De anatomischeles Zwolle
GEMOMOCRATEN - '66 ZIJN DE ZWEEP
1 m-i
r
55
13
O Kiezersvolk nog op drift
O Zuïlvaste gereformeerden
O D '66: Keuze naast Boerenpartij
O Confessie-invloed verzwakt
Zeventien percent „wisselaars"
x'' 4
Percentage
weigeraars
was klein
*flcié\e
uitȟj-
7 tHdtfio&r
ZATERDAG 8 JULI 1967
Erbij
111111
-
Kiezers naar de weg vragen
i%
io,fV.
Leeftijd en partijkeuze
Door:
Drs. M. P. A. van Dam
en
Drs. A. J. van 't Veer
sociologen
Godsdienst en partijkeuze
De wisselaars
Conclusie's
II! 11 «RÉ I i !i
c%
P3C!
WO
f
2. De percentages vaste en wisselende kiezers, te oordelen naar leeftijds
opbouw.
HET ONDERZOEK naar de motieven waarmee op
de verschillende politieke partijen wordt ge
stemd verkeert in Nederland nog in een pril sta
dium, hoewel in die situatie vooral de laatste jaren
verandering komt. Maar bij het onderzoek dat verricht
is, ook in het buitenland, is wel duidelijk geworden dat
in die motieven een structuur is te ontdekken. Anders
gezegd, de reden waarom men een pojitieke partij kiest
hangt samen met het feit dat men tot verschillende
groepen behoort. Zo stemmen arbeiders anders dan
middenstanders, katholieken anders dan protestanten,
jongeren anders dan ouderen. Ook bij het veranderen
van partijkeuze, dus in de stemverschuivingen, is een
patroon te onderkennen, dat samenhangt met de be
staande structuren in de maatschappij. Dat bleek ook
in Zwolle.
ttm ««-
3. Godsdienst en partijkeuze ge
reformeerde gezindte.
V: i
4. Godsdienst en partijkeuze.
3. Godsdienst en partijkeuze
overige richtingen.
6. Godsdienst en partijtrouw bij
katholieken.
Ons onderzoek maakt het mogelijk
enkele van de belangrijkste structurele
kenmerken van de kiezers aan het
licht te brengen want bij dit onder
zoek werd behalve naar partijkeuze
nu en de vorige keer ook gevraagd
naar leeftijd en godsdienst, en de ver
schillen in het stemgedrag van man
nen en vrouwen konden duidelijk
worden door het uitreiken van ver
schillend gekleurde vragenformulie
ren.
Alvorens op de hier geschetste sa
menhangen in te gaan eerst nog iets
over de betrouwbaarheid van de in
Zwolle verkregen resultaten.
Een belangrijke factor hierbij is het
aantal kiezers dat weigerde aan de
enquête mee te doen, want het is nie+
denkbeeldig dat het aantal weigeraars
niet gelijkmatig over de partijen is
verdeeld wat een vertekening tot ge
volg zou hebben. Nu is de kans al niet
groot, aangezien het percentage wei
geraars tamelijk gering was, nl. 10
percent. Dit is aanmerkelijk lager dan
bij het onderzoek in Utrecht in februa
ri jl., waar 15 percent van de kiezers
weigerde medewerking te verlenen.
Maar de controle kan waterdicht
gemaakt worden, door de officiële uit
slag van de verkiezingen ip de zes
onderzochte stembureaus te vergelij
ken met de uitslag van de enquête.
Een eventuele vertekening moet dan
onmiddellijk aan het licht komen. De
ze vergelijking is te zien in figuur 1,
waaruit blijkt dat de verschillen mi
niem zijn. Er is sprake van een hele
lichte oververtegenwoordiging van de
confessionele partijen en de V.V.D. en
een even kleine ondervertegenwoordi
ging van de oppositiepartijen. De af
wijking is echter zo gering, dat deze
zonder meer verwaarloosd kan worden
en de conclusie kan dan ook zijn dat
de onderzoekresultaten een juist beeld
van de werkelijkheid geven.
Een van de interessantste verschijn
selen bij de verkiezingen van de laat
ste jaren is het gedrag van de jonge
kiezers, dat aanmerkelijk afwijkt van
dat van de oudere. Natuurlijk ligt het
voor de hand dat de jongeren In het
algemeen wat losser staan ten opzichte
van de al lang bestaande partijen,
omdat zij nog geen tijd hebben gehad
„traditionele" kiezer te worden.
Dit verklaart echter niet het ont
staan van nieuwe politieke partijen
die hun inspiratie en hun aanhang
vooral onder de jeugd vinden.
Een illustratie van het op drift zijn
van jonge kiezers is te zien in fig. 2.
Hieruit is af te lezen in welke leef
tijdsgroepen de wisselende kiezers
sterker zijn vertegenwoordigd dan
krachtens de normale verdeling naar
leeftijd verwacht mocht worden. In het
rechtergedeelte van het „tweeluik"
staat de leeftijdverdeling van alle in
Zwolle ondervraagde kiezers afge
beeld, in het linkergedeelte de verde
ling van alleen de wisselende kiezers,
d.w.z. zij, die bij de verkiezingen van
28 juni jl. op een andere partij heb
ben gestemd dan bij de kamerverkie
zingen van 15 februari jl. Als we het
tweeluik in gedachten dichtklappen,
wordt duidelijk zichtbaar dat de wis
selende kiezers vooral in de jongere
leeftijdsgroepen zijn te vinden.
De invloed van de jonge kiezers op
de stemverschuivingen blijft hiertoe
niet beperkt, want ook de nieuwe kie
zers, dat wil zeggen zij, die tussen de
kamerverkiezingen van 15 februari en
de gemeenteraadsverkiezingen in
Zwolle 21 jaar zijn geworden en op
28 juni dus voor het eerst mochten
stemmen, kunnen voor verrassingen in
de uitslag zorgen. Zo stemde van deze
categorie kiezers in Zwolle maar liefst
23 percent op D'66. Trouwens ook in
de leeftijdsgroepen van 21-30 jaar en
31-40 jaar heeft deze partij een rela
tief grote aanhang (resp. 18 en 15 per
cent). Onder de maat blijft deze partij
in de leeftijdsgroepen boven de 40
jaar. Hoe groot de zuigkracht van
D'66 op de jongeren is, blijkt ook uit
de samenstelling naar leeftijd van de
P.S.P. Deze partij, die vanouds een
jonge aanhang had, heeft nu, net als
bijna alle andere partijen, een tekort
in de jongste leeftijdsgroepen. Hierbij
komt de K.V.P. relatief gunstig uit de
bus, maar dit wordt veroorzaakt door
het hoge percentage katholieken bij de
jongeren, als gevolg an het hogere ge
boortecijfer. Dat echter ook de verlie
zen van deze partij vooral op rekening
van de jongeren geschreven moeten
worden, blijkt uit het feit dat van het
totale verlies van de K.V.P. bijna 40
percent uit de leeftijdsgroep van 21
t.m. 30 jaar afkomstig is.
Het is duidelijk dat deze situatie de
grote partijen zorgen baart, want de
levensvatbaarheid valt of staat met het
zorgen voor voldoende nieuwe aan
hang. De vraag is echter of de partijen
daar in de huidige structuur, zonder
een ingrijpende vernieuwing, in zullen
slagen.
Voor de bestudering van de relatie
tussen godsdienst en partijkeuze kan
men uitgaan van de partijen en na
gaan hoe de samenstelling ervan gods
dienstig gezien is. Dit is al eens ge
beurd. Deze keer willen wij uitgaan
van de godsdienst en kijken met welke
partijkeuze het aanhangen van een
bepaald geloof samenhangt. Waar het
ons om gaat is, in hoeverre kiezers,
die zich tot een kerk wensen te reke
nen, ook stemmen op een confessionele
partij.
We zien dan dat de gereformeerde
gezindte het dichtst bij huis blijft,
(zie fig. 3). Niet minder dan 90 per
cent van deze categorie stemt op een
confessionele partij. Het leeuwedeel
daarvan komt terecht bij de protes
tants-christelijke combinatie. De rest
is verdeeld over G.P.V. en S.G.P.
Slechts 10 percent van de gerefor
meerde gezindte stemt op niet-confes-
sionele partijen en wel gelijkelijk ver
deeld over D'66, V.V.D., P.v.d.A. en
B.P., waarmee is aangetoond dat de
gereformeerde bevolkingsgroep tot de
meest politiek verzuilde behoort.
Heel anders ligt dit bij de hervorm
den. Een kwart daarvan is terechtge
komen bij de protestants-christelijke
combinatie en nog enige te verwaar
lozen percenten bij de S.G.P. en G.P.V.
Bijna driekwart van de hervormden
stemt dus op een niet-confessionele
partij volgens een verdeling die uit
het cirkeldiagram blijkt, (fig. 4). Nu
moeten we niet denken dat de P.C.C.
voor het grootste gedeelte uit gerefor
meerden bestaat. Omdat de hervorm
den nu eenmaal groter in aantal zijn,
maken zij toch nog de helft van de
P.C.C. uit tegen 40 percent van de ge
reformeerde gezindte.
De „overige richtingen" vertonen
hetzelfde beeld als de hervormden,
met dien verstande dat ook van deze
een kwart confessioneel stemt en drie
kwart niet-confessioneel. De verdeling
over de niet-confessionele partijen is
echter anders dan bij de hervormden
(zie fig. 5).
Hoe gedragen zich de rooms-katho-
lieken? Op de kop af 2/3 van hen is
politiek orthodox d.w.z. behoort tot de
r.-k. kerk en stemt K.V.P. (zie fig.
6). Frappant is dat van de niet-con
fessionele partijen D'66 relatief het
meest r.-k.-stemmen op zich verenigt.
Zoals bekend gingen in het westen
en zuiden van het land bij de laatste
kamerverkiezingen ook grote aantal
len r.-k.-stemmen naar die partij. Dat
het aantal rooms-katholieken dat op
een niet-confessionele partij stemt, in
7. Godsdienst en partijkeuze
buitenkerkelijken.
8. Wisselende kiezers van partij
naar partij.
Zwolle niet groter is, hangt samen met
het feit dat de r.-k. kerk aldaar in een
minderheidspositie verkeert, hetgeen
altijd de politieke orthodoxie bevor
dert.
Voor de volledigheid is ook nog de
verdeling naar partijkeuze opgenomen
van hen, die zich niet tot een kerkge
nootschap willen rekenen. Wat opvalt
is een oververtegenwoordiging van
D'66.
Als we nu de verkregen gegevens
samenvatten kunnen we dit niet beter
doen dan door te stellen dat de decon
fessionalisering of ontzuiling in Zwolle
al ver is gevorderd. Ruwweg is de situa
tie zo, dat in de onderzochte wijken
tweederde van de bevolking zich rekent
tot een kerkgenootschap te behoren en
eenderde niet. Bij de politieke partijen
ligt de zaak net andersom. Slechts een
derde stemt op een confessionele partij
en tweederde niet. Tevens blijkt dat de
r.k. in dit opzicht een middenpositie in
nemen tussen N.H. en overige richtin
gen enerzijds en de gereformeerde ge
zindte anderzijds.
Uit het onderzoek is gebleken dat
sinds 15 februari jl. dat is dus nog
geen 5 maanden weer 17°/o van de
kiezers van partij is veranderd. Dat
het percentage z.g. zwevende kiezers
de laatste jaren steeds groter werd,
was wel bekend, maar dit percentage
op deze korte termijn is wel een op
vallend verschijnsel. We willen eens
nagaan hoe deze wisselaars zich over
de verschillende partijen hebben ver
deeld. Het resultaat is weergegeven in
een cirkeldiagram (zie fig. 8). De toe
loop naar de niet-confessionele partijen
is het grootste. Zij trekken 80°/o van de
wisselaars, tegen de confessionele par
tijen 20°/o. Van de niet-confessionele
partijen is D'66 weer het meest in trek.
Wat overigens opvallend is en ook
vermeld moet worden is, dat op die
zelfde korte termijn D'66 ook weer
20 percent van haar toenmalige aan
hang verloren heeft. Er zullen nu een
maal altijd mensen blijven die het. ner
gens kunnen vinden. De cijfers wijzen
overigens uit. dat die stemmen zijn
gegaan naar V.V.D.K.V.P. en P.v.d.A.
(in volgorde van kwantiteit).
Een soortgelijk verschijnsel zien we
ook bij de Boerenpartij. Weliswaar
verloor deze partij 40 percent van haar
aanhang, maar daar staat tegenover,
dat ook weer 20 percent van haar
huidige aanhang nieuw is. De meeste
van deze stemmen kwamen van V.V.D.,
A.R. en P.v.d.A. (in volgorde van
kwantiteit).
Ook de P.S.P. is een beweeglijke
partij. Een derde van haar aanhang
van 15 februari jl. verdween, maar zij
maakte dit ruimschoots goed door het
verwerven van een nieuwe groep kie
zers, die maar liefst 40 percent van
haar huidige aanhang vormt. Het on
derzoek wijst uit, dat hiervoor vooral
aansprakelijk is een stuivertje wisse
len met de P.v.d.A. Ook dit was op
15 feburari jl. een landelijk ver
schijnsel.
Op grond van de bij het Zwolse ver-
kiezingsonderzoek gevonden resultaten
is het mogelijk enige uitspraken van
algemene aard te doen.
>5
■mmm
-'-4
t/x
p-vl
De eerste conclusie die wij zouden
willen trekken is, dat de beweging op
politiek gebied die de laatste jaren in
het Nederlandse volk is ontstaan, nog
niet tot rust is gekomen. Twee dingen
zijn hier nog over op te merken: de
beweging gaat snel en zij is constant.
Snel, omdat de beweging steeds van de
grote partijen af gericht is. Ogenschijn
lijk zou men geneigd zijn te zeggen,
dat de richting waarin de kiezers zich
bewogen hebben minder constant is.
Eerst een beweging naar de Boeren
partij, vervolgens naar D'66. In beide
gevallen was er echter van onbehagen
sprake.
Voor hen die aan hun onbehagen ui
ting willen geven, is D'66 een goed al
ternatief geweest naast de Boerenpar
tij. Hiermee hangt samen dat D'66 ook
een aantrekkelijk alternatief was voor
vele jongeren die voordien slechts de
Boerenpartij hadden om een stem uit
te brengen die afweek van het tradi
tionele patroon. En tenslotte is D'66
een aanvaardbaar alternatief geweest
voor hen die wel uit een confessione
le partij wilden stappen, maar er door
allerlei oorzaken niet toe konden ko
men PvdA of VVD te stemmen.
Zoals het er nu uitziet is D'66 een
zweep voor de traditionele partijen om
zichzelf en het kiesstelsel te herzien.
Alleen als zij hiertoe overgaan wordt
de toekomst interessant. Doen zij het
niet, dan is gemakkelijk te voorspellen
wat er gaat gebeuren. D'66 wordt een
macht van betekenis, gaat in 1970 de
gemeenteraden binnenstromen en
vormt in 1971 bij de kamerverkiezin
gen het enige duidelijk alternatief voor
een verouderd en uitgewerkt politiek
systeem. Komt er onenigheid tussen de
regeringspartners dan gebeurt dit laat
ste reeds bij vervroegde verkiezingen.
Als we dan nog iets willen zeggen
over de richting waarin de hervor
ming van ons partijwezen zich zal die
nen te voltrekken, moet in de eerste
plaats gewezen worden op de tendens
tot deconfessionalisering. Een partij-
hervorming die hier geen rekening
mee houdt, is tot mislukking gedoemd.
Wij kunnen het politiek gebeuren niet
losmaken van wat er verder in de
wereld en ook in ons land gebeurt.
Een vernieuwingsbeweging zoals in de
r.-k. kerk gaande is, kan niet gene
geerd worden. De kiezers doen dit
niet, de partijleiders mogen het ook
niet doen. Voorts zullen de alternatie
ven die de kiezers worden aangeboden
zeer duidelijk moeten zijn. Voor sub
tiele onderscheidingen of halve maat
regelen zijn de mensen niet erg ont
vankelijk.
Niet alleen de band tussen kiezers
en partij is losser geworden: er zijn
ook aanwijzingen dat de verhouding
tussen een partij en haar leden ver
andert. De partijen zullen moeten af
stappen van een strakke organisatie,
niet meer optreden als een vereniging,
maar als service-instituut. De relatie
kiezer-gekozene is belangrijker dan de
verhouding leiding-leden, ofschoon er
tussen beide wel een verband bestaat.
Dat is de voornaamste les van Zwolle.
1. Officiële uitslag in de zes en-
quêtewijken, vergeleken met de
uitslag van het onderzoek in deze
wijken, in percenten van alle uit
gebrachte stemmen.
-Til