De wind kan niet lezen
„Nieuw Links" komt
met nieuw
Nationalisatie
als hoofdpunt
plan
POLLE, PELLI EN PINGO
m
denk aan
de
kleintjes
RECHTER TIE EN HET ANDERE ZWAARD
h
AMMETJE FOK
F=fiISS;
ïgestipt
Ons vcrvoi
STRUCTUURHERVORMINGEN
PANDA EN DE BOZE W AR APURI-DI AMANT
i
Riskant briefje
om baantje te
behouden
werhaat
'9&
als u met vakantie gaat
en droog uit de hand
de veelzijdige voeding -
KRACHTIGE KOST VOOR HET KIND
WOENSDAG 12 JULI 1967
15
mm
i\ f-:
dit is esM peer,..
p-e-e-r„,
Vergeet hun Liga niet. Zorg voor hun ge
zondheid. Liga, gemakkelijk om mee te ne
men, zó gereed. In de fles, als pap, geweekt
of gemengd met vruchtesap, fruit, groente...
Kees Stip
Slordige Britse Munt
5 J
91)
„Ik heb enige kennis van Japans",
zei ik.
„Bent u in Japan geweest?"
„Nee".
„Waar hebt u het geleerd?"
„Bij vrienden".
„Kunt u me verstaan?"
„Als u het niet te vlug spreekt.
„Heel goed. Ik wens dat u naar
mijn woorden luistert, en dat u later
de betekenis daarvan overbrengt aan
de twee andere mannen."
Hij begon voor ons heen en weer
te paraderen. En andere omstandig
heden zou het ongelofelijk komisch
zijn geweest, dit aan te zien; zijn
borst vooruit en zijn zwaard achter
hem bungelend. Zijn toespraak was
even zwierig als zijn houding. Ik
begreep er totaal niets van, maar
giste er maar zo'n beetje naar. Het
kwam hierop neer, dat we nu de ge
vangenen waren van Dai-Nippon,
waar de tegenwoordige kaizer, de
Zoon van de Hemel, die afstamme
ling was van zijn goddelijke voorva
der Amaterasu Ojkami. En hierop
volgde nog een heel stuk geschiede
nis, dat klonk las een kranteartikel
over Japan, en het had allemaal ten
doel ons voor te houden, dat een heel
wat beter lot voor ons was, de ge
vangenen van een Macht van één der
gelijke hoge afkomst te zijn dan vrije
mannen van een inferieure natie.
Het scheen ook, dat wij door de wil
van de keizer met clementie zouden
worden behandeld, ofschoon we dit
niet moesten opvatten als zouden we
ons verdiende loon ontlopen. Voor
taan hadden we alleen maar getrouw
te zijn aan de keizer en van tijd tot
tijd zou van ons worden geëist dat
we in de richting van zijn paleis
en hij wees er met strenge vinger
naar diepe buigingen zouden ma
ken. Voorts zou, wanneer ons binnen
kort enige eenvoudige vragen werden
gesteld, die wij te beantwoorden had
den, iedere weerspannigheid van onze
kant als een belediging van meer ge
melde keizer worden beschouwd en
dus worden gestraft met de meest
ingenieuze middelen dan ook.
„Begrijpt u dit allemaal?" vroeg
hij.
„Ik begrijp uw woorden wel", zei ik
„Heel goed. En nu buigt u allen
in de richting van het keizerlijk pa
leis".
„Ik zei in het Engels tegen de twee
anderen:
„We moeten in de richting van de
boom een buiging maken; dat zal ons
een massa moeilijkheden besparen".
We negen naar voren. Er zijn men
sen geweest, die ter dood werden ge
bracht, omdat zij weigerden een der
gelijk onbeduidend iets te doen, en ik
bewonderde hen, dat ze de moed had
den standvastig in hun principes te
volharden. Maar ik wist dat ik niet
tot die categorie behoorde en dus
dwong ik mezelf, deze huichelarij als
een grap op te vatten en ik bedacht,
hoeveel plezier Peter zou hebben, in
dit bizarre tafereel; een majoor, een
Sikh en ikzelf, die ergens in de wil
dernis naast elkander stonden te bui
gen voor keizer Hirohito, die door een
heel vasteland en een zee van ons
gescheiden was.
Na onze eerbetuigingen schreed de
luitenant op mij af en ging me met
gloeiende ogen aan staan staren. Hij
keek naar de strepen op de schouder
van mijn hemd.
„Wat zijn dat?"
„Het zijn de distinctieven van mijn
rang".
„U hebt geen rang meer" zei hij.
Hij kwam dichterbij en rukte de
Air-Force-distinctieven van mijn
hemd af; hij gooide ze op de grond.
Toen hij zo vlak voor me stond, kon
ik zien, hoe strak zijn huid over de
jukbeenderen gespannen was. Zijn
wangen waren ingevallen, zodat zijn
kaken naar voren staken en zijn
neusgaten waren zwart en wijd. Al
leen zijn ogen, hard als staal, sche
nen te leven.
Hij wierp een blik op de distinctie
ven van de Sikh en liep langs hem
heen; ik veronderstel, dat hij de In
diër het teken van zijn rang liet be
houden om te proberen ons te ver-
vernederen. Hij ging naar de majoor
en tuurde een tijdje met intense aan
dacht naar de ingeweven kronen op
diens schouder.
„Wat heeft deze man voor rang?"
vroeg hij.
Ik vertelde het hem.
Hij glimlachte en rukte een van de
schouderdistinctieven weg. De ma
joor hief een hand op en legde die
met ferm gebaar op zijn andere
schouder. De glimlach van de luite
nant verdween; hij staarde de majoor
met woedende blikken aan.
„Zeg hem, dat hij zijn hand weg
neemt", zei hij tegen de burger.
„Doe hand weg", zei deze.
„Ik behoud mijn rang, al ben ik
gevangene," zei de majoor.
„De hand weg".
De majoor hield de hand op de
zelfde plaats. Ik zag, dat zijn andere
hand, die langs zijn zij hing, beefde
maar er was een uitdagende uitdruk
king op zijn gezicht, die ik niet van
hem kende.
„Mag ik uw toestemming verzoeken
om hem te slaan?" vroeg de burger.
„Nee De Indiër zal hem slaan. Zeg,
dat ze allebei een stap naar voren
komen."
Ze stapten naar voren; de majoor
nog steeds met zijn hand op de
schouder. De andere schouder van zijn
shirt was gescheurd, waar het wapen
van zijn rang was afgerukt.
„Gezicht naar elkaar toe", luidde
het bevel.
Ze keerden zich naar elkander.
„U, Indiër, slaat de Engelsman in
zijn gezicht."
De Sikh bleef roerloos staan.
„Verstaat u Engels?" werd ge
vraagd
„Ik versta het".
„Dan beveel ik u, de Engelsman te
slaan".
„Ik zal mijn superieur niet slaan".
Dit antwoord werd aan de luite
nant overgebracht. De luitenent ging
naar de Sikh en bleef bijna pal voor
hem staan. Hij leek een kleine, dik
ke dwerg naast de grote, rijzige ge
stalte van de ander. De Sikh keek
over het hoofd van de luitenant heen
naar de lucht; zijn lange, zwarte
baard bewoog niet. Van opzij kon ik
het wit van zijn ogen en de nobele
buiging van zijn neus zien. En ik
zag ook aan de gedecideerdheid van
zijn trekken, dat niets hem ertoe
zou brengen, het bevel uit te voeren.
(Wordt vervolgd
(Van onze correspondent)
AMSTERDAM. Nationalisatie van
het land, de banken en de verzekerings
maatschappijen. Dit zijn de hoofdpun
ten van een plan voor structuurhervor
mingen dat de groep „Nieuw Links" in
de Partij van de Arbeid deze part.il ter
bespreking op het tegen het einde van
dit jaar te houden congres heeft voor
gelegd.
Plannen, die „Nieuw Links" vorig
jaar in de publikatie „Tien over Rood"
heeft ontvouwd, zijn op het in novem
ber in Rotterdam gehouden buitengewo
ne congres van de P.v.d.A. voor het
grootste deel verworpen.
„Nieuw Links" heeft het plan voor
structuurhervorming aan een groot aan
tal leden van de P.vd.A. toegestuurd,
om het voor het komende congres in de
partij afdelingen aan de orde te stellen.
Het plan is ontworpen door de Amster
damse historicus drs. T. van Tijn, één
van de redacteuren van het marxisti
sche blad „Links".
Het plan voor structuurhervormingen
stelt, dat onze samenleving op een
tweesprong staat. Als er niet wordt in
gegrepen, zullen de ontwikkelingen in
technologie economie en bureaurcatie
leiden tot een totale verslaving van gro
te delen van de bevolking. Bovendien
zal er een enorme werkloosheid ont
staan. die gepaard zal gaan met een
overvloed aan zinloze vrije tijd en een
toestand van afkankelijkheid en machte
loosheid.
Het plan wil een bijdrage leveren aan
het voorkomen van een dergelijke situ
atie door mogelijkheden die er zijn voor
een creatief en vrij leven te benutten,
zodat de mens vrijgemaakt zal worden
Nationalisatie van het land, de banken
en het verzekeringswezen zijn nodig om
de overheid in staat te stellen de econo
misch-technologische ontwikkelingen plan
matig en grootscheeps zó te beïnvloe
den dat deze vrijmaking van de mens
zal volgen.
Behalve de nationalisaties wil „Nieuw
Links" structuur-hervormingen, nationa
le exploitatie van de bodemschatten,
naar het voorbeeld van de Staatsmijnen,
en een nationale investeringsmaat
schappij. De laatste is bedoeld als in
strument waarmee de overheid de
vestiging van nieuwe bedrijven plan
matig kan laten plaatsvinden.
Verder moet de overheid, volgens het
plan, gemachtigd worden institutionele
beleggers te dwingen leningen tegen la
ge rente te verstrekken. Ook omvat het
ontwerp een plan van openbare werken
dat ondermeer krotopruiming, stadssa-
nering en sociale woningbouw omvat,
waardoor de werkgelegenheid en het be-
stedingspeil opgevoerd zouden kunnen
worden.
Andere hervormingen die „Nieuw
Links" met drs. Van Tijn voorstaat, be
treffen de invoering van een studieloon
voor alle studerenden boven de 18 jaar
en de oprichting van een op Engelse
leest geschoeide nationale gezondheids
dienst.
Nieuw Links" stelt zich voor, dat de
Partij van de Arbeid het plan voor
structuurhervormingen nader uitwerkt.
Ook zou de P.v.d.A. zich moeten ver
plichten niet aan een regering deel te
nemen, wanneer de uitwerking en uit
voering van de wezenlijke punten van
het plan niet in het regeringsprogram
ma worden opgenomen.
Over de inleiding bij het plan ver
schijnt binnenkort een brochure geti-
15. Panda probeerde om zijn auto op de weg te hou
den maar dat viel niet mee. Zonder remmen is het
nu eenmaal erg moeilijk om goed te sturen als je
ten kronkelige helling af gaat. „Ik heb nooit vermoed
dat wij tot zulk een vreselijk weggebruik zouden
komen prevelde Jollipop. „Zelfs het rechts-houden is
.AH! Let op de bocht, meneer Panda! En er is een
diep ravijn naast ons! O wee! Een bord dat voor
haarspeld-slingers waarschuwt!" Panda deed werkelijk
goed zijn best, maar toen hij, voorbij de bocht, een
wegwijzer voor zijn wielen vond, dat naar het hotel
Bergzicht leidde, kon hij zijn stuur niet meer houden.
Met een daverende klap boorde de voorkant van het
voertuigje zich in het metaal en daarmee kwam
de auto plotseling tot stilstand. Door de klap schoten
de inzittenden samen met hun bagage het wrak uit
en verdwenen uit het gezicht
WORDT 6ESPELD
DIT IS EEN APPEL
WORDT 6ESPELD
A-P-P-6-1...
EN HOE MOET JE DIE
6RAPPI66 VRUCHT
DAAR SPÉLLEN, POLIE?
EH.„DATISTE
MOEILIJK OM HET
JE UITTE LE66EN
J/.V6R66ET HET
v. MAAR
4ZXZZ
teld „De macht van de rooie ruggen".
In deze inleiding wordt ondermeer op
gemerkt, dat de P.v.d.A. door de kie-
zers te veel wordt ervaren als expo
nent van de gevestigde machten. Daar
van moet de partij zich losmaken Een
deel van de aanhang zal daarbij verld*
ren gaan. Daar staat tegenover dat „een
andere en waardevoller aanhang gewon
nen kan worden, met name onder ar
beiders, kleine luiden, intellectuelen,
technici, studenten en andere jeugdi
gen".
Behalve „De macht van de rooie rug
gen" heeft „Nieuw Links" nog twee an
dere publikaties op stapel staan.
„De Startlift brandde mooi. Kan jullie
ook gebeuren". Zo luidde het briefje dat
de directeur van de Rijksdienst voor Zui
vering van Afvalwater in Voorburg in
januari ontving toen het daar gonsde van
geruchten over brandstichtingen en het
bedrijf van Starlift door brand werd ver
woest. Dat briefje was geschreven door
een 34-jarige man, die wegens de geruch
ten over brandstichtingen door de rijks
dienst aangesteld was om tijdens de
weekeinden bewakingsdiensten te ver
richten. Toen de geruchten begonnen te
verstommen was hem ontslag aangezegd.
Hij hoopte toen met het briefje te berei
ken, dat hij zijn baantje nog een tijdje
kon houden.
Dat briefje betekende echter bedreiging
met brandstichting volgens de officier
van justite bij de Haagse rechtbank, een
ernstig misdrijf, waarvoor hij een jaar
gevangenisstraf eiste. Op 25 juli doet de
rechtbank uitspraak.
ADVERTENTIE
Op rommelmarkten is ze soms nog
in gips verkrijgbaar: de bovenhelft
van een fors vrouwenpersoon met een
weegschaal in de hand en een blind
doek voor de ogen, alsof ze zich in
een speelse bui heeft laten strikken
voor een spelletje blindekoe. Om op
alle eventualiteiten bedacht te zijn
houdt ze in de andere hand een
zwaard. Een overbodige maatregel.
Want zij mag dan niets zien, de ande
ren kijken wel uit.
Van deze Vrouwe Justitia zal ik u
een geheimpje verklappen: zij heeft
een man. Het is de Staat der Neder
landen, woonplaats onbekend, zoals
zijn adres in alle dagvaardingen
luidt. Blijkbaar ondergedoken. U ziet
hem nooit op de rommelmarkt, maar
ik stel hem mij voor als een schrale
figuur in een pandjesjas, het midden
houdend tussen een aanspreker en een
deurwaardenr. Ook hij draagt 'n weeg
schaal. En wat erger is, hij weegt
er krenten mee. Anders dan de pro
vo's deelt hij ze niet uit. Hij wijset ze
toe met een pietepeuterige preciezig-
heid. En als alles tot op de laatste
krent klopt, pikt hij er nog gauw een
krent af. Niet om vet van te worden,
maar als teken van zijn staatsvader-
lijke macht. Op de manier van:
„Kijk kinderen, vader zou jullie kun
nen kastijden, maar vader pikt alleen
een krent."
Bij de afwikkeling van de windhoos-
schade is bij Vadertje Staat de krent
weer uit de mouw gekomen: van de
schade komt honderd gulden voor re
kening van de getroffenen. Niet om
dat vader die honderd gulden niet
heeft, want de rest heeft hij ook niet.
Waarom dan wel? Als boete voor de
lichtzinnigheid zich te vestigen op een
plaats die gereserveerd was voor een
windhoos? Of alleen maar om te la
ten zien dat vader goed is maar niet
gek?
Wat voor andere motieven er ook
mogen gelden, als ik een van de ge
troffenen was zou ik blij zijn met de
vergoeding, maar het zou mij blijven
storen dat ik niet het volle pond had
gekregen. Ik zou stilletjes hebben ge
hoopt dat die onbekende verblijfplaats
van Vadertje Staat in 1925 Borculo
was geweest en in 1967 Tricht. En ik
zou hopen dat een eventuele volgen
de windhoos geen andere schade zou
aanrichten dan Vadertje Staat bij zijn
jaspanden pakken en hem neerzetten
op de rommelmarkt voor het voet
stuk van Vrouwe Justitia. Jammer dat
zij geen knieën heeft. Anders zou zij
zich waarschijnlijk om der gerechtig-
heids wille daarop voor hem neerwer
pen en pleiten voor het volle pond.
Met de omgekeerde smeekbede van
de vrouw van de dronkaard: „Ach
vader, niet minder."
LONDEN (AP) De Britse koninklij
ke Munt heeft een fout gemaakt de
eerste in de honderd jaar dat er munten
worden geslagen.
Nieuw-Zeeland, dat volgende week
overgaat op het tiendelige stelsel, had 75
miljoen bronzen tweecentsstukken be
steld. Een deel daarvan draagt het op
schrift „Bahama Eilanden" in plaats van
„Nieuw-Zeeland". Bovendien staat er
geen jaartal op de munten. Er zouden al
meer dan honderdduizend van de munten
in omloop zijn.
26. Tsjiao Tai heeft de wijkmeester op
dracht gegeven om de bewusteloze Hoe
Ta-ma naar het gerechtsgebouw te bren
gen. Via de snelste weg is hij daarna zelf
naar het gerechtsgebouw gegaan, waar
hij zich in zijn kleedkamer weer in offi
cieel tenue steekt. Nu Hoe Ta-ma gearres
teerd is, kan het geen kwaad om de to
neelspelers eens op te zoeken en de doch
ter van Se ah aan de tand te voelen. Als
ze Hoe inderdaad van vroeger kent, kan
ze misschien voor belangrijke aanwijzin
gen zorgen. Tsjiao Tai weet uit ervaring
dat reizende toneelspelers het zeer arm
hebben, en zich niet kunnen veroorloven
een voorstelling over te slaan, ook" al
worden ze in hun persoonlijk leven nog
zo zwaar getroffen. Dus gaat hij op weg
naar de oude Taoistische tempel, waar
van Seah het voorplein heeft gehuurd.
Onderweg denkt hij na over zijn gevecht
met Hoe Eén ding staat vast: Hoe is
een eerlijk vechter die niet zijn toevlucht
had genomen tot gemene trucjes, of plot
seling een mes had getrokken. Was het
wel waarschijnlijk dat zo iemand een laf
fe moord zou plegen? Misschien was de
ze zaak toch weer niet zo simpel als het
even geleken had. Hij zet deze gedachten
uit zijn hoofd als hij de Taoistische tem
pel nadert, waar een menigte zich al
verdringt om het toneelstuk te zien.
879. Aan boord van het schip, dat nog
feestelijk met lampionnen versierd was,
bleef één man achter.
„Mooi zo", zeiden de mannen, die Bram
hadden vastgehouden, „die ene kunnen we
wel aan. Laten we gauw naar de kist met
gouden kazen gaan zoeken."
Bram kreeg het warm.
Hij wist immers, dat er geen enkel
goudkaasje aan boord zou zijnen als
de anderen dat merkten, zou het er heel
slecht voor hem uitzien. Voorlopig kon
hij niets anders doen dan achter de beide
mannen aan over de loopplank sluipen.
„Een list. een list. hamerde het
in zijn hoofd. Maar het leek wel, alsof
zijn gedachten wegliepen, nét als hij een
oplossing meende te vinden.
Gelukkig wisten Karo en Tutu daar
niets van. Zij hingen ongemakkelijk op
Brams rug. maar zij maakten zich niets
ongerust Ze vertrouwden erop, dat de
baas wel weer iets zou verzinnen. Zo
was het immers altijd gegaan?