De w ie t lezen Taalverschillen oorzaak van een enorme geldverspilling Propaganda voor wereldtaal geen liefhebberij, maar een overtuiging POLLE, PELLI EN PINGO rHOE IS HET ONTSTAAN?^ KRAMMETJE FOK VOORZITTER ESPERANTIST PANDA EN DE BOZE WARAPURDDIAMANT RECHTER TIE EN HET GESTOLEN HALSSNOER ffl J j| ipi Ons vervolgverhaal Brandkast als hoofdkussen ZATERDAG 5 AUGUSTUS 1967 Een romantisch verhaal door Richard Mason Spraakverwarring Die héb imctijd 8ij \V Y1 n/'fJéPx Overtuiging Geen subsidies Dit woord: CLOWN Dit woord: KOLONIE Dit woord: HUISJESMELKER Dit woord: INFANTERIE Kees Stip Pulchri Studio's oudste lid negentig jaar iMiSh m ~-rm WWWWWUWIAWIWIIW 112) „Nee, omdat je even mooi bent als de bloemen. En dan draag je een bloem in je haar, net als je deed toen we in de Himalaja waren' „Kunnen we ook kleine pony's heb ben, net als in Himalaya?" „We zullen het proberen. We zullen aalbessen kweken en die brengen een hoop geld op, zodat we pony's kun nen houden". „Denk je, dat Bahadur ook mee komt?" „Bahadur heeft een gezin in India en ik denk niet dat hij naar Enge land zal willen komen". „Laten we doen alsof Bahadur er is". „Best", zei ik. „We kunnen doen alsof hij er is". „Gaan we met vakantie weg?" „Als het huis je verveelt, kunnen we weggaan". „Best dan gaan we naar Wales en dan laat ik je bergen beklimmen". „Je zult Sabby op moeten trek ken lieveling". „O, geen sprake van". ..Dat is heel lelijk van je". ..Lieveling je huilt. Doe je dat om dat ik zo lelijk doe en je helemaal alleen naar boven wil laten klim men?" vroeg ik haar bezorgd. „Nee het is alleen maar kleine ont snapte traan." „Maar er komen nu geen tranen meer te pas". „Het is gelukkige traan. Omdat ik erg gelukkig ben". „Eerlijk?" „Ja, lieveling, eerlijk". „Je zei het deze keer goed je zei „eerlijk". Je wordt nog heel knap". „Eens heb je gezegd, dat je liever had dat ik eerrijk zei". 't Kan me niet schelen wat je zegt, als je maar gelukkig bent". „Zie ik er niet gelukkig uit, lief ste?" „Ja heel gelukkig". „Ik zou prettig vinden als je dicht bij me kwam liggen, en dan zou ik nog gelukkiger zijn" Ik ging op mijn linkerzij liggen en legde mijn hoofd naast het hare op het kussen. Ze bewoog haar lichaam dichter naar het mijne en ik voelde, hoe ze door het laken heen beefde. Ik drukte mezelf tegen haar aan en langzamerhand hield het beven op en ze lag heel stil en vredig naast me. „Ik zal moeilijkheden krijgen, om dat ik met vuile kleren op je lakens lig", zei ik. „Toe, ga niet weg, lieveling. Vuile kleren kunnen me niet schelen". „De verpleegster zal me wel gauw wegsturen". Laten we niet aan toekomst den ken", zei ze. „Laten we denken aan wat is gebeurd in verleden. Ik zou graag aan muskietennet denken". „We zullen in Engeland ook een muskietennet nemen, als herinne ring". „Lieveling, je zag zo lief uit onder muskietennet. Ik weet zeker, dat nie mand ooit half zo lief heeft uitge zien". „Nu is het jouw beurt om iets te herinneren" vervolgde zij. „Ik herinner me. dat je onderwijze res was en altijd het vegertje opzij van het bord ophing, waar helemaal geen haak was, en dan verbaasde het je altijd, waarom het op de grond was gevallen". „Je bent lelijke plaag". „En ik kan me herinneren dat je zei: „Als je naar huis mag, wat moet ie dan nog met zo'n snoes in Bom bay?" want je had die uitdrukking gehoord en je wilde me laten zien hoe goed je dat soldaten-Engels sprak". „Maar het was toch goed, hè?" „Ja lieveling, het klonk alleen zo vreemd, dat ik niet begreep wat je bedoelde". „Ik vind dat je verschrikkelijk te gen me bent". „Ik hield evenveel van je om.zulke dingen als om je ogen. Maar ik zei in het Japans nog veel maller din gen". „En daarom hield ik ook van jou". „Vind je het iets goeds om van iemand te houden?" „Liefste, ik hoop dat het voor jou iets goed is geweest". „Het is het prachtigste en heerlijk ste dat ooit kon gebeuren", zei ik. „Maar hoe denk jij erover?" „Lieveling, het was net als zacht jes in slaap vallen en mooie dromen hebben. Het was net als iets dat met leven niets te maken had". „Ik vind, dat het juist alles met het leven te maken had" zei ik. „En al het andere lijkt daarnaast dood". Toen de verpleegster binnenkwam, zei ze: „Als u eens kon zien hoe u er alle- bei uitziet! De een met een verbon den hoofd en de ander met zijn arm in verband. Het lijkt wel alsof u el kaar van de trap hebt gegooid". „Ze keek op haar horloge en daar na met veelbetekende blik naar mij; ik wist dat ik moest gaan, omdat Sabby moe en slaperig was. Ik be dacht, dat ik geen onderdak had en evenmin een pyjama of toiletarti kelen. Ik was Sabby's kamer in haar ho tel helemaal vergeten, totdat ze dit zelf ter sprake bracht. Ik overwoog dat ik liever daar was dan ergens anders; Bahadur had de sleutel en ik kon hem meenemen in de tonga Maar dat betekende, dat ik Sabby dan de hele nacht niet zou zien. Ze was ziek en ik wilde bij haar zijn. Ik wilde vlakbij haar slapen. En als ik in haar hotelbed sliep, was ik niet vlak bij haar en als ze wakker werd en haar hoofd deed pijn, dan zou ik er niet zijn om die pijn zacht weg te kussen. „Ik blijf liever", zei ik tegen de zuster. „Het spijt me, maar dat gaat on mogelijk". „Ik kan immers in de stoel sla pen", zei ik. „Ik zal haar niet sto ren". „De dokter heeft gezegd, dat ze alleen moet zijn". „Laat me dan nog één keer terug komen. Ik zal een uur weggaan en dan kom ik vijf minuten terug om welterusten te zeggen". „Maar de volgende keer mag het niet langer duren dan vijf minuten". „Best", zei ik. „Ik beloof u dat ik niet langer zal blijven". (Wordt vervolgd.) iWIMWIIIW>MIWIMWIIWIMIMMWWWIWIMWWMWWIMIWIIMIIWWyyUIIWUWWIMWWyWMWWMW>IWMUMUIIMMWUyi«yUWWIIMMWUI (Van onze correspondent) ROTTERDAM. „Over twintig of dertig jaar zal iedereen iets van Es peranto afweten. Dat zeg ik niet om dat Esperanto mijn hobby is, maar omdat het mijn diepe overtuiging is dat het leren van verschillende vreemde talen tijdverspilling is". Dit zegt professor dr. Ivo Lapenna, voor zitter van het wereldcongres van Es perantisten, dat in de Doelen in Rotterdam wordt gehouden. Prof. Lapenna is geen taalkundige. Hij doceert vergelijkend Oost-Europees recht in Londen. Maar omdat zijn wieg in Joe goslavië heeft gestaan en hij in Zagreb op school is geweest, spreekt hij nu ze ven verschillende talen. Hij heeft boeken geschreven in vijf verschillende talen Dat zeg ik niet om op te scheppen maar om duidelijk te maken dat ik wel weet waarover ik praat". In zijn Engels is de Slavische afkomst nog hoorbaar, volgens insiders in zijn Esperanto niet. Ivo Lapenna had, voordat hij in 1964 president van de Esperantowereldorgani- satie werd, al tientallen jaren tussen Es perantisten doorgebracht. De Esperanto studentenbeweging in Zagreb, waarvan hij lid was, telde twintig hoogleraren en een tienvoud aan propagandisten. Tijdens de tweede wereldoorlog nam hij deel aan de partizanenstrijd. In 1946 was hij deskun dige bij de vredesconferentie en in 1947 raadsheer bij het Internationale Gerechts hof in Den Haag. Hij vestigde zich in Pa rijs, later in Londen, Al die jaren heeft hij zich verwonderd over de spraakverwar ring tussen mensen uit verschillende lan den. .Al die talen die door elkaar in de we reld gesproken worden, betekenen een verlies van honderdduizenden guldens zegt hij. De enige oplossing voor deze Twee politie-agenten, die in Delft 's nachts een blik wierpen in een gepar keerde auto, zagen daarin een slapende jongeman liggen, die een kleine brand kast als hoofdkussen gebruikte. De jongeman werd meegenomen en bleek een 21-jarige Rotterdammer. Hij had de auto in Rijswijk gestolen, daarna in Scheveningen de bloemetjes buiten ge zet en was tenslotte platzak in Delft aangekomen. Daar brak hij in in een bouwkeet, waar hij een kleine brandkast zag staan. Het kostte hem niet veel moei te die in de auto te laden met de bedoe ling te proberen hem thuis te openen. De jongeman was twee maanden ge leden uit de gevangenis ontslagen na een straf wegens autodiefstal te hebben uit gezeten. Het meenemen van de brandkast had hij zich kunnen besparen. Er zat namelijk niets in CGP. MAKTEN TOONDBt „Daar zijn de spalpeens die de Warapuri-diamant hebben gestolen!" riep Pat O'Nozzle triomfantelijk. „Ik zei het je al ze konden nog niet ver weg zijn!" Maar daar schieten we niets mee op!" riep Panda wanhopig. „Zij zijn toch eerder op de grond dan wij en tegen de tijd dat wij beneden zijn, hebben ze allang de benen genomen!" „Zo is het!" sprak Aal de Glib ber, van zijn wiek afspringend. „En dan denken die sukkels nog, dat ze zo makkelijk weer beneden komen! Maar ik zal ze eens behoorlijk op hun neus laten kij ken!" Zo sprekend greep hij een hendel en haalde die over. Daardoor hield de molen op met draaien en nu moesten Panda en Pat vol machteloze woede toezien hoe de twee boeven in de verte verdwenen. „Ik heb zelden zulke schurkens meegemaakt!" siste de detective. „Ze hinderen een meester-speurder in zijne werkens. Hoe kan ik nu snelle dedukties trek ken als ik moeilijk langs deze molen-armens naar be neden moet dalen?" HET 866INTTER66ENEN, HE6JIJ J6 PARAPLU BIJ IS TOCH \/m SCHUD MOET JIJ ERMEE ME. MN KAN MIJN PIJP NIET NAT WOR DEN EN UIT6MW geldverslindendende en tijdrovende pro blemen is een neutrale taal, die na de moedertaal een tweede plaats inneemt. Wanneer men in elke school gedurende één jaar twee tot drie uur per week Es peranto zou geven, zouden miljoenen men sen na dat. jaar een onschatbaar commu nicatiemiddel rijker zijn geworden". Professor Lapenna ziet zijn propaganda voor Esperanto, dat hem volgens zijn zeg gen handenvol tijd kost, niet als hobby. „Esperanto is het werken voor een over tuiging", zegt hij. „Het is een volledige taal, waarin reeds meer dan 30.000 boe ken van allerlei aard zijn verschenen. Ons werk vergt veel tijd, maar het vordert. Over twintig tot dertig jaar weet ieder een iets van Esperanto af. Het aantal mensen dat deze taal spreekt breidt zich langzaam uit. „De Esperanto-wereldorganisatie wordt niet gesubsidieerd, door niemand. We wil len niet anders ook. Grote en belangrijke wereldorganisaties zijn aan het aannemen van subsidiegelden ten gronde gegaan. Wij nemen graag hulp aan, maar we aan vaarden geen enkele voorwaarde, omdat daarmee tegelijkertijd onze vrijheid op houdt te bestaan. Maar toen de gemeen te Rotterdam ons De Doelen, voor half geld aanbood waren we graag bereid dit aan te nemen. We hebben met de verplaatsing van het congres van Tel Aviv naar Rot terdam duizenden guldens verlies gele den. Maar onder de huidige omstandighe den in Israel was het te moeilijk het con gres daar te houden. Een clown is een grappenmaker en wel speciaal een grappenmaker die optreedt in een circus, een paarden spel zoals men vroeger zei. Het is na tuurlijk een Engels woord, maar het is in allerlei talen overgenomen. Het verdrong zelfs in de negentiende eeuw het oudere Italiaanse bajazzo. Baia is scherts, grap. Het woord clown is ei genlijk Latijn. In die taal betekent co- tonus: bewoner van een kolonie, boer. En vandaar gaat de betekenis over op: kinkel, lummel. In het oude En gelse theater en ook nog in stukken van Shakespeare kwamen hanswor sten en potsenmakers voor; die aller lei domheden uithaalden en die clowns genoemd werden. Het Frans heeft colon. Melken betekent natuurlijk: melk onttrekken aan de uier van een dier. Maar het werkwoord wordt ook ge bruikt wanneer er sprake is van die ren die geen melk geven, zoals kip pen en andere vogels. Men verstaat er dan onder: telkens de eieren op één na wegnemen, waarna het dier dan weer nieuwe legt. In meer alge meen gebruik en in navolging van koeien melken in de betekenis: melk koeien houden, gaat men dan melken ook bezigen in de zin van: fokken. Het bekendst is de duivenmelker. Ook noemt men iemand aan wie men voort durend geld verdient, wel een melk koe. En wie voordeel trekt uit het verhuren van huizen, is een huisjes melker. Dit woord heeft de bijbeteke nis: onbarmhartige woekeraar. Het Latijnse woord colonia beteken de: een stad door de Romeinen ge sticht en in belangrijke mate bevolkt, met de bedoeling het omliggende land te bebouwen en het rijk te beveiligen. Vandaar is kolonie gaan betekenen: volksplanting die geregeerd wordt door een elders liggende staat, maar ook: volksplanting in een onontgonnen ge bied. Zo kennen wij de veenkolonies in Drente. Ook noemt men een tot een bepaalde natie behorende groep inwo ners van een vreemde stad wel een kolonie en spreekt dus van de Neder landse kolonie in New York of Wenen. Het woord kolonie is afgeleid van een Latijns werkwoord colere dat: verzor gen, bebouwen betekende. Een vorm van dit werkwoord leverde het woord cultuur op. Het Latijn kent een werkwoord fari: spreken; infans betekent in die taal: niet sprekend, stom, maar ook: kind dat nog niet spreken kan, zuigeling. Het daarbij behorende bijvoeglijke naamwoord luidt: infantilis, kinder lijk. In het Spaans en Portugees be staan de woorden infant prins van den bloede en infante koningsdoch ter; het Frans kent enfant: kind. De betekenis is later uitgebreid. Men verstond onder infans namelijk ook: page, edelknaap. Deze betekenis had en heeft ook het Italiaanse fante: knaap, dienaar en ook: soldaat te voet. Hierbij is nu een verzamelnaam, een zogenoemd collectivum gevormd dat in tal van talen is overgenomen in de vorm infanterie: alle soldaten te voet gezamenlijk. Aangestipt Als het te warm is om het ergens uit te houden gaan mijn vrouw en ik altijd naar Parijs. Daar is het name lijk nog warmer en overal waar wij daarna komen valt het mee. De warmste buurt van Parijs is die waar de paleizen van de modekonin gen zijn gevestigd. In dit seizoen ver tonen ze hun nieuwe wintercollecties aan dikke dames die in kleine Louis Seize-stoeltjes zitten, waarover Louis zelf al heeft geklaagd, omdat ze er wel zijn naam voor hebben genomen maar niet zijn maat. Hoewel zijn vrouw het voorrecht heeft in zo'n stoeltje te passen moesten wij ons behelpen met een aangescho ven keukenstoel, wat we graag deden. Want wij hebben het volste vertrou wen in de Franse keuken. Terwijl de cliënten aan hun stoelen vastsmolten verschenen de eerste mannequins op het toneel. Mannequins zijn vrouwen waaraan dat niet te zien is. Ze bereiken dit- door een dieet waarvan de dosis aan het do delijke grenst. Daardoor kunnen ze al les dragen wat de dames, die het kopen, niet kunnen. De modekoning zelf hield zich in re serve tot de show zou slagen, maar zijn onderkoning legde ons uit vmt er werd vertoond en wie er inzat. Yvonne toonde een wandeltoilet dat geheel identiek was met het uniform van een Napoleontische grenadier. Op de ba jonet van het geweer was een para pluutje gemonteerd. Therèse verscheen in een middel eeuwse maliënkolder van zilverdraad met paarse pailletjes. Overeenkomstig de zich duidelijk doorzettende tendens wordt de kolderzoom tot even over de knie gedragen. Margot kwam op in het kostuum van een Turkse harembewaker. Met een kleine handbeweging kan het bij behorende kromzwaard worden uitge klapt tot een sierlijke waaier. De tul band is bezet met echte rozijnen. Suzanne betrad het toneel in een maiskleurig cowboykostuum met twee geborduurde pistoolholsters waaruit zij twee pistolen trok die waterpistolen bleken te zijn. Een geste die, gezien de temperatuur, door de zaal zeer werd gewaardeerd. Daarna kwam Yvonne opnieuw voor het voetlicht, ditmaal zeer actueel ge kleed in het uniform van inspecteur van politie. Zij oogstte voor deze crea tie een hartelijk applaus, dat ze met een handgebaar tot zwijgen bracht, waarna ze sprak: „Dames en heren, ik ben geen man nequin. ik ben inspecteur van politie. Tot mijn spijt zie ik mij genoodzaakt de rest van deze modeshow te ver bieden omdat ik deze in strijd acht met de goede zeden. De directie heeft het voornemen te kennen gegeven vrouwen te laten optreden in vrouwen kleding". De heer J. E. van de Wetering-de Rooy, de laatste nog in leven zijnde schilder van de Haagse school, wordt maandag negentig jaar. Deze kunstenaar is nog actief als lid van het schilderkunstig ge nootschap Pulchri Studio in Den Haag. Hij is vanaf 1904 lid van deze organisatie en hij zendt nog regelmatig werkstukken in voor tentoonstellingen. 6. Als Rechter Tie een paar koppen thee heeft gedronken, verlaat hij het thee huis en gaat verder in de richting van het stadscentrum, waar hij een herberg wil zoeken. De discussie over de vermoorde kassier interesseerde hem wel, maar het is een zaak die hem niet aangaat. Hij is hier tenslotte op vakantie en bovendien wordt het tijd dat hij onderdak zoekt, want het begint al te schemeren. Maal ais hij op weg naar het centrum het hoofdkwartier van de Keizerlijke Garde ziet, besluit hij zich daar maar meteen te melden. Dan is hij van die rompslomp af. Het hoofdkioartier is een fraai bouw werk met 2 verdiepingen en een wacht toren opzij. De daklagen zijn bedekt met blauwe pannen en een roodblauwe banier hangt neer vanaf een spitse standaard. Op een bord boven de zwaarmetalen roodgelakte poortdeur staat, in zwarte karakters: Keizerlijke Garde. Tweede Re giment van de Linkervleugel. Als Rechter Tie op de poortdeur toeloopt, wacht hem een verrassing. De luitenant, die de Rechter al op de kade heeft gezien, komt op hem toe en zegt op hoffelijke toon: „De kapitein zou u graag willen spre ken. Wilt u mij maar volgen?" Wat kan dit betekenen? vraagt Rechter Tie zich af. Niemand keni hem hier toch? Hoe kan de kapitein hem dan verwachten? UiS&ïl 183 900. Alsof hij uit een katapult werd weggeschoten, zo plotseling rende Bram- metje Fok vooruit. Hij kon er niets aan doende laarzen trokken hem mee. De notaris werd opzijgeworpen, Tutu en Karo werden meters verder neergesme ten en daar ging Brammetje steeds sneller, totdat hij zelfs het geluid en een wervelende luchtstroom achter zich liet. Wrrrroesjjjjjjj Duizelend stoof Bram door ruimte en tijd. Geen raket ging sneller dan hij. Hard als hij vloog was het zelfs mogelijk, dat hij op de maan of op Mars terecht zou komen, maar zover kwam het geluk kig niet. Inplaats van op een andere pla neet, landde Bram weer op aarde in een wonderlijk stadje, waar de gevels droom den van vergane glorie en de ruiten nog bestonden uit geolied papier inplaats van glas. De straten droegen geen namen. En nergens stond er een bord van de ANWB.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1967 | | pagina 6