De wind kan niet lezen
PLAN VAN D'66:
Hoekje Leidseplein
voor menselijke
communicatie
POLLE, PELLI EN PINGO
«gestipt
RECHTER TIE EN HET ANDERE ZWAARD
I
AMMETJE FOK
k
Ons vervolgverhaal
22 Nederlandse
bedrijven naar
beurs van Brno
oude..,
klare Is
tocli maar
Je
PANDA EN DE BOZE WARAPURI-DIAMANT
of Jonge...
VRIJDAG 7 JULI 1967
13
Een romantisch verhaal door
Mason
kleine glaasjes,
groot genoegen
Kees Stip
MIWWUMWIiMUWMII
87)
„Hier is blijkbaar een reden voor",
zei hij eindelijk. „Misschien is er
verderop een ongeluk gebeurd".
We overwogen deze mogelijkheid,
maar we dachten allemaal hetzelfde.
De majoor dacht het, maar het was
Manning die de moed had, het hard
op te zeggen, en hij deed dit met
een opvallend onaangedane simpel
heid.
„Ik denk dat het waarschijnlijk de
Jappen zijn. Ze wachten tot we uit
de wagen komen".
Een gevoel van afgrijzen drong tot
in al mijn ledematen door. Ik dacht
dat dit het einde was en dat ik bin-"
nen enkele ogenblikken zou sterven,
met achterlating van Sabby, die ook
in eenzaamheid sterven zou. En in
dat ene moment zag ik niet alleen
mijn hele leven aan mijn oog voor
bijtrekken, maar ook een reeks tafe
relen, die uit mijn verbeelding ont
sproten en waarvan het duidelijkste
zich afspeelde in de hall van ons huis
in Tewkesbury, waar mijn moeder op
het punt stond, een telegram open te
scheuren, dat zij in haar hand hield.
Maar toen beheerste ik me een beet
je en ik hield mezelf voor, dat we
met ons vieren hetzelfde lot deelden
en dat er immers nog niets was ge
beurd. Ik keek naar de Sikh. Zijn
gezicht stond strak en uitdrukkings
loos en hij staarde strak voor zich
uit. De majoor was zenuwachtig ge
worden. Zijn handen trilden en toen
hij probeerde te spreken, kwam er
geen geluid. Toen vermande ook hij
zich en zijn stem klonk bars.
„We kunnen beter stil blijven zit
ten. Het transport kan binnen twintig
minuten hier zijn".
Dezelfde vogel van eerst krijste ve
nijnig. Hij zat ergens in de takken,
die over de weg hingen. Ik tuurde
ernaar en liet mijn blikken langzaam
over de openingen tussen de blade
ren gaan. Ik kon de vogel niet zien
en evenmin een Japanner. Maar ik
wist dat die vogel daar zat.
Manning haalde zijn sigarettenko
ker voor de dag, opende die lang
zaam en presenteerde ons ieder een
sigaret. Mijn hand beefde licht; ik
trok de sigaret haastig naar me en
stak die met gewilde nonchalance in
mijn mondhoek. De Sikh zei beleefd:
„Dank u, wij Sikhs roken niet".
De majoor stak een lucifer aan en
ook het vlammetje beefde. Manning
leunde naar voren en zoog het in zijn
sigaretteëind. Hij liet zich weer ach
terover in zijn hoekje zakken en blies
een lange, peinzende rookwolk uit.
Toen zei hij kalm tegen de majoor:
„Ik zou willen voorstellen sir, dat
als dit werkelijk een val is. we't
transport kunnen verhinderen erin te
lopen".
„Omkeren en teruggaan, bedoelt
u?"
„Dat zou ons belachelijk maken,
als we ons vergist hadden".
„Wat voor de duvel bedoelt u
dan?" brulde de majoor nerveus en
ongeduldig.
„We zouden de boom opzij kunnen
schuiven en als er niets gebeurt,
doorrijden".
„Opzij schuiven?"
„Het is maar een lichte boom. Eén
man kan dat karweitje opknappen".
„En wat gebeurt er als er moei
lijkheden komen?"
„We kunnen maar één ding doen.
De wagen met de grootste snelheid
keren en. met een vaart terug over
de weg rijden, totdat u denkt dat u
zeker bent van uw zaak; dan künnen
we het transport tegemoet gaan".
„Misschien doen wel al die moeite
voor niets", zei de majoor.
„Ja, dat is mogelijk".
„De luitenant in het kamp zei,
dat hier geen Jappen in de buurt
waren. Ze zouden ze zeker van de
weg af houden".
„De wildernis is groot. Daar kun
nen ze zich best verschuilen".
„Goed dan. We zullen de boom
weghalen".
„Dat zou ik graag willen doen,
sir", zei de Sikh, „als u me wilt toe
staan, dat ik uitstap".
,,'tKomt er niet op aan, wie het
doet. We zitten allemaal in hetzelfde
schuitje".
„Ik geloof dat u het beter aan mij
kunt overlaten", zei Manning. „Ze
zouden de chauffeur eens gevangen
kunnen nemen".
„Ja. Manning kan het beter doen".
„Zet de motor aan", zei Manning,
„en keer de wagen. Hou je voet op
de starter".
„En u dan?" vroeg de majoor.
„Als er iets zou gebeuren, aarzal
dan geen seconde, want als u dat
doet is er geen schijn van hoop voor
u. Rij weg zo vlug u kunt. Hebt u
me begrepen?" vroeg hij de chauf
feur.
„Jawel sir".
„Heel goed. Daar gaan we dan.
Binnen een paar minuten zullen we
onszelf waarschijnlijk een paar idio
ten uit een melodrama vinden".
„Ik hoop het", zei ik.
Hij had een revolver, evenals wij.
Hij trok deze uit de holster, opende
het portier en s loeg het achter zich
dicht, toen hij was uitgestapt. Met
kalme stappen wandelde hij naar de
voorkant van de wagen. Hij was heel
lang en liep kaarsrecht. Hij had zijn
helm achtergelaten en zijn haar krul
de verward. De sigaret hing hem
nog steeds uit zijn mond. We hoorden
alleen maar het geluid van de zacht
puffende motor en de lokroep van de
vogel, die ons bijna gek maakte. We
zaten allemaal in verlammende
spanning naar Manning te kijken. We
zagen hem een meter of tien naar
de boom lopen zonder naar links of
rechts te kijken. Hij beschouwde de
boom een ogenblik, stapte erover
heen en keerde zich met het gezicht
naar ons toe, terwijl hij een Frans
gebaar maakte, dat wil zeggen, hij
haalde zijn schouders op en hief een
hand met gespreide vingers omhoog,
alsof hij zeggen wilde: „Waar heb
ben we ons zo druk over gemaakt?"
En zo stond hij nog, toen de kogel
hem raakte. We hoorden het schot;
het kwam van zo dichtbij, dat mijn
lichaam zich krampachtig samen
trok door die plotselinge, oorverdo
vende knal. En terzelfdertijd leek
Manning in zijn gebaar te verstar
ren.
Het kan maar een seconde heb
ben geduurd, maar het scheen een
eeuw. dat zijn lichaam daar dood
stil bleef staan, als een bewegende
gestalte, die in een snapshot wordt
vastgelegd. Toen viel de revolver uit
zijn hand en de sigaret uit zijn mond.
(Wordt vervolgd.)
MAAAMMAMWWMAMUWWWIfWVW\AAAMWWIAWtAAMWWMAMWWWWWIIWWWWWIIVWWWllUWIAMUWWUWWWWWWWWIIVWIfW«IIMAIM
„Democraten '66" is voornemens wan
neer over drie jaar opnieuw gemeente
raadsverkiezingen worden gehouden
daaraan ook in Amsterdam deel te nemen
en zodoende in de raad vertegenwoordigd
te worden. Vooruitlopend op die situatie
heeft de verkeerscommissie van de af
deling Amsterdam van deze politieke par
tij nu reeds een tamelijk gedetailleerd
plan ontworpen voor het Leidseplein in
Amsterdam, in de directe omgeving van
de schouwburg, om de leefbaarheid van
dit stukje binnenstad te vergroten. D'66
wil van het kleine pleintje naast de
schouwburg waar nu parkcermeters staan
een ruimte voor menselijke communicatie
maken.
Het wil e enstukje straat, dat langs dit
pleintje loopt en voor enkele Amsterdamse
cafés bij het plein trekken en rond de bo
men banken plaatsen. Om de aldus verlo
ren parkeerruimte te compenseren is het
de bedoeling dat het stuk Lijnbaansgracht
achter de schouwburg overdekt wordt
het water moet er blijven op last van de
brandweer om zodoende daar een veel
groter parkeerterrein te krijgen. Boven
dien is het idee geopperd om wanneer
te zijner tijd de melkfabriek, die nu aan
dit stukje gracht ligt, zal verdwijnen, op
die plek een fikse parkeergarage te bou
wen met uitgangen zowel naar de Lijn
baansgracht als naar de Marnixstraat. De
tegenwoordige parkeerplaats zal een voet
gangerspleintje worden dat wat meer al-
Tweeentwintig Nederlandse bedrijven
zullen zijn vertegenwoordigd op de negen
de internationale Jaarbeurs van Brno,
Tsjechoslowakije, die van 10 tot 19 sep
tember wordt gehouden, aldus is gisteren
op een persconferentie in de Tsjechoslo-
waakse ambassade meegedeeld.
Deze bedrijven, waaronder DAF en Phi
lips, De Oude Delft en Becker, optische
bedrijven in Delft, Vekamaf Holland NV
te Rotterdam en Peja producten NV te
Arnhem, zullen bij elkaar een tentoon
stellingsoppervlak van 1.821 vierkante me
ter innemen. Vorig jaar waren veertien
Nederlandse ondernemingen op de jaar
beurs van Brno vertegenwoordigd, enin
1959 drie, die met elkaar 200 vierkante
meter expositieruimte innamen.
De Nederlands-Tsjechoslowaakse han
del bedroeg vorig jaar ca. 200 miljoen
gulden in beide richtingen. De Nederland
se uitvoer steeg met 26,7 percent verge
leken met het voorgaande* jaar tot ca.
100 miljoen gulden, de invoer uit Tsjecho
slowakije met 1,5 percent tot ongeveer
eenzelfde bedrag.
Hop
Momenteel bedraagt de import uit Tsje
choslowakije slechts 0,35 percent van de
totale Nederlandse import, en de uitvoer
0,24 percent van het totaal, maar de han
del tussen beide landen ontwikkelt zich
gestadig. Tsjechoslowakije is de eerste le
verancier van hop (38,2 percent van de
totale Nederlandse import) en de op een
na voornaamste leverancier van malt
(15,8 percent). De uitvoer van bepaalde,
traditionele Tsjechoslowaakse exportpro-
dukten, zoals boheems kristal, is aan quo
ta gebonden.
lure kan krijgen doordat met name de
taxistandplaats zal worden verplaats en de
tramhaltes meer naar het Leidsebosje te
genover het American Hotel zullen ko
men te liggen. De hals van de Leidse-
straat wordt daardoor aanzienlijk ruimer
en er onderdoor zijn voetgangerstunnels
geprojecteerd, welke de zebrapaden, een
obstakel voor het verkeer, overbodig ma
ken.
Het ambitieuze plan is, hoewel D'66 nog
niet in de raad vertegenwoordigd is, toch
aan B. en W. en' de commissie voor ver
keerszaken vooorgelegd. Het zal ook be
sproken worden met de Amsterdamse ver
keerspolitie.
Het plan, dat in gedeelten kan worden
uitgevoerd, waarbij het eerste gedeelte in
ieder geval weinig kostbaar is, maakt deel
uit van een nog uit te werken veel gro
ter plan dat een bestemmingsplan voor
de binnenstad genoemd kan worden. Het
lot van het Leiseplein legt D'66 dus nu in
handen van in feite haar politieke tegen
standers. Maar de initiatiefnemers heb
ben goede hoop dat een of meer in de
raad vertegenwoordigde fracties het plan
aan de orde zullen willen stellen.
ADVERTENTIE
11. De knal van de lekke band en de schoten van
Henkie's revolver maakten Panda erg ongerust. Hij
remde verschrikt en opende het portier. Het klinkt
net, alsof alle vier de banden zijn geklapt!" zei hij.
„Maar wat raar! Alleen het achterwiel staat leeg!
Begrijp jij dat, Jollipop?" Henkie en Aal de Glibber
maakten van de verwarring gebruik, om aan de andere
kant van het voertuig te kruipen en zich in het struik
gewas terug te trekken. „Daar zijn we tenminste uit!"
mompelde de kleinste van de twee tevreden. „Nu moe
ten we zorgen, dat we naar de stad terug komen om
de Warapuri-diamant te verkopen! Geef mij dat steen
tje maar weer!" „Die heb ik eh een beetje in
die auto laten liggen!" verklaarde de ander. „IIdacht
zo dat ding geeft maar ongeluk „Pak je Revolver
en ga dat ding halen, sukkel!" riep Aal kwaad. Maar
zijn makker haalde de schouders op. „Ik weet niet
wat je met m'n blaffer wil!" sprak hij. „Er zit geen
kogeltje meer in! Ik heb hem daarnet helemaal leeg-
geknald!"
6EFELIGTEERD MET06 MOEDERS VERJAAR
DAG- HEB JE HAAR IETS 6E6EVEN
*^Ga, EEN BOEK - HET BE5TE DAT IK KON
VINDEN - ENKEL EN ALLEEN TAART-
POUÊ, IK BEN IN JE SOEK BE60NNEN. KOM
BINNEN EN PROEF EENS HOE,
©riB
2591 B
PUZZEL no. 27
In ieder vakje van deze puzzel dient
men een lettergreep van het gevraagde
woord in te vullen.
OMSCHRIJVING:
Horizontaal: 1. familielid; 3. inwendig
orgaan; 5. kwijtschelden; 7. lekkernij; 8.
soort vrucht; 9. meubelstuk; 10. vol sap;
12. zachte steensoort; 14. tweedrachtig;
16. in die mate; 18. land in Europa; 20.
lonend; 22. maat houdend; 23. deel van
het lichaam.
Verticaal: 1. militair; 2. hofjonker; 3.
eetgerei; 4. verontwaardigd; 6. onderdor
pel van het kozijn van het vensteF; 7.
drank; 9. deel van een huis; 11 rijkelijk
gekregen; 13 deel van Nederland; 14. ver
gaan; 15 bioscooptheater; 17. keuvelde;
19. telwoord; 21. naar beneden gaan.
„Ja kinderen, een halve eeuw gele
den, in 1967, heeft opa zijn bul gehaald.
In Utrecht Maar er kwam geen cum
op".
De kinderen van de eenentwintigste
eeuw staren opa enigszins angstig aan.
Maar omdat de grijsaard tegenover
zijn nageslacht nog geen bijtneigingen
heeft vertoond, durven ze te vragen:
„Wat was er dan met je bullen, opa?
Was er iets niet in orde?" „Wis en
bliksems was er iets niet in orde!",
roept de oude toornig. Opa was een
briljant promovendus. Verstaan jullie
me? Briljant!"
„Natuurlijk verstaan we u, opa" zegt
de oudste kleindochter sussend. „U
bent hardhorend, niet wij. Briljanten
zitten toch in die broche van oma?
Maar wat betekent promo? Wacht
eens even, waren dat niet die jongens
met die lange haren?"
„Een promovendus"zegt opa nu
bijna kalm, „was iemand die een
proefschrift verdedigde ter verkrijging
van de doctorstitel. Nu het hoger on
derwijs is afgeschaft zal de zin daarvan
jullie ontgaan. Als de promovendus
erg knap was, kreeg hij cum laude,
met lof. Opa was erg knap, al zegt
hij het zelf. De professoren zeiden het
ook. Z'e hadden opa met algemene stem
men cum laude toegekend. Maar de
universiteit was goed georganiseerd. De
promotor vergat het aan de rector
magnificus mede te delen. Toen hij het
hem mededeelde, moest de rector het
weigeren. Kunnen jullie het volgen?"
„Gelukkig niet?', zegt de jongste
kleinzoon. „Als die meneer het aan die
meneer vertelde, dan wist die meneer
het toch?"
„Aan jou is een geleerde verloren
gegaan", zegt opa. „Aan mij ook. Ik
was ook nog wel eens rector magni
ficus geworden. Maar ik nam het niet
dat er geen cum op mijn bul stond.
Ik voerde processen en verloor ze. Ik
schreef smaadschriften en kwam in de
gevangenis. Toen ik eruit kwam werd
ik bordenwasser. Maar ik brak teveel
borden en ik brak ze bovendien als
ze al gewassen waren. Daarom sticht
te ik een fabriek van onbreekbare bor
den. De grootste ter wereld. We eten
er goed van".
Oma trad binnen.
„Ja", zei ze, „en dat danken we
aan het feit dat opa geen wetenschap
pelijke carrière heeft gemaakt. Anders
was hij vorig jaar, toen het hoger on
derwijs wegens overorganisatie werd
opgeheven, ontslagen. Dan stond hij
nu nog borden te breken."
Oplossingen, uitsluitend per briefkaart
dienen uiterlijk woensdag a.s. in ons bezit
te zijn.
OPLOSSING PUZZEL no. 26
Horizontaal: 1. stuntelig; 4. bekaf; 7.
overval; 8. Trier; 9. odeur; 11 dermate; 12.
televisie; 14. zetel; 16. nevel; 18. tenmin
ste; 20. plezier; 22. motto; 23. angel; 24.
kornuit; 25. kelim; 26. rentenier.
Verticaal: 1. studenten; 2. lever; 3. gal;
4. beter; 5. klimaat; 6. forte; 7. obool; 10.
eivol; 11. 'deern; 13. sater; 14. Zeist; 15.
leegloper; 17. vleugel; 19. stoet; 20. plank;
21. islam; 22. meren; 24. kar.
De namen der prijswinnaars vindt u el
ders in dit blad.
IHf 1111 lü I i.'yi ifutfij tWflAbjT
22. Je begrijpt dat ik opnieuw de be
nen moest nemen toen dat jochie binnen
kwam," zegt Hoe Ta-ma. „Je ziet dat ik
echt door pech word achtervolgd. Maar
met die kleine jongen is het ook niet best
afgelopen. Hij is dood!" Tsjiao-Tai staat
op. Misschien is deze zaak toch eenvoudi
ger dan hij gedacht had. Op joviale toon
zegt hij tegen de vagebond: „En nog laat
het ongeluk je niet met rust, beste ke
rel. Ik ben namelijk van het gerecht, en
ik arresteer je voor de moord op Seah's
zoontje. Jij bent 't geweest die de zwaar
den heeft omgeruild Je wilde hem onscha
delijk maken uit angst dat hij je zou ver
klikken." Hoe Ta-ma vit een ruwe vloek
en springt overeind. „Horen jullie dat?"
snauwt hij tot de twee andere zwervers,
„die kerel is een diender! Laten we hem
even tot moes slaan!" Maar de twee man
nen aan de tapkast schudden het hoofd.
De oudste zegt nors: „Jij bent van Woe-
yie, je hoort niet bij ons. Dop jij je eigen
boontjes maar." „Loop naar de duivel!"
schreeuwt Hoe Ta-ma woedend. „Goed, da
gaat het tussen ons, diender. Kom mee
naar buiten, dan zal je zien of ik me laat
arresteren. Jij grijpt mij of ik grijp jou!
Je zal nog spijt krijgen dat je vanmor
gen bent opgestaan!"
875. Ook Tutu en Karo werden vlie
gensvlug gebonden, voordat zij verzet
konden bieden.
Zij hoorden, hoe één van de overval
lers op dreigende toon zei:
„Zo Bram Fok.vertel nu maar
eens. waar je ons goud hebt gelaten".
„Maar dat weten jullie toch zeker al?"
vroeg Bram verontwaardigd.
„Er viel een kist stuk op de kade en
daardoor ontdekte de polite die goud
smokkel en nu is alles in beslag geno
men. En ik ben blij, dat het gebeurd is,
want jullie verdienen niet beter als je
een eerlijk zeeman er zo in laat lopen".
„En moeten we dat geloven?" vroeg
de ander. „Jij hebt dit opzettelijk ge
daan om ons te misleiden.maar je
hebt natuurlijk zelf ergens een deel van
het goud al eerder aan land gebracht".
Tutu en Karo zetten grote ogen op,
en die werden nog groter toen ze Bram
hoorden zeggen:
„Nou, eerlijk gezegd, ik heb al een kist
met goud verkocht aan een jonk. De op
varenden hadden trek in een stuk kaas
uit het vuistje en ik kon een goede prijs
maken.die hebben dus één van jul
lie kisten!"