DE ZILVEREN HAMER HAAR JOURNAAL ^^ngestipt w/Zé^ri POLLE, PELLI EN PINGO KRAMMETJE FOK Voortreffelijke tailleurs op de show van Dick Holthaus THEEDOEK???? DE DOEK DIE DIRECT DROOGT PANDA EN DE BOZE SjjÉ öPfl HET GESTOLEN U i 13 Ons vervolgverhaal m DONDERDAG 7 SEPTEMBER 196 7 Een roman uit de vikingtijd door VERA HENDRIKSEN Parijs en traditie bij Metz en Kuhne Kees Stip Kerkelijk nieuws SSsSA Vv\«l MhU WMLWWMWWIIWIIWW 25) Er was nog iets anders, waar Si- grid niets van begreep, en wel, hoe het kwam dat Olve, nu'hij dan toch zijn bijzit hier op Egge had geïn stalleerd, nog even dikwijls van huis was als tevoren. De enige oplossing, die zij voor dit raadsel kon beden ken was, dat hij dan zeker ergens nog een derde liefje had zitten. Het liep tegen de zomer. Olve hield, tegen de staldeur geleund, een oogje op enige lijfeigenen, die de omheining langs de bijgebouwen re pareerden. Hij hoorde Khadija op het erf. Ze trachtte in haar gebro ken taaltje een der dienstboden iets aan het verstand te brengen, maar het meisje hield zich van de dom me. En Olve had geen zin, haar te helpen. Hij kreeg zo schoon genoeg van haar en van haar onbeholpen gestamel. Langzamerhand zag hij er geen gat meer in, wanneer hij tracht te een oplossing te vinden voor zijn huidige, onbevredigende leefwijze. Kort daarop vertrok hij te voet met endgen van zijn mannen. Ze na men de honden mee. De volgende avond echter, toen hij met zijn metgezellen rond een houtvuur diep in het bos zat, kwa men de gedachten aan de vorige da gen weer bij hem boven. Khadija was indertijd in het war me, zonnige Cordoba zijn vrouw geworden en mee naar Egge ge gaan. Hij wist, dat ze zich als zijn wettige echtgenote beschouwde. Vol gens de zeden van haar land was dat ook zo, hoewel Olve zelf hun verbintenis nooit als wettig had ge rekend. Toen hij haar vertelde, dat hij met Sigrid ging trouwen, was ze wel onaangenaam getroffen, maar ze had niet geprotesteerd; ze was gewend, dat een man meer vrouwen kon nemen, als hem dat behaagde. Maar wel was ze woedend geweest, toen hij haar meedeelde, dat zij nu Egge moest verlaten. Hij kon niet ontkennen, dat ze het samen goed hadden gehad, maar toch betekende ze niet zo heel veel voor hem, zeker niet, nadat Sigrid zijn vrouw was geworden. Lange tijd zag hij haar niet. Toen hij haar echter tijdens de offerfeesten in de herfst zag, was hij zelfs bijna boos. dat ze zich daar vertoonde Maar zo vroeg hij zich af wat moet een man doen, als een vrouw bedelt om in zijn bed te mo gen komen? Bovendien had hij Si grid nooit absolute trouw beloofd. Hij wist zelf niet hoe het kwam, dat hij zich zo schuldig tegenover Sigrid voelde. Het was werkelijk wel vaker voorgekomen, dat hij twee liefjes tegelijk had. Maar sinds de offerfeesten voelde hij zich een ellendige kerel. Het gevolg was, dat hij haar ging mijden om haar onge lukkige gezicht niet langer te hoe ven zien. Steeds vaker en langer hield hij zich op in zijn hoeve in het Ognsdal, waar Khadija nu woon de. En Khadija had hem ingefluis terd, dat ze zich best zijn ontevre denheid over Sigrid kon voorstel len. Maar Olve vond geen bevrediging meer in hun verhouding. Steeds schoof het beeld van Sigrid tussen hen in. Het maakte hem woedend, dat hij zich zo met haar verbonden voelde, hij, die zich nooit in ernst aan een vrouw had gehecht. Als jongen had hij zichzelf de ge lofte gedaan, nooit een vrouw te vertrouwen of al te zeer lief te heb ben. Dat was in de tijd, dat zijn moeder hem in de steek had gela ten. Het had hem zo geschokt, dat hij er als volwassen man nog hin der van had. Zo was er naast de behoefte, zijn jonge vrouw, die nog bijna een kind was, te beschermen en te vertroetelen, tegelijk een te genzin, bijna een haat in hem ge groeid, omdat ze hem misschien te sterk aan zich zou kunnen binden, Maar dan weer voelde hij zich een onwaardig mens, omdat hij heel goed zag. hoe het haar te moe de was, en hij geen vinger uitstak om haar te helpen. In de winter, na het midwinter feest, was hij naar het Ognsdal ge gaan om Khadija te zeggen, dat het maar uit moest zijn tussen hen. Hij had haar beloofd,, dat hij haar met een grote som geld naar haar eigen land terug zou zenden, zodat ze geen armoede zou kennen. Maar ze was zo ontdaan en wanhopig ge weest, dat alles toch weer anders was gelopen, dan hij zich had voor gesteld. Wel bemerkte hij dat ze be grepen had, dat het niet lang zo zou kunnen blijven. En toen ze op Egge was gekomen en gezien had, hoe het met Sigrid gesteld was, was ze bui ten zichzelf van woede geweest. Voor de volgende volle maan ver wachtte Sigrid zijn kind. Arme klei ne, ze was zelf niet meer dan een kind en door zijn toedoen diep on gelukkig. Dapper was ze ook en trots. Geen klacht was over haar lippen gekomen. Hij zag haar voor zich, bleek en eenzaam, wel een ver schil met de levenslustige, stralende Sigrid van Bjarköv. Ineens vroeg hij zich af, wat hem bezield had al die tijd en een on verklaarbare angst beving hem, dat het nu te laat was, om bij haar te rug te komen, dat hij te lang ge wacht had, met het goed maken. Hij keek naar zijn slapende metge zellen. Ja, hij liet ze maar slapen, morgen vroeg begon de lange tocht naar huis in een tempo, dat hun luie botten zou doen kraken. Hij kon haast niet meer wachten. En wat Khadija betrof, die ging het huis uit, al moest hij haar zelf naar het schip dragen! Op de avond van de dag, dat Olve met zijn mannen de bossen in trok, voer een vreemd schip de haven bij Egge binnen. Toen Sigrid het hoorde, ging ze zo snel als haar zware lichaam het toeliet, kijken. Ze dacht, dat het heel misschien To re zou kunnen zijn. Van het huis uit kon ze niet zien, wat voor soort schip het was en daarom haastte ze zich van de steile heuvels af naar de haven. Naderbij gekomen, ontdekte ze al spoedig, dat het geen schip van Bjarköy was, maar een onbekend handelsschip. (Wordt vervolgd.) AMSTERDAM. Dick Holt haus, nauwelijks van de presen tatie van zijn collectie herenkle ding bekomen, toonde dinsdag in eigen huis zijn herfst- en winter collectie 1967-1968 voor de vrouw. Holthaus brengt voortreffelijke tailleurs, welke lange en korte jasjes hebben en gecompleteerd worden met modieuze knicker bockers en herfstkleurige wollen tweeds. Tailleurs, die in ons kli- In het Stedelijk Museum op de ten toonstelling van Niki de Saint Phalle werden de nieuwste knicker bockers van Holthaus gefotogra feerd. maat zeker kans van slagen heb ben. Grof gebreide ribbeltruien, kousen en bivakmutsen met daar op een pastoorachtig hoofddeksel completeren het geheel. Bij de sportieve knickerbockers-tailleurs worden bijpassende capes ge dragen, die overigens ook bij de avondensembles een belangrijke plaats innemen. Garneringen van deze pakken zijn mooi en prak tisch. De taille is vaak aangegeven met losse of ingezette ceintuurs. De kragen zijn voorzien van bont, terwijl de cape op de schouders blinkende zilverkleurige knoop- sluitingen tonen. Wie niet aan de cape wil, vindt ech ter genoeg keuze bij de mantels. Ze zitten wijd of als een huls om het lichaam en vertonen evenals de tail leurs, vaak bontgarneringen. Hoewel de roklengte van jurken en mantels varieert van even boven of tot op de knie zijn er toch modellen te zien, die wat lijn betreft ons naar de jaren twintig brengen, maar wat de lengte aangaat ons een blik gunnen in over grootmoeders tijd. De ensembles rei ken namelijk tot op de enkels. Toch zit er in de collectie van Holt haus een duidelijke lijn. Ze wordt ge kenmerkt door lichtvallende en ge tailleerde japonnen met ceintuurs of blinkende taillekettingen. De hoogge sloten japonnen hebben vaak Russi sche cols. De rokken tonen broekef fecten a la Ricci, de mouwen zijn lang en ingezet. Voor de avonden heeft Holthaus wollen en zijden crêpe-jur ken met geplisseerde pantalettes. Voor diegene, die meer romantiek wenst, zijn er tailleurs in knickerbockerstij 1 met kanten kragen en manchetten. AMSTERDAM. Woensdag waren de prominente Amsterdamse mode huizen Metz en Co. NV en de NV mode- en pelterij enhandel C. H. Kuhne en zonen aan de beurt om te tonen wat zij aan modenieuwtjes voor de komende winter in petto hebben. Het werd een plezierige dag voor de niet meer zo jeugdige vrouw. 's-Morgens was er bij Metz een uitermate geslaag de, geheel op Parijs geïnspireerde en door Marianne Davids ontworpen col lectie te bewonderen. 's-Middags kon men in het Scheveningse Kurhaus reeksen jerseyensembles gecombineerd met zeer klassieke bontmantels tij dens een show van de NV mode- en pelterij enhandel C. H. Kuhne en zonen zien. Marianne Davids, de artistieke vormgeefster van Metz liet zich bij het samenstellen van haar wintercollectie door de draagbaarste Parijse creaties inspireren. En dat waren dan in de allereerste plaats de kleurige tweed mantelpakjes van Nina Ricci en uiter aard de dikke wollen geruite mantels, die in zo wat alle Parijs collecties voorkwamen en die toevalligerwijs al jarenlang het handelsmerk van Metz zouden kunnen zijn. Het modehuis kwam voor de komende wintermaan den met een collectie voor de dag, die nog nooit zo „up to date" is geweest. Het huis Kuhne, waar koningin Ju liana haar bruidsjapon liet maken, geeft voor de komende winter de voor keur aan tijdloze creaties. Kleine Aagje komt ademloos aange sneld. „Heb je het gehoord?" roept ze. „Wat?" Er is een soldaat die anderhalf jaar in de gevangenis moet, omdat hij zijn haar niet wil laten knippen. Is dat niet erg lang?" „Ja. Maar misschien is zijn haar ook erg lang". „Weet je wat Wimpie zegt?" „Nee". „Wimpie zegt dat je voor anderhalf jaar gevangenis een bank kunt be roven, en als je het geld dan door eer lijke mensen laat bewaren, kun je er later lui van gaan leven". „Wimpie draait de dingen om. Je moet niet naar de gevangenis gaan om er beter van te worden". „Ga je er dan heen om slechter te worden?" „Dat is het punt niet. Als iemand in de gevangenis wordt gezet, dan is dat omdat andere mensen tegen hem be schermd moeten worden". „Waarom moeten die soldaten tegen die soldaat worden beschermd? Hij doet ze toch geen kwaad?" Soldaten moeten er allemaal pre cies eender uitzien. Als er één met lang haar begint, beginnen de ande ren ook". „Nou, dan zien ze er toch allemaal weer eender uit?" „Je begrijpt toch wel dat het dan in de tussentijd een ordeloze bende wordt?" „Als ze een ordelijke bende willen, kunnen ze die soldaat dan niet naar huis sturen?" Die soldaat heeft zich schuldig ge maakt aan een ernstig vergrijp. Hij heeft geweigerd een dienstbevel op te volgen". „Moet een soldaat alles maar doen wat hem gezegd wordt?" „Niet alles. Hij moet zelfs weige ren een bevel op te volgen dat in strijd is met de goede zeden". Zoals mensen doodschieten?" „Dat is in sommige gevallen onver mijdelijk. Anders hadden we geen sol daten nodig." „Nou draai jij de dingen om. Als we geen soldaten hadden, werd er niet ge schoten". „Die soldaten verdedigen onze vrij heid" roep ik. „Dat lange haar is een offer dat de soldaat moet brengen om ons vrij te laten leven, vrij van vrees, vrij van gebrek, vrij van. Voor het eerst komt Aagje mij te hulp. „Vrij van lang haar", zegt ze. (ADVERTENTIE) DDD DDIS HEDEMAN ALMELO Ned. Herv. Kerk Beroepen te Capelle aan de IJssel (wijk West) (toez.) J. Vos te Rijssen te Balk R. Bijl te Joure te Katwijk aan Zee C. v. d. Bergh te Oud-Beijerland. Aangenomen naar Poortvliet C. Mulder te Hien en Dodewaard, die bedankte voor Brandwijk. rOP. MARTEN TOONDER 64. „Pas op!", riep Panda, toen hij zag dat de in- beloning voor het terugbrengen van de diamant!" ver- spekteur de Warapuridiamant aanpakte. „Er rust een vloek op!" „Kom, kom!" sprak de hooggeplaatste agent sussend. „Dat zal zo'n vaart wel niet lopen. Wij zijn trouwens heel wat gewend en het moet wel erg vreemd lopen als we ons door een vloekje laten dwarsbomen." Hij tastte achter zich, en tilde een geldzak op. „De klaarde hij. „Tweeduizend florijnen!" Met die woorden plaatste hij het gevaarte voor zich qp het bureau en stortte meteen daarop met meubilair en al door de vloer heen. „Begorrah!" mompelde Pat O'Nozzle onder de indruk. „Ik konkludeer dat de inspekteur verdwenen is. En ik verdenk de diamant!" IK BEN BENIEUWD OF WE WATER VINDEN, 'TRILT DE WICHELROEDE AL? HIER MOET IETS ZITTEN.' EEN 6ELUK DAT JIJ DE BOOR BIJ JE HEBT, PELLE •i hoera! EEN WARMWATERBRON SUFFERDS! JUttlWHEBBEN DEN GAT IN MIJN TERRESER- 35/36. Rechter Tie loopt de bedstee om en betast de panelen van de houten betim mering. Inderdaadhet paneel dat grenst aan de bedstee geeft mee. Een nauwe deuropening ontstaat waardoor hij naar binnen glipt. Het volgende ogenblik blijft hij star van verbijstering staan. Hij be vindt zich in een klein vertrek, verlicht door een schemerlamp van witte zijde. Onder de lamp, op een ebbenhouten bank, zit een jonge vrouw van betoverende schoonheid. Rechter Tie zinkt op zijn knieën als hij het Keizerlijke gele brokaat van haar gewaad ziet. Het is doodstil in het vertrek, alleen het sandelhout in de antieke bronzen brander op de vloer geeft een zwak knetterend geluid. De blauwe rook die ervan opkringelt vervult de ka mer met een aangename geur. De Prin ses legt haar boek weg en zegt met hel dere, welluidende stem: „Sta op, Tie. Er is weinig tijd, dus vergeet alle lege formaliteiten." Haar bleek gezicht is vol maakt ovaal en gekroond met een hoog en elegant kapsel, waarin haarspelden steken met knoppen van transparante groene jade. Ze straalt waardigheid uit, maar tegelijk warmte en intelligentie. Er ligt een bezorgde uitdrukking in haar grote glanzende ogen! „Ik heb je ontbo den, Tie", zegt de Prinses langzaam, „omdat ik heb gehoord dat je een groot bestrijder van de misdaad bent, en te vens een trouw onderdaan." iill laiiMlNi 928. Niet lang daarna bevond Bramme- tje Fok zich met zijn vrienden in het pannekoekenhuis, waar hij een flinke stapel flensjes met stroop bestelde. „Eten jongens," zei Bram, maar Ka- ro deelde mee geen trek te hebben. Dat maakte Brammetje ongerust, maar Karo zei, dat hem niets scheelde en dat hij al leen maar onder de tafel een dutje wil de doen. „Nou, als er werkelijk niets met je is. zei Bram twijfelend en hij schudde het hoofd. „Dan wij samen maar, Tutu. Je lust er toch ook zeker wel een stuk of drie?" „Rrrreken maar," zei de papegaai en nét wilden ze aanvallen, toen de tafel eensklaps in beweging kwam. De stroop pot viel om en de flensjes wankelden. „Lieve help.een aardbeving", riep Bram. „Nee. nee.stootte een medegast uit. „Het is uw poes.kijk maar onder tafel.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1967 | | pagina 13