„Een regelrecht schandaal Artsenrechtspraak faalt geregeld en vrijwel over de gehele linie Zelfs de geschorste arts kan rekenen op geheimhouding... NEGERLEIDER BROWN: „HET WORDT TIJD VOOR EEN EXPLOSIE" Medisch tucht- recht in de praktijk (slot) ZATERDAG 26 AUGUSTUS 1967 Erbij 12 yy Clanbelang Onderonsje Recherche Verkeerd uitgangspunt Strafregister nodig Met vakantie Meer waarborgen Mr. F. Kuitenbrouwer Vervolg van pagina Geen verklaring li# „Black Power" Leiders en geloof HET MEDISCH TUCHTRECHT Is, zo stelden we in een vorig ar tikel vast (Erbij van 19 augustus), veel meer dan alleen een interne aangelegenheid van de artsen. Daar met name het strafrecht in verreweg de meeste gevallen terug treedt voor de tuchtrechtspraak, wordt deze laatste de enige wette lijke manier om medici terzake van heroepsmisdragingen ter ver antwoording te roepen. Dat daar door een groot algemeen belang met deze tuchtrechtspraak is ge moeid, blijkt ook uit de voorheel den die mr. D. Sanders geeft in zijn recente boek „De praktijk van het medisch tuchtrecht". Behalve met gevallen van oneerlijke concurren tie en onjuiste aanprjjzingsmetho- den, wordt de tuchtrechter ook ge confronteerd met handelingen als de onderstaande praktijkvoor beelden. Een orthopedisch chirurg had op vrijdag een pen uit een bot ver wijderd terwijl de patiënt hoge koorts had. Hij had toegezegd, de volgende dag te zullen terugkomen deed dat echter niet, doch verliet die zaterdag zijn woonplaats zon der dat men hem kon bereiken en zonder een vervanger aan te wij zen of de huisarts op de hoogte te stellen. Een militaire keuringsarts laat na, de huisarts van een scholier, die door hem gekeurd is als dienst plichtige, op de hoogte te stellen van een bij die keuring geconsta teerde longtuberculose. Een arts laat het geven van zuur stofinspuitingen, waaraan gevaar was verbonden, over aan een on bevoegde en onvoldoende geïnstru eerde assistente, en met een on voldoende veiligheid biedende ap paratuur, buiten zijn tegenwoor digheid en zelfs nadat reeds een eerdere patiënte als gevolg van zo danig injecties was overleden. DE GROTE NADRUK die door der gelijke gevallen op de doelmatigheid van het medisch tuchtrecht komt te liggen, brengt mee dat in de wette lijke regeling behalve de typische „on derlinge afrekening" ook duidelijk een element van „berechting van boven af" wordt gelegd. De wetgever heeft dat tot uitdrukking willen brengen, bij voorbeeld toen hij de drie soorten laakbare gedragingen omschreef: A. handelingen, die het vertrouwen in de (medische) stand ondermijnen. B. Nalatigheid, waardoor ernstige schade wordt aangericht. C. Blijk geven van grove onkunde. VOORAL uit de eerste categorie blijkt dat de wetgever meer op het oog had dan alleen het eigen belang van de „clan" der geneeskundigen. Anders had hij immers gesproken van het ondermijnen van de „eer" en „waardigheid". Iets dergelijks geldt ook ten aanzien van de maatregelen die mogelijk zijn. Behalve typische tuchtmaatregelen als waarschuwing, berisping, schorsing (maximaal een jaar) en ontzetting, kan ook een geld boete (maximaal 10.000) worden op gelegd. Het element „berechting van bo- vanaf" blijkt ook hieruit, dat de vijf tuchtcolleges niet bevoegd zijn uit zich zelf in te grijpen, zoals dat wel het geval is in het tuchtrecht van de ad vocatuur. Zij zijn afhankelijk van een klacht, die kan worden ingediend door een „rechtstreeks belanghebbende" (patiënt, maar b.v. ook een andere arts), het bestuur van een instelling waar de aangeklaagde in dienst of in geschreven is (ziekenfonds) en de in specteur van de Volksgezondheid, die hier wordt gezien als een soort „open baar ministerie". JUIST ten aanzien van deze laatste twee punten, rechter en klager, blijkt echter dat de medische tuchtrecht spraak wel degelijk een „onderonsje" is. Zozeer zelfs, dat het de vraag is of het in zijn huidige vorm voldoende geschikt is voor de publieke functie op te dragen aan vakmensen. Dat be tekent dus: honorering en vergroting van het rechtsgeleerde element in de colleges. MINDER uitgesproken is mr. San ders over de positie van de inspec teur van de Volksgezondheid. Reeds in het gedenkboek „25 jaar medisch tuchtrecht" betreurde een deskundige het, dat de geneeskundig inspecteur in zijn eentje moet opdraaien voor het die het door de praktijk wordt toe gedacht. Daardoor wordt het onzes inziens zaak, dat de gewone justitie optreedt om dit luchtledige te vullen, tenminste als er niet gauw iets ver andert. De medische rechtspraak in eerste aanleg is voor 80 percent in handen van medici. Deze krijgen door hun be noeming een volledige verantwoorde lijkheid als rechter. Maar bij hun be noeming weten zij in de regel niets af van het medisch tuchtrecht of van de techniek van de rechtspraak. Een ju ridische opleiding ontbreekt hun ge heel en bovendien is het lidmaatschap van de tuchtcolleges een ereambt zon derbezoldiging, óók voor de wèl rechts geleerde voorzitters van die colleges. „Zij kunnen in het algemeen dus aan bezigheden met het medisch tucht recht geen voorrang verlenen", merkt mr. Sanders in zijn boek droogjes op. Met alle waardering voor de inspanning van de tuchtrechters wordt het toch wel hoog tijd, dit werk uit de sfeer van de vrijetijdsbesteding te halen en (hem vreemde) tuchtzaken. recherchewerk in Hij voegt daaraan toe: „Bovendien overkomt het hem maar al te vaak dat, als hij na veel moeite meent, een zaak „rond" te hebben gekregen, de aanbrenger terugschrikt voor 't schrif telijk bevestigen van zijn klacht of dat een getuige weigert onder ede voor het medisch tuchtcollege de verklaringen af te leggen, die hij aanvankelijk zon der voorbehoud aan de geneeskundig inspecteur heeft verstrekt". Het is zonneklaar dat de functie van de inspecteur als „tribuun van het algemeen belang" niet voldoende tot zijn recht kan komen als hij niet de beschikking heeft over een „opspo ringsapparaat". Zeker als hij moet opboksen tegen onwillige getui gen, artsen die kennelijk een mis plaatst gevoel van collegialiteit stellen boven de waarheidsvinding. Dit vormt overigens een extra argument voor het pleidooi van de Haagse artsen Kuijt, Van Rhede en Logeman om te komen tot een medisch controlesysteem. NIET ALLEEN de waarheidsvinding in de tuchtrechtspraak is problema tisch, maar ook de mogelijkheid van een adequate afrekening. Ten aanzien van de drie wettelijke maatstaven is al bij het ontstaan van de tuchtwet be toogd, dat het onredelijk is om alleen op te treden tegen „nalatigheid" als daar „ernstige schade" door is ver oorzaakt. Het gaat immers om de ernst van de handelingen en niet om de ernst van het gevolg, dat immers altijd voor een deel van het toeval afhankelijk is. Dit bezwaar is door de praktijk be wezen. Maar die praktijk heeft zich er uit gered door zich vrijwel uitsluitend te baseren op de eerste categorie: „ondermijning van het vertrouwen". Wat dat nu precies inhoudt, blijkt na 37 jaar medische tuchtrechtspraak nog aardig in de mist te hangen als gevolg van de reeds gesignaleerde ge brekkige publikatie van uitspraken. DAARDOOR ontbreekt bovendien veel inzicht in het effect van de tucht straffen. De tuchtrechter is een milde rechter, schreef prof. De Gaay Fort man (jarenlang voorzitter van het cen traal college) reeds in 1948. We vinden dit bevestigd bij mr. Sanders. Deze wijst erop, dat de tuchtrechter vaak volstaat met in verhouding lichte maat regelen, in de verwachting dat de aan geklaagde „daaruit lering zal trek ken". „Over de verwezenlijking van zulk een verwachting ontbreekt echter nog steeds ieder gegeven", stelt hij vast. Hij dringt daarom aan op het aanleg gen van een tuchtstrafregister, opdat het tenminste mogelijk wordt, vast te stellen hoe het eventueel met de reci dive zit. ff MR. SANDERS herhaalt voorts de oude klacht, dat de doelmatigheid van zelfs een schorsing twijfelachtig is. Door geheimhouding' van de uitspraak kan de veroordeelde arts zijn schorsing gemakkelijk naar buiten voorstellen als „vakantie" en daarna als zijn uit sluitingstermijn ten einde is, weer doorgaan alsof er niets gebeurd is De schaarse gegevens en dat de gegevens schaars zijn, geeft al te den ken! wijzen er dus onontkoombaar op, dat het medisch tuchtrecht faalt. Voor een deel is dat natuurlijk niet los te denken van algemener proble men, zoals de geringe aandacht voor de ethiek in de medische opleiding en de overbelasting, veroorzaakt door te grote praktijken. Dat is overigens al leen maar een argument te meer, om ook in deze problematiek het mes te zetten. WIJ STELLEN met nadruk vast, dat het er beslist niet om gaat, de medicus voor het minste of geringste voor het blok te zetten. Maar het publiek heeft wèl recht op de zekerheid dat de rech terlijke bescherming van het grote goed der volksgezondheid deugdelijk verankerd ligt. Daardoor is het regel recht schandalig, dat het medisch tuchtrecht zo tekort schiet in zijn waarborgen voor een behoorlijke rechtspleging en dat dit maar voort kan duren. DAT AMERIKA'S grote steden van New York tot Los Angeles, van De troit tot Washington er zulke explosie ve negerachterbuurten op nahouden, kan men overigens niet zonder meer op de schuldenlast van burgemeesters, gouverneurs en federale overheid schuiven en ook niet zomaar toeschrij ven aan rassendiscriminatie in de ste den. De straatarme, werkloze negers zijn namelijk vaak afkomstig uit het zuiden en brengen naar de steden van het noorden niets mee, wat hen bruikbaar maakt voor industrie enzovoort. Hun scholing is meestal minimaal en hun ervaring beperkt zich bijna steeds tot landarbeid. Zelfs in steden als Detroit, het centrum van de auto-industrie en een plaats gezegend met een volledig geïntegreerde, progressieve vakvereni ging, de automobielarbeidersbond, ble ven deze zuidelijke negers werkloos en droegen zij dramatisch bij tot de stij ging van het misdaadcijfer in Detroit van de laatste jaren en de gruwelijke rel eind juli. Dat het probleem van de toevloed van zuidelijke negers naar noordelijker steden van immense omvang is bewij zen de cijfers. Tussen 1940 en 1950 verhuisden 1.597.000 negers uit de zui delijke agrarische staten met hun feo daal sociaal-economisch stelsel naar de dynamische industrie-steden van het oosten, midden en westen. Tussen 1950 en 1960 bedroeg dit aan tal 1.457.000. Van dit laatste aantal gingen er 85.000 naar Detroit, 176.000 naar Chicago, 215.000 naar Los Angeles en 222.000 naar New York. ARMOEDE, wanhoop en frustratie in de achterbuurten van de Ameri kaanse steden vormen de voédingsbo- dem van de geweldgolf, die deze zo mer over de Verenigde Staten is ge spoeld. Maar zij verklaren nog niet waarom de geweldpleging zulke vor men heeft aangenomen, waarom er ge schoten werd en met molotov-cocktails gegooid, yraarom er hier en daar ge sproken wordt van een negeropstand tegen de blanke samenleving. Tenslotte zijn armoede, frustratie en wanhoop ook kenmerken van het le ven van de blanke armen in de Appalachian-bergen in Amerika en van miljoenen negers in de zuidelijke „Blackened power" (verkoolde macht) noemt de Christian Science Moni tor deze hekelprent, die op treffende w(jze illustreert dat geweldpleging, plundering en brandstichting nooit een oplossing kunnen bieden voor Amerika's rassenprobleem. De tactiek van „Black Power" zal de zaak der negers alleen maar schaden, concludeert de Monitor, die overigens alle begrip toont voor de gerechtvaardigde verlangens van de Amerikaanse negerbevolking, om eindelijk als volwaardige burgers beschouwd en behandeld te worden. staten. En ook in Zuid-Europa en an dere delen van de wereld vindt men miljoenen wier leven even treurig en uitzichtsloos is als in de negergetto's van de Amerikaanse steden. Deson danks plegen zij geen geweld. DE BELANGRIJKSTE aanleiding voor het schieten en plunderen en brand stichten lijkt te zijn het veld winnen van een nieuwe agressieve denkwijze en mentaliteit onder de armste negers, waarmee de opkomst van de „Black power" (negermacht)- beweging nauw samenhangt. DEZE BEWEGING, met haar scherp anti-blanke instelling, haar verwer ping van de gevestigde blanke maat schappij en haar haat tegen wat zij noemt de sociaal-economische onder drukking van het kapitalisme, heeft de onderste laag van de negermaatschap pij namelijk voor het eerst een ideolo gie en een groep leiders gegeven, die relevant zijn voor zijn situatie. De bekwame en respectabele neger leiders van het type Roy Wilkins, Whitny Yong en in zekere zin do minee Martin Luther King en hun ge weldloos strijden voor gelijkstelling van de neger waren dit nooit. Wat zij met succes bevochten was de integra tie, de opneming als gelijke, van de neger in het openbare leven. Door hun acties worden negers nu niet langer wettig geweerd uit scholen, restau rants, stemlokalen, openbare functies enzovoort. Voor de straatarme, ongeschoolde, werkloze getto-neger had dit evenwel niets te betekenen. Hij leefde voort in zijn flat met ratten, zonder geld, zon der hoop, zonder zelfrespect. Lange tijd kende niemand hem en had nie mand met hem contact. Hij kwam al leen voor als een cijfertje in de sta tistieken, zoals het negerlid van het Huis van Afgevaardigden Conyers on langs zei. SINDS DE „Black-Power"-beweging is dit veranderd. De getto-negers heb ben nu leiders en een geloof. Zij zijn bezield door een idee. Het luidt: de „Honky" (de blanke) is een geweten loze uitbuitende onderdrukker, die overal waar hij komt vernedering, dood en verderf brengt. De enige ma nier om je van hem te bevrijden is hem met gelijke munt te betalen, zijn steden te verbranden en op hem te schieten. De vroegere voorzitter van SNCC (dat voluit ironisch genoeg Student Non-violent Coordinating Committee heet) Stokely Carmichael, zei dezer dagen openlijk in Cuba: „Wij moeten vechten in de Verenigde Staten om de structuur van die kapitalistische maat schappij te veranderen" en op een persconferentie zei hij, dat het achteraf misschien zo gek nog niet was dat zo veel negers in Vietnam dienen. „Als zij terugkomen zullen zij getraind zijn om in de straten te doden", aldus Car michael. Natuurlijk is er maar een kleine minderheid onder de getto-negers, die deze ideologie bewust aanhangt. Slechts enkelen hebben genoeg ont wikkeling om het tijdschrift der radi- kale negers „liberator" van Dan Watts te lezen en om het boek der boeken in deze kring te spellen: Frantz Fa- nons „The Wretched of the Earth" („De rampzaligen der aarde"), een door Jean-Paul Sartre ingeleide ana lyse van geweld als gevaarlijk, maar noodzakelijk voertuig op de weg naar sociale verandering en uiteindelijke bevrijding der gekleurde volkeren. MAAR DEZE minderheid en de even anti-blanke, maar op het punt van geweld meer gematigde Black Muslims hebben bewerkstelligd dat in de negerachterbuurten een andere mentaliteit is ontstaan. Een mentali teit van haat tegen de blanken en trots op de eigen huidskleur en af stamming, al gaat dit zelden zo ver dat de getto-negers zich in kleurige Afrikaanse gewaden hullen (zoals Ron Karenga doet, de leider van een na tionalistische negerorganisatie in Cali- fornië) en hun haar in Afrikaanse stijl dragen, zoals H. Rap. Brown, de nieuwe SNCC-voorzitter, die Cam bridge in Maryland in vuur en vlam zette met uitspraken als: „Het is tijd voor een explosie, baby" en „Schaffen jullie je maar liever wat pistolen aan. De man (uitdrukking voor de blanke, die onthult hoe ontmand de neger zich voelt) zit achter jullie aan. De honky-pers noemt dit rellen maken. Maar wij maken geen rellen. Wij re belleren. Dat is het, wat er aan de hand is".

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1967 | | pagina 12