Amerikanen geloven dat de Vietcong nu sterker is dan ooit tevoren POLLE, PELLI EN PINGO ^^ngestipt RECHTER TIE EN HET ANDERE ZWAARD 2 AMMETJE FOK i\\ Ons vervolgverhaal PANDA EN DE BOZE WARAPURI-DIAMANT Rijstprijzen hoger Rentezegels tot één augustus bijplakken Wereldproduktie groeide minder snel in 1966 Ver. Touw stopt produktie in Maassluis 11 verhaal doör Richard Maaon - Probleem voor Johnson: troepen versterken of zoeken naar-een overeenstemming? Sterker dan ooit Dertigduizend gedood „ijL Extra moeilijk T wijf el DONDERDAG 13 JULI 190/ 92) De razende luitenant zwaaide zijn gebalde vuist en trof de Sikh tegen de kaak. De Sikh bleef even roer loos staan als een standbeeld. „Zeg hem, dat hij op dezelfde ma nier moet slaan," zei de luitenant. „U hebt bevel gekregen op dezelf de manier uw officier te slaan", zei de burger. „In godsnaam, man, doe het", zei de majoor met gedempte stem. ,,'t Doet er niets toe." We wachten, maar de Sikh bewoog zich niet; Zijn armen leken bevro ren langs zijn zijden te hangen. „Het spijt me, sir", zei hij. En toen sprong hij opzij. Hij glipte tussen de majoor en de burger door, te vlug om te kunnen worden gegrepen, en nog eer de wacht zijn geweer kon opheffen, was hij twintig meter ver der in een loopgraaf gesprongen en begon hij tussen de bomen door te rennen. Maar hij had geen kans en dit moet hij hebben geweten. Vlak naast mij ging een geweer af; hij bleef nog enkele seconden doorlopen, maar ver slapte meteen en zakte gaandeweg in elkaar. Hij viel voorover op de grond en rolde ineenkrimpend op zijn rug. Hij bleef zich wringen tot hij weer voorover lag, alsof hij wilde proberen op te staan. De luitenent liep naar hem toe, heel langzaam en met al zijn aandacht op dat machtige, stuip trekkende lichaam gevestigd. Hij kwam bij de loopgraaf, die tachtig centimeter breed was en dus wandel de hij er langzaam om heen. Ik zei tegen de bewaker: „Schiet op nieuw!" maar hij richtte zijn bajonet op mij, om me ervan te weerhou den, weg te lopen, en de andere be waker had de majoor onder zijn hoe de. Een troepje soldaten was uit de hutten komen aanrennen, en ze lie pen nu naar de plek waar de Sikh nog steeds in heftige pijn over de grond kronkelde. Ze gingen achter de luitenant staan en keken als betoverd toe, toen hij langzaam zijn zwaard trok. Ze stonden roerloos, toen hij het met twee handen boven zijn hoofd hief, en op dat ogenblik lag ook de Sikh volkomen stil. Het zwaard kwam neer en ik zag niët wat er gebeurde, maar er viel geen enkele beweging meer op die plek waar te nemen. De luitenant keerde zich om en de soldaten traden achteruit, om ruimte voor hem te maken. Hij kwam weer bij ons terug, met het gevest van zijn zwaard in de ene hand en de punt rustend op de wijs vinger van de andere. Hij hield 't ons voor, opdat we het zouden zien. Het glanzende staal was als een slagers mes besmeurd met vers bloed, hij gaf het aan de burger, bleef voor de majoor staan en scheurde de distinc tieven van de tweede schouder af. HOOFDSTUK 4 We werden afzonderlijk in de hut van de luitenant ondervraagd. Ik vreesde die ondervraging, want ik wist hoe moeilijk het was, in stand vastig stilzwijgen te volharden, als ze met dreigementen schermden. Maar ik wist in ieder geval niets van de militaire plannen; en de me thode van de luitenant was door zichtig en het leek gemakkelijk, maar wat te liegen. Nog tien minuten te voren had hij me het bloedige jpi - zwaard laten zien, nu ontving hij me met een glimlach, die zijn twee rijen vooruitstekende tanden ont blootte. Hij sloeg me vriendschappe lijk op de rug. Het was duidelijk dat hij dit nog nooit bij iemand ge daan had, maar hij had wel eens gehoord, dat Engelsen elkaar op de rug sloegen en hij bedoelde het als een gebaar, om mij voor zich te win nen. Hij liet me op de vloer van de hut plaatsnemen en gaf me een siga ret. „Het was een grote schande, dat we de Indiër moesten doden", zei hij. „Maar ik ben blij, dat het de Indiër was en niet een van jullie." „O juist", zei ik. „Zoals ik gezegd heb, we wensen u met clementie te behandelen." Hij bleef zijn joviale air behou den. Hij praatte een hele tijd op een nonchalante manier, om de vragen die zouden volgen wat te camoufle ren, maar toen de bedekte vragen eenmaal aan de orde kwamen, wa ren ze belachelijk gemakkelijk te doorzien. Ik deed op mijn beurt, als of ik niet opmerkte welke vallen hij me zette en dus liep ik er maar vrijwillig in, met onschadelijke ant woorden. Ik zag hoe hij spon van genoegen over zijn succes en de koude glimlach op het geel perka ment van zijn trekken werd werke lijk in alle oprechtheid warmer. Maar toen hij de camouflage wegliet en zonder omwegen om inlichtingen vroeg, zodat ik hem kennelijk begon te ontwijken, week alle mildheid on middellijk van zijn gezicht en zijn ogen kregen weer die harde glinste ring en waren weer zwart en glazig en zijn kaken werden meedogenloos strak. Hij begon weer over het bloe dige zwaard en insinueerde duistere dingen, en ik moest een nieuwe tac tiek te hulp roepen: doen alsof ik probeerde het zo lang mogelijk te gen hem vol te houden en tenslotte toegeven onder zijn dreigementen, maar intussen legde ik valse verkla ringen af. Dit spelletje was kinderlijk eenvoudig, omdat hij er zelfs niet aan dacht, dat hij voor de gek kon worden gehouden en zijn prestige zou verliezen. Het was zo eenvoudig, dat ik me begon af te vragen, of hij misschien wist welk spel ik speelde en me plotseling bevel zou geven, naar buiten te gaan om te worden doodgeschoten. Maar hij keek verge noegd, toen hij me naar onze hut terugstuurde. Latei' ging de majoor naar hem toe. Hij bleef twee uren weg en toen hij terugkwam, zag hij er zo doodmoe en ziek uit, dat ik dadelijk vroeg, of hij lichamelijk pijn had geleden. Hij schudde zijn hoofd. „Ze wilden alle mogelijke dingen weten, waar ik niets van wist", zei hij. „En wat deed u?" „Ik zei dat ik het niet wist." „Dat is fataal", zei ik. „Vertel ze maar wat. Ze zijn met ieder ant woord tevreden." „Ik wist de antwoorden niet", zei hij, alsof hij op het punt stond dood te gaan. „En als ik ze geweten had, zou ik ze hem 'niet verteld hebben." „Nee, natuurlijk niet." ,,'t Zijn zwijnen", zei hij. „Zag je, hoe ze de Sikh het hoofd afsloegen?" „Ja, ik zag het." (Wordt vervolgd.) (Van onze correspondent) WASHINGTON. In het Nabije Oosten is de gewapende vrede min of meer hersteld, de Russische premier Kosygin is behouden teruggekeerd binnen de metersdikke muren van het Kremlin en president Johnsons kleinzoon Patrick Lyndon is welge schapen ter wereld gekomen en ligt behaaglijk in de luiers. Washington heeft na alle opwinding rondom deze kritieke ontwikkelingen dan ook ein delijk weer de rust gekregen om de blikken te richten op Amerika's per manente crisis: Vietnam. Voor de zoveelste keer staat president Johnson voor hetzelfde probleem. Moet de Amerikaanse militaire inspanning in Vietnam opnieuw worden uitgebreid, moeten weer meer troepen gestuurd wor den. meer doelen voor bombardementen worden goedgekeurd en drastischer mili taire acties worden bevolen? Of is het beleid van permanente verhoging der mi litaire actie een failliete boedel gebleken en is de tijd gekomen om de bombarde menten op Vietnam stop te zetten, de militaire actie te beperken tot het ver dedigen van de al ingenomen stellingen en te streven naar een compromisoplos sing van het conflict? Dat Johnson weer voor deze vraagstel ling staat (die de laatste jaren steeds in deze vorm is opgekomen en door Johnson steevast ten gunste van meer militaire actie is beantwoord) komt doordat de generaals hem zeggen dat de oorlog niet gewonnen kan worden als er niet uitge breid wordt. Westmoreland, de comman dant in Vietnam, gelooft dat hij boven de ruim 460.000 man. die nu onder zijn bevel strijden, er nog wel 140.000 nodig heeft. Op korte termijn zou hij graag 70.000 man verse troepen naar Zuid-Viet- nam gedirigeerd zien. Minister van De fensie Mcnamara heeft president Johnson meegedeeld dat naar zijn mening meer Amerikaanse militairen nodig zijn in Vietnam. Westmoreland, die een tijdje geleden dacht het te kunnen redden met 400.000 man, lijkt tot zijn vraag om meer troepen gekomen te zijn door de verrassende taai heid van de tegenstander. Ondanks de bombardementen, de „zoek en vernietig"- tactiek der Amerikaanse troepen, de im mense vuurkracht van de Yankees en hun superioriteit in mobiliteit, communicatie, uitrusting, enzovoorts, blijkt de Vietcong sterker en talrijker te zijn dan ooltt te voren. Op dit moment schatten de Amerikanen de totale sterkte van de Vietcong (inclu sief Noordvietnamese troepen die in het zuiden vechten) op rond 300.000, een ho ger getal dan ooit eerder geschat werd. De militaire junta in Saigon beweert zelfs dat dit getal 100.000 te laag is. Desondanks gelooft Washington dat in de eerste helft van dit jaar niet minder dan dertigduizend Vietcongmannen zijn gedood en dat de totale verliezen van de communisten, sinds de oorlog echt begon in 1961, tweehonderdduizend belo pen. Hun vergrote sterkte gebruiken de tegenstanders in Vietnam bovendien met een onheilspellend vernuft. Toen hun vier grote versterkte militaire bases in Zuid- Vietnam, die grotendeels ondergronds zijn aangelegd en naast arsenalen en voor raadkamers ook recreatieruimten bevat- 16-SW 16. Aal de Glibber en zijn maat hadden Panda met plotselinge snelheid uit het gezicht zien verdwijnen bij een helling in de weg. „Daar zit iets niet zo fijn!" mompelde Aal terwijl hij de snelheid verdubbelde. „Die twee jongens hebben moeilijkheden wat ik je brom! Het is de ongeluksteen die ze achterin hebben!" „Zo is het!" gromde Henkie, op Panda's auto wijzend, die verkreukeld tegen een bord aan lag. „Ze konden een beetje niet meer remmen! Maar ik vraag me af waar die zwervers zijn gebleven!" „Wat kan jou dat schelen?1' riep Aal. „Als we die Warapuri-diamant maar weer te pakken krijgen! Je had hem achterin dat wrak ge laten, zei je? Ik zal hem wel even zoeken!" Henkie keek even verrast naar de bedrijvigheid van zijn maat, en haalde toen zijn schouders op. „Ik weet niet wat je daar doet!" verklaarde hij. „Maar als je dat flon- kersteentje zoekt, moet je in de koffers van die lui kijken. En ik wed om een sigaartje dat je daarvoor in dat hotel moet zijn!" Zo sprekend wees hij op een raam van een gebouw, dat duidelijk had geleden van enkele voorwerpen die daardoor naar binnen waren gevlogen HAUO, ZEEROB, HEB JE HIER ZIJN 6ER0EPEN i WE 1 ZEEROB, WH, JIJ SCHEIDSRECHTER ZIJM BIJ ONZE VOETBALWEDSTRIJD? 6RAA6 zeifs/ Tpj'fr'l1 i»prih r"i ten, onder grote Amerikaanse militaire druk kwamen te staan, bouwden zij een nieuw front op in het noorden langs de gedemilitairiseerde zone. De Amerikanen kwamen daar meteen zó in het nauw te zitten dat troepen weg moesten worden gehaald uit de mid densector van het land, waar de Viet- congbases te vinden zijn, en naar het noorden moesten worden gezondep. Militair is de situatie dus nog niet roos kleurig en als president Johnson zijn vaak herhaalde belofte („Westmoreland krijgt alle troepen die hij nodig heeft") zonder meer zou houden zouden genoem de 70.000 man al onderweg zijn. Maar een extra-moeilijkheid is, dat af gezien van alle logistieke en technische problemen die aan zo'n troepenuitbrei ding vastzitten er voor de president een De ministers van Landbouw van de E.E.G. hebben in Brussel nieuwe prijzen voor rijst voor het jaar 1967-'68 vastge steld, die voor de rijst importerende E.E.G.-landen (Benelux en Duitsland) een lichte prijsverhoging tot gevolg zullen heb ben. Voor Nederland zal die prijsverho ging, omgerekend op basis van het huidi ge jaarlijkse verbruik, 18 cent per hoofd van de bevolking bedragen. De prijsverhoging is het gevolg van een vergroting van het prijsverschil tus sen z.g. lange rijst en korrelige rijst met ongeveer 1,25 dollar per 108 kg. tot 3 3,25 dollar. Het doel van dit prijsver schil is enerzijds het stimuleren van de produktie van de betere kwaliteiten lan ge rijst in de gemeenschap en bescher ming van de E.E.G-producenten tegen dumping, met name door de Verenigde Staten. (Van onze correspondent) DEN HAAG. Invaliden, die tot 1 januari 1965 nog niet het vereiste mini mum van 150 rentezegels hadden geplakt om in aanmerking te komen voor invali- diteitsrente, kunnen nu nog tot 1 augustus bij de Raden van Arbeid een verzoek indienen om de ontbrekende zegels te mogen bijbetalen. Wordt hun dan een invaliditeitsrente toegekend, dan bestaat in bepaalde gevallen de mogelijkheid dat hierop een invaliditeitsbijslag wordt ge geven. Als die bijslag wordt gegeven, dan worden deze rente plus bijslag omgezet in een WAO-uitkering. Een en ander betekent dat de periode om rentezegels bij te betalen, die aan vankelijk op 1 januari 1967 werd afge sloten, en vervolgens tot 1 juli is ver lengd, nu in verband met de late bekend making van die laatste verlenging alsnog met een maand is verruimd. politieke adder onder het gras zit. Het sturen van versterkingen naar Vietnam op de schaal, die Westmoreland graag zou zien, zou namelijk vergroting van het aantal dienstplichtigen en misschien zelfs oproeping van een aantal reservis ten betekenen. En voor deze weinig po pulaire maatregel schrikt Johnson, die het verkiezingsjaar ziet naderen en uit opi niepeilingen weet dat zijn persoonlijke prestige aan het stijgen is maar dat de critiek op het Vietnambeleid niet aflaat, ietwat terug. Er zijn aanwijzingen in Washington dat de president bovendien voor het eerst ernstig twijfelt aan de wijsheid van zijn militaire benadering van het Vietnam- probleem. Critici, die lange tijd als war hoofden werden afgedaan, zijn de laatste tijd plotseling weer door Johnson geraad pleegd over hun denkbeelden om uit de Vietnam-impasse te komen. Verder heb ben de kranten die het Vietnambeleid steeds door dik en dun hebben gesteund, zoals de Washington Post en de Washing ton Evening Star, opeens geluiden laten horen, die in de richting gaan van een compromisoplossing. Wie denkt dat het bovenstaande bete kent dat president Johnson zijn Vietnam- koers drastich gaat wijzigen heeft het evenwel mis. Ondanks alles lijkt de kans groot dat op Mcnamara's advies toch weer besloten zal worden tot het inwilligen van de militaire eisen. Tenslotte zou dat meer in overeenstemming zijn met John sons politiek van de afgelopen jaren, waarin steeds de voorkeur werd gegeven aan wat de generaals zeiden en wilden en nimmer geluisterd werd naar diege nen, die een compromisoplossing, even tueel met een uiteindelijke hereniging van Vietnam onder communistisch lei derschap, bepleitten. GENèVE (Reuter). Volgens een over zicht van de Verenigde Naties is de wereld produktie op alle terreinen het afgelopen jaar met 5 percent toegenomen. Deze groei was echter minder snel dan in de beide voorgaande jaren. Deze teruggang was het gevolg van geldgebrek in de westelijke industrielan den en een achteruitgang in de landbouw- produktie van de ontwikkelingslanden. In het overzicht waarin China niet is opge nomen, wordt gezegd dat de andere com munistische landen grotendeels door een veel betere oogst hun produktie hebben verhoogd. Met uitzondering voor textiel en chemische produkten hebben de minder ontwikkelde landen hun industrieën in 1966 sneller uitgebreid dan de westelijke in dustrielanden. Het jaar 1966 heeft betrekkelijk weinig bijgedragen tot de oplossing van de mees te van de problemen waarmede de ont wikkelingslanden worden geconfron teerd. Het meest zorgwekkende was dat in verschillende landen de landbouwpro- duktie opnieuw ten achter is gebleven, waardoor zij op groter schaal voedsel moesten invoeren. Ook de toewijzing van schaarser wordende voedselvoorraden be moeilijkt dit probleem. Een klein meisje, Hoesje, heeft mij gevraagd of het waar is dat er twee mannen met elkaar zijn getrouwd. Nou nee, Noesje, nog niet Maar ik zie het er wel van komen. En dat hoef je dan niet gek te vinden. Wij grote mensen zijn opgegroeid in een tijd toen bijna alles gek en on fatsoenlijk werd gevonden wat we nu heel gewoon beginnen te vinden. Per soonlijk schrijf ik dit toe aan koningin Victoria, een oude dame die ruim zes tig jaar over Engeland regeerde en daarna nog ruim zestig jaar over Ne derland. De mensen meenden in die tijd dat mannen alleen verliefd behoorden te worden op vrouwen en vrouwen op mannen. Gewoonlijk gebeurde dat ook. Maar de natuur is eindeloos vindingrijk en het aantal combinatiemogelijkheden in de liefde is vrijwel onbeperkt. Ik sla er hier een heleboel voor je over. Maar het schijnt dat iemand, als hij in de juiste veriode van zijn jeugd op het goede plekje van zijn achterhoofd is gevallen, zelfs verliefd kan worden op een heiblok of op een zandhapper. Gelukkig zijn dit uitzonderingsgeval len, want de ongelukkige wie dit lot treft moet er rekening mee houden dat zijn liefde niet of veel te ruw wordt beantwoord. Vergeleken bij zulke toestanden, Noesje, is het al een hele winst als een mens verliefd wordt op een mens. Zelfs al behoort die tot hetzelfde ge slacht. Deze combinaties zijn in de minderheid en men is er altijd van uitgegaan dat minderheden niet deug den. Een hardnekkig misverstand, dat pas in de laatste jaren is verdrongen door de gedachte dat meerderheden niet deugen. Nu de minderheden hun recht krij gen, willen ze dat recht ook formeel bevestigd zien. De formaliteit waar mee dat gebeurt zal veel op een hu welijk lijken, zoals er ook huwelijken zijn die lijken op een formaliteit. Ik hoop, Noesje, dat je het allemaal begrijpt. Dan zul je ook begrijpen dat er een tijd komt waarin onder een ge mengd huwelijk een huwelijk zal wor den verstaan tussen een man en een vrouw. Kees Stip De directie van de NV Verenigde Touw- fabrieken heeft besloten de produktie van het bedrijf te Maassluis geleidelijk te ver minderen en op een nader te bepalen tijd stip geheel stop te zetten. Belangrijke structurele wijzigingen, waardoor in Maassluis een rendabele be drijfsvoering niet meer mogelijk is, no pen de directie tof ingrijpende maatrege len, teneinde de continuïteit van de werk- gelgenheid in de overige bedrijven van het concern te verzekeren. De directie zal trachten de personeelselden die daartoe de wens te kennen geven bij haar andere Nederlandse bedrijven te werk te stellen. Voor diegenen, voor wie geen plaats ge vonden kan worden, zal met de vakbonden over een afvloeiingsregeling worden ge sproken. Met de directeur van het gewes telijk arbeidsbureau wordt overleg ge pleegd. 27. Het stuk is net begonnen en de toe schouwers beginnen samen te drommen voor het toneel van bamboestaven, dat verlicht wordt door twee grote papieren lampions. Seali, zijn vrouw en zijn doch ter zijn uitgedost in rijke historische kos tuums, en declameren met luide stem. Door geregeld van oppergewaad te ver wisselen, kunnen ze meerdere rollen spe len. Seah's dochter schijnt een prinses voor te stellen. Haar vader en moeder spelen op het ogenblik een opperkamer heer en een hoge hofdame. Het stuk schijnt te gaan over een complot in het paleis. De opperkamerheer heeft bewij zen in handen en vertelt daar de prinses over met heftige gebaren. Tsjiao Tai luistert geboeid toe. Maar nu begint Seah's vrouw een lange aria te zingen, begeleid door snerpende snaarmuziek. Tsjiao Tai heeft het niet erg begrepen op zang en muziek, dus kost het hem niet zoveel moeite om het schouwspel de rug toe te keren. Hij loopt naar de oude trom melaar, die naast het toneel in een klein bamboe hokje zit, en op dit moment een soort viaal bespeelt. Hij stoot hem aan en vraagt: „Zeg ouwe. waar zou ik zomet- een een rustig gesprek kunnen hebben met de dochter van Seah?" De oude man kijkt niet eens op, maar wijst met zijn duim achter zich, waar een bamboeladder laar boven leidt. Daar is dus kennelijk 't kleedhokje waarover Hoe Ta-ma vertelde. 2 £•-' -Ti-.'Kt 880. Nu het lampionnenfeest toch afge lopen was, besloot de man, die aan boord van de jonk was achtergebleven Hik Singh geheten om het schip reisklaar te maken. Met veel gesteun en beide handen hees hij het zware zeil en hij was zo ingespan nen bezig, dat hij niet bemerkte hoe twee duistere personen hem langzaam nader den. Bram zat intussen, stevig vastgebonden aan de reling, nog steeds op een Goed Idee te wachten. Hij vermeed het naar zijn vrienden te kijken, die geen mo ment twijfelden dat Bram hen allen uit de narigheid zou halen. „Wat kan ik doen?" piekerde Bram. „Ik ben hulpeloosmijn handen kan ik niet gebruikenen aan mijn voeten heb ik niets. Of Zijn blik verhelderde en Karo grijnsde. „Heb-ie het weer. Bram?" ..List?" kraste Tutu en Bram knikte. Misschien was hij toch niet zo hulpeloos als het leek

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1967 | | pagina 11