn materiële voor sprong en zijn geweldige vrije pion glad gewonnen. Maar de grootste slagvaardig heid in de kritieke fase komt juist van df kant van de schaakprofessor! 41) Ta8-c8. 42) Dc6xc8! Te8xc8. 43) TclxcSt De6xc8. 44) b6-b7 Dc8-b8. BOUWMEESTER XXDOOOOOOCV - <:XXXXXX XX XDOOOOOG* YXOUOOOOOOOOOOOOC OOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOC DONNER (aan zet) Ziet gij, lezer, hoe wit aanstonds kon winnen? 't Is o zo eenvoudig, doch zit er zelf maar eens achter! De simpele op lossing is, dat Donner de weg voor zijn toren naar c8 met tempowinst had moe ten vrijmaken door 45) Rg5! (dreigt Rf6:) Rg5:. 46) Tc3 en Tc8t beslist. Ver moedelijk heeft Donner het nu te vlug willen doen; hij komt zelden of nooit in tijdnood. Gewoonlijk een voordeel, maar de tegenhanger is dat men soms kansen mist. 45) Re3-a7? Db8xa7. 46) Tg3-c3 g7-g6. 47) Tc3-c8f Kg8-g7. 48) b7-b8D Da7-d4! Zwarts laatste kans, eeuwig schaak met Dg4t Ddlt enz. 49) Tc8-g8f Kg7-h6. Nu kon wit met 50) Dc8 het kritieke veld g4 dekken, waarna er voor zwart niet veel meer te hopen viel. Wat is er echter tegen, de zwarte koning eerst nog even naar een onveiliger veld te drijven en pas dan Dc8 te spelen? 50) Db8-f8f De laatste zet voor de tijdcontrole. 50) Rf6-g7ü Een geniale gedachte in vliegen de tijdnood. Neemt wit met de dame dan kan hij na Kg5 eeuwig schaak niet meer beletten. Na 51) Tg7: volgt eveneens eeuwig schaak met Dg4t enz. Dank zij de tekstzet kan zwart nu zijn f-pion op spelen, waarna hij verder kan vechten. 51) Df8-c8 Dd4-dlf 52) Kgl-g2 f7-f5! 531 Oc8-c4 f5-f4. Opnieuw met de dreiging Dg4j. 54) Dc4-b3 Beter De6. 54) Ddl-g4f 55) Kg2-fl e5-e4. Dreigt f4-f3 Dg2f en de witte koning wordt naar de damevleugel gejaagd, op welke de zwarte loper gericht staat. Aangezien eeuwig schaak daar wel onvermijdelijk zal zijn, bood Donner remise aan, hetgeen Bouwmeester natuurlijk dankbaar aan nam. De conclusies? a) Het schaakspel is en blijft verrukke lijk, b) idem, c) idem, d) zijn toplieden laten zich nauwelijks in soorten en vakjes rubriceren; daarvoor zijn ze te veelzijdig geschoold, e) als de heren ook in Zierik- zee met een dergelijk élan spelen, wach ten de Nederlandse schaakwereld schoon heid en verrassingen! VWVWWVVW>'VWWWVWWWV4IWWVWVVVVWVVVVVVAWVWV ■jmaaudo uagap ap ifffliappiuiuo ua piuap jaiu ubbjbbp au -ogajBa apaaMj ap jfiAviaj 'uassEd [Ejsaaiu jads u,oz jaut uapuiaouagjs-iaa jep 'sjapds aipiajs .lapuim ua aijuajs uassnj jiqosjaA apuajiBAdo jaq si jag '(VS u?? do j'sBd jo) jaop poq uaa jagaj sjb snp üa jiz uagaj suaddoqas jam pinz jsp jaaM. jatu (pjoou) •iaujaed ap jebp '„jdeusjuo" nu fijjBd -uagaj ap jep 'si UBAja jaapsu jajj -uapaiq aj VS jo uauajqnop aj jaaaip jb fBAag u,oz ui uauutgaq saajads ajsaam bq uam -oif (jajqnop jo) poq uaa jam gou fiq ubh 'uajaijijiMjuo UBBg noz sjapus qatz aije -njis ap sjb jsjaa ua jadsuagaj ubb uaiju'ap aj uauutgaq ftq jaom adiauud ut „ssd" si uapBAag anjnz ui bijdb ajsaq s'pinz ■jjaaq uajnapjfiq ap ui uajjBBij agoq ajaijua pjoou jep ua jizuagaj map jnajp -uaddoqas ap jep 'snp jaaM pinz "jjaaq puadoag „sqiu fBBmajaq" do jsoó jsp 'uam -au aj ubb nfniaom laq si piaqjBBqsjaMn ajlfijag hg :.SBBJAa.Spi.iq do pjooMjuy

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1967 | | pagina 17